Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
Michel Doomst
Tussen ons gezegd ... ... en voesj gezwegen
18-11-2008
Brief aan Herman De Croo
Geachte heer De Croo,
Waarde collega,
Betreft: Uw zoeken naar antwoorden.
Het discours dat de separatisten de afgelopen maanden hielden, deed uw bloeddruk geen goed. U zocht/zoekt tevergeefs naar antwoorden op de zovele vragen die in uw hoofd spoken. De splitsing van ons land zou voor jaren miserie zorgen, zou bovendien peperduur zijn en een chaos creëren waar niemand wel bij vaart. Ik kan deze stelling volledig onderschrijven, op voorwaarde dat morgen het land wordt gesplitst.
Ik heb dat discours de laatste maanden blijkbaar gemist, want het enige splitsingsdebat dat mij gekend is, is de (inefficiënte) procedureslag die momenteel loopt in de gangen van de Kamer, de Senaat en op tafel van het Overlegcomité. Waar ik wel af en toe iets over gehoord en gelezen heb, is de vraag naar meer autonomie voor de gemeenschappen en de gewesten. Het overhevelen van bevoegdheden van het federale naar het deelstatenniveau, waardoor een meer efficiënt, consistent en transparant beleid mogelijk is, zal de kosten pas doen dalen. Momenteel zitten we immers in een situatie van usurperende bevoegdheden waar verschillende ministers en verschillende beleidsniveaus elk een stukje van de beleidstaart mogen maken, waardoor de volledige taart op weinig trekt. De ene wil appelen, de andere peren, terwijl de meeste enkel aardbeien lusten. Deze bakprocedures vereenvoudigen is het doel op zich, de gepaarde kostendaling is een logisch gevolg. Een boedelscheiding is niet aan de orde.
Het gaat dus helemaal niet over het einde van België of over de splitsing van ons land. De bedoeling van uw pamflet is me dus een raadsel. Het dreigt bovendien de juiste intenties van het huidige institutionele debat te ondermijnen, want het ridiculiseert de vraag naar meer autonomie en steekt de draak met een verregaande regionalisering. Aan de solidariteit tussen de verschillende deelstaten, waar u naar verwijst, zal niet worden geraakt, maar responsabilisering kan nooit geen kwaad.
Ik betreur dan ook de gecreëerde commotie, want het rampscenario dat werd geschetst is juist de fantasie en fabel die u verwijt aan de Vlaamse separatisten. Via het debat, dat u wenst te openen via uw schrijven, zullen de oplossingen die ons land nodig heeft niet aan het oppervlak komen. Kortom het is de verkeerde discussie, de antwoorden die u zoekt bieden geen soelaas op de uitdagingen waar we voor staan.
Minder dan acht maanden scheiden ons van een nieuwe verkiezingsdag, een nu al historische dag want nog nooit was de strijd zo heftig, nog nooit duurde het gevecht zo lang. Het kluwen neemt stilaan proporties aan dewelke zelfs de grootste strategen doen wankelen en vallen.
Voor velen bracht het verlengde weekend een welgekomen rust, anderen zetten alles nog eens op een rijtje of verkondigden zonder mededeling hun nakende afscheid. Wanneer we echter de media synthetiseren van zaterdag tot vandaag slaat die orde snel om in chaos. Titels als Minister-President liegt, Leterme liegt, Burgemeesters verdelen Vlaamse regering en Getrokken messen zetten Leterme I onder druk zijn maar enkele koppen die de revue passeerden. Jan met de Pet heeft zijn hoofd al lang gekeerd en krijgt in de andere krantenknipsels de bevestiging van zijn denken Belastingsdruk in Belgïe het hoogst , Belg niet gelijk voor de fiscus, wie gelooft die mensen nog . Men zou voor minder de interesse verliezen
Terwijl de federale regering reeds lang werd afgebeeld als een amalgaam van individuen, komt nu de Vlaamse regering in het oog van de storm. Een twistpunt dat er geen is, wordt door de media uitvergroot tot een boksmatch op wereldniveau. Sommigen reageren alsof ze het in Keulen horen donderen. Terwijl de ene op rustige wijze kort zijn mening toelicht, wordt hij door de andere langs alle mogelijke invalshoeken aangevallen. De wet van de sterkste moet volgens de pers nog bewezen worden, de uppercut is gelukkig nog niet toegediend. Ondertussen moet naar de zin gezocht worden, het waarom, de achterliggende reden. Tegen eind november wil Keulen zijn beslissing, die reeds alom bekend is, bekendmaken. Twintig dagen ervoor over de zaak beginnen bakkeleien, zorgt sowieso voor de nodige zenuwen. Daarenboven gaat deze breed uitgesmeerde onenigheid over een zaak waar men het meer dan eens over is.Volgen wie nog volgen kan . De kracht van de media zeker?
De Franstaligen wrijven ondertussen in hun handen. In hun ogen zijn zij steeds de winnaar, hetgeen nog maar eens bevestigt in welke mate zij wel degelijk willen meewerken aan een verregaande staatshervorming. Het enige wat op hun lijstje staat is de uitbreiding van Brussel, waarna ze het kunnen annexeren bij Brussel, de rest interesseert hen geen zier. We zijn terechtgekomen in een hopeloze situatie waar niemand nog het vervolg kan of durft inschatten. Wat zullen de komende weken en maanden ons nog brengen, ik durf er niet aan te denken !
De eerste sneeuwvlokjes zijn uit de lucht gevallen. Het typische Allerheiligenweer heeft zich meester gemaakt van de komende dagen. Het blijft de hele dag donker. Een ideaal moment om de open haard te doen branden en samen gezellig aan het warme, knetterend haardvuur plaats te nemen.
Voor anderen is het blijkbaar de tijd om opnieuw het wafelijzer boven te halen. Maandenlang ijvert men voor het toch zo mooie eenheidsland België. Walen, Brusselaars of Vlamingen, neen Belgen. Een staatshervorming of de splitsingskwestie, neen leve België. We moeten fier zijn op ons land. De Franstaligen konden het niet voldoende benadrukken: België boven alles !
Plots, wanneer puntje bij paaltje komt, is KBC een VLAAMSE bank. Dan is er plots wel een onderscheid tussen Vlaanderen en Wallonië, raar toch. Bijgevolg moet er ook een Waals bedrijf hulp krijgen, want dat verwacht de wafelijzerpolitiek. De belangrijkste voorbeelden zijn natuurlijk de toeristische trekpleisters te Ronquières en Strépy. Ik geef toe, als je als wielertoerist langs het kanaal Brussel-Charleroi fietst, imponeert zon hellend vlak je wel. Je mag gelijktijdig wel niet nadenken aan die miljarden dat het gekost heeft, want op dezelfde fietstocht passeer je dorpen waar de tijd midden vorige eeuw is blijven stilstaan.
