Op 15 juli 2010 maakt Vlaams parlementslid Karim Van Overmeire zijn ontslag uit het Vlaams Belang wereldkundig in een persbericht. Zijn openingszin luidt als volgt: "Vandaag heb ik aan het partijbestuur van het Vlaams Belang meegedeeld dat ik de partij verlaat. Die beslissing komt voor de meeste waarnemers ongetwijfeld niet onverwacht. Ze is het resultaat van een fundamenteel verschil in visie over de positie die het Vlaams Belang in het politiek landschap in Vlaanderen moet innemen. Deze zin bevat grote waarheden, maar tevens grote leugens. Een analyse van partijstrategieën en politieke mores.
Formaliter verlaat Karim Van Overmeire inderdaad vandaag de partij die hem sedert 1991 heeft voorzien van een gewaarborg inkomen in de best betaalde beschutte werkplaats van België. Vers afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent in 1990 kon hij onmiddellijk aan de slag namens de partij en haar kiezers in het federale parlement. Volgend jaar zal hij onafgebroken 20 jaar gezeteld hebben in één of andere Belgische parlementaire assemblée. Daarmee heeft hij recht op een volledig pensioen, betaald door de pensioenkas van het parlement. Deze laatste staat volledig los van de kas van het wettelijk pensioenstelsel waar alle andere burgers onder vallen en is in tegenstelling hiermee niet verlieslatend. Daarmee kan het vanaf heden het onafhankelijk zetelend parlementslid genieten van een welverdiend vervroegd parlementair brugpensioen vanaf 47 jaar, indien hij dit zou wensen natuurlijk. Veel risico houdt zijn overstap dus niet (meer) in.
Materialiter had Karim Van Overmeire de partij echter reeds verlaten sedert ten minste 8 december 2009 en waarschijnlijk reeds langer. Op deze dag kreeg ik namelijk - van een goed geïnformeerde bron binnen het Vlaams Belang die ook al met de N-VA is gaan praten - ongevraagd te horen dat Van Overmeire ging overstappen naar de N-VA. Men wist er zelfs bij te vertellen dat dit in de loop van februari 2010 ging gebeuren. Uiteindelijk is het juli 2010 geworden en werd er geopteerd voor de tussenstap als onafhankelijke politicus alvorens formeel tot N-VA toe te treden. Modaliteiten kunnen veranderen, leert ons de realiteit. Maar dergelijke operaties zijn louter cosmetisch en dienen om het onwelriekend odium van overlopers ietwat smakelijker voor politieke vertering te maken. Hij is daarin noch de eerste, noch de laatste, die dit perceptiepad van misleiding verkiest. Luk Sevenhans ging hem dit jaar voor, en Bruno Stevenheydens is in volle voettocht op weg.
Het ontslag van Van Overmeire uit het Vlaams Belang mag dan een nieuwsfeit zijn in hoofde van het kiesvee dat door politiek en media systematisch in het ootje wordt genomen. In hoofde van de partijleiding is het geen verrassing. Want het ontslag zag men niet alleen aankomen, er werd ook onderhandeld m.b.t. de opstapmodaliteiten. Dit laatste wapenfeit is alvast een positief element, dat echter ten gronde niets verandert aan het partijpolitieke verraad.
