Het nut van het behoud van een onderscheid tussen eerste en tweede klasse was in het verleden al meermals het onderwerp van discussies.
Uit antwoord van minister Vervotte blijkt dat 4,3 procent van de ritten afgelegd wordt in 1e klas, terwijl voor 2006 en 2007 de verhouding zitplaatsen 15 procent 85 procent voor respectievelijk 1e en 2e klas bedroeg. In 2005 was dat nog respectievelijk 16,7 procent en 83,3 procent. Tijdens de piekuren zou in 1e klas wel een hogere bezettingsgraad merkbaar zijn dan buiten de spits.
3,8 procent van de pendelaars woon-werk hebben een abonnement voor 1e klas. Hoewel de treinkaarthouders het belangrijkste aandeel hebben in de verkoop van de 1e klas vervoersbewijzen, zien we dat 6 procent van de totale biljetverkoop gerealiseerd wordt in 1e klas, 12 procent voor de verkoop van volle prijs biljetten en 6,6 procent voor de Rail Pass.
De 1e klas is goed voor gemiddeld 8,2 procent van de opbrengsten, dewelke als volgt onder zijn te verdelen
6,5 procent van de opbrengsten uit abonnementen zijn 1e klas.
10 procent van de opbrengsten uit de Rail Pass zijn 1e klas.
15 procent van de n uit volle prijs biljetten zijn 1e klas
Het inkomstenaandeel ligt een stuk hoger dan het volume-aandeel reizigers in 1e klas, maar de gemiddelde bezetting is dus duidelijk minder dan het voorziene aantal plaatsen. De werkelijke bezetting varieert echter naargelang het ingezet materiaal, de rijtuigtypes, de samenstelling en de uren. Daarnaast neemt de NMBS ook nog een aantal specifieke klantgerichte maatregelen:
- (permanente) deklasseringen op bepaalde lijnen, evenals punctuele deklasseringen door de treinbegeleiding in het belang van de reizigers
- Mogelijkheid van klasseverhogingen, evenwel betalend
- De kostenloze verhoging voor zwangere vrouwen (tijdens hun laatste 4 maanden)
Van deze klantgerichte maatregelen werd enkel de eerste opgenomen in de bovenstaande cijfers.
De NMBS heeft steeds getracht om het aanbod van plaatsen af te stemmen op de vraag, maar uit de cijfers blijkt er toch nog een groot verschil te liggen in het aandeel gerealiseerde reizen in 1e klas en 2e klas in vergelijking met de aangeboden zitplaatsen. Hoewel dit vroeger reeds werd aangekaart, is aan de bezettingsgraad weinig veranderd.
Eén van de redenen die de NMBS twee jaar geleden reeds aanhaalde was de toename van het aantal bezette eersteklasplaatsen door de invoering van het kosteloze woon-werkverkeer. Ondertussen zien we dat die toename, momenteel nog geen vier procent van het totaal, niet correct is.
Binnenkort toch een beetje uitleg vragen aan de minister..
07-07-2008 om 11:29
geschreven door Michel 
|