Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
Michel Doomst
Tussen ons gezegd ... ... en voesj gezwegen
21-08-2009
Er zit sleet op de gebouwen
Minister van Justitie Stefaan De Clerck had zich zijn vakantieperiode anders voorgesteld. In juli zou zijn hervormingsplan van het gerecht stevig rijpen, in augustus zou hij het laten bezinken om in september verder te brouwen.
De gevangenis van Brugge en het Brusselse justitiepaleis hebben een andere wending gegeven aan het zonnige rijpingsproces. Eens te meer werd bewezen dat onze accommodatie niet aangepast is aan de echte noden van deze tijd, meer nog, de infrastructuur is zodanig aftands dat kleine en grote incidenten niet te vermijden zijn.
Eén van de kerntaken van de federale overheid is het garanderen van de veiligheid van al haar burgers. Politie, brandweer en justitie zijn dan ook cruciale posten in de begroting. Voor de politie heeft Dutroux in zijn eentje de hervorming op gang gebracht. Het drama van Ghislenghien heeft het brandweerdossier hoog op de agenda geplaatst. Hopelijk helpen de ontsnappingen om de veiligheidskerntaak van justitie hoge prioriteit te geven. Het probleem zit echter niet alleen bij gevangenissen zonder een net of justitiepaleizen met teveel onbewaakte in- en uitgangen. Deze situatie is het gevolg van jaren onderfinanciering van delen van justitie en de verstarde mentaliteit in de sector. Op de beklaagdenbank zit de federale overheid die, door het uitblijven van de nodige hervormingen van de staat, in nood zit aan geldelijke middelen en soms kortsluit met de bevolkingscultuur waar het voor werkt. Dit probleem geraakt niet opgelost als de kern onaangeroerd blijft. Als de deelstaten eindelijk meer verantwoordelijkheid kunnen opnemen voor de financiën en het justitiebeleid, kan men de vingers echt op de zere wonden leggen.
De federale overheid zal dan niet langer leeg worden gemolken door deelentiteiten die wel consumeren, maar niet responsabiliseren, dan zullen de Vlaamse en Franse Gemeenschap vanuit hun eigen en andere visie (Vlaanderen wat harder, Franstaligen wat zachter) mee boter eten als dat moet.
Er moet geen tekeningetje meer gemaakt worden om aan te tonen dat voor de federale hoofdtaken de nodige middelen en efficiënte aanpak toch zo moeilijk wordt gevonden. De politie heeft midden in een diepe crisis en met Europees voetbal in aantocht middelen afgedwongen, maar we weten niet of we voor de brandweer de nodige middelen voor de hervorming zullen vinden. Het departement financiën smeekt om modernisering om de inkomsten op een correcte en efficiënte manier te laten binnenkomen. Het leger strijdt niet met aangepaste methodes om tot een gespecialiseerd en snel inzetbaar korps te komen. Buitenlandse Zaken heeft het moeilijk om de terechte nood aan een staatshervorming communicatief over te brengen. De sociale zekerheid kreunt onder het gebrek aan enerzijds activering op de arbeidsmarkt en anderzijds de invulling van een gezondheidsbeleid op maat van het terrein gesneden.
Het zou als luisteren naar de stilte zijn als men niet onderkent dat een dubbele structurele zwakte aan de bron ligt van dit probleem dat explodeert
-de financiële zwakte van het federaal niveau door systematische ondervoeding binnen de huidige staatsstructuur.
-De groeiende tweespalt tussen de twee gemeenschappen naar politie en justitie toe.
De voorbije jaren hebben duidelijk gemaakt dat er gewoon geen keuze is. Dit land moet zich hervormen om de noden van de mensen nog beter te kunnen beantwoorden. De oude gebouwen zullen langs alle kanten blijven lekken, net zoals de ingangen en de kelders, zolang de vermolmde structuur van onze instellingen niet aan de nieuwbouw toe is. Bepaalde architecten raden zelfs een volledige nieuwbouw aan
De maat is meer dan vol, de emmer loopt over. Het is een gevoel dat de mensen van Fedasil al maanden hebben, maar vanaf eergisteren volgen ze ook hun buikgevoel. Ze hebben er immers hun buik van vol. De diensten hebben de deuren gesloten. Er worden geen nieuwe opvangplaatsen meer toegewezen. Spandoeken met bekende politieke uitspraken (trop is te veel en te veel is ) roepen de politici op hun verantwoordelijkheid te nemen. Bevoegd minister Arena roept op tot kalmte en vraagt haar diensten nog even vol te houden, kortom ze vraagt nog een anderhalve week respijt. Het conclaaf van volgend weekend zou voor dit hele grote probleemdossier eindelijk de witte rook moeten brengen. Ondertussen wordt het spelletje tussen bepaalde ministers doorgespeeld. Zichzelf hebben ze niets te verwijten, de fout en de verantwoordelijkheid ligt bij de andere.
De opvangcentra zitten overvol. Wetende dat de huidige bezettingsgraad meer dan 102 procent bedraagt, dat meer dan 600 mensen in Brusselse hotels verblijven en dat er ondertussen tientallen op straat slapen, begrijpen we perfect dat de diensten van Fedasil aan de noodrem trekken. De alarmbel luiden ze al maanden, maar sommige blijken voor bepaalde signalen doof te zijn. Laat nu het begin van het conclaaf juist samenvallen met de dag van de Heilige Fredericus, de patroonheilige tegen de doofheid. Hopelijk doen er enkele een schietgebedje.
Men zou kunnen stellen dat tijd raad brengt, maar anderzijds weten we dat goede raad duur is. Wanneer men dan nog eens veroordeeld wordt tot 500 euro per nacht per persoon, dan weten we dat dit niet lang houdbaar, maar vooral onbetaalbaar is. Vandaag een kleine veertig personen, goed voor een kleine 20.000 euro per dag, een bedrag dat dagelijks exponentieel toeneemt, zal tegen het einde van volgende week een bedrag zijn waar iedereen van achterover valt. Twee weken geleden werd er schande gesproken toen Fedasil mensen op hotel stuurde, maar dit kost de dienst slechts 30 euro per nacht.
We moeten zorgen dat de mensen die recht hebben op opvang, van dat recht ook kunnen genieten, maar hiervoor is een goed beleid nodig. De centra zitten momenteel vol met mensen die er eigenlijk al lang niet meer thuishoren. Er moet een einde worden gesteld aan de verschillende achterpoortjes die de wet momenteel toelaat. Praktijken zoals telkens opnieuw een aanvraag indienen, waardoor men blijft genieten van de materiële steun, moeten aangepakt worden. Diegene die momenteel meer dan eenmaal een aanvraag indient, doet dit gemiddeld vijfmaal. Als je de termijnen incalculeert van dergelijke aanvragen, hoef je geen twee keer na te rekenen hoelang deze mensen in het circuit zitten. Dergelijke praktijken worden getolereerd, waardoor er zelfs personen zijn die het wereldrecord proberen te halen in deze discipline. De notering zal echter nooit gehonoreerd worden want de jury is de tel kwijtgeraakt. Er zou momenteel iemand zijn die voor de achttiende, of zelf negentiende !! keer asiel heeft aangevraagd in ons land. Hoop doet leven, maar van hoop alleen kan men niet leven.
