Inhoud blog
  • Montmille (Oise 60)
  • Cheveuges (Ardennes 08)
  • Malmy (Ardennes 08)
  • Monthermé (Ardennes 08)
  • Courville (Marne 51)
    Categorieën
  • Kastelen België (17)
  • Kastelen Frankrijk (26)
  • Middeleeuwse festivals België (1)
  • Middeleeuwse stedelijke versterkingen België (1)
  • Romaanse architectuur België : Antwerpen (0)
  • Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon (7)
  • Romaanse architectuur België : Hainaut (6)
  • Romaanse architectuur België : Liège (1)
  • Romaanse architectuur België : Luxembourg (1)
  • Romaanse architectuur België : Namur (1)
  • Romaanse architectuur België : Oost-Vlaanderen (15)
  • Romaanse architectuur België : Vlaams-Brabant (0)
  • Romaanse architectuur België : West-Vlaanderen (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02 (18)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Ardennes 08 (4)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aube 10 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Bas-Rhin 67 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Calvados 14 (8)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Eure 27 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Haute-Marne 52 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Jura 39 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Marne 51 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meurthe-et-Moselle 54 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meuse 55 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Moselle 57 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Oise 60 (6)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Pas-de-Calais 62 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Saône-et-Loire 71 (9)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Seine-Maritieme 76 (11)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Vosges 88 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Yonne 89 (1)
  • Romaanse plattelandskerken in België (1)
  • Versterkte kerken België (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Aisne 02 (2)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Ardennes 08 (3)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40 (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Nord 59 (0)
  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Laatste commentaren
  • Algemene opmerkingen (John Palmer)
        op Crupet (Belg. Prov de Namur)
  • jouw reactie (Belibaste)
        op Campet-Lamolère (Landes 40)
  • Aangenaam om te lezen (Kathleen Bruyland)
        op Campet-Lamolère (Landes 40)
  • Kasteel van Franchimont (John Palmer)
        op Theux; kasteel Franchimont (Belg. Prov de Liège)
  • Zoeken in blog

    Categorieën
  • Kastelen België (17)
  • Kastelen Frankrijk (26)
  • Middeleeuwse festivals België (1)
  • Middeleeuwse stedelijke versterkingen België (1)
  • Romaanse architectuur België : Antwerpen (0)
  • Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon (7)
  • Romaanse architectuur België : Hainaut (6)
  • Romaanse architectuur België : Liège (1)
  • Romaanse architectuur België : Luxembourg (1)
  • Romaanse architectuur België : Namur (1)
  • Romaanse architectuur België : Oost-Vlaanderen (15)
  • Romaanse architectuur België : Vlaams-Brabant (0)
  • Romaanse architectuur België : West-Vlaanderen (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02 (18)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Ardennes 08 (4)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aube 10 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Bas-Rhin 67 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Calvados 14 (8)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Eure 27 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Haute-Marne 52 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Jura 39 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Marne 51 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meurthe-et-Moselle 54 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meuse 55 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Moselle 57 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Oise 60 (6)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Pas-de-Calais 62 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Saône-et-Loire 71 (9)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Seine-Maritieme 76 (11)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Vosges 88 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Yonne 89 (1)
  • Romaanse plattelandskerken in België (1)
  • Versterkte kerken België (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Aisne 02 (2)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Ardennes 08 (3)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40 (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Nord 59 (0)
  • Romaanse kunst, middeleeuwse versterkingen

    30-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Volvic (Puy-de-Dôme 63)
    De kerk Saint-Priest te Volvic

     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://lieuxsacres.canalblog.com   

    30-12-2014 om 01:44 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sarbazan (Landes 40)
    Romaanse versterkte kerk Saint-Pierre te Sarbazan

    Beschrijving.

    Op het kerkhof rondom de kerk werden talrijke Merovingische, Karolingische alsook van bij het begin van de Middeleeuwen, sarcofagen opgegraven waarvan er twee in de nabijheid van de kerk liggen opgesteld.
    Men bemerkt er eveneens een grafnis aan de basis van de klokkentoren in het zuiden.  Deze massieve klokkentoren van 22 meter hoogte en doorbroken met schietgaten, werd in de 14de eeuw opgericht op hetzelfde moment dat de kerk werd vergroot en het schip verdedigbaar gemaakt.  Deze hoge toren zou als model dienen voor de oprichting van deze van de kerk van Roquefort.  Men bemerkt er platte steunberen om deze te ondersteunen terwijl een rechthoekig voorstuk tegen de klokkentoren aangebracht in het westen, de trap inhoudt die toegang verleende tot de rondgang die zich onder het vierkante dak van de dakpannen bevond.  Het metselwerk is homogeen voor het geheel in middelmatig metselverband van witte en gele kalksteen en voorzien van merktekens van de steenhouwers.  In het zuiden en het oosten bemerkt men kruisvormige schietgaten op middenhoogte en onder de rondgang een rij van kraagstenen aan dezelfde zijden, verwijzend naar de vroegere aanwezigheid van een torenomloop.
    Ten oosten van de klokkentorendonjon bemerkt men een halfronde absidiool van de 12de eeuw in op maat gemaakte blokken van kalksteen.  Deze is doorbroken van een klein Romaans rondboogvenster.
    Een andere lage constructie die nu als sacristie dienst doet, is voorzien van een nauwe rechthoekige opening aan de oostelijke muur rechts.  Dit gebouw is voor een groot deel opgericht in klein metselverband van breukstenen in zandsteen, met hoekstenen in groot metselverband eveneens in zandsteen.  Het gaat waarschijnlijk om zandstenen van Mont-de-Marsan, die terug te vinden zijn aan de beek Buzet ten noordwesten van de kerk.  Deze materialen zijn hoogst waarschijnlijk hergebruik van een oude Gallo-Romeinse villa.  De villa van Mouneyres, ten noorden van de kerk die gedeeltelijk opgegraven werd op het einde van de vorige eeuw en mooie mozaïeken opleverde.
    Dit kleine gebouw, gebouwd met stenen in hergebruik, is eigenlijk het oudste gedeelte van de oorspronkelijke kerk, waarschijnlijk uit de 11de eeuw.  Het overwelfde deel aan de binnenzijde was het kooreinde van het Romaanse heiligdom.  Maar in de 14de eeuw, tesamen met de versterking van de kerk, heeft men het oostelijke deel van het oude schip in een koor gewijzigd en deze laatste vergroot.
    Terwijl het noordelijke deel is gebouwd in op maat gemaakte blokken, identiek aan het metselwerk van de andere delen, opgericht in de 14de eeuw, is de zuidelijke muur in plaveisel en breukstenen in klein metselverband, een hergebruik van de Gallo-Romeinse periode.  In de lengte van het schip zijn twee vensters in flamboyante stijl geplaatst tussen de zware steunberen.
    Aan de binnenzijde bezitten de kruisgewelven, gewelfsleutels waarvan er één de heilige Petrus met tiara voorstelt.  Het vlakke Gotische koor is versierd met een verguld retabel.  De Romaanse absidiool heeft zijn halfkoepel behouden en toont een reeks van vier rijen staafvormige kanteelversiering alsook vier kapitelen versierd met gehistoriseerde taferelen.  Het geheel is geverfd in wit terwijl de zuilen waar de kapitelen op rusten, in het geel zijn beschilderd.

    Bronnen :

    - Charles-Laurent Salch in Dictionnaire des Châteaux et des Fortifications du Moyen Âge en France; Editions Publitotal Strasbourg 1979.
    - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica


     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://fresques.ina.fr   
    http://www.sarbazan.fr   
    http://www.tourisme-landes.com   

    30-12-2014 om 01:20 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40
    29-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Faucoucourt (Aisne 02)
    De kerk Saint-Martin te Faucoucourt

     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr    

    29-12-2014 om 04:01 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sercus (Nord 59)
    De kerk te Sercus

     



     



     



     



     



     

    29-12-2014 om 03:41 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thuret (Puy-de-Dôme 63)

    De kerk Saint-Martin te Thuret

    Beschrijving.

