6e plaats in criterium Hageland&Haspengouw 10e plaats in criterium op piste (Alleur)
Podiumuitslagen - Gert - 2009:
1e in Hensies 2e in Ans - Alleur * Zilveren medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste 3e in Rochefort 3e in Chaumont-Gistoux
19e plaats in de eindstand ECW 2e plaats in criterium op piste (Alleur-Rochefort) ............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2010:
1e in Bellecourt 2e in Familleureux 2e in Ghlin 3e in Fraire ............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2011:
1e in Ghlin 2e in Pommeroeul 2e in Hensies 3e in Grandmetz 3e in Hensies 3e in Châtelineau ..............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2012:
1e in Gages 1e in Seneffe 2e in Ransart 2e in Anderlues 3e in Chée-Notre-Dame 3e in Ans - Alleur * Bronzen medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste
Podiumuitslagen - Gert - 2013:
1e in Gaurain .. 3e in Grâce-Hollogne 3e in Emptinne 3e in Seneffe 3e in Ans - Alleur * Bronzen medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste
Wielersite, verhalen en bedenkingen bij de avonturen van 2 renners, de ene jong, de andere al wat ouder. --- Give it 100% or give it up ---
04-05-2009
Van ontplofte benen gesproken.
Een lang weekend en .. maar 1 koers op de agenda!
Tijd om een paar werkjes in huis op te knappen en een goeie training voor de papa op het programma. Die ene koers is voorbehouden voor de grote zoon.
In Geetbets ligt een mooie omloop te wachten, volledig vlak en ongeveer 1600 m lang. Moet 21 keer afgelegd worden.
Vanaf het startsignaal wordt er meteen ingevlogen. Een ongelooflijk sterke Nathan Van Hooydonck trekt meteen alles op een lint, de rest van het peloton reageert met demarrages en ontsnappingspogingen allerhande. Niks helpt, die sterke Antwerpse beer zal van begin tot eind alleen rijden en iedereen (inclusief peloton!) dubbelen.
Het werkterrein van Koen ligt uiteraard iets verder naar achter. Van bij de eerste ronde heeft hij het al moeilijk om in de groep te blijven. Alles valt uit elkaar en hij is bij de eersten om af te haken. De ontwikkelde snelheid (gemiddeld rond de 38 km/u) is nog niks voor hem, daarvoor ontbeert hij de nodige kracht.
We hoopten dat er met de eerst afgehaakten een groepje kon gevormd worden maar helaas kwamen deze renners nooit samen. Kleine groepjes van 2 en 3 renners reden her en der op het parcours. Weer een reden voor de officiëlen om de gedubbelden snel, naar mijn gevoel zelfs véél te snel, uit koers te nemen. De afhakers hadden er amper 25 van de 35 km opzitten. Toch weer jammer dat dit zo moet gebeuren. Het deelnemersveld was toch niet zo groot en het was een heel overzichtelijk parcours. Waarom die jongens niet laten rijden tot enkele ronden van het einde en ze er dan pas uithalen (om het echte peloton een eerlijke sprint te gunnen)? Vraagt dit nu echt zoveel intelligentie dat dit in Vlaams-Brabant niet mogelijk is?
De inspanningen van bij de start hebben Koen de adem afgesneden en waarschijnlijk zijn benen doen ontploffen. Het kwam nooit meer goed.
Toch wel een beetje een afknapper want de voorbije week had hij een heel goed gevoel bij de trainingen. Het liep heel gemakkelijk, hij voelde zich perfect in orde. Jammer maar helaas. Het zal nog een beetje wachten worden en vooral volhouden. Zijn fysieke achterstand blijft hem parten spelen.
Hij eindigde, toch wel ontgoocheld de wedstrijd op de 27e plaats van 29 vertrekkers.
Volgende keer beter.
Die volgende keer is zondag in Bossut. Hier reed de ket een aantal jaren geleden zijn allereerste wedstrijd. Maar zondag wordt het iets ernstiger.
Om 11 uur zal hij deelnemen aan een individuele tijdrit van 2,2 km. We verwachten geen grote prestatie of uitslag, t is gewoon een mooie ervaring erbij.
Daarna, om 17 uur start de eigenlijke wedstrijd en dit over 40 km.
Bossut-Gottechain ligt op een steenworp van Leuven. Tussen de 2 wedstrijden zullen we dus wel naar huis komen om te eten en een beetje te recupereren.