Beste ministers, maak aan dit probleemdossier, waar niemand het kruis van wil dragen, een einde en zorg dat deze kruisweg geen processie van Echternach wordt. Neem het pad van de gerechtigheid en breng klaarheid, neem verantwoordelijkheid, en pas de correctheid toe. Niet links, niet rechts, maar centrum-rechtdoor .
De zomerse temperaturen gekoppeld aan de langste dagen van het jaar, doet velen hunkeren naar de jaarlijkse zonnige reis. Op de luchthaven van Zaventem verwacht men dit weekend enorm veel volk. Een weekje voor de echte vakantie vertrekken is vooral financieel interessant.
Terwijl één van de favoriete vakantiebestemmingen Turkije is, laait in Vlaanderen de discussie omtrent de vreemdelingenproblematiek opnieuw hoog op, met in de schijnwerpers onder meer de personen die hun roots hebben in Turkije of Marokko. Ofschoon het hoofddoekendebat deze week voldoende stof heeft doen opwaaien, blijken deze personen in kwestie onderwerp te zijn van verschillende universitaire studies. Zo titelt een dagblad vandaag dat volgens een recente studie de allochtoon een witte vriend nodig heeft. (In de studie vind ik die titel echter niet.) Een paar bladzijden verder staat een interview met een Turkse onderzoekster te lezen. Zij is geschokt door het onderzoek, waar ze zelf heeft aan meegewerkt. De achterstand heeft alles te maken met het feit dat wij de Turkse en Marokkaanse Belgen uitsluiten. "Hoe kun je nu integreren in een samenleving die u niet wil hebben, een samenleving die je niet accepteert, een samenleving die enkel maar problemen in je schoenen schuift", vraagt ze zich nog af.
Bij het lezen van zulke interviews ontwikkelt zich spontaan een kronkel op mijn voorhoofd, gaan mijn wenkbrauwen automatisch fronsen en is het nog moeilijk stoïcijns te blijven. Je voelt je in je kuif gepikt, zou een kiplekkere Nederlander zeggen. Respect is een woord dat veel gebruikt wordt in deze discussies, maar wat ik heel weinig hoor is het woord wederzijds.
Ondertussen moet onze regering dringend werk maken van de asielproblematiek. Gisteren ondervroeg ik tijdens de plenaire vergadering minister Turtelboom over haar nieuwe omzendbrief, dewelke een betere identificatie moet toelaten van illegalen. Ik hoop dat de andere rondzendbrief, waar velen op zitten te wachten, nu ook snel mag komen. Deadlines waren verbannen uit het parlement, maar zijn sinds gisteren terug. Minister Arena wil voor 21 juli een oplossing, anders zou het wel eens crisis kunnen zijn Het mag duidelijk zijn dat een oplossing zich inderdaad opdringt. Doordat er zogezegd politieke spelletjes worden gespeeld, stijgt het aantal asielzoekers opnieuw. Sinds 2000 was er een enorme daling van het aantal, maar sinds 2007 zijn we terug in stijgende lijn. Als we weten dat vorige maand een kwart meer aanvragen werden gedaan in vergelijking met de maand vorig jaar, dat de centra overvol zitten, dan moeten er nog weinig tekeningen gemaakt worden. Minister Turtelboom zou al maanden klaar zijn met haar dossier, maar krijgt het niet besproken. Minister Arena wil van geen verwijt horen, maar schuift de beschuldiging sneller dan het licht in de schoenen van haar collega. Tafeltennis is een plezante sport, waar met een aantal technische slagen mooie dingen kunnen getoond worden, maar deze problematiek is geen sport. Laat ons snel tot een correcte, coherente en vooral duidelijke oplossing komen.
Hoewel men steeds spreekt van het houden van een winterslaap en de daarop volgende lentemoeheid, lijkt het parlement zich nu stilaan op te maken voor een zomerdutje. De activiteit lijkt stilaan te sputteren, de nood aan zuurstof lijkt hoger dan andere jaren (hetgeen door de omstandigheden wel begrijpbaar is). Ons parlementair jaar duurt echter nog meer dan een maand. De gedachte aan de zuiderse zon, badend op een luchtmatras met een pina colada in de ene hand en pletsend in het water met de andere hand, zou toch moeten volstaan om nog even door te werken. Het mag dan al kabbelend zijn voor sommigen, het moet toch vooruit. Een aantal dossiers liggen immers al maanden op tafel, maar men vindt maar geen consensus, anderen komen dan toch nog net op tijd boven water.
Zo heb ik een wetsvoorstel ingediend tot invoering in het Strafwetboek van een verzwarende omstandigheid voor bepaalde misdrijven tegen bepaalde personen bekleed met een openbare hoedanigheid, dit naar analogie van mijn collegas Claes en Van Parys in de Senaat. In de Senaat is de consensus gevonden, maar in de Kamer nog niet. Woensdag werd een politiepatrouille in Aarschot aangevallen door een koppel, toen ze hen aan hun woning wat vragen kwamen stellen over hun niet-verzekerde wagen, die er geparkeerd stond. Het is nog maar eens een voorbeeld van incidenten die harder moeten aangepakt worden. Het wetsvoorstel zal dergelijke incidenten niet uit de wereld helpen, maar we moeten alle middelen inzetten om zulke zaken kordaat aan te pakken en laten zich dat deze niet te tolereren zijn. Hopelijk zal de zuiderse zon de nodige inspiratie leveren om nadien snel de broodnodige eensgezindheid te vinden.
Andere dossiers, dewelke al lang onderwerp zijn van een gesprek, leveren dus nu ook de inhoud voor een gesprek. Zo zal het evaluatierapport van 10 jaar politiehervorming volgende week woensdag in de commissie Binnenlandse Zaken voorgesteld en besproken worden. Onze fractie in het federaal parlement heeft exact een maand geleden haar zeven kernpunten reeds voorgesteld
(http://kamer.cdenv.be/actua/politiewerk-begint-in-je-straat), waardoor we goed voorbereid de bespreking, van dit zeer belangrijk dossier, zullen kunnen aanvatten. Bij deze is men gewaarschuwd, want we hebben er nog veel zin in. Van zomerverveling hebben wij helemaal geen last en het zou bovendien ook de beste remedie zijn tegen opkomende herfstmistroostigheid.
