|
Vrijdag de dertiende
In zijn dagboek vermeldt de schrijver Victor Hugo dat hij op 13 februari 1871 met een rijtuig - waarin dertien passagiers - een reis maakte naar Bordeaux, waar hij logeerde in een huis dat het nummer 13 droeg.
Op 13 maart zat hij bij het teruglezen van zijn notities over dat steeds terugkerende getal 13 te piekeren, toen hij vernam dat zijn zoon plotseling was overleden. Sindsdien wantrouwde hij het getal hartgrondig. Eens gaf hij een diner voor veertien mensen. Toen één van hen op het laatste moment verhinderd bleek, vroeg hij zijn koetsier mee aan te zitten.
De vrees voor 'dertien gasten aan tafel' leefde in Parijs daarna zo sterk, dat slimmeriken een uitzendbureau oprichtten dat 'De Veertiende' heette, en dat op verzoek een aanvullende man leverde. Een soortgelijk beroep oefende Andrew Malketh in Londen uit. Bij zijn dood liet hij 30.000 Britse ponden na, verdiend als veertiende man aan tafel. Bovendien had hij al die tijd gratis kunnen eten.
|