    De kerk Saint-Martin te Thuret was oorspronkelijk een priorij van de abdij van Saint-Allyre en behoort tot de familie van kerken met drie beuken en drie absidiolen die wijd verspreid zijn in de Limagne.  De talrijke onregelmatigheden in het plan, de meer bijeengebrachte verhoudingen dan gewoonlijk het geval is, de vele verschillen in stijl in het beeldhouwwerk, verdienen veel aandacht vooral omdat de kerk op het eerste zicht niet zo homogeen is zoals ze eruit ziet.
    De ribgewelven die het schip overdekken dateren van de 15de eeuw en de hoge vensters zijn door Mallay vergroot geweest in 1868 alsook het stabiliseren van de muren en het nieuwe dak.  Met het verslag opgesteld door Mallay, schijnt hij aan te geven dat de vensters die aangebracht waren voor de restauratie, niet Gotisch maar Romaans waren.  Wat de overwelving betreft zijn er twee hypotheses ! Was er aanvankelijk geen overwelving of was er toch een tongewelf dat in de 15de eeuw ingestort is omwille van de slechte ondersteuning.  Bij deze beide hypothesen vindt men de bevestiging van de aarzelende pogingen in de 11de eeuw van de ontwerpmeesters in de Limagne die het probleem van de evenwichtigheid van de gewelven trachten te versterken.  Het kooreinde dateert van een meer recentere tijd.
    Aan het zuidelijke portaal stelt het linteel een Christus in majesteit voor in een mandorla, omgeven door de aartsengelen Gabriël en Michaël.  Christus is voorgesteld met de zegenende rechter hand en in het linker houdt hij een gesloten boek vast.  Hij schijnt hiermee de krachten te beheersen; twee aardstromen door middel van de twee vingers naar beneden en drie kosmische door de vingers die in de hoogte gehouden worden.  Zijn zonnestreng is ook goed weergegeven waarrond de plooien van de rok de energie voorstelt die uit de persoon stralen.
    Aan de binnenzijde vindt men twee kapitelen terug die twee griffoenen voorstellen die uit dezelfde beker drinken.  Beide zijn naar de binnenzijde gekeerd.  Aan de buitenzijde hebben ze poten die rusten op de grond en de staart naar beneden gericht maar bij het andere, aan de derde zuidelijke pijler hebben de vogels poten die de grond niet raken en hun staarten verheffen zich naar boven. 
    Verder bemerken we een os maar zonder hoorns, een bol vasthoudend in zijn muil.  Verder een dier dat waarschijnlijk een varken voorstellend, hier eerder geschikt daar de plaats een oud heiligdom was van de druïden.  Beide dieren zijn tellurisch, het symbool blijft hetzelfde.  De bol is door zijn vorm duidelijk zichtbaar.  Het is door het evenwicht van dit beeldhouwwerk dat de gezegende stroming het kerkelijke wezen ontheilgt om naar het aardse terug te keren.
    Een ander beeldhouwwerk leert ons dat men de energie moet beheersen om de plaats in al zijn grootsheid te ontvangen : De acrobaat die ons aanbrengt hoe we de kerk moeten binnenkomen en haar energie moeten verdelen.  Hij houdt en spiegel vast die onszelf weerspiegelt.  Vervolledigend het beeld moeten we ons vertrouwen onderzoeken.  En indien ons niveau voldoende is, kunnen we langs het portaal der ingewijden voorbijgaan welk zich onderaan bevindt.
    Men bemerkt eveneens een kapiteel met een aap vastgehouden aan een touw welk is vastgemaakt aan zijn nek en dit touw is verbonden met de aarde. De mens moet zijn spiritueel gedeelte openstellen en zijn Cosmo-aardse cyclus bevrijden.  En om ons dit duidelijk te maken is de verbeelding van de middeleeuwse mens goed voorgesteld met de zware aardse energie die een uitgang vindt langs de anus van de aap.  Tussen zijn benen duwt een aronskelk in hem.  De aronskelk is een laxerende plant......
    Een ander interessant kapiteel is Adam en Eva, beide naakt.  Adam verbergt zijn geslacht met zijn linker hand en houdt de appel vast met zijn rechter hand.  Eva verbergt haar geslacht eveneens met de linker hand en heeft met de rechter hand de appel aan de slang.  In het midden verheft zich de boom der kennis.  Men bemerkt er niet één maar drie over het ganse kapiteellichaam.
    De appel van Eva is niet afkomstig van de boom daar er geen enkele ontbreekt aan de takken.  Aan de bomen links en rechts hangen het fruit naar omlaag.  De boom in het midden draagt zijn fruit op het einde van de takken, dus toegankelijk voor de mens.  Er bevinden er zich eveneens drie aan iedere zijde met eveneens één die wordt vastgehouden door Eva.  Deze is dus niet kosmisch maar aards en toont aan dat de val het nodige om te overleven tot gevolg heeft met de aardse energie gesymboliseerd door de slang. 
    De oorspronkelijke zonde is dus het verlies van de kennis de onderscheidende werelden dat de mens tracht te herwinnen dankzij het fruit aan zijn zijde. 
    Een andere pijler toont de vereniging van twee gewoonten van de mannelijke en de vrouwelijke mens in de tweeslachtigheid (links en rechts, ying en yang, zon en maan).  Een volgende pijler toont de vooruitgang, de twee verenigde en beheerste energieën die stijgen in negen strengen om een Keltisch kruis te vormen die haar vruchten draagt.  Aan de dezelfde pijler maar met een ander kapiteel toont een reiger.  In zijn bek houdt hij de slang vast langs de staart aantonende dat hij geenszins de bedoeling heeft deze te veroberen.  Maar hij is er meester van.

    Bronnen :

    - Bernard Craplet in Auvergne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Françoise Leriche-Andrieu in Itinéraires Romans en Auvergne; Editions Zodiaque, Les Travaux des Mois, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Jean Dupont in Nivernais-Bourbonnais Roman; Editions Zodiaque,La Nuit des Temps  45 Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1976
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.


     



     



     




     



     




     



     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://architecture.relig.free.fr    
    http://jalladeauj.fr   
    http://lieuxsacres.canalblog.com    
    http://www.art-roman.net    

    29-12-2014 om 03:28 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63
    27-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lierval (Aisne 02)

    Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartskerk te Lierval

    Beschrijving.

    De kerk van Lierval is vastgelegd op een pittoreske site, hoog geplaatst op een beboste heuvelkam en zijn massa wordt gedomineerd door de centrale klokkentoren.  De kerk helt een paar honderd meter over naar het dorp gescheiden door een ravijn van de Moulin d'Eduits. 
    Het gebouw is gelegen te midden van een kerkhof en houdt een schip in met vier traveeën, een transept met lage kruisbeuken waarbij het centrale gedeelte de klokkentoren ondersteunt, een koor geassocieerd met een rechte travee en een absis verlicht door drie vensters. Tenslotte wordt het gebouw eveneens beëindigd door twee absidiolen; deze in het zuiden is halfrond maar is een herneming; de andere in het noorden vormt een vierkant overwelfd met ribben waar de band verdund is aan de hoeken door de hollijsten.  Zij dient nu als sacristie en is volledig herdaan geweest na de Eerste Wereldoorlog. 
    Het schip waarvoor men enkele trappen moet afdalen, is zeer verheven.  Zij is gescheiden van de collateralen door zeer grote hoge bogen met een dubbele cilinder maar met scherpe hoeken die terugvallen op de kruisvormige pijlers met eenvoudig gemoluurde imposten.  De zijde uitkijkend op het schip, is vlak aan de zuidelijke zijde; de hoge rondboogvensters doorbreken de hoogte van de muren.  Een plafond met zichtbare balken overdekt dit schip.  Voor de Eerste Wereldoorlog zag men er valse ribgewelven.  Het plafond van de collateralen rust op deze horinzontale diafragmabogen; aan de zuidelijke zijde zijn hun imposten geplaatst op een lager niveau dan deze die de grote bogen ontvangen.
    De oostelijke gedeelten van de kerk geven een minder strenge stijl weer en zij zijn zelfs bijzonder elegant.  De pijlers van de kruising zijn gevormd door de machtige massieven begiftigd met een serie van colonetten voortbestemd om de ribben en de draagmuren van de kruising, kruisbeuk en sanctuarium te ontvangen.  Hun kapitelen zijn heel erg verwant met deze van de oostelijke gedeelten van Nouvion-le-Vineux of met deze van de tribunes van de kathedraal van Laôn.
    Het gewelf van de absis is passend samengevoegd zoals deze van een halfkoepel, maar deze is hier versterkt door de nerven voorstellend drie voetringen in profiel.  Dit gewelf zoals deze van de kruising is sterk bolvormig.  Zijn nerven vallen terug op de colonetten, tussen de vensters, en getrokken in een rondboog en zijn ook geflankeerd met colonetten.  Al de kapitelen van dit gedeelte van het gebouw zijn van een buitengewone kwaliteit.
    De westelijke gevel is verstevigd door de steunberen met uitsteeksels.  In het midden past een klein fronton goed bij het portaal, getrokken in een gebroken boog en zijn twee gemoluurde cilinders rusten op twee groepen van twee zuiltjes waarvan de kapitelen zijn versierd met dun gebladerte, zich oprollend in krullen aan de hoeken.  Bovenaan is het venster doorbroken in een rondboog waarbij de interne cilinder terugvalt op een zuiltje vormend een terugkeer aan de hoek.  Een ander rondboogvenster, gegiftigd met een krachtige druiplijst, verlicht de puntgevel.  
    De collateralen, zoals de bovenste gootmuren zijn doorbroken met rondboogvensters en zijn voorzien van omkaderingszuiltjes maar hun archivolt valt terug, welke twee gemarkeerde horizontale lijnen vormt, op het bovenste niveau waar de steunberen afwezig zijn, terwijl voor de collateralen zij heel uitstekend zijn. 
    Een eenvoudige deur opent zich in het zuiden op het niveau van de tweede travee, een deur doorbroken met een klein portaal is overdekt door een afdak, op het niveau van de derde travee.  Aan de binnenzijde zijn twee wijwatervaatjes verenigd met de pijlers, op het niveau van deze ingangen.
    Twee horizontale rijen omhorden de oostelijke gedeelten vanaf de zuidwestelijke hoek aan de zuidelijke arm tot en met de verbinding van de noordelijke kapel met de absis waar zij zich onderbreken om opnieuw te verschijnen op de puntgevelmuur van de noordelijke kruisbeuk.  De eerste kenmerkt de onderbouw van de muur, de andere loopt op het niveau van de steun van de vensters.  Enkelen gaan terug van de archivolten van de absis tot en met de steunberen.  De dakgoot rust op een serie van gezichten aldus vormend de modillons.  De valse kruising is gedomineerd door een mooie centrale toren waarbij de twee verdiepingen zijn opengewerkt, op elk van hun zijden, door twee vensters waarvan de drie weelderige versierde cilinders rusten op de bundels van de zuiltjes.  Aan de basis van het afdak loopt samengesteld in de as van de constructie, een dakgoot eveneens gevormd met gezichten.

