Calcium geeft aan mensen een bepaalde standvastigheid, teveel ervan laat mensen verstarren. We hebben calcium nodig voor de opbouw van botten, tanden en nagels, voor de bloedstolling, de werking van het hart, en het reactievermogen van de spieren. Bij een tekort aan calcium via de voeding wordt het calcium gehalte in het bloed op peil gehouden door calcium uit het botweefsel te onttrekken. Afwijkingen in de bloedstolling en de hart- en spierwerking komen daardoor vrijwel nooit voor. Wel kunnen botafwijkingen als osteoporose, rachitis en osteomalacie optreden.
Een kind moet 800mg calcium per dag innemen. Maar vanaf de leeftijd van 10 jaar moet het verbruik geleidelijk aan stijgen om 1200mg te bereiken op de leeftijd van 15 jaar. De aanbevolen hoeveelheid voor de volwassene bedraagt daarentegen slechts 900 mg per dag. Voor kinderen en tieners is de groei een periode tijdens dewelke het skelet een maximum aan calcium nodig heeft om een top te bereiken van de botmassa op de leeftijd van 30 - 35 jaar. Het is dus primordiaal om de juiste dosis calcium in te nemen tijdens deze periode waarbij melkproducten vaak uit de voeding worden gebannen. Men kan trouwens vaak bij een botmeting vaststellen of een volwassene een groot verbruiker van calcium was tijdens zijn tienerjaren. Maar het is moeilijk om een kind aan zijn verstand te brengen dat het nu al moet denken aan de toestand van zijn botten op zijn oude dag... Andere periodes in het leven waar de calciumbehoeften opnieuw oplopen tot 1200 mg vinden we in de menopauze en bij mensen ouder dan 60 jaar. Een verhoging van de behoeften wordt eveneens vastgesteld bij zwangerschap en borstvoeding.
Productenlijst
Onderstaande lijst geeft enigszins een indicatie van de hoeveelheden calcium in verschillende producten, de getallen zijn in milligrammen per 100 gram vers product.
aardappel 8 |
miso 80 |
amandelen 250 |
hazelnoten 200 |
roggebrood 25 |
tempé 100 |
knolselderij 80 |
zonnebloempitten 100 |
bruin knäckebröd 85 |
abrikozen gedr. 90 |
groene kool 75 |
koolraap 80 |
zoete bataat 30 |
bramen 60 |
Chinese kool 125 |
spinazie 150 |
muesli 180 |
mandarijnen 40 |
boerenkool 180 |
koolrabi 90 |
ontbijtkoek 70 |
peren gedr. 100 |
broccoli 100 |
sterrenkers 250 |
tarwezemelen 110 |
vijgen gedr. 280 |
bleekselderij 80 |
bonen wit/bruin 37 |
ketjap 60 |
rozijnen 50 |
olijven 100 |
sojabonen 95 |
marmite 95 |
mosterd 84 |
zoute haring 100 |
garnalen 200 |
tahoe 130 |
ovomaltine 120 |
makreel blik 175 |
stroop 183 |
magere vis 20 |
cacaopoeder 150 |
chocoladevlokken 200 |
winegums 360 |
eidooier 150 |
|
|
| Over het algemeen kun je zeggen dat er veel calcium zit in: peulvruchten, soja en sojaproducten, noten, groenten, volle granen en gedroogd fruit.
|