De teerlingen zijn geworpen, de kiezer heeft beslist. Voor de ene groep was er zondagavond blijdschap, voor de andere verdriet. De ene partij mocht na afloop euforisch zijn, terwijl bij anderen veelal somberheid troef was. De verkiezingsuitslag had ook deze keer de nodige verrassing in petto.
Vijf jaar geleden won het kartel CD&V/N-VA de verkiezingen, een zogenaamd gouden koppel dat elke verkiezing nadien meer verguld werd. De boodschap die we destijds samen naar buiten brachten, sloeg bij de mensen aan. Vorig jaar kwam er echter een einde aan het Vlaamse kartel op nationaal niveau, een gebeurtenis die bij vele lokale mandatarissen pijn deed. Tijdens het likken van de wonden bleek echter dat de breuk zich sowieso vroeg of laat ging aftekenen. De manier waarop beide partijen uit de institutionele impasse probeerden te geraken, was immers fundamenteel verschillend. N-VA besloot vanuit de tribune de boodschap te brengen, wij trachtten dezelfde boodschap via het spel van dialoog en overleg te verkondigen. De kartelboodschap bleef via de lokale afdelingen evenwel voortleven. Vele lokale CD&V-ploegen werken immers dag in dag uit nog steeds in kartelverband samen met de N-VA.
De verkiezingsuitslag van afgelopen zondag toont aan in welke richting Vlaanderen moet varen. De kiezer heeft aangetoond dat de toenmalige boodschap van het kartel nog steeds leeft. De manier waarop we tot resultaat willen komen, was sinds de kartelbreuk verschillend, maar het mag duidelijk zijn dat we naar hetzelfde resultaat streven. De socio-economische uitdagingen moeten we aanpakken via institutionele hervormingen. Nog voor alle stemmen geteld waren, was het onderwerp van discussie, in Vlaanderen althans, de staatshervorming. In onze provincie hoort daarbij ook het vrijwaren van het Vlaamse karakter van onze streek, een opdracht waar we continu aan moeten werken. Onze boodschap is duidelijk, maar die van de kiezer ook.
Het gemeentebestuur van Ternat roept zijn inwoners op om de Franstalige verkiezingsfolders, die het UF dinsdag verspreidde, aan het gemeentebestuur te bezorgen. Deze zal ze dan terugsturen naar de verantwoordelijke uitgever.
Onze gemeente stuurde vorige week ook reeds een schrijven aan alle inwoners van Gooik, Kester, Leerbeek, Oetingen en Strijland om dergelijk drukwerk op het gemeentehuis te verzamelen.
De Vlamingen worden in dit kwakkelgazetje afgeschilderd als discriminerende, nationalistische en onverdraagzame burgers, die de gelijkheid zomaar aan hun laars lappen. Ze gaan met hun zever en apekool zelfs zover dat wij, Vlamingen, de essentiële basisrechten schenden en de democratische principes ontkennen. De titel van hun prietpraat faites respecter vos droits en périphérie bruxelloise is echter het toppunt van ongerijmdheid. Met de burgemeesterssjerp om hun midden prijken de niet benoemde burgemeesters op elke foto. Zij zijn de echte beschermers van de rechten van de Franstalige inwoners in de rand rond Brussel, aldus nog het kolderblaadje.
Het wordt eens tijd dat dergelijke personen de Grondwet van ons land lezen, waarna ze hopelijk eens het licht zien en kunnen besluiten dat Vlaanderen Vlaams is. Brussel is een tweetalig gebied en enkele gemeenten op de taalgrens voorzien faciliteiten voor hun inwoners, punt aan de lijn. Men kan zich dus echt vragen stellen omtrent de inhoud die zij aan respect geven.
Hetgeen zij ons verwijten lijkt mij eerder aan hen toe te komen. Zij ontkennen het Vlaamse grondgebied, zij lappen de Vlaamse wetgeving aan hun laars, zij weigeren zich in het Vlaamse leven te integreren, zij doen de moeite niet om een mondje Vlaams te spreken. Ik zou niet durven zeggen dat de pot de ketel verwijt, maar de verwijten dat de ene schelm maakt aan de andere
Dergelijke individuen zijn een gevaar voor ons land, want zij zaaien tweespalt en hitsen buren tegen elkaar op, waardoor het harmonieuze en respectvolle samenleven waarvoor zij zogezegd ijveren, juist op de helling komt te staan.
Een Franstalige buur is een even goede buur als een Vlaamse, maar hij/zij moet wel beseffen dat hij/zij in Vlaanderen woont en niet in Brussel.
Nog iets meer dan 10 dagen, nog iets meer dan tien nachten en de teerlingen zullen geworpen worden. Hoewel donderbuien normaal de lucht zuiveren, was het gebliksem van vorige nacht hopelijk geen voorspel van 7 juni. Sommige personen beginnen steeds meer op voet van oorlog met elkaar te leven, anderen stoken kwaad vuur overal waar het mogelijk is. Onder elkaar mag het dan koek en ei zijn, naar buiten toe worden de verklaringen steeds straffer.
Als ware calimero-imitatoren proberen de PSers zich te verzetten tegen de amoureuze vertoningen die achter de coulissen afgespeeld worden. Het zijn politieke spelletjes waar de media van kan snoepen, maar waar de mensen weinig boodschap aan hebben. Op de duur krijg je nog de idee dat de verkiezingen eigenlijk al beslist zijn, nog voor het stemhokje er staat. Over uitslagen kan uren gediscussieerd worden, zo niet dagen, maar zolang de bollekes niet ingekleurd zijn, kan het nog alle kanten uit.
Reynders spreekt trouwens over hervormingen, maar iedereen weet dat voor institutionele hervormingen een tweederde meerderheid nodig is. Een staatshervorming, dewelke noodzakelijk is voor ons land, moet door minstens 2 op 3 parlementsleden gesteund worden. Een tekeningetje hierbij is overbodig
Het geblaf tussen elkaar zal naar 7 juni toe enkel maar toenemen, maar iedereen weet dat blaffende honden niet bijten. In de huidige context zijn alle verkiezingen een dubbeltje op zijn kant, maar pas s avonds laat zullen we kunnen zeggen: alia iacta est. Voorlopig is het zwijgen en denken, want dat krenkt niemand. Voorlopen op de feiten heeft toch geen zin.
Misschien brengen de volgende dagen nog inhoudelijk wat, want momenteel gaan de verkiezingen enkel over hoe de federale regering er na 7 juni zal uitzien.
De eindstreep komt sneller dan gedacht in zicht. Voor we het goed beseffen zal het zondag 7 juni zijn. Anderzijds is dat ook wel goed dat het zo snel gaat, want dan kunnen we eindelijk weer verder. Alhoewel , we moeten ook geen te ijdele hoop koesteren, want ook federaal kan het tij snel keren. Onkelinx dreigt, cdH zwijgt, Reynders klaagt, hun politieke agenda wordt verdaagd.