Het voorbije weekend stond voor Koen de eerste wegkoers op het programma. Aangezien hij ook dit jaar wil deelnemen aan het regelmatigheidscriterium Hageland & Haspengouw waren we verplicht om op zondag naar Berg (Kampenhout) af te zakken.
Hierdoor kon ik voor de 2e week op rij niet deelnemen aan een wedstrijd die door mijn eigen team ingericht werd ..
Een druk programma dus want zaterdag reed ikzelf in Wegnez. Op dit golvend parcours kregen we één van de mooiste omlopen onder de wielen geschoven. Mooie en brede wegen, op en af door het land van Herve. 12 ronden van 5,5 km waarbij de demarrages uit het begin van de wedstrijd geen kans op slagen hadden. Op 5 ronden van het einde gleed dan een elitegroepje van 5 weg (waaronder de ganse familie Hoydonckx) zonder mijn ploegmaat Eric of mezelf. Ik had er net een kort uitstapje opzitten en kon niet onmiddellijk reageren en mijn ploegmaat twijfelde zolang tot het te laat was.
In een poging om toch nog iets goed te maken, probeerde Eric tot 2 keer toe weg te raken maar werd telkens teruggehaald.
Bij mijn eerste poging om het voorliggende groepje bij te halen, lukte het wel. Er ontstond een kloofje van een 15-tal seconden maar het zou moeilijk zijn om dit nog zolang vol te houden. Er stond me namelijk nog een soort individuele tijdrit te wachten van méér dan 10 km. Maar met mijn gelukte solo van vorige week in het achterhoofd geloofde ik er wel in.
Mijn ploegmaat Eric zat achteraan in een zetel en deed het nodige afstoppingswerk om demarrages in de kiem te smoren.
En dan was er toch maar weer het cliché van schone liedjes duren niet lang
Op een dikke kilometer van de streep werd ik door een razend peloton bijgehaald en met moeite kon ik achteraan nog mijn wagonnetje aanpikken. De laatste kilometer en helling waren er teveel aan. Ik zag dan ook een mooie 6e plaats (zou 1 plaatsje korter dan vorige week geweest zijn ) aan mijn neus voorbijgaan en eindigde uiteindelijk 24e.
De volgende 2 weken worden voor mij trainingsweken. De koersen herneem ik pas in het weekend van 16-17 mei (zie kalender hiernaast). Voorrang gaat nu naar Koen en volgend seizoen zal dit waarschijnlijk nog meer het geval zijn als hij nieuweling wordt.
Op een véél te korte omloop, amper 800 meter, mocht Koen starten voor 43 ronden. Aan de start stond weer een bende kerels die met kop en nek boven onze gespierde stylo uitstaken. Van in het begin werd de pees erop gelegd. Ontsnappingen langs alle kanten en steeds weer met dezelfde afloop: een terugname door het peloton.
Inderdaad, een korte omloop betekent dat de renners snel opnieuw voorbij de supporters en ouders rijden. Door de vele aanmoedigingen worden ze opgejaagd en denken ze vleugels te krijgen. Hierdoor is er elke ronde wel iemand die zich geroepen voelt om aan de boom te schudden. Uiteraard met het gevolg dat de minder sterkeren, degenen die de opeenvolging van demarrages fysiek niet aankunnen, achteraan het peloton bevolken. En daar stond de deur van in het begin wagenwijd open.
Enkelingen werden al snel gedubbeld, anderen, waarbij ook Koen speelden het gekende accordeon; lossen, sprintje trekken naar de staart van het peloton, opnieuw lossen, opnieuw sprintje, uiteindelijk definitief lossen.
Het enige motto blijft dan: blijven koersen.
Hoop dat de groep stilviel moest je hier niet hebben. Gewoon koersen en bij het gedubbeld worden, proberen aanpikken. Dat lukte hem twee keer. Hij werd dus 2 keer gelost en pikte opnieuw aan tot het moment dat hij uit koers genomen werd.
Jammer want ook de minder begaafde renners maken de verplaatsing en rijden graag een (quasi) volledige wedstrijd. Maar kom, dit is typisch voor het jeudwielrennen in Vlaanderen en meer bepaald voor het beleid van Wielerbond Vlaanderen. Ik ga dit jaar niet weer tegen schenen trappen maar voor mij is het duidelijk dat niet iedereen evenveel gewaardeerd wordt.