Want laat ons eerlijk zijn. Welk parlementslid raakt ooit verkozen indien ze niet enerzijds de goodwill genieten van het partijbestuur om op de lijst - een verkiesbare plaats - te mogen bekomen en anderzijds in het electorale kielzog van slechts enkele boegbeelden verkozen te kunnen worden? In elke partij is het trouwens zo dat slechts enkele boegbeelden de electorale sterkhouders zijn van de partij. Twee, drie, vier of maximum vijf personen dragen het ganse stemmenapparaat dat blootstaat aan mediatieke perceptie en op basis waarvan alle anderen mogen aanschuiven aan de mandatentafel. Verkozen worden is een voorrecht dat aan halfgoden gegund wordt door de ware partijgoden. In het Vlaams Belang is dit niet anders. Traditioneel zijn dit Filip Dewinter, Gerolf Annemans, en tot vrij recent Frank Vanhecke. Een verkiezingscampagne waarin zij niet de partijkar trekken en afwezig zijn van gelijk welke lijst die de partijnaam draagt, is gedoemd om te mislukken. Een alternatieve lijst waar zij wel op voorkomen is succes gegarandeerd. De afgelopen verkiezing heeft trouwens aangetoond wat er gebeurt indien een kopstuk verstek laat gaan en niet wenst op te komen. Op het einde van de rit blijft het vaste feit echter dat buiten de electorale sterkhouders - te tellen op de vingers van één hand - niemand in staat is - alleen noch collectief - gelijkaardig succes te garanderen. Laat staan succes dat daar nog maar van ver in de buurt van komt. Dus is het logische gevolg dat een parlementaire halfgod in nederige onderdanigheid dankbaar blijft voor dit ongelooflijke voorrecht.
En toch is het een naargeestig en partij-universeel fenomeen dat een bepaalde groep van deze halfgoden, mensen die niet behoren tot de zeer kleine elite van electorale sterkhouders dus machtshebbers - m.a.w. zo goed als alle mandatarissen die een partij telt - éénmaal verkozen stilletjes aan deze realiteit beginnen te vergeten. Ik wil niet zover gaan partijverhuizers van het Vlaams Belang richting andere partijen op voorhand als opportunist af te schilderen. Ik geloof oprecht dat een dergelijke overstap niet vanzelfsprekend is en gedragen wordt door een oprecht, individueel streven naar een alternatieve verwezenlijking van éénzelfde overtuiging. Maar hierin ligt dan ook meteen de kern van het probleem. Want VB-overlopers mogen dan al geen platte opportunisten zijn inzake hun subjectieve intenties, het blijven ondankbare, hoogmoedige, narcistische egoïsten die verraad plegen. Want het overlopen is steeds ingegeven door een persoonlijke, individuele en per definitie egotistische geldingsdrang. De persoonlijke visie op beginselen en strategie worden namelijk steevast als maat van alle handelingen gesteld bij het overlopen. En het collectieve gegeven van de partij wordt naar de tweede plaats geschoven. Niet het solidaire politieke project is belangrijk, maar het individuele project.
Partijpolitieke halfgoden hebben hun parlementaire carrières en gewaarborgd inkomen uitsluitend te danken aan een partij, gecontroleerd aan enkele electorale sterkhouders, zonder dewelke zij nooit of te nimmer tot het groene of rode parlementaire pluche zouden zijn doorgestoten. En indien ze niet in één of andere assemblée zouden zijn terechtgekomen, zou het persoonlijke ego en de egoïstische individuele geldingsdrang nooit tot stand kunnen zijn gekomen. Want wie niet verkozen is, kan ook uitgroeien tot halfgod, gaan uitzweven boven elke kiezersrealiteit en bijgevolg dus niet ... overlopen.
Naast halve waarheden die halve leugens zijn bevat de openingszin van Van Overmeire tevens zeer correcte vaststellingen. Van Overmeire, Stevenheydens en Sevenans delen inderdaad een gemeenschappelijke afwijkende visie wat strategie en positie van het Vlaams Belang binnen het politieke landschap betreft. Niet voor niets behoren zij allen tot die parlementsleden die van het politieke journaille als enigen binnen het VB goede punten op hun parlementair rapport ontvangen. Niemand kan dan ook ontkennen dat dergelijke mensen ernstige, hardwerkende, vakkundige parlementariërs zijn die het parlementaire spel niet alleen volgens de regels maar tevens met enig talent spelen. Ze schrijven wetsontwerpen, stellen massaal veel parlementaire vragen en groeien in de fictie dat parlementaire arbeid tot verandering leidt. En hier knelt het schoentje. Het zijn mensen met een bovengemiddeld IQ, dikwijls maar niet noodzakelijk van universitair niveau, wiens hersencellen constant bezig zijn. Ze hebben een rationalistische geest en vallen in de afgrond van geestelijke, intellectuele hoogmoed. Hun intellectuele geldingsdrang laat het niet toe een - levenslange - strategische keuze te blijven maken voor binnen-parlementaire oppositie. Ten gronde geloven zij in de maakbaarheid van de samenleving, weliswaar met kleine m, en willen hier dan ook een persoonlijke bijdrage tot leveren. Vandaar dat na enkele jaren van parlementaire activiteit namens het Vlaams Blok of Vlaams Belang er zich een intellectuele onvrede begint te manifesteren met de gehanteerde strategische keuze van de partij. En na jarenlang zonder succes getracht te hebben om hier partij-intern verandering in te brengen komt het tot een persoonlijk conflict. Een minderheid van deze mensen stopt gedesillusioneerd met politiek. Een meerderheid verkiest de partij te verlaten en zich op een ander waar te maken.