Aan Vlaamse zijde hekelt Somers het immobilisme van de christen-democraten, het populisme van andere liberalen, maar komt enkel op de proppen met jobkorting voor alle Vlamingen. Die kritiek wordt iets te gemakkelijk geleverd, want commentaar geven over het geleverde spel van de ploeg waar je deel van uitmaakt, is weinig geloofwaardig.
Ik denk dat we mogen zeggen dat deze Vlaamse regering een goede regering was, die zeker zaken heeft gerealiseerd, maar anderzijds in bepaalde bevoegdheden duidelijk niet honderd procent voluit kon gaan. Het mag duidelijk zijn dat het niet altijd even eenvoudig is te werken in een structuur waar je continu geconfronteerd wordt met de limieten van je bevoegdheden, terwijl je beseft dat het zoveel beter zou kunnen wanneer je het zelf zou kunnen doen.
Het is dus levensnoodzakelijk dat we onmiddellijk na de verkiezingen werk maken van de verdere staatshervorming, die de hefboom moet zijn, zodat Vlaanderen het gepaste antwoord kan bieden op de noden van haar mensen.
Het doet deugd te zien dat het besef ook toeneemt bij de eerder wantrouwige tegenstanders van het eerste uur. Steeds meer mensen, zowel in Vlaanderen, Brussel als in Wallonië, geraken overtuigd dat de huidige situatie de antwoorden voor de toekomst niet kan bieden. De plannen liggen op tafel, de stenen zijn besteld. Het is nu enkel nog wachten op de vertegenwoordigers van alle groepen om de eerste steen te leggen.
Eerst nog een paar weken aanmodderen. Sommigen gebruiken deze situatie om moddergevechten te organiseren, anderen bekladden liever elkaars reputatie. Zolang de ondergrond zo drassig blijft, heeft het geen zin een eerste steen te leggen. Het is wachten op het fundament, zodat het slijk niet langer aan de schoenen blijft plakken.
Het mag duidelijk zijn dat de verkiezingen steeds dichterbij komen. De partijen proberen zich te profileren, een drang waar vooral de Franstalige partijen last van hebben. Ofschoon de debatten nog moeten geopend worden, worden de ideeën reeds volop per opbod uitgebracht. Sommigen hebben echter nu al een slag van de hamer gekregen, zodat we ons moeten voorbereiden op wat nog komen zal.
Onze Vlaamse rand rond Brussel blijkt opnieuw een heet hangijzer te worden in de territoriale expansiedrang van sommige partijen. Gisteren maakte het cdH bekend dat ze voor één Franstalig territorium gaat en bijgevolg de uitbreiding van Brussel weer op tafel legt.
Deze annexatiedrang neemt steeds meer bedreigende vormen aan en breidt zich als een virus uit over steeds meer Franstalige ministers. Straks gaan we de FDF nog als gematigd mogen beschouwen, hoewel de uitspraken van staatssecretaris Clerfayt van vorige week ook regelrechte oorlogstaal was.
Met dergelijke uitspraken wil men de Franstalige eenheid versterken, zodat men solidair en eensgezind de Vlaamse communautaire eisen kan beantwoorden. Ze lijken het nog steeds niet te begrijpen dat onze voorstellen (geen eisen) een beter bestuur voor ogen hebben, dat efficiënter geregeld is en meer kan inspelen op de noden van de mensen. Ze zien het nog steeds als een strijd waarvoor tot het bittere eind moet gevochten worden. Het is geen kwestie van een front te vormen zodat vanuit de loopgraven kan gewerkt worden aan een mogelijk staakt-het-vuren, het is geen kwestie van voldoende munitie te verzamelen om mogelijk te anticiperen op een verrassingsaanval, het is geen kwestie te denken dat we überhaupt tegenover elkaar staan. Vlaanderen is Vlaanderen, Brussel is Brussel, Wallonië is Wallonië, drie gewesten met elk zijn eigenheid. Wij respecteren dat.
ORDEMAATREGEL KOEKELBERG MOSSEL â NOCH â VIS - OPLOSSING
Minister De Gucht heeft eindelijk de ordemaatregel tegen commissaris-generaal Koekelberg uitgesproken. Deze verliest gedurende twee maanden de meeste van zijn bevoegdheden, maar vecht de maatregel onmiddellijk aan bij de Raad van State.
Het is belangrijk dat we eindelijk duidelijkheid hebben over die ordemaatregel. Die ordemaatregel maakt natuurlijk duidelijk dat de uiteindelijke sanctionering van mogelijke fouten deel moet uitmaken van de hangende tuchtprocedure. De genomen ordemaatregel betekent anderzijds wel dat er een aantal conclusies zijn getrokken die wel degelijk een aantal fouten in de werking aantonen.
Onze grote zorg nu is dat wij opgezadeld zitten met een systeem, waarbij de commissaris-generaal van de federale politie grotendeels onthoofd is, maar toch de evaluatie van de politiehervorming zou moeten opvolgen. We moeten opletten dat we niet overblijven met een commissaris-generaal die zowat als keizer zonder kleren moet werken. In het kader van de nakende evaluatie van de politiehervorming was het heel belangrijk dat er snel een beslissing werd genomen, maar de betrokkene moet wel in een duidelijke positie blijven zodat hij de evaluatie van de politiehervorming daadwerkelijk en efficiënt op de voet kan blijven volgen. De huidige situatie is echter zeer onduidelijk. Men spreekt van een bezinningsperiode, maar het mag duidelijk zijn dat we dit momenteel kunnen missen als kiespijn. Het wordt hoogtijd dat heel deze zaak van de baan is, want dit weegt sowieso ook op de werking van de politie in het algemeen.
AGRESSIE OP OPENBAAR VERVOER MOET AANGEPAKT WORDEN
Agressie op het openbaar vervoer blijft een groot maatschappelijk probleem. Vorig jaar steeg alleen al het aantal meldingen van daden van agressie tegen treinbegeleiders met een kwart. De slachtoffers raken ook steeds zwaarder gewond.
Nadat eerder deze maand een treinbegeleidster door twee mannen met een mes werd bedreigd (de daders wisten in Leuven te ontkomen), kreeg een treinbegeleidster woensdag ter hoogte van Dilbeek een zware klap tegen het hoofd. Ook nu kon de dader ontkomen. Het probleem volledig uitroeien is een utopie, maar we moeten ons wel blijvend inzetten op het waarborgen van een zo groot mogelijke veiligheid.