Waarom geen omlopen uitzoeken die minimum 1,5 km lang zijn? Minder kans dat sommige jongens en meisjes te vroeg uit koers genomen worden, èn ook minder discussie met ouders die de verantwoordelijke officiëlen verwijten naar het hoofd slingeren. Sommige oplossingen liggen misschien tè voor de hand. Maar goed, ik zeg hier niets meer over vóór of na de wedstrijden
Uiteindelijk is iedereen vrij om te gaan rijden waar hij wil, niemand verplicht ons om naar zon strontkoersen (een ander woord vind ik niet onmiddellijk) te gaan. Maar Koen wil absoluut deelnemen aan het regelmatigheidscriterium, dus . bijna verplichte deelname aan alle westrijden. En jammer genoeg staan er nog zulke exemplaren op het programma.
Terug naar wat ècht telt.
De conditie van Koen is volgens mij ok. Ondanks een beginnende verkoudheid en daardoor een moeilijke nacht behaalde hij zondag toch een 31e plaats op 38 vertrekkers. Vergeleken met vorig jaar betekent dit een (klein) stapje vooruit. Maar het is er wel een.
Ook vorige week had ik al diezelfde indruk op de piste. Zijn resultaat daar bewees die stelling.
De conclusie hiervan is dan ook dat hij goed gewerkt heeft deze winter. Rekening houdend met zijn fysieke vorderingen mogen we tevreden zijn.
Zijn groei is nog niet ingezet, gewicht (en dus ook de nodige spieren) kweken blijft héél moeilijk. De motivatie blijft de grootste drijfveer voor Koen om vol te houden.
Het besef dat het weer een moeilijk jaar wordt, is er. En hierdoor blijven we alles (uitslagen) relativeren. We houden alle parameters in het oog; de geschikte trainingen inbouwen, het juiste moment van training vinden en uitbuiten, rekening houden met vermoeidheid en weerstand, .. Kortom, een opvolging zoals het hoort, zonder druk van wat dan ook.
We blijven leren, willen vooruit maar niet ten koste van alles. Maar we komen er wel.
En nogmaals bedankt aan allen die een aanmoedigend woordje hadden en hebben voor Koen. Dat doet altijd deugd.
Voor Koen is het grote moment aangebroken. De start van een nieuw seizoen, traditioneel beginnen we eraan op de piste van Ans-Alleur. Hoe staat het met de conditie? Wat is zijn niveau tegenover de concurrentie? Waar staan we?
Als voorbereiding hadden we nog een leuke uitstap gedaan, vorige woensdag. We startten dan aan de voet van de Koppenberg voor een ritje langs 5 hellingen van de Ronde van Vlaanderen. Eens zien wat de klimmersbenen van de ket vertellen. Een rustige aanloop waarna de Kluisberg aangevat werd, daarna de Côte de Trieu (Knokteberg), Oude Kwaremont, Paterberg en als afsluiter de gevreesde Koppenberg. En jawel, Koen reed (bijna) overal naar boven. De moeilijke Paterberg nam hij in het gootje en hier boven komen gaf genoeg moral om de Koppenberg te lijf te gaan. Maar hier ging het mis. Je moet toch een minimum aan snelheid aanhouden om je daar recht te houden. Ik ben overal naast hem blijven rijden maar hier moest ik echt wel versnellen om niet om te vallen. Op het steilste stuk viel Koen stil en moest zich recht houden tegen de kant. Afstappen dan maar. Het heeft maar 20 meter gescheeld of hij was het steile kopje over en was helemaal boven geraakt. 't Zal voor volgend jaar zijn want terugkeren om het nog eens te proberen zag hij niet meer zitten .....
Dus, op naar de piste. 3 disciplines op het programma: scratch, afvalling en puntenkoers.
De eerste wedstrijd was redelijk bemoedigend. Koen vond zijn plaats in het peloton van 19 stuks. Zonder scrupules, zonder schrik en met de wil om zich niet te laten wegdringen door de grotere kanonnen. Want inderdaad, in zijn fysieke toestand is nog niet veel verandering gekomen. Hij blijft het pluimgewicht onder de 14-jarigen. Maar hij blijft vechten met de wapens die hij wèl heeft; karakter en doorzettingsvermogen.