Welk bedrijf zal nu aan de open haard mee kunnen smullen van de lekkere wafel?
Het gaat om Sonaca (Société Nationale de Construction Aérospatiale), een bedrijf dat gespecialiseerd is in het bouwen van vliegtuigonderdelen. Belangrijke voetnoot, het is voor 98 procent in handen van het Waalse Gewest.
Het bedrijf kent al jaren moeilijkheden, en week ondertussen ook reeds uit naar Brazilië, onder meer voor de onderdelen die manueel dienen geproduceerd te worden. Begin vorige maand vond er reeds een wissel aan de top plaats, Jacqmin werd opgevolgd door Delvaux, men besliste dus de gedelegeerd bestuurder op te offeren, terwijl deze tijdens zijn eerste jaren succesvol was. Waalse politici kennen ondertussen de oplossing. Outsourcing, partnerschap, maar geen ontslagen, noch loonverlies. Een goede toekomstvisie hebben ze altijd al gehad.
De stemmen worden weer luider, het onderwerp van de staatshervorming komt opnieuw boven water drijven. Bij de ene hing het zijn voeten uit, de andere was het zo beu als koude pap, maar zoals de financiële crisis voor velen kwam als een dief in de nacht, is het nu het moment van de waarheid om ons volle gewicht in de schaal te werpen en de mensen een geweten te schoppen, zonder daarbij iemand een handschoen te willen werpen of om de haverklap iemand in het harnas te willen jagen.
Critici zeggen dat het dweilen met de kraan open is, tegenstanders vinden het een brug te ver, maar ik ga liever naar filistijnen dan plat op de buik er de brui te moeten aan geven.
Het is alle hens aan dek want in deze tijd kan je een euro ook maar één keer uitgeven. Een oplossing waar iedereen garen bij kan spinnen dringt zich dus op.
Hoewel kruimeltjes ook brood zijn, moeten we bij de pinken zijn om er niet bekaaid van af te komen.
Anderzijds moeten we zien dat we niet als een kip zonder kop de kastanjes uit het vuur halen, want anders dreigen we met de gebakken peren te zitten en zit de klad er misschien voor goed in.
De knuppel moet dus opnieuw in het hoenderhok gegooid worden, want door mee in het gareel te lopen zullen we er naar kunnen fluiten. Zonder als een pudding in elkaar te zakken moet het kaf van het koren gescheiden worden. Iedereen zal zijn duit in het zakje moeten doen, maar je kan er ook gif op innemen dat iedereen nadien zijn graantje zal kunnen meepikken. De tijd van proefballonnetjes is over.
Zoals voka-voorzitter Vandeurzen dinsdag perfect omschreef:
het voorbereidende werk is gedaan. We staan klaar om met de Vlaamse regering de doorbraak te realiseren. Responsabilisering is de sleutel van het ganse plan. Het is tijd voor beslissingen. Het is tijd om het vertrouwen te herstellen. Het is tijd voor actie. Vluchten kan niet meer.
De regering heeft nog geen akkoord over de activering van werklozen. Een discussie die loopt als een straat zonder einde. De Europese Commissie maakte ondertussen wel cijfers bekend over de werkloosheid in Europa. Een rapport waar we best niet mee uitpakken.
België moet enkel Italië laten voorgaan om niet als laatste van de klas te eindigen op het vlak van het verschil op de arbeidsmarkt. Enkel in Italië is de kloof tussen de verschillende regios groter. In tegenstelling tot de rest van de klas (behalve Slowakije) wordt die kloof bij ons steeds breder. Men zou er aan werken.
De werkloosheidspercentages in Wallonië worden vergeleken met de cijfers van Oost-Europa en Zuid-Spanje, niet meteen de regios waar we een voorbeeld aan willen nemen. Vlaanderen zit daarentegen aan de andere kant en hoort bij de best presterende regios van Europa. Ook voor de werkgelegenheidssituatie kan deze conclusie getrokken worden. Veel mensen hebben werk in Vlaanderen, weinig in Wallonië en Brussel.
De cijfers bevestigen voor de zoveelste maal dat de regios dringend nood hebben aan een eigen specifieke aanpak. Het rapport toont aan dat Vlaanderen en Wallonië meer verantwoordelijkheid moeten krijgen, meer hun eigen weg moeten kunnen gaan, kortom opnieuw wordt aangeduid dat een hervorming van het arbeidsmarktbeleid zich opdringt. Ontkennen kan en mag niet langer. In tegenstelling tot wat Wallonië denkt, zal die hervorming meer dan een plus en plus zijn. Laat ons er werk van maken.
Morgen, 8 oktober, om 11u wordt de langverwachte aftrap gegeven van de alles of niets zijnde dialoog. Aanvankelijk was het een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap, maar het aandeel van de Brusselaars is hiervoor wel erg groot. De Vlamingen hebben een sterk team, maar dat waarborgt geen goede uitslag. Het is leven van de hoop dat er eindelijk wat schot in de zaak komt, want het zijn de onderhandelingen van de laatste kans. Resultaten zijn snel nodig, concrete akkoorden dringen zich op.
Een paar dagen en weken geleden reageerden verschillende mensen furieus en meer dan ontstemd. Ze noemden ons verraders, machtsgeile postjesplakkers, verknochte verloochenaars, politici die hun kiezers bedriegen waar ze bij staan. Nog vele andere mooie omschrijvingen werden ons om de oren gegooid, maar ook aan de keerzijde waren enkele geluiden te horen, weliswaar minder heftig, maar toch bemoedigend. Non-believers zeggen dat concrete resultaten niet mogelijk zijn vóór juni volgend jaar, toch moeten we er voor gaan. In de hoek gaan staan en blijten haalt niets uit. Als deelnemer kan je steeds mee sturen en weet je op tijd wanneer de handrem moet worden opgetrokken.
Laat ons wel duidelijk zijn. De teugels moeten gespannen blijven, anders zijn we een vogel voor de kat of kopen we die kat in een zak. Er zijn genoeg spreekwoorden die ons waarschuwen. Het laatste restje hoop ligt in handen van die enkele personen die morgen het Paleis der Academiën zullen betrekken. Mijnheer de Minister-President, kijk uit want Derrière la croix, souvent se tient le diable.
Eind juni van dit jaar werd de eerste nummerplaat in nieuwe stijl uitgereikt. De nieuwe combinatie, drie cijfers gevolgd door drie letters, was nodig omdat de vorige na 35 jaar uitgeput was.
De nieuwe volgorde zou het ongeveer 15 jaar uithouden, maar zolang zal ze niet gebruikt worden. De Europese nummerplaten zijn immers de toekomst. Bij de uitreiking was het nog onduidelijk waarom de vorige regering de overstap naar het Europese model niet bewerkstelligde, waarop staatssecretaris Schouppe een onderzoek bestelde.