Veiligheid is een essentiële voorwaarde voor kwalitatief openbaar vervoer. De reizigers hun veiligheid moet gegarandeerd zijn, net zoals die van het personeel. De Lijn en de NMBS hebben hier de afgelopen jaren dan ook in geïnvesteerd en deden reeds verschillende inspanningen. Zo trok de NMBS vorig jaar onder meer 10 miljoen euro uit voor het aspect veiligheid (het dubbele dan voordien). Hiermee werden extra veiligheidsmensen aangeworven en zullen ongeveer 1500 extra cameras worden geplaatst. Securail, de veiligheidsdienst van de NMBS, krijgt hierdoor steeds meer slagkracht, maar of het voldoende zal zijn valt af te wachten.
Vorig jaar kreeg het Security Operations Center van de veiligheidsdienst van de NMBS meer dan 50.000 oproepen, of een gemiddelde van 4175 per maand of 137 per dag. In bijna een vijfde van de gevallen (9666) ging om het reizigers zonder geldig vervoersbewijs. De andere voornaamste redenen waren onwettig verkeer (2069), graffiti (1642), storing aan automatische overwegen (1563), diefstal of gauwdiefstal (1478), verbale agressie (1332), hinderen van reizigers (1077) en overlast (951).
In de helft van de gevallen werd door mensen van Securail zelf effectief tussengekomen, in andere gevallen gebeuren de nodige interventies door de politie of de dienst 100. Zo waren er vorig jaar bijvoorbeeld 949 oproepen voor een zieke of gekwetste persoon en 849 oproepen voor openbare dronkenschap.
Het mag duidelijk zijn dat het waarborgen van de veiligheid een taak is van vele verenigde krachten. Het is daarom belangrijk dat er tussen de verschillende vervoersmaatschappijen en de lokale overheden / autoriteiten een goede samenwerking kan ontstaan, zodat de veiligheid op en rond het openbaar vervoer kan geoptimaliseerd worden. Het is alvast uitkijken naar de eerste bevindingen van de onlangs gestarte pilootprojecten, zoals bijvoorbeeld in Geraardsbergen, waar een samenwerkingsovereenkomst werd getekend om samen de veiligheid te bevorderen.
Ondertussen moeten we samen blijven nadenken op welke manier dit maatschappelijk groeiend probleem ook via andere wegen kan worden aangepakt. Een snellere en kordatere aanpak van dergelijke misdrijven op treinen en stations, doordat bijvoorbeeld gemachtigd spoorwegpersoneel zelf administratieve boetes kan uitschrijven, zou mogelijk een van de vele opties zijn.
Een aantal Franstalige parlementsleden hebben zich de afgelopen dagen beziggehouden met een curriculum te maken van Luc Van den Brande. Persoonlijk vind ik dat weliswaar verloren tijd, want via google heb je onmiddellijk een ruim aanbod aan gegevens. De Franstalige versie van wikipedia geeft zelfs meer informatie dan de Nederlandstalige. André Flahaut en zijn vrienden kennen we echter als noeste werkers, die om geen initiatief te veel verlegen zijn. Alle middelen zijn momenteel goed om de Vlamingen stokken in de wielen te steken.
Aangezien 87 procent van de burgemeesters, die een boycot van de komende Europese verkiezingen hebben aangekondigd, behoren tot de CD&V, is Van den Brande, volgens de groep, niet de juiste man voor de job van secretaris-generaal van de Raad van Europa.
Slechts twee gemeentebesturen hebben echter openlijk verklaard dat zij de Europese verkiezingen zullen boycotten, de anderen hebben vastgesteld dat zij in de onmogelijkheid verkeren om de Europese verkiezingen te organiseren. t Is maar een kwestie van interpretatie, maar inderdaad muggenziften heeft geen zin
Wat dit argument te maken heeft met de kandidatuur van Van den Brande is me dan ook vreemd, maar misschien moeten we in de onlogische logica meestappen. We zullen dan met een aantal burgemeesters naar de permanente ambassadeurs trekken en daar enerzijds toelichten dat deze onmogelijkheid van het organiseren van de Europese verkiezingen niets te maken heeft met de kandidatuur van Van den Brande en anderzijds gebruik maken om de ongrondwettelijkheid waarin wij verkeren duidelijk en klaar uit te leggen.
Wie zijn deze Franstalige parlementsleden eigenlijk? Behoren ze tot Ecolo, FN of LiDé?
Neen, deze groep parlementairen behoort tot de meerderheid, meer zelfs ze vertegenwoordigen de drie Franstalige partijen die deel uitmaken van de federale regering. Als je dan ook nog eens de uitspraken van vice-premier Reynders hoort, die helemaal niet anders kunnen geïnterpreteerd worden, wordt de geheime wetenschap nogmaals bevestigd dat hij de ware broeder niet is. Het feit dat de anderen zo openlijk de aanval mogen inzetten bewijst dat ook de andere coalitiepartners in de ene hand water en in de andere vuur dragen. Een wijze Socrates zei ooit dat vertrouwen wordt verdiend met vele daden, maar met één daad kan verloren gaan. Hoeveel van dergelijke uitspattingen zullen de Franstaligen zich nog kunnen permitteren? Wanneer ze zich straks voor de kiezer gaan moeten etaleren, zal dergelijke prestatiedrang enkel maar toenemen. Het wordt tijd dat de verantwoordelijken hun verantwoordelijkheid nemen en orde scheppen en een einde stellen aan deze pure profileringsdrang !
Dergelijke gevallen bevestigen anderzijds nogmaals de onmogelijke bestuurscontext waarin we ons vandaag bevinden. Het haantjesgedrag van bepaalde collegas versterkt enkel maar het immobilisme, hoewel we dringend nood aan hervormingen. Hoe wil men met zulke houding blijk geven van leiderschap?
Hervorm het arbeidsmarktbeleid ipv enkel tijdelijke oplossingen te voorzien
Terwijl het tot een aantal maanden geleden een traditie leek te worden ballonnetjes op te laten met allerlei cijfergegevens, worden deze nu allemaal lelijk doorprikt.
Onheilspellende cijfers vallen ons dagelijks om de oren, niemand lijkt gespaard te blijven. Jaarlijks vloeit er, volgens de weliswaar gecombineerde benadering, ruim 6 miljard euro vanuit Vlaanderen weg. Omgerekend is dat een 1000 euro per Vlaming per jaar. Toch durven sommigen de Vlamingen nog altijd als niet-solidair te benoemen, wanneer zij bepaalde hervormingen op tafel durven leggen Niets nieuws !
Andere cijfers dan maar: Bijna 100.000 werklozen extra tegen het einde van jaar, bijna 60.000 jobs die dreigen verloren te gaan; cijfers die bekend werden gemaakt door de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid op vraag van minister van Werk Milquet. Natuurlijk volgen op de cijfers onmiddellijk de nodige aanbevelingen en/of oplossingen, de ene al wat uitgebreider dan de andere, afhankelijk van welke bron ze verspreidt om alzo te kunnen anticiperen. Er ontstaan zelfs woorden waar menig galgjespeler graag mee zou willen uitpakken, zoals bv. crisiswerktijdvermindering.