Hij behaalde een 15e plaats in de scratch maar in de afvalling vergat hij al het goede en liet zich ringeloren door een verkeerde positiekeuze. Dom, dom, dom. Maar weeral een werkpunt: attent blijven.
De puntenkoers verliep beter. Uiteraard nam Koen niet deel aan één van de tussenspurten maar nam de 3 laatste ronden zijn plaats in tussen de eerste 5. De snellere mannen bereidden zich voor op de eindspurt en kwamen langs alle kanten. Koen weerde zich en reed de ziel uit zn lijf. Uiteindelijk eindigde hij mooi 11e van de 19.
In de algemene uitslag behaalde hij de 15e plaats. Een goed begin, rekening houdende met zijn mogelijkheden en beperkingen. We werken nog steeds op lange termijn. Gezond groeien. Letterlijk en figuurlijk.
Zondag organiseerde mijn ploeg de jaarlijkse wedstrijd in Rosmeer. Deze koers ligt me helemaal en absoluut niet. Draaien en keren op meestal veldwegen deze kelk laat ik liever aan mij voorbijgaan. Liever dan na een halve koers af te stappen besloot ik om naar het dichterbij gelegen Chaussée-Notre-Dame-Louvignies te trekken.
We vonden een heuvelachtig parcours, geen meter vlak en redelijk mooie wegen. Samen met de As vormden we een pelotonnetje van een man of 60.
Enkele vroege pogingen draaiden op niets uit maar na een 4-tal ronden van 6,2 km brak het toch in twee. Ik zat toen net iets te ver naar achter maar probeerde toch te reageren. Samen met een collega, die eigenlijk niet beter kon en nauwelijks uit het wiel kwam, probeerde ik nog naar de 6 koplopers (Bs) te rijden. We kwamen tot op 50 meter. Nu nog betreur ik het dat ik toch niet nog ietsje dieper ging om aan te pikken want het bleek de beslissende vlucht.
Ik liet me terug inlopen om het later nog eens te proberen.
Een reactie op de rails zetten, bleek jammer genoeg niet mogelijk doordat niet iedereen zijn deel van het werk deed. Met een 4-tal probeerden we toch om de afstand klein te houden. Jammer genoeg en tot mijn grote frustratie lukte dit niet.
Blijkbaar was ik niet de enige gefrustreerde want één van de collegas uit het Team Bollini (zou dat Dimitri Nijs kunnen zijn?) slingerde mij zonder ook maar de minste reden naar het hoofd dat ik maar beter bij mijn eigen ploegske pannenkoeken moest gaan rijden! Geen idee waarom hij dit zei, ik begreep er niets van. Ik deed mijn werk, hij daarentegen had nog niets anders gedaan dan het een paar keer zelf proberen. Dit lukte niet doordat hij simpelweg zelf de snedigheid van een pannenkoek tentoon spreidde tijdens zijn demarrages.
Maar zon verwijten moet je mij dus niet maken, word ik redelijk nijdig van.
Op 4 ronden van het einde vond ik het genoeg. Tijd voor actie. Op de enige echte helling van het parcours schakelde ik een tandje bij en reed weg. Ik dacht dat er nog wel reactie zou komen maar tot mij verbazing kwamen ze geen meter terug. Ai, nog een 20-tal km alleen vlammen, zou dat wel lukken naar de bijna trainingsloze voorbije weken?
Blijkbaar had ik de voorsprong tot 20 seconden uitgebouwd. Waar zat de pannenkoek nu? Als ik iemand verwachtte was het de geel-blauwe gefrustreerde. Maar neen. Blijkbaar niet uit het goeie deeg gemaakt ..
Uiteraard kwam ik, helemaal alleen ook geen meter korter op de koplopers, dus werd een 7e plaats mijn deel.
Jammer dat de aansluiting halfkoers er niet kwam want anders zat er wellicht meer in.
Maar dat zijn vijgen na Pasen. Eigen fout.
Volgende week zal er weer weinig getraind kunnen worden doordat mijn werk het niet toelaat (een paar dagen Frankrijk) maar zaterdag zal ik toch in Wegnez rijden.
De weken erna zal er vooral getraind worden want door de wedstrijden van Koen zal ik mijn fietsje op stal moeten laten. Niet getreurd, vanaf half mei maken we er een erezaak van om dat slechte uitslagenbord tot nu toe op te frissen met een aantal mooiere uitslagen. Beloofd!
