De veiligheid op het openbaar vervoer wordt duidelijk echt aangepakt. Het is een onderwerp geworden dat niet meer éénmalig wordt besproken naar aanleiding van een incident, maar een item waarvoor permanent oplossingen worden gezocht en gevonden. Het is het subject geworden van overleg tussen de verschillende actoren. Deze evolutie is enkel maar toe te juichen. De kop wordt inderdaad niet meer in het zand gestoken.
Terwijl de Vlaamse overheid werk maakt van een decreet dat de mogelijkheid biedt personen wegens overlast voor een bepaalde tijd van het openbaar vervoer te weren, heeft de Vlaamse vervoermaatschappij nu als eerste een veiligheidsmonitor die met de lokale overheden, de politie en de vakbonden wordt besproken. De monitor moet de basis vormen van een beter veiligheidsbeleid. Er werden 161 moeilijke buurten in kaart gebracht, waarvan 22 als echte hotspot. Ik vind het niet meer dan normaal dat enkel diegenen die het moeten weten, de kennis hebben van die wijken. Het is de bedoeling het onveiligheidsgevoel weg te nemen en niet aan te wakkeren in die bepaalde buurten. Met het juiste evenwicht kan de problematiek gericht aangepakt worden. Hierbij mag de samenwerking met de lokale besturen en de politie zeker geaccentueerd worden. Elkeen heeft zijn taak en samenspel leidt steeds tot het beste resultaat.
Preventieve maatregelen zijn van goudwaarde, maar mogen niet overschat worden. Zo kan het niet de bedoeling zijn van elk hoekje met een camera uit te rusten, maar anderzijds schrikt het wel serieus af. Wanneer op dit elan wordt verder gewerkt, kan De Lijn een prominente voortrekkersrol spelen als veilige vervoermaatschappij. Dergelijke inzet is een voorbeeld voor de andere maatschappijen. Misschien kan deze monitor een verder aanzet zijn voor de MIVB, de spoorwegen of de TEC, zodat dit maatschappelijk probleem over heel het land aangepakt wordt.
Brussel blijft immers een probleem voor het openbaar vervoer. De maatregelen die de voorbije maanden zijn genomen, bijvoorbeeld inzake veiligheidspersoneel, waren noodzakelijk en aan te moedigen, maar hierbij mag het niet eindigen. De omkadering en opvolging moet ook volgen. Refererend naar de spoorwegpolitie van Brussel-Zuid moet er ook dringend werk worden gemaakt van noodzakelijke infrastructuur en voldoende werkingsmiddelen. De opvolging en het sanctioneren moet ook beter, want anders komen we terecht in een vicieuze cirkel, waar niemand beter van wordt.
13-02-2009 om 15:27
geschreven door Michel 
|