Nergens lees ik echter dat één van de problemen van het huidige arbeidsmarktbeleid de botsing is van enerzijds het federale eenheidsbeleid met anderzijds de regionale verschillen. Houding en visie, behoeften en aanpak verschillen zo grondig van elkaar, dat een verschil in beleidsvoering zich opdringt. De huidige complexe besluitvorming kan onmogelijk op een degelijke manier een antwoord bieden op de uitdagingen waar we vandaag voorstaan. De afgeroomde halve compromissen die steeds weer opnieuw op federaal vlak moeten gesloten worden, weerhoudt de regios om krachtdadig op te treden. De huidige versnippering van het arbeidsmarktbeleid over het federale en regionale niveau leidt enkel tot inefficiëntie.
Geef de gemeenschappen en gewesten de nodige instrumenten zodat de regios werk kunnen maken van een activerend werkgelegenheidsbeleid.Hevel de bevoegdheden over, zodat de tegenstrijdigheden kunnen verdwijnen. Zulke hervormingen zullen de crisis niet oplossen, maar bieden op termijn wel de nodige instrumenten die een degelijk antwoord kunnen geven op de vele uitdagingen waar we vandaag en morgen voorstaan. We moeten verder durven kijken dan onze neus lang is.
Nood aan dringende staatshervorming nogmaals benadrukt
De Hoge Raad van Financiën kwam met een zeer pessimistisch verslag. We moeten niet besparen, maar gigantisch besparen. Indien dit niet gebeurt, hypothekeren we onze toekomstige generaties, hetgeen onaanvaardbaar zou zijn. Volgens het verslag zouden de rampzalige begrotingsvooruitzichten niet alleen door de economische crisis worden veroorzaakt. Ik denk dat je geen expert moet zijn om dit in te zien. Ofschoon de paarse jaren proper leken, werd er veel te weinig geïnvesteerd voor een periode zoals vandaag en de voorbije maanden. De verantwoordelijken van toen, moeten dus niet te hoog van de toren blazen. Dit neemt evenwel niet weg dat wij nu ook onze verantwoordelijkheid hebben en bijgevolg ook moeten durven nemen.!
We moeten niet alleen meer mensen aan het werk krijgen, maar vooral een efficiënter overheidsbestuur tot stand brengen waarbij elke overheid geresponsabiliseerd wordt. Wij wensen al lang een staatshervorming die de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende overheden optimaliseert. De regios moeten over meer eigen hefbomen beschikken, zodat een beleid kan gevoerd worden op elkeen zijn maat. De huidige overlappingen kosten nodeloos veel geld en gaan regelrecht in tegen elke vorm van efficiëntie.
Het zijn niet enkel meer de zogenaamde flaminganten die ijveren voor een verregaande staatshervorming, maar ook diegenen die een toekomstvisie hebben voor ons land. Het verschil tussen onze regios betreft niet enkel het niveau van welvaart, maar omvat ook structurele zaken zoals werkloosheid, scholing, en bovenal de visie op beleidsmatig en politiek vlak.
Het moet gedaan zijn dat een paar enkelingen het been stijf houden en daarmee de toekomst van ons land op de helling zetten. De weigering van die enkele politici, gedragen door een angst om politiek afgestraft te worden, houdt de grote massa, die verder wil, in een houdgreep, die niet langer meer te dulden is. We hebben dringend nood aan een staatshervorming, die veel meer socio-economische hefbomen geeft aan de verschillende regios en dit gekoppeld aan een grote financiële responsabilisering, dewelke mee een antwoord moeten bieden op de uitdagingen waar we voorstaan.
Gisteren was er kort een beetje commotie rond de zogenaamde expats, die op 7 juni niet zouden kunnen gaan stemmen voor de regionale verkiezingen. De vele wetsvoorstellen moesten besproken worden, maar zoals bekend is bestaat er te veel onenigheid over.
De expats, Belgen die in het buitenland verblijven, kunnen sinds 1999 stemmen bij de federale verkiezingen. Naar de verkiezingen van 2003 toe werd de procedure vereenvoudigd, waarna meer dan 100.000 personen hun stem uitbrachten. Een aantal partijen zag deze enorme interesse als opportuniteit (voornamelijk de MR) en stelde onmiddellijk voor het recht uit te breiden naar de regionale verkiezingen.
Deze week lagen de voorstellen opnieuw op tafel van de commissie Binnenlandse Zaken. Aangezien tegen 1 april de expats op de hoogte moeten zijn gebracht, is deze uitbreiding niet meer mogelijk voor dit jaar. Het zal waarschijnlijk voor 2014 zijn. Bepaalde Vlaamse collegas vinden het een gemiste kans, maar wij zien deze discussie in het ruimer debat rond de staatshervorming, daar ook voor deze wijziging een 2/3e meerderheid nodig is. Trouwens zolang het kiesarrondissement BHV niet gesplitst is, zou het voorstel enkel maar nadelig zijn voor de Vlamingen in onze regio. Deze uitbreiding koppelen wij dus onrechtstreeks aan ons splitsingsvoorstel.
Waar de expats hun stem mogen uitbrengen, zal nog veel discussiestof doen opwaaien. Iedere partij denkt er het zijne van. Sommige stellen een stamboom voor die ettelijke generaties teruggaat, waardoor de band met ons land volledig zoek geraakt, andere beperken het in tijd. De Franstaligen lieten aanvankelijk de expats zelf een gemeente kiezen, maar de Raad van State wees dit terecht af.
De commissie in het Vlaams Parlement, die over het wetsvoorstel een advies moest geven, was van oordeel dat de laatste woonplaats in België in aanmerking moet worden genomen, en dus zeker niet de gemeente van de eigen keuze zoals in de eerste voorstellen. Bovendien moet voor de personen die de Belgische nationaliteit bezitten, maar nooit in België hebben gewoond, de laatste woonplaats van de ouders in aanmerking worden genomen. De zoektocht naar de band met ons land mag geen kluwen worden.
leggen zich niet neer bij Europese verkiezingen zonder gesplitst BHV
en keuren actieplan 2009 goed
De burgemeesters van Halle-Vilvoorde zijn er niet over te spreken dat bij de volgende Europese verkiezingen van 7 juni 2009 de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde nog niet zal gesplitst zijn ondanks het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26mei 2003. In tegenstelling tot de wettelijke regeling voor de Vlaamse verkiezingen blijven de personen die in het kader van de Europese verkiezingen ingeschreven zijn op de lijst van kiezers van een gemeente van Halle-Vilvoorde, tot hetzij het Nederlandse kiescollege, hetzij het Franse kiescollege behoren. Overal elders is het kiescollege aangepast aan de taalgemeenschap.