Tijdens de eerste commissie mobiliteit vorige week vroeg kamerlid ik naar de stand van zaken. Met Brussel als Europese hoofdstad zouden we immers het voorbeeld moeten geven. Hoewel de combinaties dezelfde blijven, zijn de platen langer en de tekens beter leesbaar. Staatssecretaris Schouppe drukte zijn wens uit om tegen 2010 nummerplaten naar Europees model te kunnen uitreiken. De nodige budgettaire afspraken dienen wel nog besproken te worden, evenals de kleur van de letters en de achtergrond.
Omdat resultaten belangrijk zijn. Niet geven of toegeven... maar zeker ook niet opgeven !
De grootste krant van het land titelt vandaag Kartel sterft na doodstrijd van 16 maanden. Haar onafhankelijk zusterdagblad kopt Kartel barst. Andere dagbladen openen met de breuk is compleet tot zelfs CD&V is alles kwijt. Een dag eerder vroeg de Open-VLD voorzitter het ontslag van Geert Bourgeois, nadat het congres van de N-VA meer dan duidelijk was geweest. De stroomversnelling was amper tegen te houden.
Enkele weken geleden deed ik een zoveelste oproep om samen een Vlaams front te vormen om zo uiterst sterk aan de noodzakelijke staatshervorming te beginnen. Het was dan ook jammer te horen dat de N-VA alsnog afhaakte. Ik geef toe dat het vertrouwen in de Franstalige gesprekspartners niet groot is, maar we moeten doorbijten. De enige piste die zekerheid biedt is de onzekere dialoog uit de weg gaan en vervolgens het ontslag van de regering aanbieden. Een zekerheid dat er geen staatshervorming komt, een zekerheid dat het land nog langer in crisis zal zitten, een zekerheid dat alles nog meer zal radicaliseren, waardoor een langdurige impasse meer dan waarschijnlijk is. Een zekerheid dus dat alles bij het oude blijft en enkel nog slechter werkt.
Het was dus geen keuze van regering of kartel zoals al vele dagen werd gesuggereerd. Het kartel was na afloop van de vergaderingen gisteren niet dood, wel ferm toegetakeld na de uitspraken van Bourgeois op de middag. Het project waar we samen werk van gingen maken is evenmin dood. De doelen die we wensten te realiseren, blijven meer dan ooit het doel. Het mag duidelijk zijn dat de Vlaamse eisen door het wegvallen van de N-VA niet aan kracht moeten inbinden. Een verregaande staatshervorming blijft de enige oplossing als antwoord op de sociaal-economische en andere maatschappelijke uitdagingen. De hoop om dit samen te doen met de N-VA hebben we nooit willen opgeven. Als een partner echter, na langdurig overleg, weigert mee te gaan naar het doel dat je samen voor ogen hebt gesteld, moet je een beslissing nemen. Je kan doorgaan ofwel ter plaatse blijven trappelen en aan de zijlijn toekijken hoe de anderen het zouden doen. De afgelopen acht jaar heeft deze laatste optie reeds gestalte gekregen en iedereen kent die: niets. Is er dus een alternatief in de plaats van Kris Peeters het mandaat te geven om de dialoog aan te vatten?
Men mag gerust zijn dat deze dialoog van zeer nabij zal gevolgd worden. Het vertrouwen kan enkel maar toenemen, want wanneer het nog meer afneemt dan nu .. Resultaten op korte termijn zijn noodzakelijk.
Het is dus geen keuze want wat is het alternatief?
Men is geslaagd in zijn doel. Het kartel tegen elkaar uitspelen. Van zodra het bleek dat het een succesformule was, was de enige opzet het succes te fnuiken. Verschillende partijen gunden het kartel geen kruimel. Het enige beleid dat gevoerd werd, was een beleid van haat zaaien en ruzie stoken. Het is spijtig te moeten toegeven dat ze daarin bijna gelukt zijn. Een Vlaams front geef ik echter nog steeds niet op ! Daarom hoop ik dat wij hiervoor nog op een lokale, regionale en nationale constructieve opstelling van de N-VA mogen rekenen.
Wie er nog van droomde om CD&V en NVA uit mekaar te spelen zal met een zwaar breekijzer moeten komen: gisteravond hebben VLD en SPA nog eens de krachten gebundeld omhet Vlaams front dat mooi was opgebouwd te doorbreken.De Vlaamse eisen waren daarbij ondergeschikt aan de poging om het Vlaams kartel nog eens te jennen: een toelichting van de Minister-president lag wel in de lijn van de overeenkomst in de Vlaamse regering:alleen was het voor de beide partijen,waarbij VLD in de voormiddag al een afzwakkingsschot had gelost,een kans om nog eens te proberen de 7 punten van het kartel af te vijlen.
Sommige perscommentaren willen het doen voorkomen alsof hiervoor enkel en alleen de GSMs uit Maastricht verantwoordelijk zouden zijn.Niets is minder waar: CD&V wil positief op een dialoog reageren wanneer het inderdaad de lessen uit één jaar onderhandelen kordaat worden getrokken.Het is bewezen dat een be-schoonmoederd gesprek vanuit de federale logica,waarbij men vanuit een Belgische logica nog eens zoekt naar bevoegdheden die kunnen worden afgestaan,niet meer werkt.
Binnen CD&V willen wij woord houden en blijven gaan voor de verkiezingsbelofte die ook een niet te miskennen vaststelling inhoudt: dit België werkt niet efficiënt en laat een betere bevoegdheidsverdeling liggen om beter de belangen van de mensen van dienst te zijn.
Elk weldenkend mens weet dat we beter arbeidsmarktbeleid,inrichting van onze gezondheidsnormen,beleid naar kinderen, rechtsbedeling, mobiliteit, ja zelfs maatregelen voor een rechtvaardig asielbeleid kunnen uitwerken wanneer de beide gemeenschappen hun verantwoordelijkheid opnemen.
De Minister-president heeft dus gelijk:dit kan niet nog een jaar door de Franstaligen tot praatbarak worden gemaakt.Zeggen dat dit duivelse invloeden van NVA of onwil zijn om te dialogeren klopt niet: het land kan beter draaien en we kunnen aan de sociaal-economische motor beter sleutelen in een nieuw staatskader.SPA en VLD beseffen dat ook:laat ze het ook samen en in Vlaams front aan de Franstaligen duidelijk maken.
Ongeveer een jaar geleden vroeg vriend en vijand zich af op welke manier de visies tussen Vlamingen en Walen over de toekomstige staatsstructuur overbrugbaar zouden zijn. Een jaar later is de vraag niet langer hoe dit mogelijk is, maar of het nog mogelijk is.
Het politieke jaar moet nog op gang worden getrapt, maar de posities worden duidelijk al ingenomen. Hoe meer spelers de catacomben verlaten, hoe straffer het geschut wordt. De rondvliegende hagel maakt de anderen langzaam wakker. Wat zullen de komende weken ons nog brengen?
