Een voetbalopwarming moet uit verschillende delen bestaan. Er is eerst de algemene cardiovasculaire aanwakkering, die noodzakelijk is om het lichaam op arbeid voor te bereiden. Deze algemene opwarming helpt ook om de spiertemperatuur te verhogen, wat belangrijk is om de spieren soepel te krijgen. Vervolgens komt stretching aan bod (de spieren zijn warm) gevolgd door opnieuw loopoefeningen en stretching. Hierna volgt de opwarming met de bal (in beweging) de intensiteit van bewegen kan variëren.
Een goede opwarming bestaat uit maximaal 10 minuten loslopen gevolgd door stretching, daarna opnieuw loslopen, stretching gevolgd door opwarming met de bal in beweging. De voordelen van deze typische opwarmingsmethode is dat de diepe spiertemperatuur meer efficiënt wordt verhoogd en men van een algemene naar een sportspecifieke opwarming overschakelt. Vergeet niet dat ook voor een training het uiterst belangrijk is om grondig op te warmen. Zeker niet starten met balletjes naar doel te trappen. Dit is gevaarlijk, men loopt een groot risico op blessures.
Na deze algemene opwarming en voor de wedstrijd, kan er nog aandacht worden besteed aan enkele versnellingen (van slechts enkele meter) dit om de spieren voor te bereiden op de belasting die volgt tijdens de wedstrijd. Het is niet aan te raden om in de opwarming lange (bv.: 30-50 m) sprinten in te lassen, omdat dit niet sportspecifiek is. Verder zal hierdoor een deel van de energie worden aangesproken die in een latere fase (de wedstrijd) nodig is.
|