    Beeldhouwwerk te Lierval.

    Volgens de gewoonten van de regio is het gebeeldhouwde decor van de kerk van Lierval geconcentreerd op de kruising van het transept en het koor.  Deze, in opgericht gebladerte, rankenversiering en fabelachtige dieren, verdelen zich in het decor met kapiteellichamen en zoals dit type van levendig gehouden motieven in een lange traditie.  Men noteert hier een tendens om het reliëf te benadrukken en om het nog langer te laten begrenzen aan de massa van het kapiteel met de uitstekende gedeelten, te zeggen de opgerolde uiteinden van het gebladerte.
    In het noordoosten vervolgen zich opgericht acanthusgebladerte en met een kapiteellichaam vervoegen er zich twee hoeken aan het bovenste gedeelte, met gebladerte met loten waarbij zich fabelachtige dieren vermengen.
    In het noordwesten zijn de korte palmetten en de rankenversiering geassocieerd met waterplanten en gebladerte, beëindigd met een verticale nerf doorbroken met gaten en met engelen.
    In het zuidwesten vindt men rankenversiering terug met waterplanten en met gebladerte beëindigd door oprollingen in bolletjes. 
    Tenslotte in het zuidoosten, waterplanten met loten oprijzend uit vlak opgestapeld gebladerte en tegenover elkaar gestelde leeuwen.  Deze dragen een gedeeltelijke vernieuwing van de gewone modellen rond het midden van de 12de eeuw.  Door hun krachtige techniek met een mooi decoratief effect, door hun reliëf en door de invoering van nieuwe elementen in het ontwerp, tellen deze kapitelen temidden van de meest interessante van de regio in een uitgebreide kerk die zich nochtans invoegt zonder moeilijkheden in de uit die tijd artistieke beweging.  Deze ontwerpen kunnen vergeleken worden met de kapitelen van de oostelijke gedeelten van Nouvion-le-Vineux en met deze van de tribunes van de kathedraal van Laôn bij het begin van de constructie rond 1160.

    Bronnen :

    - Anne Prache in Île-de-France Romane; La Nuit des Temps 60, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1983.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Fred Uhler in France Romane; Editions Ides et Calendes, Neuchâtel en Parijs 1957.
    - Marcel Durliat in l'Art Roman; Editions d'Art Lucien Mazenot, Paris 1982.



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr    

    27-12-2014 om 22:33 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    26-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Montréal-du-Gers (Gers 32)
    De kerk Saint-Pierre de Génens te Montréal-du-Gers

    Beschrijving.

    De ruïnes van deze kerk bevinden zich in een eikenbos geïsoleerd op ongeveer 1,5 km ten zuiden van Montréal
    op de rechteroever van de Auzone.
    In een document gedateerd van het jaar 680 schenken een rijke landeigenaar met de naam van Nizezius en zijn vrouw, Ermentrude, hun uitgestrekte domeinen aan de monniken van de abdij van Moissac : In pago Elesano, alias villas nostrae Genengus, geïdentificeerd als Génens.  Overblijfselen uit de Oudheid zijn opnieuw gebruikt geweest in de kerk, waarschijnlijk behoorden deze toe aan een oude Gallo-Romeinse villa in de omgeving.
    In de 11de eeuw bestond de kerk van Génens reeds daar rond 1096-1118, een zekere Sanctiol de Filartique of zijn weduwe, de kerk van Génens toevertrouwd aan Sainte-Marie van Auch.  Hun zoon, Odon, was kanunnik te Sainte-Marie van Auch.
    Tijdens de Godsdienstoorlogen leed de kerk onder de plunderingen en de verwoestingen van de troepen van Montgomery.  In 1577 beschreef de pastoor van Génens ze als beschadigd en totaal verlaten.  Maar op het einde van de 16de eeuw herstelde een nieuwe rector de cultus in deze kerk en zal zich doorzetten tot en met de Revolutie.  Spijtig genoeg besliste op 04 juli 1813 de kerkfabriek van Montréal dat de kerk van Génens onbruikbaar is door haar ligging en haar ouderdom.  Men gebruikt de dakpannen, het houtwerk en het gewelf voor de herstelling van de parochiekerk van Montréal.  Op 01 juli 1817 beslist dezelfde kerkfabriek de verkoop van het gebouw dat aangekocht werd door de familie Montaut.  Het is daardoor dat de markies Louis Maribon-Montaut wordt begraven in het koor van de kerk op 27 mei 1842.
    Op dit moment is het de Vereniging van monumenten in de Armagnac die eigenaar is van de restanten van de kerk.  Deze privé-onderneming heeft tot doel om het gebouw te bewaren en in het beste geval het te restaureren.  Men heeft op dit moment reeds het dak van de apsis hersteld en verstevigd.
    Het regelmatige plan van deze kerk is gevormd van twee bij elkaar gezette rechthoeken. De grootste vormt het smalle schip met een breedte van 6,10 meter van drie traveeën met een lengte van 16,10 meter, verdeeld door de pilasters op steunmuren.  De kerk heeft geen dak, noch gewelven en in de zuidwestelijke hoek bevond zich oorspronkelijk een klokkentoren, die afgebroken is.  In de dikte van de muur uitgewerkt, bestaat er een vierkant trapje welke tot de toegang diende tot de afgebroken klokkentoren.  Bovenaan bemerkt men nog restanten van de deur die zich opende op de hoeken.
    Ter hoogte van de tweede travee opent zich een oude ingang aan de zuidelijke zijde.  Bovenaan de vlakke steunmuur van de deur bevinden zich imposten versierd met rozenversiering of palmetten.  Bovenaan omgorden drie boogringen waarbij de bovenste boogring is versierd met een kabelmotief, een timpaan voorzien van een mooie christogram in marmer, verwant met de ouderdom van de kerk.  De marmeren plaat is waarschijnlijk een hergebruikt deel.  Aan de twee uiteinden, zowel links als rechts, zijn de letters SCS P geplaatst welk de patroonheilige van de kerk, de heilige Petrus, bedoelt.  Bovenaan nog figureert een inscriptie : VERE NON EST HIC ALIVD NISI DOMVS DEI ET PORTA SC CELI, een tekst afkomstig uit Genesius.
    Het rechthoekige kooreinde met een breedte van 4,35 meter en een diepte van 6,50 meter, is overdekt met een tongewelf en in de hoogte verdeeld, volgens drie niveau's, door de dakgoten onderlijnd met bollen.  Aan de basis steunen zich twee boogreeksen aan de hoeken van de naakte pijlers en in het midden op een kapiteel en een marmeren zuil, welke hergebruikte elementen zijn.  Men bemerkt symmetrisch aan de zijden twee dezelfde marmeren zuilen en twee kapitelen, die het midden van de zijdelingse bogen bezetten.  Het geheel rust op een stenen bank welke zou dateren uit de late Oudheid.  De kapitelen zouden afkomstig zijn van Korintische kapitelen met acanthusgebladerte.
    De twee vensters in rondboog, in het zuiden en het oosten, zijn doorbroken op het tussenliggende niveau van de apsis.  Deze in het oosten staat in de centrale as van de apsis en heeft een sterke insprong.  Bovenaan deze opening  bevindt zich een oculus, eveneens sterk inspringend, en bezet het derde niveau onder het tongewelf.
    Men bemerkt eveneens de aanwezigheid van twee belangrijke steunberen aan de rechter hoek die vroeger de klokkentoren stabiliseerde en in het noordwesten een andere boog die overeenkwam met de binnenste pijlers terwijl dunne steunberen de buitenste muren van het schip stutten.