Vanuit liberale hoek horen we een plaat die al jaren blijft hangen. We maken ons land kapot. De regering moet zich focussen op het sociaal-economische , de begroting, dat telt
OpenVLD predikt op voorhand de mislukking. Welke intentie hebben zij nog om vooruit te willen gaan? Men kan hun uitgangspunt moeilijk realisme noemen, wel eerder defaitisme. De angst om volgend jaar afgestraft te worden voor een mogelijk fiasco, positioneert hen nu aan de zijlijn. De schuld van alles zullen ze bij het kartel leggen, zodat hen geen verwijt treft. Voor ze aan tafel zitten, wassen zij hun handen reeds in onschuld. Dit is echter geen manier van werken. Zo kan en mag er niet bestuurd worden. Waar is hun engagement?
De staatshervorming zal voor juni niet in kannen en kruiken zijn, dat wisten we vorig jaar al. De procedures die voorzien zijn, laten dat niet toe. Belangrijke stappen en vorderingen kunnen wel tegen dan, maar daarvoor is de volle medewerking nodig van alle meerderheidspartijen.
Hun Franstalige liberale collega liet dit weekend ook van zich horen:
"DE VLAMINGEN MOETEN OPHOUDEN ONS TE VERTELLEN HOE WE BRUSSEL MOETEN BESTUREN."
Sinds wanneer heeft Vlaanderen niets meer over Brussel te zeggen? Sinds wanneer heeft Reynders wel iets over Brussel te zeggen? De MR zit niet in de Brusselse regering, de MR zit niet in de Franstalige Gemeenschapsregering, de MR zit niet in de Waalse Gewestregering, laat staan in de Brusselse meerderheid.
Was dit een reactie van een op hol geslagen angsthaas die stilaan beseft dat hij binnenkort niets meer in de pap te brokken heeft, wanneer een inter-gewestelijke dialoog van start gaat? Het lijkt er alvast enorm op. Reynders begint paniekvoetbal te spelen, maar zijn bewegingen hebben lang niet de klasse van een gemiddelde balvirtuoos. De Franstalige liberalen vragen respect, maar is dat niet juist hetgeen hen al jaren ontbreekt.Hun doel is geen beter bestuur, maar wel de te verdelen postjes na juni volgend jaar. Een staatshervorming zal voordien niet gerealiseerd kunnen worden, want de kiezer zou dit slecht kunnen percipiëren.
Het betoog voor een staatshervorming, waar ieder van ons beter van wordt, is al meermaals toegelicht, maar blijkbaar is dit voor sommigen te moeilijk.
De Franstalige verwijten ons het einde van het land te veroorzaken, maar het enige waar wij naartoe willen werken is de optimalisatie van België. Wij gaan voor een confederaal land, waar zowel Wallonië, als Vlaanderen, als Brussel beter van wordt. Ik begin de indruk te krijgen dat zij eerder ons in een hoek aan het drijven zijn, terwijl hun doel juist ons verwijt is.
Het mag duidelijk zijn dat het hard zal worden gespeeld, maar voor de Vlamingen mag de vraag gesteld worden: Doet OpenVLD nog mee?
Het nieuwe politieke jaar staat voor de deur. De vooruitzichten zijn misschien niet rooskleurig, maar waar een wil is, is een weg. Een maand geleden leken ze immers nog uitzichtloos. Bij velen zakte de moed de voorbije maanden tot onder de schoenen, maar hopelijk brachten de enkele weken wapenstilstand her en der een beetje licht in de duisternis. Sinds lang heeft iedereen nog eens de mogelijkheid gehad om de zaken op een rijtje te zetten, zodat met een heldere blik op de situatie aan de toekomst van ons land kan worden gewerkt.
Net voor het politieke reces gaf het kartel CD&V/N-VA iedereen een mooi geschenk mee. Zeven zeer interessante uitgangspunten om tot een zinvolle communautaire dialoog te komen. Uitgangspunten die noodzakelijk zijn om van start te kunnen gaan. Het mag duidelijk zijn dat, wanneer men niet aan deze eisen kan voldoen, er nog weinig hoop rest.Hoop op een cruciale en fundamentele staatshervorming die tegemoet kan komen aan onze noden voor de toekomst. De laatste maanden en jaren hebben aangetoond dat enkel een meer dan grondige hervorming daaraan zal kunnen voldoen
Om deze noodzakelijke staatshervorming te realiseren moeten we samenwerken. Daarom wil ik een warme oproep doen aan alle Vlaamse partijen om de 7 uitgangspunten van CD&V/N-VA mee te onderschrijven. Uitgangspunten die garanties kunnen genoemd worden omdat ze noodzakelijk zijn om een efficiënt, respectvol, verantwoordelijk en toekomstgericht werken mogelijk te maken zonder losgekoppeld te worden van de solidariteit en territoriale integriteit. Laat ons de krachten bundelen en samen eenduidig werk maken van de toekomst van ons land.
Het moment van de waarheid voor ons land is immers aangebroken. Het is belangrijk om de noden van onze toekomst in te zien en door de harde, voor andere zelfs zure, appel heen te bijten. Het mag echter geen strijd worden van gemeenschap tot gemeenschap, van Vlaanderen tegen Wallonië. Het moet daarentegen de start zijn van de bouw van een nieuw België, met een nieuw Wallonië en Vlaanderen die toekomstgericht kunnen werken.
Zijn die zeven uitgangspunten te veel gevraagd? Ik denk van niet. Ze vragen zelf geen bijkomende uitleg.
De gesprekken moeten leiden tot een confederale staatsstructuur waarbij het zwaartepunt bij de deelstaten ligt. De confederale logica moet intussen alvast worden toegepast in de bestaande instellingen.
Om het doel van een confederale staatsstructuur te bereiken is een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap noodzakelijk die geleid wordt door de Minister-Presidenten van de regeringen van de twee grote taalgemeenschappen. Indien zij overeenstemming bereiken over de aanpak van de dialoog, kan deze starten tegen het einde van het parlementaire reces en voor de regionale verkiezingen van 2009 resultaten boeken.
Bij deze dialoog worden door beide Minister-Presidenten ook de federale regering en de parlementen betrokken, alsook, op een gepaste wijze en wanneer het hun bevoegdheden betreft, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige gemeenschap.
De structuur van de dialoog moet waarborgen dat het akkoord tussen de gemeenschappen wordt omgezet in een grondwetswijziging en de bijhorende federale wetgeving.
De dialoog start met een open agenda.
De staatsinrichting, de bevoegdheidsverdeling en de financieringsafspraken worden beheerst door de principes van wederzijds respect, territoriale integriteit, solidariteit, subsidiariteit, efficiëntie en financiële en fiscale verantwoordelijkheid.