Het zal dan ook geen toeval zijn dat bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen in 2012 alle drie voornoemde personen een ernstige gooi zullen doen naar bestuursverantwoordelijkheid in één of andere capaciteit. Zonder twijfel zijn zij intellectueel hiertoe in staat. Maar de keuze voor dergelijke dagjespolitiek staat haaks op wat het VB van Karel Dillen im Grossen und Ganzem wenst te realiseren. Persoonlijke carrière-offers behoren daartoe. Want wie toch bij de politieke establishmentshonden wil slapen, zal zeker de luizen krijgen. Het cordon sanitaire is dan ook een organisatorische noodzaak om vrij van politieke ziekte te blijven en Prinzipientreu.
Dat overlopen is overigens toegestaan. Dat is hier ook het probleem niet. Maar wat politiek onfatsoenlijk is uw mandaat op directe wijze, en tal van aanverwante grootheden op indirecte wijze, mee te nemen en in te zetten. In plaats van ontslag te nemen en op een ander van nul opnieuw te beginnen heeft men niet de intellectuele eerlijkheid om dit te doen. Want dat zou de kansen op succes onmiddellijk hypothekeren. Uiteindelijk zal men het eigenbelang - financieel, intellectueel, beroepsloopbaanmatig - voorop stellen aan het collectief belang van de partij, haar bestaansreden, haar strategie en dus haar kiezers. Deze kiezers hebben in goed geweten gestemd voor een partijstrategie die afwijkt van alle andere en wensen van hun vertegenwoordigers politiek zedelijk gedrag van een hogere orde.
Het is nooit leuk voor een partij om te moeten omgaan met afvalligheden en overlopers. Want interne problemen vertalen zich in electoraal verlies. Maar de angst die bij velen heerst dat een interne partijherstructurering tot het einde van de partij zou lijden is begrijpelijk, maar onterecht. Een verdeeld huis kan en zal niet standhouden. Om de levensvatbaarheid én eindoverwinning te garanderen moeten op korte termijn soms harde therapieën worden toegepast om aan een ongewilde ziektetoestand een einde te brengen. Hiertoe is het semi-onderhandeld afscheid van Van Overmeire van het VB een goede en positieve stap om de interne cohesie inzake partijstrategie te vergroten. Als op korte termijn zijn geestesgenoten hem volgen in een begeleid, ordelijk en bovenal vriendschappelijk afscheid is deze optie het beste alternatief voor een langjarige doodstrijd gevolgd door actieve euthanasie, zoals de Volksunie onzaliger is overkomen. Bij de scheiding werden de traditionele Vlaams-nationalisten gepercipieerd als politiek hopeloos verloren. Vandaag zijn zij, i.t.t. tot de vele mandatarissen die naar liberalen, socialisten en groenen zijn gegaan, de levensvatbare optie gebleken. Eenzelfde toekomst is voor een uitgezuiverd Vlaams Belang gegarandeerd. Niet de overlopers naar het electoraal succesvolle N-VA met hun naïeve collaboratiestrategie is de toekomst, maar de radicale en zuivere confrontatiestrategie zal België doen barsten. Laat de exodus dus vlug voltooid worden.