    Bronnen :

    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région"
    - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 50, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications Gers occidental; Atlantica


     



     



     



     



     



     



     



     



     

    26-12-2014 om 11:50 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sainte-Marie-Gheest (Brabant-Wallon)
    De kerk Saint-Pierre te Sainte-Marie-Gheest

    Beschrijving.

    De Sint-Pieterskerk te Sainte-Marie-Gheest is een interessant voorbeeld van de overgangsstijl en de eerste invloeden van de opkomende Gotiek in de 13de eeuw.
    Deze kerk heeft een oostertoren, een uitzondering in deze streek en eerder karakteristiek voor enkele kerken in het Leuvense. 
    De gedeelde galmgaten met deelzuiltjes met kubuskapitelen, gevat in een omlijste rondboognis, wijzen op een vrij late voltooiing.  Maar vooral de versiering van de buitengevel van het halfronde koor is merkwaardig.  De Romaanse traditie van de 12de eeuw, met de toepassing van boogfriezen op lisenen, zet zich hier verder in het midden van de 13de eeuw, maar de boogjes zijn hier reeds spitsboogvormig.  Jammer genoeg is het koor niet goed zichtbaar niet goed zichtbaar daar de vroegere aanpalende pastorij, nu in privébezit is en niet toegankelijk.

    Bronnen :

    - R. Lemaire in De Romaanse bouwkunst in de Nederlanden; Verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Kunsten n° 6, Brussel 1952.
    - Barral i Altet X in Belgique Romane et Grand-Duché de Luxembourg; Editions "La Nuit des Temps" n° 71, Zodiaque, La Pierre-qui-Vire 1989.
    - Jacqueline Leclercq-Marx in L'Art Roman en Belgique; Editions J-M. Collet 1997.


     



     





     



     

    Bijlagen:
    http://www.eglisesouvertes.be    

    26-12-2014 om 09:08 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jodoigne (Brabant-Wallon)
    De kerk Saint-Médard te Jodoigne

    Beschrijving.

    De Sint-Medardkerk te Jodoigne werd gebouwd na 1184 toen het domein van de Hospitaalridders van Sint-Jan van Jeruzalem bij het hertogdom Brabant werd gevoegd, en de verschillende bouwfazen duurden tot in de 14de eeuw.
    Vooral de compositie van de buitenwand van het halfronde koor toont aan hoe de Maasromaanse traditie zich nog verderzet, zoals door de aaneengesloten rondbogen op de zuiltjes, en hoe voorzichtig men de principes van de Gotiek toepast, zoals door de grotere scheiding tussen de dragende elementen en de wandvullingen, door grotere licht- en schaduweffecten en meer versieringen met zuiltjes en knopkapitelen.  Maar de spitsboog is nog steeds afwezig.
    Ook bij het interieur merken we de aarzeling tussen het handhaven van de massieve muren en het bundelen van de krachten en spanningen door de toepassing van de kruisribgewelven.  De stijl doet sterk denken aan de voormalige Cisterciënzerabdij van Villers-la-Ville waar eenzelfde gehechtheid aan de Romaanse tradities kan worden vastgesteld tot op het einde van de 13de eeuw.
    Het interieur dat gerestaureerd is onder leiding van R.M. Lemaire in de jaren '70, is bijzonder klaar in vergelijking met de overige kerken die we zien zoals bij Orp-le-Grand.  Het schip is nogal gedrongen van verhoudingen en vermoedelijk was het de bedoeling de kerk westwaarts nog verder uit te werken.  De hybridische vermening van laatromaanse en vroeggotische elementen, is bij de restauratie nog versterkt door het contrast tussen het ontpleisterd muurwerk en de ongemoeid gelaten pleistergewelven van 1759.

    Bronnen.

    - Barral i Altet X in Belgique Romane et Grand-Duché de Luxembourg; Editions Zodiaque "La Nuit des Temps" n° 71, Abbaye La Pierre-qui-Vire 1989.
    - Jacqueline Leclercq-Marx in L'Art Roman en Belgique; Editions J.M. Collet, Bruxelles 1997.
    - Jean-Pierre Esther en Geert Bekaert in België Romaans; Uitgeverij Hadewijch Antwerpen 1992.
    - André Courtens in Romaanse kunst in België.  Architectuur, monumentale kunst.  Brussel 1971.


     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://www.eglisesouvertes.be   

    26-12-2014 om 08:55 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon
    24-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Saint-Plaîsir (Allier 03)
    De kerk Saint-Placide te Saint-Plaîsir

     



     



     



     

    24-12-2014 om 15:42 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Langy (Allier 03)
    De kerk Saint-Sulpice te Langy

     



     



     



     



     

    24-12-2014 om 15:41 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bossière (Brabant-Wallon)
    De kerk Notre-Dame te Bossière

    Beschrijving.

    Zoals te Saint-Denis zijn bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Bossière de gevels doorbroken door één of twee gedeelde galmgaten met middenzuiltje, in een boognis gevat.  Deze toren ingebouwd tussen de 19de eeuwse zijbeuken, werd in 1937 grondig gerestaureerd.

    Bronnen.

    - Jacqueline Leclercq-Marx in L'Art Roman en Belgique; Editions J.M. Collet, Bruxelles 1997.
    - Jean-Pierre Esther en Geert Bekaert in België Romaans; Uitgeverij Hadewijch Antwerpen 1992.
    - André Courtens in Romaanse kunst in België.  Architectuur, monumentale kunst.  Brussel 1971.


     



     

    24-12-2014 om 15:02 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Saint-Dénis (Brabant-Wallon)
    De kerk Saint-Denis te Saint-Denis

    Beschrijving.

    De zware westertoren van de Sint-Denijskerk te Saint-Denis bij La Bruyère, heeft een rechthoekige plattegrond, waardoor hij nog aan monumentaliteit wint.  De benedenbouw was oorspronkelijk geheel gesloten en verwijst naar de verdedigbare donjonachtige kerktorens uit de 11de eeuw.  Ter hoogte van de klokkentoren zijn de gevels doorbroken door één of twee gedeelte galmgaten met middenzuiltje, gevat in een boognis.  Deze versieringsvorm wijst op een bouwstijl uit de tweede helft van de 12de eeuw.
    In 1940 werd de toren beschadigd bij een luchtbombardement.  Bij de restauratie in 1942 vernieuwde men de galmgaten en werd een nieuwe deuromlijsting aangebracht.

    Bronnen.

    - Barral i Altet X in Belgique Romane et Grand-Duché de Luxembourg; Editions Zodiaque "La Nuit des Temps" n° 71, Abbaye La Pierre-qui-Vire 1989.
    - Jacqueline Leclercq-Marx in L'Art Roman en Belgique; Editions J.M. Collet, Bruxelles 1997.
    - Jean-Pierre Esther en Geert Bekaert in België Romaans; Uitgeverij Hadewijch Antwerpen 1992.
    - André Courtens in Romaanse kunst in België.  Architectuur, monumentale kunst.  Brussel 1971.


     



     



     

    24-12-2014 om 14:54 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon
    23-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Perquie (Landes 40)

    De kerk Notre-Dame de l'Assomption te Perquie

    Beschrijving.