De parlementaire procedure inzake de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde loopt gewoon verder, de federale regering neemt terzake geen initiatieven.
De punten vormen het fundament voor de noodzakelijke dialoog tussen de gemeenschappen. Laat ons samen aan tafel zitten, face to face, zonder telkens opnieuw een dolk in de rug te steken. Dit geldt eveneens voor de Vlaamse partijen. Laat de wedijver dus even varen, want we dienen allemaal hetzelfde doel. Elke Vlaamse partij erkent immers de noodzaak van een verregaande staatshervorming. Zoals de Franstaligen al maandenlang doen, moeten ook de Vlaamse partijen met één en hetzelfde standpunt naar buiten komen. Het zal de dialoog vergemakkelijken en bovendien sneller een oplossing bieden. Samen werkt.
Politiemensen zouden tijdens het beoefenen van hun ambt steeds harder in aanraking komen met agressie, soms met zware letsels als gevolg.
Het aantal ongevallen wegens agressie met een aantal dagen arbeidsongeschiktheid als gevolg, bleef de laatste jaren ongeveer gelijk. Het aantal dagen arbeidsongeschiktheid kende daarentegen wel een enorme stijging.
In 2006 werden 140 ongevallen wegens agressie gemeld, gekoppeld aan een totaal van 959 dagen arbeidsongeschiktheid. Vorig jaar waren er 132 ongevallen terwijl het aantal dagen steeg tot 1186, een stijging van bijna 24 procent. Eén ongeval kende een dodelijke afloop.
Deze cijfers geven een beeld van de federale politie, de gegevens van de lokale politie zijn niet bekend.
De meeste gevallen gebeurden tijdens een interventie (96), maar de zwaarste letsels werden opgelopen tijdens ordediensten en escorteopdrachten. Tijdens deze opdrachten gebeurde er 28 maal een ongeval, hetwelk 277 dagen vrijstelling met zich meebracht.
In de helft van de gevallen bleven de letsels beperkt tot oppervlakkige wonden en kneuzingen. Een kwart van gevallen hield een verstuiking of verrekking in. Samen waren deze gevallen goed voor 878 dagen arbeidsongeschiktheid. In drie gevallen werden breuken opgelopen, dewelke zorgden voor ongeschiktheid van gemiddeld 46 werkdagen per geval.
Het is hoog tijd dat dit steeds harder wordend geweld een halt wordt toegeroepen. Verwijzend naar het recente incident in Bruparck blijken bovendien ook agenten buiten dienst niet altijd meer veilig te zijn.
In de buurlanden is men volop bezig met het zoeken naar mogelijke hulpinstrumenten om dit fenomeen tegen te gaan. Een voorbeeld is de bobbycam, een camera in de helm van de agenten. In ons land bleef de aanpak voorlopig te beperkt. De problematiek werd wel opgenomen in het globaal preventieplan en maandelijks wordt er een informatie- en sensibiliseringsdocument verspreid met raadgevingen, maar ik vind dat er ook dringend werk moet gemaakt worden van hulpinstrumenten voor de agenten zelf, zodat niet alleen de slachtoffers maar ook de daders aangepakt worden en het fenomeen zelf werkelijk wordt teruggedrongen.
Wie zou de pen van de Koning niet eens mee willen richting geven bij het schrijven van een toespraak...
Waarde landgenoten 21 juli 2008
De Koningin en Ikzelf moeten u onmiddellijk iets bekennen. Wij hebben gedwaald. Tenslotte zijn Wij ook maar mensen. Tijdens Onze Kersttoespraak zei Ik immers het volgende:
Op politiek vlak heeft het jaar dat nu ten einde loopt onbetwistbaar een harde periode gekend. Gelukkig, hebben gekende Belgische eigenschappen zoals creativiteit, gezond verstand en zin voor compromis het uiteindelijk gehaald.
Tijdens een andere moeilijke periode, in 1981, schreef mijn broer, koning Boudewijn, heel terecht, en ik citeer: Ik weet dat de beproeving daar is, dat ze talrijke medeburgers ongerustheid en leed bezorgt, maar ik weet ook dat het in moeilijke tijden is dat België het best reageert. Ik geloof rotsvast in de toekomst van ons land omdat ik vertrouwen stel in het kunnen van de Belgen wanneer ze in het nauw worden gedreven. einde citaat.
Een regering kon worden samengesteld om dringende problemen aan te pakken. Een hervorming en modernisering van onze Federale Staat worden op stapel gezet. Ik dank iedereen die daar op een of andere manier heeft toe bijgedragen.
Maar ik meen ook dat die moeilijkheden voor iedereen besluiten inhouden voor de toekomst. Samen met U wens ik er enkele onder ogen te nemen.
1.Om te beginnen lijkt het me onontbeerlijk de omgang en de contacten, tussen verantwoordelijken op alle vlakken, uit onze verschillende Gemeenschappen en Gewesten verder uit te bouwen en te versterken. Men heeft soms de indruk dat onze betrekkingen met het buitenland beter georganiseerd en gestructureerd zijn dan deze binnen ons eigen land. Bij een onontbeerlijke openheid van geest, bij wederzijds respect en tolerantie, mogen we onze naaste buren niet vergeten, burgers van eenzelfde land. We dienen de opbouwende dialoog tussen hen te bevorderen. Dat zal iedereen ertoe brengen, te luisteren, en begrip te hebben voor de gevoeligheden van de anderen en samen vooruit te gaan.
2. Ik heb het al meermaals gezegd maar ik wil er nadrukkelijk op terugkomen: het is noodzakelijk, in het bijzonder voor onze jongeren, de taal van andere gemeenschappen goed te kennen. Het is een vorm van burgerzin die maar al te lang werd verwaarloosd. Nochtans is het overduidelijk de eerste voorwaarde om elkaar als burgers van verschillende gemeenschappen ten volle te begrijpen en te waarderen. Taalonderwijs is nu zodanig gemoderniseerd dat er geen excuus meer bestaat om die inspanning niet op vroege leeftijd aan te vatten. De ervaring leert bovendien dat het een hoogst belangrijke troef is bij het solliciteren naar een betrekking.
3. Toenadering vraagt ook een vorm van verzoening tussen de gemeenschappen. In de loop van onze geschiedenis zijn er zeker collectieve onrechtvaardigheden gebeurd. Het is van belang die wonden te boven te komen en alles in het werk te stellen om de goede verstandhouding in de hand te werken teneinde samen een gemeenschappelijke toekomst op te bouwen. Die doestelling is niet utopisch. Is de Europese eenmaking zelf, alles welbeschouwd, niet gestoeld op een verlangen naar verzoening?
