Waarschijnlijk de meest zwoele dag van het jaar voor de waarschijnlijk mooiste wedstrijd van het ganse circuit.
Een parcours waar geen meter vlak in terug te vinden is. Voortdurend op en af, geen grote hoogten, geen lange klim maar echt een golvend parcours, op enkele stroken na lopend over brede wegen.
Vorig jaar lukte het mij bijna om hier de hoofdvogel af te schieten, ware het niet dat de concurrenten mij op 50 meter van de aankomst op de nek vielen. Gezien de redelijke conditie was ik gisteren dus ook met ambitie naar Familleureux getrokken.
Maar ..... jammer genoeg moesten we het doen in omstandigheden die helemaal niet de mijne waren/zijn/zullen worden. Een loden hitte, 30 graden warm, vochtig, .... enfin, een Belgische hitte waarbij ik van bij het opstaan tot 's avonds laat constant vocht verlies langs elke porie van mijn lijf.
Gelukkig was dit min of meer voorspeld en had ik de ganse week aan vochtopstapeling gedaan, met toevoeging van vitaminen, mineralen, zouten en electrolyten. Maar de schrik voor het Sven Nyssyndroom (compleet met krampen en al) stak toch wel de kop op. Het losrijden voor de wedstrijd lukte van geen kanten, benen ontploften bij de minste inspanning en het moreel zakte met de kilometer.
Om zo snel mogelijk te zien waar ik aan toe was, schudde ik na 5 km al eens aan de boom. Het enige resultaat hiervan was dat het mindere gevoel bevestigd werd en dat het dus beloofde een ganse dag afzien te worden. Ik kroop dus diep in de buik van het 53-koppige peloton met de schrik om weer geconfronteerd te worden met de welbekende krampen. Aanklampen was zowat het enige dat er in zat. Er werd snel gereden maar niemand raakte echt weg.
Gelukkig hield ik de boel van achteren uit redelijk in het oog. Het golvende parcours leende er zich ook toe om het langgerekte peloton van voor tot achter te bekijken, waar je je ook bevond in de groep.
Op een goeie 20 kilometer van de streep onstond er een breuk in het peloton. De vermoeidheid en de harde zijwind maakte dat de groep nooit tot het einde zou samenblijven. Ik zag het gebeuren en besefte dat ik alles op alles zou moeten zetten om er nog vooraan bij te raken. In een alles of niets-offensief reed ik toch nog in mijn eentje van helemaal achteraan naar de eerste groep. Uiteindelijk bleken we met 13 te zijn. De teerling was geworpen en we zouden het onder ons moeten uitmaken.
Ondertussen voelde ik dat vreemde gevoel van opkomende kramp weer opspelen. Maar het viel al bij al nog heel goed mee en misschien zat er zelfs nog iets in. Op 2 km van het einde verschoot in nog een cartouche. Door het ploegenspel (er zat een ploeg met 4 man in onze groep, terwijl ikzelf nog een ploegmaat mee had) kreeg ik echter iemand in het wiel die niet wou/kon/mocht overnemen. Ik duwde dan ook niet door aangezien mijn ploegmaat Stefaan een gepatendeerde sprinter is. We hadden dus nog een ijzer in het vuur mocht het voor mij niet lukken. Ik probeerde het nog een 2e keer maar deze poging was al voorbij voor ik goed en wel vertrokken was. Het vet was van de soep en de versnelling bleek niets meer voor te stellen. Dan liet ik me maar afzakken om onze sprinter op te halen maar deze verkoos het wiel van een tegenstander om van daaruit de sprint aan te pakken. Een verkeerde keuze want hierdoor liet hij zich volledig insluiten en eindigde 9e. Er zat nochtans meer in als hij gewoon mijn wiel genomen had. Ik was dus meer ontgoocheld door de domme sprint van Stefaan dan door mijn eigen 13e plaats. Gewoon omdat er voor mij echt niet meer inzat en ik het maximum uit deze prestatie gepuurd had.
Hopelijk wordt de temperatuur draaglijker tijdens het WK van volgend weekend. Met het zware parcours (en dito beklimming) staat ons wellicht een heel andere wedstrijd te wachten .....
22-08-2011 om 10:32
geschreven door Koen en Gert 
|