    In 1108 stichtten de burggraaf van Marsan, Loup-Aner en zijn vrouw, Garsie, te Perquie een monasterium.  Zij droegen ervan de ontvangsten over aan Geoffrey, abt van Sauve-Majeure, die er een priorij stichtte.  De aanwezigheid  van deze gemeenschap rechtvaardigde spoedig de oprichting van een kerk met grootse omvang.
    Aldus stichtten in de 11de eeuw de Benedictijnen van Sauve-Majeure een priorij te Perquie waarvoor de bisschop van Aire de gronden schonk.  Maar algauw bevonden er zich meer dan vijf monniken in deze gemeenschap en de nieuwe massieve kerk ten noordwesten van het kasteel, stelde grote afmetingen voor, voor deze monniken.
    De drievoudige halfronde absidiolen en de versterkte toren met zijn schietgaten in het midden van het schip zijn nog de resterende delen van de Romaanse periode.  Het gebouw heeft verschillende restauraties ondergaan en zijn hoge schip met zijn westelijke klokkentoren zijn waarschijnlijk aangelegd door architect Ozanne in 1860.  De constructie is volledig in op maat gemaakte blokken van zandsteen maar men kan enkele afzonderlijke blokken bemerken die lokaal vervangen zijn door onregelmatige breukstenen.
    De hoofdapsis is overwelfd met een halfkoepel voorafgegaan door een boog die rust op half in de muur aangebrachte zuilen terwijl deze van de absidiolen terugvallen op pilasters.  Men vindt zuilen terug aan de ingang van de armen van het transept en de pijlers op steunpilasters in het schip met twee traveeën.  De twee armen zijn overdekt met een tongewelf, de kruising en het schip met een kruisgewelf aangebracht in de 19de eeuw in de stijl van de 13de eeuw.  Aan de hoek van de zuidelijke arm en het schip staat een wenteltrap toe om zich naar de klokkentoren te begeven.  De vier verlengde bogen van het schip zijn aangebracht in de 19de eeuw.
    Aan de buitenzijde dateren de modillons van eenzelfde model die onder de dakgoot lopen ook van de restauratie van de 19de eeuw.  Echter aan de binnenzijde zijn de kapitelen met zuilen voor het merendeel oud maar ze zijn ook voor een deel herdaan geweest.  De vier aan de noordoostelijke hoeken en de zuidoostelijke van het transept zijn van het Korintische type met vlakke bladeren, steeds versierd met bolletjes aan hun uiteinden.  Deze aan de noordwestelijke pijler stelt een verzonnen voorstelling voor.  Deze aan de zuidwestelijke pijler tenslotte biedt een meer interessant gedeelte met opgerichte leeuwen op hun vier achterste poten en tegenover elkaar gesteld aan de hoeken.

    Bronnen :

    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région"
    - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica


     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://www.eglises-landes.cef.fr    

    23-12-2014 om 15:58 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sainte-Marie-de-Gosse (Landes 40)
    De kerk Notre-Dame te Sainte-Marie-de-Gosse

    Beschrijving.

    De huidige kerk bewaart nog betekenisvolle delen in van de eerste kerk die men kan dateren van de 11de eeuw.  Op een lengte van ongeveer 12 meter is de noordelijke muur gedaan met een metselwerk van kleine breukstenen, aan de binnenzijde verdubbeld met een zitbank en het schip was doorbroken met een deur, nu dichtgestopt maar die een merkwaardig monoliet linteel inhield met drie motieven in verzonken reliëf.
    De zuidelijke muur is enkel in zijn bovenste gedeelte bewaard gebleven.  Men bemerkt er eveneens vensters met een eenvoudige insprong die hier heel hoog geplaatst zijn maar die aan de buitenzijde in de vorm van een holte voorstelden als beveiliging, heel goed gekend tijdens de preromaanse periode in het zuiden van de Pyreneeën.
    Men weet weinig van het kooreinde dat dit geheel afsloot daar deze in de volgende eeuw vervangen werd door de huidige apsis.  Deze apsis en het deel van de muur dat het verbind met het oude metselwerk zijn gedaan in een middelmatig metselverband.  De drie vensters die de apsis verlichten openen zich aan de binnenzijde als aan de buitenzijde in een boog gedragen door colonetten en omsloten door een archivolt.  De gemoluurde of versierde banden met een fries van palmetten lopen aan de basis van de vensters waar ze de dekstukken verbinden.
    De kapitelen zijn versierd met hetzij één of twee rijen van gladde bladeren steeds beëindigd met bollen, hetzij met palmetten, met bloemstukken of met tegen over elkaar gestelde vogels.
    Deze thema's, zoals de manier waarop zij getrokken zijn, staan toe om het geheel toe te wijden aan een datum van rond het midden van de 12de eeuw.
    De apsis en zijn rechte travee moesten overwelfd geweest zijn met een tongewelf en een halfkoepel.  Het schip daarentegen, voorzien van steunberen was heelzeker enkel overwelfd met een vlak plafond.
    Rond het begin van de 14de eeuw is de wijziging van het oorspronkelijke gebouw beëindigd door de constructie van een nieuwe westelijke gevel van ongeveer 2 meter dikte waarvan het bovenste gedeelte is opengewerkt om de klokken te herbergen en waarvan het binnenste gedeelte is doorbroken met een breed portaal waarbij de drie uitstekken zijn versierd met colonetten dragend de gemoluurde boogringen.
    Aan weerszijden van dit portaal steunen pijlers de uiteinden met een rij van kleine boogreeksen, versierd in bas-reliëf.
    In dit heel origineel gedeelte zijn talrijke elementen van het Romaans met kapitelen en dekstukken  en met een verwerking van boogreeksen van de eerste zuidelijke Romaanse kunst, geassocieerd met de gebroken boogringen.  De gevel is verbonden geweest met het schip aan de zuidelijke zijde door een massief inhoudend een traptoren.
    Om de plaatselijke bevolking te herbergen en te beschermen bij de onlusten van de Honderdjarige Oorlog heeft men een beetje later de gevel versterkt, niet door een toren zoals algemeen gebeurde, maar door een portaal met twee verdiepingen doorbroken met schietgaten achteraf gewijzigd in schietgaten voor kanonnen door het inwerken van een cirkelvormig gat aan hun basis.
    Na het terugkeren van de rust heeft men rond het einde van de 15de eeuw, niet enkel het gebouw hersteld maar ook vergroot met een inrichting naar de smaak van die bepaalde periode.

    Bronnen :

    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région"
    - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica




     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://www.eglises-landes.cef.fr    

    23-12-2014 om 01:22 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40
    22-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Campet-Lamolère (Landes 40)

    De kerk Sainte-Croix de Campet te Campet-Lamolère

    Beschrijving.

    Oorspronkelijk was deze kleine kerk, sterk herwerkt in de 19de eeuw, enkel een toevoeging van Sainte-Croix van Rague welke reeds voor 1755 verdwenen is.
    Een plan van 1860, opgemaakt door architect Ozanne met een reconstructie, is voldoende gedetailleerd om een chronologie van de oude gedeelten te kennen waarvan enkel nog de Romaanse crypte bestaat en met een schip van dezelfde breedte van ongeveer 6,50 meter op een lengte van 13 meter op een hoogte van 9 meter.
    Twee kleine steunberen ondersteunden de druk van het gewelf van de apsis en twee andere de triomfboog.  De afwezigheid van steunberen aan het schip doet ons veronderstellen dat het schip enkel geplafonneerd was.
    De Romaanse apsis die ontdaan is van ieder decor aan de buitenzijde, is daarentegen aan de binnenzijde sterk versierd; op haar ganse omtrek ontwikkelt zich een boogreeks met gebeeldhouwde kapitelen bovenaan een gemoluurde zitbank en onder een band van staafvormige kanteelversiering.  Een tweede band van hetzelfde ontwerp loopt aan het begin van de halfkoepel en de triomfboog rust op de zuilen met eveneens gebeeldhouwde kapitelen.
    Al deze elementen hebben een radicale restauratie ondergaan in de 19de eeuw.  Het gewelf is volledig herdaan geweest en de zitbank sterk gewijzigd.
    Maar het zijn vooral de kapitelen die gerestaureerd zijn door afgietsels en herkappen wat hun interpretatie heel moeilijk maakt.  Met moeite kan men vaststellen of de mens tussen zeven dieren, ten zuiden van de boog in het midden Daniël in de leeuwenkuil voorstelt en dat Maria met het Kind in majesteit is gefigureerd ten zuiden van de triomfboog.
    Een geniale wijziging bemerkt men bij de vier boogreeksen nu vormend de hoofdboog of deze werkelijk van oorsprong met vijf waren.  De doorbreking van een boog in de as heeft het weghalen van de centrale boog nodig gemaakt terwijl een oud kapiteel die in twee is gezaagd en vervolgens herwerkt, opnieuw gebruikt is geweest aan weerszijden van de boog, verlengend de twee oorspronkelijke kapitelen van de boog.  Dit kapiteel kan afkomstig zijn van aan het uiterste noorden van de boogreeks waarbij het huidige kapiteel volledig een kopie schijnt te zijn.  Het kapiteel van het uiterste zuiden stelt een gebeeldhouwde zijde voor naar het muur gekeerd welk een verplaatsing laat vermoeden.
    De huidige gevel is gevormd door een puntgevel in een samengestelde stijl die een Romaanse inspiratie in het portaal en de twee hoge vensters combineert met een Gotische stijl in de vierdelig opening van de puntgevel en de pinakels die als verlengstuk dienen van de steunberen aan de hoek.  Men bemerkt dat de puntgevel zich hoger bevindt dan het dak van het schip.
    Dit alsook de stijl van het beeldhouwwerk aan het portaal staat toe een veronderstelling te staven dat de gevel van een latere periode is en van na de afbraak van het oude presbyterium waarschijnlijk op het uiterste einde van de 11de eeuw.  De kapitelen van het portaal stellen de symbolen van de Eucharistie voor met druiven en kelk, graan, zaden en hostiekelk alsook een eekhoorntje, leeuwen die een vlak wapenschild vasthouden, waarschijnlijk om de wapen van Du Lion te dragen.  Het timpaan is versierd met een voorstelling van de Goede Herder in buste.