De burgemeesters waarderen dat de Nederlandstalige parlementsleden eenparig, met uitzondering van Groen!, wetsvoorstellen hebben neergelegd en in de bevoegde Kamercommissie Binnenlandse Zaken hebben goedgekeurd om door de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde een einde te maken aan de door het Grondwettelijk Hof vastgestelde discriminatie. Deze stemming is een belangrijke stap naar het realiseren van de splitsing van het kiesarrondissement.
De burgemeesters blijven daarom onverkort achter de parlementaire behandeling vanhet Vlaams voorstel in de Kamer voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde staan en vragen dat de carrousel van belangenconflicten die tot een misbruik van deze door de wet voorziene procedure hebben geleid wordt stopgezet.
Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 mei 2003 heeft geen uitspraak gedaan over de grondwettelijkheid van de Europese verkiezingen. Toch zijn de principes vanhet arrest ook van toepassing op de Europese verkiezingen. Er is immers geen enkel objectieve reden waarom de gemeenten van Halle-Vilvoorde, datnu deel uitmaakt van een tweetalige kieskring anders behandeld wordt dan de andere gemeenten uit eentalige taalgebieden: dit onderscheid schendt het gelijkheidsbeginsel.
Artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verzekert het recht op vrije verkiezingen. De staten die partij zijn bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, verbinden er zich toe om met regelmatige tussenpozen vrije en geheime verkiezingen te houden onder voorwaarden die de vrije meningsuiting van het volk bij het kiezen van de wetgevende macht waarborgen.
Dit recht omvat het individueel recht om te kiezen en verkiesbaar te zijn. Daarbij beschikt de Staat over een ruime beoordelingsmarge bij de uitbouw van het kiessysteem; altijd moet echter de vrijheid van meningsuiting en de gelijke behandeling van alle burgers gewaarborgd worden. Volgens het rechtstaatbeginsel moet de Staat ook de eigen regels betreffende de uitbouw van het kiessysteem naleven.
De burgemeesters wijzen er ook op dat de niet-splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde nefaste gevolgen heeft op het terrein:
- Halle-Vilvoorde, dat behoort tot het Nederlands taalgebied, wordt ingedeeld bij een tweetalige kieskring waardoor partijen en kandidaten van de Vlaamse Gemeenschapbinnen het Nederlandse taalgebied in concurrentie moeten treden met kandidaten uit het Franse taalgebied.
-de inwoners uit Halle-Vilvoorde zullen opnieuw worden geconfronteerd met agressieve propaganda uit het Franse taalgebied (verkiezingsborden, verkiezingsreclame, ) wat in de Vlaamse gemeenten als een inbreuk op en een bedreiging van de taal- en staatkundige eigenheid van de streek wordt ervaren.
Daarom scharen de burgemeesters van de ondertekenende gemeenten zich achter het Actieplan zoals opgesteld op de vergadering van 13 maart 2009:
- de burgemeesters stellen andermaal vast dat de federale wetgever de vastgestelde ongrondwettige discriminatie niet heeft opgeheven en eisen de onvoorwaardelijke goedkeuring van de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde;
-de burgemeesters kunnen zich niet neerleggen bij Europese verkiezingen waarin het kiesarrondissement niet is gesplitst en vragen een onderhoud met de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de Vlaamse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden ende federale Minister van Binnenlandse Zaken. Voor de Vlaamse verkiezingen stelt dit probleem zich niet;
-de burgemeesters vragen op Europees en supranationaal niveau een onderhoud om hun standpunt toe te lichten, onder meer vanuit artikel 3 Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens;
-de burgemeesters vragen een onderhoud met de Duitstalige Gemeenschap om duidelijk te maken dat een bijkomend belangenconflict overbodig is en wegens het manifeste misbruik van deze procedure de geloofwaardigheid van de instellingen ernstig aantast;
- de burgemeesters blijven ijveren voor de goedkeuring en uitvoering van beleidsmaatregelen die de eigenheid van Halle-Vilvoorde ondersteunen zoals de Vlaamse Wooncode, het Vlaams grond- en pandenbeleid, ;
-de burgemeesters informeren actief hun bevolking over de achtergrond van hun standpunt en acties, het belang van de verkiezingen voor het Vlaamse Parlement en het realiseren van een staatshervorming in sociaal-economisch perspectief.
Kleinhandelszaken grootste doelwit gewapende overvallen
Volgens minister van Binnenlandse Zaken De Padt is het aantal gewapende overvallen op kleinhandelaars vorig jaar niet gestegen. Tussen de maanden oktober tot december van vorig jaar werden in ons land 321 gewapende overvallen gepleegd op kleine handelaars of zelfstandigen, ten opzichte van 319 in 2007. Dat antwoordde de minister op een mondelinge vraag die ik hem woensdag in de commissie stelde.
Het aantal overvallen op kleinhandelszaken daalde van 163 in oktober-december 2007 naar 135 in dezelfde periode vorig jaar. Het tweede grootste slachtoffer zijn de boekhandels met een stijging van 44 overvallen naar 52 in 2008. Procentueel was de grootste stijging voor de horecazaken waar het aantal overvallen op cafés met meer dan 50 procent toenam tot 33 gevallen in 2008 en 26 op een restaurant. Het aantal gewapende overvallen op nachtwinkels (39), tankstations (21) en videotheken (15) bleef nagenoeg hetzelfde.
Deze cijfers tonen aan dat de overheid nog een zeer belangrijke rol heeft in het sensibiliseren van de zelfstandigen. Hoewel er nu blijkbaar een stagnatie is van het aantal overvallen, had de stijging van de voorbije jaren deels ook te maken met het veranderen van actieterrein van de overvallers. De laatste jaren worden er bijvoorbeeld nagenoeg geen geldtransporten meer overvallen. We moeten dit probleem echter drastisch blijven aanpakken en dit zowel op preventief als op repressief vlak. Enerzijds moeten we onze zelfstandigen zo veel mogelijk sensibiliseren, anderzijds moeten we er op toezien dat de daders bestraft worden. Om dit realiseren pleit ik voor een intense samenwerking met de lokale besturen om de risicogebieden te bepalen en desgevallend aan te pakken.
Strijd Op Gewapende Overvallen Moet Opgevoerd Worden
Het fenomeen is niet meer uit het nieuws weg te slaan. Er gaat geen week voorbij of er wordt in onze streek een gewapende overval gepleegd op een plaatselijke supermarkt of winkel.
Vrijdagavond Sint-Pieters-Leeuw, zaterdag Asse, men kan zo doorgaan. Ondanks een verhoogd politietoezicht blijft de overvallenplaag aanhouden. Op elk uur van de dag slaan de overvallers toe, waardoor het voor de politie enorm moeilijk is vat te krijgen op de daders. In het nationaal veiligheidsplan zijn diefstallen met wapengeweld een topprioriteit, maar men kan niet alle heil verwachten van de politie. De overheid heeft de taak een goede mix te voorzien van preventie (in de ruime zin van het woord) en repressie. In samenwerking met justitie moet er een gepaste reactie komen. De daders mogen geen gevoel van straffeloosheid krijgen.
