De kerk Sainte-Croix de Campet te Campet-Lamolère
Beschrijving.
Oorspronkelijk was deze kleine kerk, sterk herwerkt in de 19de eeuw, enkel een toevoeging van Sainte-Croix van Rague welke reeds voor 1755 verdwenen is. Een plan van 1860, opgemaakt door architect Ozanne met een reconstructie, is voldoende gedetailleerd om een chronologie van de oude gedeelten te kennen waarvan enkel nog de Romaanse crypte bestaat en met een schip van dezelfde breedte van ongeveer 6,50 meter op een lengte van 13 meter op een hoogte van 9 meter. Twee kleine steunberen ondersteunden de druk van het gewelf van de apsis en twee andere de triomfboog. De afwezigheid van steunberen aan het schip doet ons veronderstellen dat het schip enkel geplafonneerd was. De Romaanse apsis die ontdaan is van ieder decor aan de buitenzijde, is daarentegen aan de binnenzijde sterk versierd; op haar ganse omtrek ontwikkelt zich een boogreeks met gebeeldhouwde kapitelen bovenaan een gemoluurde zitbank en onder een band van staafvormige kanteelversiering. Een tweede band van hetzelfde ontwerp loopt aan het begin van de halfkoepel en de triomfboog rust op de zuilen met eveneens gebeeldhouwde kapitelen. Al deze elementen hebben een radicale restauratie ondergaan in de 19de eeuw. Het gewelf is volledig herdaan geweest en de zitbank sterk gewijzigd. Maar het zijn vooral de kapitelen die gerestaureerd zijn door afgietsels en herkappen wat hun interpretatie heel moeilijk maakt. Met moeite kan men vaststellen of de mens tussen zeven dieren, ten zuiden van de boog in het midden Daniël in de leeuwenkuil voorstelt en dat Maria met het Kind in majesteit is gefigureerd ten zuiden van de triomfboog. Een geniale wijziging bemerkt men bij de vier boogreeksen nu vormend de hoofdboog of deze werkelijk van oorsprong met vijf waren. De doorbreking van een boog in de as heeft het weghalen van de centrale boog nodig gemaakt terwijl een oud kapiteel die in twee is gezaagd en vervolgens herwerkt, opnieuw gebruikt is geweest aan weerszijden van de boog, verlengend de twee oorspronkelijke kapitelen van de boog. Dit kapiteel kan afkomstig zijn van aan het uiterste noorden van de boogreeks waarbij het huidige kapiteel volledig een kopie schijnt te zijn. Het kapiteel van het uiterste zuiden stelt een gebeeldhouwde zijde voor naar het muur gekeerd welk een verplaatsing laat vermoeden. De huidige gevel is gevormd door een puntgevel in een samengestelde stijl die een Romaanse inspiratie in het portaal en de twee hoge vensters combineert met een Gotische stijl in de vierdelig opening van de puntgevel en de pinakels die als verlengstuk dienen van de steunberen aan de hoek. Men bemerkt dat de puntgevel zich hoger bevindt dan het dak van het schip. Dit alsook de stijl van het beeldhouwwerk aan het portaal staat toe een veronderstelling te staven dat de gevel van een latere periode is en van na de afbraak van het oude presbyterium waarschijnlijk op het uiterste einde van de 11de eeuw. De kapitelen van het portaal stellen de symbolen van de Eucharistie voor met druiven en kelk, graan, zaden en hostiekelk alsook een eekhoorntje, leeuwen die een vlak wapenschild vasthouden, waarschijnlijk om de wapen van Du Lion te dragen. Het timpaan is versierd met een voorstelling van de Goede Herder in buste.
Bronnen :
- Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995. - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985. - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975. - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région" - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica
|