    Bronnen :

    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région"
    - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica



     




     




     




     




     

    Bijlagen:
    http://www.eglises-landes.cef.fr    

    22-12-2014 om 01:55 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40
    19-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Audignon (Allier 40)

    De kerk Sainte-Marie te Audignon

    Beschrijving.

    De kleine kerk Sainte-Marie van Audignon is één van de meest boeiende kerken in de Landes.  Zij heeft tijdens verschillende perioden vele verschillen verzameld maar eveneens merkwaardig omwille van hun kwaliteit en hun originaliteit.
    Men bezit geen enkele inlichting via documenten over de oorsprong en de geschiedenis van het gebouw maar men kan wel veronderstellen dat de aanwezigheid van de machtige abdij van Saint-Sever in de onmiddellijke omgeving en de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella met niet ver daarvandaan een oud stop op deze route, een grote rol hebben gespeeld bij het begin en haar ontwikkeling.
    In een eerste staat stelde de kerk met heel bescheiden afmetingen, een eenvoudig gebouw voor inhoudend een overwelfd kooreinde zich openend op een geplafonneerd schip.  Van dit gebouw hebben de verwoesting tijdens de Godsdienstoorlogen, de toevoegingen en de twee vergrotingen, enkel het oorspronkelijke kooreinde overgelaten.
    Opgericht in een middelmatig tot regelmatig metselverband en gestut door twee steunbeerkolommen, is dit kooreinde aan de buitenzijde bekroond met een versierde dakgoot met bollen die zich steunt op de kapitelen van de zuilen en op de modillons waarvan er zo'n 23 goed bewaard zijn.  De nauwe vensters waren omsloten door een monoliet linteel versierd met halfronde cirkels in hoefijzervorm.
    De ontworpen thema's bij de gebeeldhouwde elementen zijn heel verschillend.  Eén van de kapitelen draagt een rij vogels, verticaal opgesteld en waarvan de pennen, de bollen raken.  Op de andere grijpen de fier opgerichte leeuwen met hun poten, kleine viervoeters die de astragaal opkruipen.
    De modillons dragen decoratieve thema's die hetzij geometrisch zijn met een samenstelling van staafvormige kanteelversiering, cirkelvormige lijst, voetringen of krullen, of hetzij vegetarisch met versneden gebladerte beëindigd door een bol.  Men bemerkt ook verschillende gefigureerde of gehistoriseerde thema's; met vogels alleen of per twee, koppen van roofdieren of monsterachtige personages, exhibitionisten waarvan één met een aapachtig gezicht, een zittende denker met gezicht gesteund door een hand, de elleboog op de knie, een vioolspeler en tenslotte een ridder beschermd door zijn schild en op de hoorn blazend waarbij men bij deze plaatselijke traditie Roland in herkent.
    Zoals het heel regelmatig voorkomt voor een kerk die voor de christenen een toevluchtsoord voorstelt maar waarbij men het ook beschouwde als omringd langs alle kanten door bedreigende machten bootsen de gefigureerde of gehistoriseerde thema's op dit kooreinde, min of meer het Slechte, de Zonde of hun straf na; de zonde van het lichaam gefigureerd door de slangenmensen of de musicus aansporend tot dansen; de zonde van het geweld van de strijder; maar ook de dreiging met een straf voor deze zonden door de buitenaardse leeuwen of de vogels.
    De charme van dit geheel is nog onderlijnd door de kwaliteit van enkele meer bescheiden elementen.  De heel duidelijke steenhouwerstekens en vooral enkele graffiti van voorbijkomende pelgrims die in het bijzonder een harp voorstellen of een mensenhoofd en verschillende salomonsknopen.
    Het binnenste interieur van het kooreinde is ook heel merkwaardig.  Zoals geregeld in het Zuid-Westen en in het bijzonder in de streek van Chalosse is het bovenste gedeelte van de muren van de apsis en de rechte koortravee vooruitspringen.  Maar in plaats zich te steunen zoals gewoonlijk op een boogreeks, rust zij op een soort van architraaf versierd met staafvormige kanteelversiering en afwisselend gedragen door de colonetten en de modillons.  Deze samenstelling welke een erfenis is van de Antieke architectuur, is heel zeldzaam tijdens de Romaanse periode.  Men vindt het enkel terug meer naar het noorden, en ik het bijzonder bij een aantal kerken van de Charente en de Périgord zoals bij de kathedraal Saint-Front van Périgueux.  Hier is zij ingeleid door meer bescheidener elementen, door een triomfboog gedragen door zuilen waarvan de cilinder voor een groot deel weggelaten is in de 18de eeuw.
    Een belangrijk deel van het beeldhouwwerk die verschillende elementen versierden, zijn eveneens verdwenen of zijn zodanig weggelaten dat zij niet meer herkenbaar zijn.  Zij die nog bestaan zijn van een grote kwaliteit en met een interessante iconografie.  Terwijl de gehistoriseerde kapitelen en modillons aan de buitenzijde de krachten van het kwade en hun beproevingen voorstelden, is het een meer bescheidener programma dat zich illustreert door drie goed bewaarde, gehistoriseerde beeldhouwwerken aan de binnenzijde.
    Het enige nog herkenbare modillon achteraan de apsis toont de heilige Maagd dragend Jezus op haar knieën.  Hetzelfde thema is hernomen op één van de kapitelen van de ingangsboog, in een nog ingewikkelder samenstelling; aan weerszijden van de heilige Maagd en het Kind zijn de Driekoningen voorgesteld bij hun aankomst, dragend in hun handen de geschenken en vervolgens met hun vertrek, begeleid door een engel die plotseling vanuit de hemel tevoorschijn komt. 
    Het tweede kapiteel van de ingangsboog vervolledigt de les van de eerste tonende dit met het offer van Abraham, een ander aspect van de eucharistie, het offerende aspect.  Hier is het eerste aspect hernomen maar op een ander deel met het dubbele offer van de zonen van Adam en Eva.  Kaïn houdt een bundel vast en Abel draagt een lam op aan de Heer, gefigureerd onder de verschijning van Jezus in majesteit.  Men weet dat bij het vervolg van het Bijbelverhaal dat Abel zijn offer wordt aangenomen wiens hart zuiver is, en dit van Kaïn verworpen waardoor Kaïn zich wreekt met het doden van zijn broer.
    In al deze elementen kan men de stijl herkennen van minstens drie beeldhouwers.  Eén van deze beeldhouwers heeft drie kapitelen gerealiseerd van de zuil achteraan de apsis waarbij de grote bladeren, de knoppen in de vorm van een slakkenhuis zich te Hagetmau en vooral te Saint-Sever in de noordelijke tribunes en de zuidelijke absidiolen.  Een tweede stijl is deze van de kapitelen van de ingangsboog maar ook enkele modillons van de binnen- als de buitenkant.  Men bemerkt het ook te Saint-Sever in het meest westelijke deel van het schip en in het bijzonder op het kapiteel van het Martelaarschap van Johannes de Doper.
    Tenslotte is er een derde stijl herkenbaar aan de buitenzijde met de twee kapitelen van de dakgoot en enkele versierde modillons met geometrische motieven of met figuren : Men vindt deze karaktertrekken ook terug in het noorden te Mas-d'Agenais alsook in het zuiden te Lucq-de-Béarn.


