Wild, met pluimen of een pels, is synoniem voor leven in de natuur. Vandaag de dag leeft een groot deel van het wild nog in vrijheid; everzwijn, haas, wild konijn, ree, wilde eend. wilde duif en hert van de Ardennen, de Bohemen en uit Polen. Sommige dieren krijgen van de mens extra voeding, die speciaal op hun pad wordt gelegd. Dat is het geval voor de Ardense everjongen. Andere worden gekweekt.
Tot voor een paar jaar werden fazantenjongen gekweekt tot in de maand mei-juni. Dan werden ze losgelaten in de natuur, waar ze zich konden aanpassen tot in de jachtperiode.
De wetgeving heeft deze praktijk afgeschaft en sinds een viertal jaar zijn alle verkochte fazanten wild.
Al het wild dat wordt geslacht, moet via een versnijdbedrijf passeren dat gehomologeerd is volgens de EEG-normen. Om te weten of het wild dat u hebt gekocht uit de natuur komt of gekweekt werd, moet u de vorm van de EEG stempel onderzoeken: is de stempel ovaal, dan gaat het om gekweekt vlees, is hij pentagonaal. dan is het wild. De smaak van wild vlees is uiteraard anders dan van die van gekweekte dieren. Dieren die in vrijheid leven. geven magerder vlees dat meer proteïnen bevat en een sterkere smaak heeft.
|