Ik meen bijna acht maanden later te mogen zeggen, dat die moeilijkheden waar we toen allen samen aan gingen werken, enkel maar duidelijker zijn geworden. Ik meen echter ook te mogen besluiten, dat de bereidheid om het doel te bereiken, gegroeid is en ons uiteindelijk zal leiden naar de uitbouw en versterking van ons land. Het gezond verstand zal weldra zegevieren en met zin voor het compromis zal deze impasse ook snel kunnen verlaten worden. De opbouwende dialoog waar eenieder zijn verantwoordelijk moet nemen, zal eerstdaags aangevangen kunnen worden, zodat er werk zal kunnen gemaakt worden van de modernisering en hervorming van ons land. Het wederzijdse respect zal hoogtij vieren, maar enkel wanneer de tolerantie gehandhaafd wordt.
Ik meen ten laatste te kunnen zeggen dat de deelstaten het heft in handen moeten nemen, maar (pauze)
dat het om een echt gesprek van deelstaat tot deelstaat moeten gaan, dat tot fundamentele resultaten in de staatshervorming leidt. Daarom vraag Ik aan de Franstalige en Nederlandstalige gemeenschappen om vooraf voldoende tijd te nemen om het tijdsschema en de inhoud van de dialoog vast te leggen. Het land heeft nood aan een bezinningsperiode, die voorkomt dat in deze moeilijke economische tijden een communautaire dialoog wordt opgestart zonder perspectief !
De koningin en ikzelf, kijken samen met onze familie uit naar een snelle, maar goede oplossing, die een antwoord zal bieden op de noden van ons land. Een oplossing die een plus betekent voor alle Belgen. Ik dank op voor hand iedereen die daar op een of andere manier zal toe bijdragen.
Ziedaar, Dames en Heren, de overwegingen die ik met U wou delen in deze periode van het jaar waar de zomerse zon ons normaal op vakantie toelacht. Wij kijken uit naar die zorgeloze tijd die ons weldra mag bereiken.
Confederaal model eindelijk door de politieke poort !
Yves Leterme heeft het ontslag van zijn regering aan de koning aangeboden. Deze laatste houdt zijn beslissing voorlopig in beraad. Hij is alvast begonnen met een consultatieronde, iets dat doet denken aan een jaar geleden
Ondertussen groeit de basis, dewelke resoluut kiest voor de nieuwe te bewandelen weg, namelijk deze van het confederalisme. Zoals ik al maandenlang en ook gisteren nogmaals (zie hieronder) heb meegedeeld, is de keuze voor het confederale model de enige manier om uit deze impasse te geraken. De premier heeft immers volkomen gelijk wanneer hij oordeelt dat de limieten van het federale overlegmodel bereikt zijn. De tegengestelde visies zijn inderdaad niet meer te overbruggen.
Het zwaartepunt moet dus bij de deelstaten komen te liggen. Zij moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en samen een dialoog aangaan. In dit overleg kunnen ze geflankeerd worden door een aantal federale parlementsleden, maar heel deze hervorming moet en zal gedragen worden door de gewesten.
Alvorens van start te kunnen gaan, moet er echter een klaar en duidelijk overzicht van de problemen en knelpunten zijn. Er moet dus gestart worden met de opmaak van een soort inventaris door de betrokken actoren.Een misschien nog meer cruciale voorwaarde is het engagement dat getoond moet worden om het doel te bereiken. De methode die de voorbije maanden gehanteerd werd, kan niet langer geduld worden. Steeds maar verkondigen dat alles in een constructieve en serene sfeer verloopt, terwijl het tegenovergestelde waar is, kan niet langer door de beugel. Het moet gedaan zijn met doen alsof men werkelijk ergens naartoe wil, maar anderzijds een eigen verborgen agenda na te streven.
Van zodra deze noodzakelijke goedbedoelde bereidheid en wil, het politieke engagement, aanwezig is bij alle gesprekspartners rond de tafel, kan een doel voorop worden gesteld, gekoppeld aan een concreet tijdsperspectief. Op die manier zal een nieuwe toekomst kunnen uitgetekend worden, die tegemoet zal kunnen komen aan de noden en wensen van ons land.
CD&V/N-VA heeft haar verantwoordelijkheid genomen, wat nu?
Vorig jaar zijn we naar de kiezer getrokken met een duidelijk signaal. Het bestaande huishouden van de Belgische staat was een chaos, dat dringend nood had aan een reorganisatie. Een jaar later verzet een deel van het huishouden zich nog steeds en is er van een verregaande staatshervorming nog lang geen sprake.
Hun troef, ondanks dat ze elkaar niet kunnen rieken of zien, is eensgezindheid. Het moet ook wel gezegd worden, in hun positie is het gemakkelijk om op één lijn te blijven staan. Een NON kan nooit anders klinken, ook al draai je het om. Bovendien weet iedereen dat de eerste die toegeeft aan Franstalige kant, volgend jaar absoluut niet de eerste zal zijn bij de verkiezingen. Denken zij dan niet aan de toekomst? Waarschijnlijk juist veel meer dan welke Vlaming ook. Zij bereiden scenarios voor die de Vlaming enkel in de meest futuristische sciencefictionfilm kan thuisbrengen, dit zonder enig ongemak en in alle rust. Eén probleem in al deze toekomstplannen is het gemis van een verbinding met Brussel. Wanneer zij zich ooit willen loskoppelen van Vlaanderen, hoe kunnen ze dan aanspraak maken op Brussel? Wordt de taalgrens dan een staatsgrens? Welke andere grenzen kunnen gehanteerd worden? Weinig antwoorden voldoen aan deze nood. Het gevolg is dat de Franstaligen steeds een uitbreiding zullen blijven eisen, desnoods tot de Vlamingen er bij neervallen.
Men verwijt het Vlaamse kartel kiezersbedrog, tsjevenstreken en nog meer, maar verantwoordelijkheidszin wordt nergens vermeld. De beste positie om uw verkiezingsprogramma uit te oefenen is mee aan tafel zitten, een nog betere positie is het tafelgesprek leiden. Dit leiden mag echter niet eindigen in een martelend lijden.
De stelling, dat de communautaire problemen het andere beleid niet mag hypothekeren, is correct, maar het andere beleid is niet meer mogelijk zonder een nieuwe staatsstructuur. Diegene, die dat nog ontkent, heeft de laatste maanden op een andere planeet geleefd.
De deelstaten moeten in heel deze reorganisatie de leiding nemen, maar dit had al van in het begin zo moeten zijn. Wanneer dit nu pas zou gebeuren, dreigt alles plat te blijven liggen tot midden volgend jaar, het moment dat er in de deelstaten een nieuwe regering is gevormd. Zolang kan en mag er niet gewacht worden. Er moet nu gehandeld worden, maar hoe kan dat met partijen die hun agenda verborgen houden?