    Bronnen :

    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région"
    - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica


     




     




     



     




     



     



     



     




     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://http://paulcompostelle.over-blog.com   
    http://www.eglises-landes.cef.fr    

    19-12-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40
    18-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hagetmau (Landes 40)

     

    De crypte van Saint-Girons te Hagetmau

    Beschrijving.

    De crypte van Saint-Girons is van oorsprong het restant van een abdij te Saint-Girons, een gehucht van Hagetmau.  Het is eigenlijk te Saint-Girons dat de zich de oorsprong van de stad bevindt.  Karel de Grote zou er een abdij gesticht hebben in 778 op de plaats van de martelaar Geruntius die er met een metgezel van Saint-Sever zou terechtgesteld zijn door de Vandalen rond het jaar 409.  Echter geen enkele tekst kan deze legenden bevestigen waarschijnlijk te wijten door de concurrentie tussen Saint-Girons te Hagetmau en de abdij van Saint-Sever.  De eerste vermeldingen van een monasterium op deze plaats gaan niet terug tot voor de 11de eeuw.  Zonder de macht en de uitstraling van Saint-Sever te evenaren, had de abdij van Saint-Girons een relatief grote rijkdom die pas een verval kende in 1569 met de verwoestingen en de moorden begaan door de Hugenoten.
    Het nam veel tijd in beslag voor de restauraties van de ruïnes en nooit zou de abdij nog haar oorspronkelijke uitstraling evenaren alhoewel het reguliere leven er zich verder zette tot en met de Revolutie. Na de Revolutie werd de kerk een parochiekerk; echter door de immigratie van de agglomeratie raakte de kerk in verval en verviel beetje bij beetje tot een ruïne.  Reeds in 1840 werd de crypte geklasseerd als Historisch Monument maar ondanks de talrijke restauraties was de rest van de kerk veroordeeld tot afbraak.  Op het einde van de 19de eeuw verkoos de gemeente een nieuwe kerk te bouwen maar in het centrum van Hagetmau.  In 1904 verkeerde de kerk in een erbarmelijke staat maar de crypte werd gerestaureerd tussen 1904-1908.
    Het koor van de oude kerk, opgericht bovenop de crypte werd ophoogd in overeenkomst met de rest van het transept en het schip.  Vanuit de crypte moest men een 20-tal trappen omhoog, bestaande uit een witte steen 
    en aangebracht in de 17de eeuw.  Deze trap werd afgebroken en de ruimte veranderd in een deel dat nu het ingangsdeel vormt om toegang te krijgen tot de crypte.  In het westen heeft men een muur opgetrokken om een portaal aan te brengen voorzien van een gril uit gesmeed ijzer.  In het oosten is de oorspronkelijke Romaanse wand doorbroken op 0,50 meter van de grond met drie kleine inspringende openingen om een zicht te krijgen op de crypte zonder deze te betreden.  Dit staat ten dienste van de pelgrims die alzo de relieken van de heilige konden aanschouwen zonder de crypte te betreden tot aan zijn graf.
    Aan iedere zijde van de kleine ingangszaal bemerkt men de aanwezigheid van twee boogreeksen; de ene, een blinde voor de decoratie, de andere die zich lager bevindt overdekt het gedeelte bovenaan van de kleine trap, overwelfd met een tongewelf, die naar de crypte leidt.
    Het geheel van de hedendaagse constructie die de crypte beschemt, meet ongeveer 20 meter in lengte op 12 meter breedte.  De Romaanse apsis is vervangen tijdens de Gotische  door een kooreinde met vijf wanden, door zware steunberen ondersteund. 
    Wat rest van de oude Romaanse kerk is aan de buitenzijde heel beperkt, vanaf het uitstekende ronde gedeelte
    met de trap van de crypte tot en met de hedendaagse westelijke muur.  Sporen van de absidiolen zijn nog zichtbaar aan twee zijden met een brokstuk van de muur die ze verbond met het uitstekende gedeelte van de trap.  Deze waren uitgevoerd in breuksteen en keien in een dikke mortellaag met een muurdikte van één meter.  De wanden waren gedaan in op maat gemaakte stenen in middelmatig metselverband van witte kalksteen of soms grijsachtig waarschijnlijk afkomstig van de kalksteengroeven van Pédelail.
    Het gereconstrueerde gedeelte tijdens de Gotische periode komt overeen met het oostelijke uiteinde van de apsis met muren van ongeveer één meter dikte en acht steunberen om de stabiliteit te verzekeren.  Men veronderstelt dat een groot gedeelte van de gebruikte materialen voor deze reconstructie afkomstig waren van het vroegere Romaanse gedeelte.  De omvang van de blokken in middelmatig of somtijds in groot metselverband, is voor een groot gedeelte identiek aan deze van de voorgaande periode.  Men bemerkt er trouwens de merktekens van de steenhouwers op de blokken die tot de Romaanse periode behoorden.  Bijkomstige materialen van enkele gedeelten van de muur zijn gebouwd geweest met blokken witte of beige kalksteen zijn afkomstig van de kalksteengroeven van Dumes. 
    De crypte in de vorm van een rechthoek verlengd met een veelhoek van drie wanden, is overwelfd met ribgewelven in het midden rustend op vier geïsoleerde zuilen.  Aan weerszijden van de eerste zaal laten de uitgewerkte trappen in de muur het toe om naar een deel te gaan van hetzelfde plan als de crypte.
    In zijn huidige staat bezit de crypte nog 14 kapitelen waarvan er acht op zuilen staan die min of meer diep zijn ingewerkt, twee op aangebrachte zuilen en vier op geïsoleerde zuilen.  Ondanks de kleine afmetingen van het geheel stellen deze ontwerpen een merkwaardige verscheidenheid voor, niet enkel in hun thema's maar ook in hun stijl.
    Zes kapitelen zijn geïnspireerd op het Korintische type, drie zijn ontdaan van iedere versiering in detail zonder deze te gaan interpreteren als een bewijs van gebrek of onkunde, of een wil van eenvoud.  Eigenlijk stellen ze een grote verscheidenheid voor van samenstelling en vooral van vorm en afmeting, et met een monumentale waarde van kwaliteit waarin men de invloed van onderzoek herkent, reeds beleid in de jaar 1080-1090 bij de nabije werkplaatsen van Saint-Sever.
    Totaal verschillend zijn drie andere kapitelen waarbij het gebladerte een decor heeft ontvangen gedaan met lange kelkbladen samengesteld in één of twee rijen aan iedere zijde met een tussennerf.
    Vogels en leeuwen zijn voorgesteld op andere kapitelen van Saint-Girons, hetzij in één enkel decor, hetzij geïntegreerd in een gehistoriseerd thema, min of meer ingewikkeld.  Zoals te Saint-Sever zijn de twee aan twee  gestelde vogels aan de hoeken verwant met een type dat zich bevindt van Toulouse tot Compostella van het begin van de 11de tot einde van de 12de eeuw met varianten die enigszins verschillen.  Men herkent de lange pennen van de vleugels, veren in schubben onder de nek en vormen van klauwen en ook met andere overeenkomstige kenmerken met de vorm van de kop, het oog maar vooral de staart die zich aan de binnenzijde van het blok lijkt te verlengen in de vorm van een demonische draak.  De klauwen houden zich vast aan het hoofd van een verdoemde.  Zoals te Saint-Sever vindt men te Hagetmau, voorbijkomende leeuwen terug, in een rij achtereen op drie zijden van de kapitelen en voorstellend een maan doen denkend aan krullen of haarlokken en vooral de breed gespleten muil die hun de naam van "lachende leeuwen" heeft gegeven.
    Vier kapitelen zijn gehistoriseerd en twee onder hen stellen zoals bij de vier voorgaande leeuwen en vogels voor voor het merendeel in een scène van de verdoemden ingebracht waarbij zij de beproevingen voorstellen. Men ziet aldus personen die trachten de weerstaan aan de monsterlijke vogels en andere die een demoon uitlevert aan een vraatzuchtige leeuw.  De verschillende elementen samenstellend deze twee ontwerpen zijn niet altijd getrokken in verzekerde gelijkenis.  Zoals de vogels heel goed ontworpen zijn, zijn de leeuwen meer omslachtiger en de personages die meestal buiten verhouding zijn weergegeven, hebben hetzelfde smalle gezicht, bovenmatig grote oren, dezelfde uitdrukking en dezelfde uitpuilende ogen.
    Met twee andere kapitelen wordt de symbolische betekenis van het ontwerp meer uitgesproken weergegeven.  Op een zijde die men de slechte rijke van de parabel gezeten aan een tafel met twee metgezellen met aan hun voeten de arme naakte Lazarus, van wie zijn zweren worden gelikt door honden.  Aan de zijde daarnaast is de situatie van de personages net omgekeerd waarbij Lazarus wordt rechtgehouden tussen twee engelen en beneden is de rijke gelegen in een lijdende houding waarbij zijn uitgedroogde tong uit zijn mond hangt.  Deze dubbele scène die de zonde van de gierigaard weergeeft met zijn beproeving, en is hierbij nog vergezeld van een derde personage die een andere hoofdzonde weergeeft namelijk de gulzigheid.
    Op de twee laatste zijden werpt Daniël op de uitdaging van de koning van Babylon, een bol paardenhaar en pek naar een draak die deze verorbert en zich reeds wringend in de pijnen van de doodstrijd.
    Een laatste kapiteel stelt een scène voor uit de Handelingen van de Apostelen nagebootst door een gegraveerde inscriptie op de zijden : FEREA QVID - CVSTODES - / MIRVM SIC CEDVNT / HOSTIA PETRO - SOLVE / RE ANGELVS PETRVM ; de ijzeren poorten wijken voor Petrus.  De bewakers. Een engel bevrijdt Petrus.  Het gaat hier eigenlijk om de bevrijding van Petrus door een engel die zijn kettingen met een slag van de lans verbreekt terwijl twee soldaten gewoon de wacht houden voor de gevangenis.  Een duif houdt bovenaan een bloem in zijn bek nabootsend de goddelijke aanwezigheid.  Men kan vermoeden dat de keuze van dit thema bestemd is om de persoon van Petrus te verheerlijken en dit in verband met de ontwikkeling van het pauselijk gezag in de 11de eeuw en het begin van de 12de eeuw.


