Het voorbije weekend werd weer aangeknoopt met de competitie. Ongeveer 15 graden en geen straaltje zon te bespeuren ..... het was het weekend ervoor wel anders. Samen met een paar collega's trokken we naar de omgeving van de Mont Ventoux. Uiteraard met de bedoeling om de reus te bedwingen. Maar ook een beetje genieten van het lekkere eten, het zwembad en de altijd aanwezige zon van de Provence.
Op zaterdag was het zover. Om 11 uur was het al schitterend weer in het dal (32 graden) en ook op de top scheen de zon volop (24 graden) met een zuchtje wind. Niet van het gevreesde soort bij een beklimming van de Mont Ventoux, eerder een aangename verfrissing.
Na een 15-tal keer de berg opgereden te hebben met de auto was het voor mij de eerste kennismaking met de fiets. Toegegeven, met de wagen heb je echt geen zicht op wat er je benen met de fiets te wachten staat. Het gedeelte in het bos is gruwelijk lang en steil maar de laatste 4 km zijn pas echt te vrezen. Gelukkig was (en is) de conditie nog degelijk te noemen. Maar uiteraard zijn de beentjes meer voorbereid op het koerswerk en iets minder op het beklimmen van een berg van 21 km.
Boven geraken was dus een minimum, de tijd waarin het zou gebeuren eerder bijkomstig. Het lukte me uiteindelijk in 1uur en 28 minuten rond.
Doordat de beide collega's duidelijk geen rennerstypes zijn en uit het pure toeristenhout gesneden, besloot ik boven om mij naar beneden te laten vallen, terug te keren naar het startpunt en vandaar de collega's opnieuw op te zoeken en bij te staan in hun calvarie naar de top. Maar in de afdaling reed ik ze nog in een schicht voorbij.
Bij mijn tweede beklimming had ik even voorbij Chalet Reynard de eerste te pakken, de volgende reed er anderhalve kilometer voor. Even heb ik dan van de ene naar de andere geschipperd en uiteindelijk zijn ook zij, na 3 uur en 20 minuten boven aangekomen. Iedereen blij.
Gisteren stond ik, na een kleine onderbreking opnieuw aan de start van een wedstrijd. En na lange tijd was dit opnieuw een wedstrijd van de ECW.
Het parcours in Jeneffe-en-Condroz leek me wel iets om de huidige conditie nog eens te testen. Na een paar sterke weken weet ik dat de topconditie stilaan aan het wegebben is. Maar normaal moet ze nog voldoende goed zijn om vooraan mee te draaien.
De voorbije weken was het trainingswerk al (sterk) verminderd, mede door het mindere weer en de afnemende zin om in steeds killer wordende temperaturen te trainen. Een typisch eindeseizoensgevoel en een elk jaar opduikend fenomeen rond deze periode.
De benen voelden redelijk aan bij het startsignaal en na een paar rondjes probeerde ik er in goed gezelschap (o.a. Erwin Hoydonckx, altijd bereid om te rijden en te werken) vanonder te muizen. Toen dat in eerste instantie niet onmiddellijk lukte bleef ik het tempo hoog houden en probeerde het met een paar kleinere prikken. Helaas, er was geen ontsnappen aan. Dat bleek ook voor de verdere (schampere) pogingen het geval. Mede door de mentaliteit van een aantal renners werden de gaten steeds weer gedicht en werd de boel stil gelegd. Blijkbaar denkt iedereen over sprintersbenen te beschikken waarmeeze in de laatste 500 meter het verschil hopen te maken. En bij zo'n mentaliteit is de pret er snel af.
Eén man, een in grote vorm verkerende Georges Hauterat probeerde het nog eens op z'n eentje op 5 kilometer van de finisch en slaagde erin om het peloton voor te blijven tot op de aankomstlijn. Sterk nummer.
Bij de groepssprint zat ik achteraan met de bedoeling gewoon mee te sprinten om in dezelfde tijd binnen te komen. Tot het moment dat het stuur van een concurrent die links voor mij zat gewoonweg in twee brak. Met nog één hand aan het stuur en het andere uiteinde los in de hand maakte hij een bruuske beweging maar viel gelukkig niet. Gelukkig reed hij ook achteraan en niet in het midden van de groep. Anders had de ravage groot geweest.
Door zijn bruuske beweging schrok ik geweldig en moest ook ineens bruusk manoevreren en uitwijken. Hierdoor schoot de ganse linkerkant van mijn lichaam in een kramp. Volledig verkrampt kon ik niet anders dan rechtstaan om mijn pedalen en mij verder laten uitbollen ... bergop. Ik viel dan ook volledig stil op 100 meter van de aankomst. Het was pijnlijk wachten tot de kramp z'n greep losliet om na een goeie 6 minuten (!) nog even over de streep te bollen.
Het was de bevestiging dat het mindere trainingswerk van de laatste weken z'n tol begint te eisen maar de prestaties in de wedstrijd zelf geven ook aan dat de conditie toch nog op een redelijk peil vertoeft. Het moet volstaan om nog 2 weekends te koersen. Toch ga ik de volgende dagen nog een paar keer diep gaan op training. Kwestie van het seizoen in schoonheid en op een mooi niveau af te ronden.








20-09-2010 om 11:07
geschreven door Koen en Gert 
|