Onze staatsstructuur is gebouwd op solidariteit, een woord dat afkomstig is van het Latijnse solidaritus, wat simpelweg te vertalen is als wederzijdse verantwoordelijkheid. Het begrip solidariteit heeft historisch steeds een bepaalde invulling gekregen, van leuze van de arbeidersbeweging in de 19de eeuw, over het politieke en morele bewustzijn van enerzijds de onderdrukten en anderzijds de solidairen met de onderdrukten, tot vandaag, als rechtvaardige samenleving die denkt aan de toekomst.
Als je deze laatste invulling koppelt aan de letterlijke vertaling, verkrijg je een wederzijdse verantwoordelijkheid die rechtvaardig bouwt aan de toekomst. Een slagzin die zou moeten gelden voor ons land, maar die hoe langer de institutionele crisis aanhoudt, hoe meer aan kracht verliest. Het is hoog tijd dat de verantwoordelijkheid door iedereen wordt genomen, zodat er werk kan gemaakt worden van het België van morgen.
In 2001, nu al 7 ! jaar geleden, verkoos onze partij de confederale weg als het pad voor de toekomst, dit zonder de solidariteit in het gedrang te brengen. Het mag duidelijk zijn dat deze weg voor ons de enige uitweg is om op een verantwoordelijke manier uit de huidige impasse te geraken. De deelstaten moeten meer slag en daadkracht krijgen om zo hun eigen beleid te voeren, gericht op hun eigen specifieke noden en doelen.
Welke rol speelt de solidariteit hierin? Zijn dit de financiële transfers van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië? Is dat de manifeste onwil om over welke bevoegdheidsoverdracht dan ook te spreken? Is dat de onmogelijke samenwerking om eenzelfde toekomstvisie van het land uit te stippelen? Zijn de vragen van de Vlamingen zon brug te ver voor de Franstaligen?
Seaking wordt steeds meer voor andere doeleinden ingezet.
Sea King Helikopters spreken nog steeds tot de verbeelding van veel mensen. Ze zijn het onderwerp geworden van een TV-reeks en film en de jaarlijkse dag in Koksijde lokt nog steeds veel kijklustigen. Toch vond ik het interessant om eens na te gaan welke opdrachten deze helikopters de laatste jaren (2004 2007) uitvoerden.
Uit antwoord van minister Decrem blijkt dat ze in die periode 297 keer werden ingezet. Deze interventies worden onderverdeeld in de SAMAR, de interventies boven zee, de SATER, boven land en de categorie OTHER, dewelke voornamelijk bestaan uit medische transporten tussen hospitalen.
De meeste interventies gebeuren tussen april en september, met juli als meest bedrijvige maand en dan vooral met interventies boven zee.
Vorig jaar daalde het aantal scrambles met bijna een derde (-29 procent), waarbij de interventies boven land (zes) zelf met de helft daalden tegenover het jaar voordien, terwijl het aantal interventies onder de categorie OTHER (elf) dan weer verdubbelde in vergelijking met 2006. Opmerkelijk in al deze statistieken is het aantal vlieguren boven land, dat vorig jaar daalde met 76 procent tot slechts 2,6 uur en 6 scrambles, terwijl het aantal uren voor de OTHER-scrambles veertien keer (35,3 uren toenam ten opzichte van 2004 (2,5).
De kostprijs per vlieguur Seaking wordt jaarlijks opnieuw berekend en varieerde in de periode 2004 tot heden van 3500 tot 3650 euro. In de meeste gevallen ging het om reddingsacties of medische evacuaties boven land of zee. In die gevallen neemt Defensie de kosten voor haar rekening. In bepaalde gevallen, indien de Seaking ten voordele van andere departementen wordt ingezet, kunnen deze verhaald worden.
Het mag duidelijk zijn dat de Seaking Helikopter steeds meer ingezet wordt voor andere doeleinden dan de oorspronkelijke scrambles ter land en zee. Terwijl deze in 2004 nog 97 procent van het aantal vlieguren vertegenwoordigden, is dat vorig jaar gedaald tot 63,2 procent. Een tendens die zeker in het oog moet gehouden worden.
In eerste klas nog veel plaats, vooral buiten de spits
Het nut van het behoud van een onderscheid tussen eerste en tweede klasse was in het verleden al meermals het onderwerp van discussies.
Uit antwoord van minister Vervotte blijkt dat 4,3 procent van de ritten afgelegd wordt in 1e klas, terwijl voor 2006 en 2007 de verhouding zitplaatsen 15 procent 85 procent voor respectievelijk 1e en 2e klas bedroeg. In 2005 was dat nog respectievelijk 16,7 procent en 83,3 procent. Tijdens de piekuren zou in 1e klas wel een hogere bezettingsgraad merkbaar zijn dan buiten de spits.
3,8 procent van de pendelaars woon-werk hebben een abonnement voor 1e klas. Hoewel de treinkaarthouders het belangrijkste aandeel hebben in de verkoop van de 1e klas vervoersbewijzen, zien we dat 6 procent van de totale biljetverkoop gerealiseerd wordt in 1e klas, 12 procent voor de verkoop van volle prijs biljetten en 6,6 procent voor de Rail Pass.
De 1e klas is goed voor gemiddeld 8,2 procent van de opbrengsten, dewelke als volgt onder zijn te verdelen
6,5 procent van de opbrengsten uit abonnementen zijn 1e klas.
10 procent van de opbrengsten uit de Rail Pass zijn 1e klas.
15 procent van de n uit volle prijs biljetten zijn 1e klas
Het inkomstenaandeel ligt een stuk hoger dan het volume-aandeel reizigers in 1e klas, maar de gemiddelde bezetting is dus duidelijk minder dan het voorziene aantal plaatsen. De werkelijke bezetting varieert echter naargelang het ingezet materiaal, de rijtuigtypes, de samenstelling en de uren. Daarnaast neemt de NMBS ook nog een aantal specifieke klantgerichte maatregelen:
-(permanente) deklasseringen op bepaalde lijnen, evenals punctuele deklasseringen door de treinbegeleiding in het belang van de reizigers
-Mogelijkheid van klasseverhogingen, evenwel betalend
-De kostenloze verhoging voor zwangere vrouwen (tijdens hun laatste 4 maanden)
Van deze klantgerichte maatregelen werd enkel de eerste opgenomen in de bovenstaande cijfers.
De NMBS heeft steeds getracht om het aanbod van plaatsen af te stemmen op de vraag, maar uit de cijfers blijkt er toch nog een groot verschil te liggen in het aandeel gerealiseerde reizen in 1e klas en 2e klas in vergelijking met de aangeboden zitplaatsen. Hoewel dit vroeger reeds werd aangekaart, is aan de bezettingsgraad weinig veranderd.
Eén van de redenen die de NMBS twee jaar geleden reeds aanhaalde was de toename van het aantal bezette eersteklasplaatsen door de invoering van het kosteloze woon-werkverkeer. Ondertussen zien we dat die toename, momenteel nog geen vier procent van het totaal, niet correct is.