    Bronnen :

    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région"
    - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica

    Een virtueel zicht op de crypte :

    http://www.360images.fr/visites-virtuelles/monuments/crypte-de-saint-girons.html





     





     



     

     

     



     



     



     



     



     



     



    Bijlagen:
    http://www.eglises-landes.cef.fr    

    18-12-2014 om 23:43 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40
    17-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Caupenne (Landes 40)
    Kapel Saint-Laurent te Caupenne

    Beschrijving.

    De Romaanse kapel Saint-Laurent te Caupenne domineert zijn omgeving vanop een helling "Sables Fauves" en was vermoedelijk van oorsprong de castrale kapel van het verdwenen versterkte kasteel van Caupenne.
    Het halfronde kooreinde stelt geen enkel decor voor.  Het zware ontwerp is in groot metselverband met op maat gemaakte stenen.  Het nochtans grote schip is voorzien van een noordelijke collaterale welke in de 18de eeuw werd toegevoegd.  De ingang langs de noordelijke zijde houdt een groot portaal in.  De muur van de collaterale is gebouwd in breuksteen in een dikke mortellaag.  De zuidelijke zijde is niet zichtbaar, nog toegankelijk.
    Aan de binnenzijde staat de noordelijke zijbeuk in verbinding met het schip door drie bogen op vierkante pijlers die bij het binnenkomen de indruk geeft van een grote zaal.  Daarop staat in het westen een tribune.
    Enkele fresco's versieren de halfkoepel.  Waarschijnlijk werden deze aangebracht bij de restauratie van de kerk in de 17de eeuw.

    Bronnen :

    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région"
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica


     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://www.eglises-landes.cef.fr   

    17-12-2014 om 21:28 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40
    16-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Caupenne (Landes 40)

    De kerk Saint-Martin te Caupenne

    Beschrijving.

    Het Romaanse kooreinde met op maat gemaakte stenen in middelmatig metselverband is halfrond.  Het behoudt een dakgoot met staafvormige kanteelversiering ondersteund door gebeeldhouwde modillons, echter aangetast en een dichtgemaakt rondboogvenster met colonetten en gehistoriseerde kapitelen.  De andere Romaanse openingen zijn eveneens dichtgemaakt maar er rest nog een fries met rankenversiering rond de vroegere vensters, eveneens lopende over de steunberen en volledig rond de apsis lopen.  De drie platten steunberen in op maat gemaakte stenen situeerden zich tussen de drie Romaanse vensters.  Deze zijn vermoedelijk in de 15de eeuw vervangen geweest door twee nauwere en hoger geplaatste vensters.
    Het relatief kleine schip is eveneens in de 15de eeuw vergroot geweest met twee collateralen waarvan men talrijke stenen heeft gebruikt van het oorspronkelijke schip met merktekens van de steenhouwers.  Deze zijbeuken zijn voorzien van twee Gotische vensters en drie steunberen terwijl in het westen een vierkante, versterkte toren is aangebouwd in de 14de eeuw maar met dezelfde materialen.  Drie zware steunberen met waterlijst ondersteunen deze aan de westelijke zijde, met twee spitsbogen verbonden.  Men bemerkt aan de zuidelijke als aan de noordelijke zijde nog een kruisvormig schietgat.  Er bestaat eveneens nog een restant van de rondgang met kantelen onder het dak overdekt met dakpannen.


    Bronnen :

    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Monique Veaux in "A la découverte de Dax et de sa région"
    - Jean Cabanot in Gascogne Romane; Editions Zodiaque, La Nuit des Temps 2, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire
    - Raoul Deloffre et Jean Bonnefous in Eglises, châteaux et fortifications des Landes méridionales; Atlantica





     



     


     

     




     





     



     



     



     



     




     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://www.art-roman.net    
    http://www.eglises-landes.cef.fr   

    16-12-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40


    Archief per week
  • 13/07-19/07 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011

    Categorieën
  • Kastelen België (17)
  • Kastelen Frankrijk (26)
  • Middeleeuwse festivals België (1)
  • Middeleeuwse stedelijke versterkingen België (1)
  • Romaanse architectuur België : Antwerpen (0)
  • Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon (7)
  • Romaanse architectuur België : Hainaut (6)
  • Romaanse architectuur België : Liège (1)
  • Romaanse architectuur België : Luxembourg (1)
  • Romaanse architectuur België : Namur (1)
  • Romaanse architectuur België : Oost-Vlaanderen (15)
  • Romaanse architectuur België : Vlaams-Brabant (0)
  • Romaanse architectuur België : West-Vlaanderen (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02 (18)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Ardennes 08 (4)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aube 10 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Bas-Rhin 67 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Calvados 14 (8)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Eure 27 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Haute-Marne 52 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Jura 39 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Marne 51 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meurthe-et-Moselle 54 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meuse 55 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Moselle 57 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Oise 60 (6)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Pas-de-Calais 62 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Saône-et-Loire 71 (9)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Seine-Maritieme 76 (11)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Vosges 88 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Yonne 89 (1)
  • Romaanse plattelandskerken in België (1)
  • Versterkte kerken België (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Aisne 02 (2)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Ardennes 08 (3)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40 (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Nord 59 (0)

  • Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek




    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog als favoriet !

    Startpagina !

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    nieuwsmedia
    www.bloggen.be/nieuwsm
    Categorieën
  • Kastelen België (17)
  • Kastelen Frankrijk (26)
  • Middeleeuwse festivals België (1)
  • Middeleeuwse stedelijke versterkingen België (1)
  • Romaanse architectuur België : Antwerpen (0)
  • Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon (7)
  • Romaanse architectuur België : Hainaut (6)
  • Romaanse architectuur België : Liège (1)
  • Romaanse architectuur België : Luxembourg (1)
  • Romaanse architectuur België : Namur (1)
  • Romaanse architectuur België : Oost-Vlaanderen (15)
  • Romaanse architectuur België : Vlaams-Brabant (0)
  • Romaanse architectuur België : West-Vlaanderen (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02 (18)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Ardennes 08 (4)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aube 10 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Bas-Rhin 67 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Calvados 14 (8)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Eure 27 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Haute-Marne 52 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Jura 39 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Marne 51 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meurthe-et-Moselle 54 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meuse 55 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Moselle 57 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Oise 60 (6)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Pas-de-Calais 62 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Saône-et-Loire 71 (9)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Seine-Maritieme 76 (11)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Vosges 88 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Yonne 89 (1)
  • Romaanse plattelandskerken in België (1)
  • Versterkte kerken België (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Aisne 02 (2)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Ardennes 08 (3)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40 (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Nord 59 (0)


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs