't Heeft deugd gedaan, al leek het zoals altijd weer véél te kort. De jaarlijkse vakantieroes. We ontsnappen er niet aan. Altijd blij om te kunnen vertrekken, een vleugje sentiment omdat we na enkele weken terug moeten naar de dagelijkse sleur. Maar kom, we horen gelukkig bij de 6% van de wereldbevolking die zich een jaarlijkse vakantie kan veroorloven.
Mentaal recupereren (want we zijn geen profrenners en hebben dus nog een druk beroepsleven te voeren) en de fysieke batterijen opladen om de volgepropte koerskalender van de volgende maanden de baas te kunnen. Het is allemaal gelukt. In het kader van "alles kan en niks moet" hebben we getracht een evenwicht te vinden tussen deze twee gegevens. We hebben volop gezonde Franse lucht ingesnoven vanop een ligzetel op een schaduwrijke plaatsje (mentale en fysieke rust) en, vooral, langere nachtrust genoten dan tijdens de rest van het jaar (fysieke rust).
Maar ..... onze beste vriend op 2 wielen werd niet uit het oog verloren. Het voordeel van iets meer rust te kunnen inbouwen nà een training stelde ons in staat om de trainingsintensiteit op te voeren. De laatste week voor ons vertrek werd al een relatieve rustweek ingebouwd, daarna mochten we op een méér dan geaccidenteerd parcours voluit gaan en werken aan een conditie die ons moet toelaten om een mooi tweede deel van het seizoen te rijden.
Dus werden onze grenzen opgezocht door middel van kortere, intensievere trainingen. De hellingen werden aangevallen met hartslagen die er niet om logen, lange beklimmingen afgewerkt met als doel een hogere weerstand/uithouding op te bouwen. Kortom, een stage in een ideale trainingsomgeving. Koen deed ook een aantal beklimmingen, waaronder een colletje van 6 km constant klimwerk à 5%.
Het eindresultaat na 2 weken: fysieke vermoeidheid. Een paradox met ons uiteindelijke doel .....
Iemand met kennis van (wieler)training weet hierbij dat we nu met ongeduld wachten op het gekende fenomeen dat 'supercompensatie' heet.
Dit wil zeggen dat we door een weekje relatieve rust, waarin we trainingen afbouwen en volop recupereren van geleverde inspanning opnieuw op een fysiek hoger niveau kunnen acteren.
Klein addertje onder het gras: voor we van dit effect kunnen genieten, staat er ons nog wel een aanpassing te wachten .....
De pure koerssnelheid en competitieritme zijn we zeker al kwijt door er 3 à 4 weken uit te zijn. Maar het overbruggen van de tijd die het lichaam nodig heeft om te recupereren van de geleverde inspanningen is nog het meest delicaat. De grootste fout die we zouden kunnen maken is op ons elan doorgaan tot de uitputting erop volgt.
Dus wisten we al dat het héél moeilijk zou worden bij de herneming.
Voor mezelf stond er zaterdag een wedstrijd in Pommeroeul op het programma, Koen mocht zondag rijden in Attenrode. Toevallig allebei mooie parcours, allebei van een ander type.
In Pommeroeul werd er gereden op een biljartvlak parcours, met een redelijke wind die zowel frontaal als in de rug blies. Van bij het eerste fluitsignaal werd gereden aan een tempo waarvan ik nooit had gedacht dat we dit lang zouden kunnen volhouden. Toch wel dus .....
De insiders weten dat een razende start nooit binnen mijn mogelijkheden zal passen. Maar de benen voelden goed aan. Jammer genoeg niet voor lang.
Van in het begin stond de achterdeur wagenwijd open, de ene na de andere moest passen, een ravage zoals we die niet alle weken meemaken. Er werd constant op het lint gereden, de stoepranden opgezocht.
Zelf keek ik redelijk veel vooruit, met de stille hoop om de groep zien stil te vallen. Jammer maar helaas ... dit gebeurde niet. Mijn aandacht ging dus meer en meer naar achteren om te zien hoeveel collega's er al moesten afhaken. Meer en meer begon het door te dringen dat de benen toch niet zo geweldig waren dan ze in het begin lieten vermoeden. Jawel, het was mijn beurt. Wat begon met 1 meter werd al snel een onoverbrugbare kloof. Lang geleden dat me dit nog overkomen was. Simpelweg uit de wielen gereden. Een snelle blik op mijn computer vermeldde volgende gegevens: hartslag 195 bpm, gemiddelde snelheid 42 km/u! En we waren amper half koers. Ik moet toegeven dat mijn beslissing om zo hard mogelijk door te gaan om er nog een goeie training van te maken al snel overwoekerd werd door de gedachte dat het misschien beter zou zijn om af te stappen en opnieuw de rust van een ligzetel op te zoeken .....
Toen het peloton mij opnieuw voorbij raasde - inderdaad, u leest het goed, ik werd gedubbeld op deze ronde van 4,5 km! - kon ik toch nog aanpikken en reed de wedstrijd toch nog uit. Meer op karakter want het gevoel in de beentjes lieten niet veel aan de verbeelding over. Besluit: we wisten dat dit kon gebeuren maar ik had er niet echt rekening mee gehouden. Dit deed pijn maar de ervaring leert dat de pijn volgende week alweer voorbij kan zijn als de supercompensatie z'n werk heeft gedaan. Resultaat: 28e op 36 vertrekkers.
Eenzelfde verhaal speelde zich een dag later af in Attenrode maar met onze ket in de hoofdrol. Een mooie omloop met een helling van een goeie 500 m. Ideaal voor de sterkeren om er het verschil te maken. De eerste ronden lag het tempo laag en kon Koen zich makkelijk in het groepje houden. Toen er een snok aan werd gegeven in de 3e van 10 af te leggen ronden was het mooie liedje uit. Waar Koen een ronde eerder nog aan kop van het peloton voorbij kwam, was het nu even wachten tot we zijn rode helmpje aan de einder zagen verschijnen. Zo'n achterstand op 1 ronde tijd? Inderdaad, de geschiedenis van een dag eerder herhaalde zich.
Het was harken op de helling, afzien en nog karakter tonen om de wedstrijd af te werken. Uiteindelijk werd hij 18e van de 19 vertrekkers.
Resultaten zonder belang. We kennen de oorzaak en blijven geduldig afwachten op beterschap.
De inspanningen van de afgelopen weken zijn inderdaad in de kleren gekropen maar kunnen alleen maar een positief effect hebben. Het blijft echter wachten. Onrust om de uitslagen van dit weekend is er helemaal niet en we maken ons dus rustig op voor Spurk (Gert op zaterdag) en Chaumont-Gistoux (zware koers met een kasseihelling voor Koen op zondag).
Tot dan!
PS: let op de foto met het standbeeld voor de oorlogsslachtoffers - een grapje van de fotograaf van dienst ..... maar wel van toepassing op dat moment