Een goede mix van preventie is broodnodig, want de overheid heeft als taak de mensen maximaal te beschermen. We moeten echter ook eerlijk zijn en beseffen dat het een illusie zou zijn te kunnen leven in een maatschappij die immuun is aan dit soort geweld. Via een overlegplatform veiligheid zelfstandige ondernemers wordt periodiek naar nieuwe oplossingen en maatregelen gezocht. Er bestaan reeds een aantal goede preventiemaatregelen, maar volgens een recente enquête zijn deze blijkbaar niet altijd even gekend. Zo is er sinds 1 januari naast de verhoogde fiscale aftrek voor veiligheidsinvesteringen, ook een bijkomende fiscale aftrek voor het gebruik van bepaalde diensten. Abonnementskosten voor de aansluiting op een alarmcentrale zijn nu bijvoorbeeld voor 120 procent fiscaal aftrekbaar in plaats van 100. Onbekend is echter onbemind. We moeten onze zelfstandigen dringend op de hoogte stellen van al deze maatregelen. De werking van de BINs bewijzen hun nut, de technopreventieve adviseurs leveren resultaat, verhoogde veiligheidsinvesteringen zijn geen zotte kost. De overheid heeft nu de belangrijke taak om de zelfstandigen te sensibiliseren, dit natuurlijk in samenwerking met de zelfstandigenorganisaties. Handelaars moeten opgeroepen worden om zich aan te sluiten bij de plaatselijke buurtinformatienetwerken, moeten aangestuurd worden veiligheidsinvesteringen te doen, moeten aangespoord worden om alle incidenten te melden aan de politie. Via police-on-web gaat dit snel en eenvoudig.
Wanneer iedereen meewerkt, kunnen we hopelijk komen tot een veiliger klimaat. In navolging van het federaal overlegplatform, wordt er ook reeds jaren overleg gepleegd op arrondissementeel niveau, zodat naburige gemeenten kunnen samenwerken en er een betere doorstroming van communicatie en informatie mogelijk is.
Kris Peeters trok gisteren de stekker uit. Hij hakte een moeilijke knoop door, de Gordiaanse knoop worstelt echter nog steeds verder. Ofschoon er voorlopig in de dialoog geen energie meer wordt gestoken, zit de lont nog altijd in het kruitvat. Je kan dit niet meer zomaar opbergen.
Dialoog betekent letterlijk tweespraak. Wanneer slechts één partij initiatieven naar voren schuift en voortdurend tegen een muur loopt, kan men nog moeilijk van een dialoog spreken. De enige wederwoorden waren snuifjes van minachting, serpentig gesis en onmogelijke voorwaarden. Aan de zijlijn schreeuwt men net geen moord en brand, maar eens aan de tafel zaagt men geruisloos de poten onder Peeters stoel weg. Je kan dan proberen verder te werken, kinderen draaien ook meestal bij wanneer je hen geen aandacht schenkt, maar op een bepaald moment is er de druppel te veel.
Wanneer het overduidelijk wordt dat dergelijk werk water naar zee dragen is, mag je niet langer met je voeten laten spelen. De bereidheid moet waarachtig zijn en dit bij alle betrokken partijen. Hopelijk brengen de verkiezingen in Wallonië enig soelaas verstand komt met de jaren , want als we het hoofd willen bieden aan de crisis, moeten we fundamentele hervormingen doorvoeren.
Het moet dan wel een echte dialoog worden tussen gewesten, met aan de ene kant de Waalse minister-president en aan de andere de Vlaamse, niet zoals de voorbije maanden waar vanuit federale hoek steeds bemoeienissen kwamen hoewel de sfeer is goed...
Onmiddellijk vertrekken vanuit het confederale model zal de oplossing efficiënter en sneller aanbrengen. De limieten vanuit federaal oogpunt zijn bereikt. Iedereen die over zijn hoogtepunt heen is, zoekt best andere uitdagingen op
De veiligheid op het openbaar vervoer wordt duidelijk echt aangepakt. Het is een onderwerp geworden dat niet meer éénmalig wordt besproken naar aanleiding van een incident, maar een item waarvoor permanent oplossingen worden gezocht en gevonden. Het is het subject geworden van overleg tussen de verschillende actoren. Deze evolutie is enkel maar toe te juichen. De kop wordt inderdaad niet meer in het zand gestoken.
Terwijl de Vlaamse overheid werk maakt van een decreet dat de mogelijkheid biedt personen wegens overlast voor een bepaalde tijd van het openbaar vervoer te weren, heeft de Vlaamse vervoermaatschappij nu als eerste een veiligheidsmonitor die met de lokale overheden, de politie en de vakbonden wordt besproken. De monitor moet de basis vormen van een beter veiligheidsbeleid. Er werden 161 moeilijke buurten in kaart gebracht, waarvan 22 als echte hotspot. Ik vind het niet meer dan normaal dat enkel diegenen die het moeten weten, de kennis hebben van die wijken. Het is de bedoeling het onveiligheidsgevoel weg te nemen en niet aan te wakkeren in die bepaalde buurten. Met het juiste evenwicht kan de problematiek gericht aangepakt worden. Hierbij mag de samenwerking met de lokale besturen en de politie zeker geaccentueerd worden. Elkeen heeft zijn taak en samenspel leidt steeds tot het beste resultaat.
Preventieve maatregelen zijn van goudwaarde, maar mogen niet overschat worden. Zo kan het niet de bedoeling zijn van elk hoekje met een camera uit te rusten, maar anderzijds schrikt het wel serieus af. Wanneer op dit elan wordt verder gewerkt, kan De Lijn een prominente voortrekkersrol spelen als veilige vervoermaatschappij. Dergelijke inzet is een voorbeeld voor de andere maatschappijen. Misschien kan deze monitor een verder aanzet zijn voor de MIVB, de spoorwegen of de TEC, zodat dit maatschappelijk probleem over heel het land aangepakt wordt.
Brussel blijft immers een probleem voor het openbaar vervoer. De maatregelen die de voorbije maanden zijn genomen, bijvoorbeeld inzake veiligheidspersoneel, waren noodzakelijk en aan te moedigen, maar hierbij mag het niet eindigen. De omkadering en opvolging moet ook volgen. Refererend naar de spoorwegpolitie van Brussel-Zuid moet er ook dringend werk worden gemaakt van noodzakelijke infrastructuur en voldoende werkingsmiddelen. De opvolging en het sanctioneren moet ook beter, want anders komen we terecht in een vicieuze cirkel, waar niemand beter van wordt.