Binnenkort toch een beetje uitleg vragen aan de minister..
Twee juli, in een niet-schrikkeljaar, de middelste dag van het jaar, voor de royalty-liefhebbers de huwelijksdag van ons koningspaar, nu net geen gouden bruiloft geleden, maar voor het overige is het een dag als een ander.
Vandaag weer veel negatieve berichten in het nieuws, alleen de beurs kleurt een beetje positiever dan de voorbije dagen. Sinds lang zien de meeste aandelen een plusje, althans toch op de middag. Afwachten en hopen .
Veel nieuws valt er dus niet te melden, de zomer heeft zich ingezet. Toch moeten we nog een paar dagen alert zijn. Hoewel bijna iedereen overtuigd is dat er binnen twee weken niets te vernemen zal zijn, is waakzaamheid geboden. Onze oren blijven gespitst.
Tenslotte wil ik nog even terugkomen op de uitlatingen van Maingain. Mijn verontwaardiging was reeds groot, maar is nog groter geworden. Op zijn website heeft hij immers een petitie staan Pour la défense des personnes autistes. Blog daide Waar zijn de grenzen? Verontschuldigingen zijn nog steeds niet gehoord !
Je kon geen radio opzetten of het ging over de beslissing in Vilvoorde. Professoren, burgemeester, raadsleden, voor- en tegenstanders, iedereen kwam ruim aan bod. Gisteren sprong zelfs een eindredacteur Mieke Vogels bij over haar beklag over de zogenaamde schending van een basisrecht, met name het recht op wonen. Men spreekt van het zoveelste schandaal in de Vlaamse rand, een nieuw voorbeeld van het steeds toenemende extremisme.
Zijn al die gevallen, Liedekerke, Londerzeel, Zaventem, Zemst, Overijse, Geraardsbergen en nu ook Vilvoorde, schandalen die inderdaad discriminatie en haat prediken? Duiden deze initiatieven inderdaad op een bekrompen Vlaamse geest of hebben ze een ander doel?
Het is geen kwestie van barricademaatregelen om met hand en tand de Vlaamse identiteit van de gemeenten te verdedigen en indien mogelijk te vrijwaren, neen, het gaat simpelweg om een eenvoudige oproep tot samenleven met de plaatselijke gemeenschap. Het is toch niet meer dan logisch dat de voertaal op een buurtfeest Nederlands is en niet Frans, een gegeven dat steeds meer toeneemt. Het is immers de Vlaming die zich eerder zal aanpassen aan zijn/haar nieuwe ingeweken buur dan omgekeerd.
Oppositie en verontwaardigde mensen die het probleem niet ervaren, schreeuwen moord en brand, maar doen anderzijds geen moeite om de keerzijde van de medaille te bekijken en vast te stellen dat de bedoeling net het tegenovergestelde is. Iedereen is welkom in Vlaanderen, dat zal niemand tegenspreken, maar langs de andere kant wordt er van diegenen, die zich komen vestigen, verwacht dat ze zich ietwat integreren. Een vraag die niet meer dan normaal is en getuigt van respect. De gemeenten rondom Brussel zijn even gastvrij als elders, misschien zelfs nog meer, maar enkel de initiatieven die vergiftigd kunnen gecommuniceerd worden, worden ook zo breed uitgesmeerd in de pers. Andere integratiebevorderende initiatieven krijgen geen aandacht.
Moeten deze maatregelen dus allemaal zo geradicaliseerd worden? Het doel wordt verzwegen, de propagandisten gebruiken hun leuzen. Deze manier van handelen moet omgedraaid worden, want het is in het belang van een betere Vlaamse samenleving dat er op een correcte wijze wordt gecommuniceerd. Het wordt dus tijd dat iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt en zich toelegt op zijn/haar eigen rol in het integratieproces dat leidt tot een samenleving midden de mensen.
Vandaag vond de zoveelste gedachtewisseling over het elektronisch stemmen plaats, een discussie waar Vlamingen en Walen lijnrecht tegenover elkaar staan. Ik zie uw voorhoofd al fronsen, inderdaad ook over zon onderwerp liggen de gedachten ver uiteen. Vlaanderen wil vooruit, Wallonië wil terug naar potlood en papier.
Momenteel wordt er in 201 van de 589 Belgische gemeenten elektronisch gestemd, waaronder de 19 gemeenten in Brussel. In Vlaanderen stemt men in bijna de helft van de gemeenten elektronisch (143 / 308), terwijl de Waalse steden en gemeenten nog geen 15 procent halen (39 / 262).
Ons land heeft op zich reeds een zeer grote ervaring met de elektronische manier van stemmen. De eerste maal gebeurde ondertussen al bijna 17 jaar geleden, en het systeem werd bij wet ingevoerd in 1994. De voordelen spreken voor zich. Het gaat sneller, er is minder volk nodig (een terugkeer naar potlood en papier zou ongeveer 8000 bijkomende personen inhouden per verkiezing), geen ongeldige stemmen, geen moeite met die grote onhandige biljetten en de manier zou veel betrouwbaarder zijn.
Een nadeel is de kost. Elektronisch stemmen valt een pak duurder uit en is zelfs driemaal zo duur per kiezer dan stemmen met potlood en papier. Anderzijds wordt in die vergelijking / verhouding geen rekening gehouden met de vele uren arbeid die anders zou moeten verricht worden door de duizenden mensen. Indien de vergoeding zou verhoogd worden, zou de kloof van de kostverhouding automatisch verkleinen.
Zijn de Vlamingen voorstander om het systeem van vandaag te behouden?De manier heeft zijn nut bewezen, maar we moeten werk maken van een vernieuwd systeem. Het zogenaamd verbeterd papieren systeem. U stemt via de pc, waaruit een stembiljet komt waarop u uw keuze kan controleren, samen met een gecodeerde barcode of soort chip. Dit biljet poneert u vervolgens in de urne. De telling gebeurt via het elektronisch scannen van de code. Het voordeel is dat je uw stem kan controleren door de afdruk op uw biljet. Bij twijfel kan er steeds een manuele hertelling gevraagd worden.
De angst om fraude en manipulatie blijft echter bij verschillende groepen bestaan, evenals de onmogelijkheid om de juistheid van de stem te controleren op de chip/code. Het is echter hoogtijd om stappen te ondernemen in dit dossier, want de tijd gaat vooruit. Daarom is het belangrijk om de kantons die vooruit willen de mogelijkheid aan te bieden, evenals de keuze te laten aan die kantons die nog wensen verder te werken met potlood en papier.
Een resolutie in die zin zal eerstdaags in de Kamer worden neergelegd. Het blijkt de beste oplossing te zijn om elke regio en daarin de gemeenten een eigen weg te laten bewandelen. Is dat ook voor de andere dossiers geen goed perspectief?