Dinsdag 31 maart. Nog 5
dagen vooraleer de profs de heuvels van de Ronde van Vlaanderen aanvallen, nog
4 dagen vóór de collectieve aanval van diezelfde hellingen door een ongeveer
15.000-koppige losgeslagen en in het wilde weg plassende bende armoezaaiers.
Dus besloten wij, de
doorgewinterde amateurs van CT 2005 om enkele dagen voor de drukte onze
plaatsen op de heuvels in te nemen.
Afspraak boven aan de
Bosberg!
Maar onze start begon
al onder een minder goed gesternte. Wie stond ons op te wachten om onze
afgetrainde lichamen te bewonderen? En dan waarschijnlijk nog enkel langs
achteren? Collega Jo. Inderdaad, de (naar later bleek) sympathieke collega van
Luc en Filip zou meerijden. Dat wordt afzien voor hem. Dachten we. Want toen we
hem aan de oprit van de snelweg in Leuven ophaalden, zoog hij nog nog lekker
aan een sigaretje. En een uurtje later deed hij dit nog eens leuk over vóór we
goed en wel gestart waren. Dit wordt nog mooi. Dachten we. Later hadden we
gewoon véél respect voor Jo de Paffer want hij maakte de ganse rit probleemlos
vol. En had geen sprankeltje last van rook of nicotine of .. ja, wàt zat er
eigenlijk in die sigaretten gerold, Jo, dat je zo sterk was? Kortom, respect!
Maar ik had het dus
over onze veelbelovende start. Eenmaal aangekleed vroeg ik langs mn neus weg
langs welke kant we zouden vertrekken. Het antwoord van Filip begon met woorden
die me lichtjes deden panikeren; nl ik denk dat we langs daar moeten .
Vooral de ik denk . liet niets aan de verbeelding over.
Wel, ik dacht dat
Filip een hele voorbereiding op poten gezet had. Maar zijn inspanning had zich
beperkt tot het afdrukken van de wegbeschrijving vanaf de Molenberg. Maar waar
lag die Molenberg ook alweer .? No hard feelings, Filip!
Om een lang verhaal
kort te maken, ik zag me genoodzaakt om mijn landkaart te verknippen tot het
mogelijk aan te doen gedeelte van Vlaanderen. Zo hadden we toch een indicatie
van hoe tot aan de Molenberg geraken. Filip zou vooraan rijden en ik zou van
achter uit een poging doen tot GPS-imitatie. Maar we zijn er gekomen!
Jammer genoeg had
Filip ondertussen de papieren de vrijheid gegeven bij de eerste passage over
een kasseistrook . had David zijn drinkbus vergeten op het dak van de auto .
kroop Jurgen nog wagenziek op zn fiets . en was onze eerste inspanning de afdaling
van de Bosberg. Jawel, afdaling. Want de kortste weg naar de eerste helling van
de dag: de Molenberg.
En weg waren we.
Voor de rest hadden we
alles in ons voordeel. Er stond niet al teveel wind en het lentezonnetje deed
zn werk. Jurgen zag het helemaal zitten en startte in korte mouwen en korte
broek bij 8 °C. Een beetje frisjes maar het zou snel opwarmen.
Zoals gewoonlijk trok
Filip van bij het begin het gas open. Luc, David en Jo volgden in zijn spoor,
Jurgen had nog wat last van dikke poten na het criterium in Grâce-Hollogne en
mijn diesel zou (hopelijk) later nog wel aanslaan.
Tot aan de Molenberg
reden we op het fietspad (!), jawel en op grotere wegen. Daarna begon het echte
werk met draaien en keren op het gekende parcours. Alles reeds mooi afgepijld
voor de doortocht van de profs en het eerste gedeelte vooral gekenmerkt door de
langere kasseistroken. Voor mezelf betekende dit het steeds maar weerkeren na
er gewoonweg afgereden geweest te zijn. Kasseien en zon lichtgewicht als ik .
t zal niet echt samengaan.
Na even gestopt te
zijn om de bandendruk van Lucs ijzeren paard te regelen, kreeg David het
ongeluk om met een losgekomen zadel verder te moeten. Niet echt aangenaam
rijden maar hieraan zouden we later kunnen verhelpen door een vriendelijke
dakwerker toen we even de tijd namen om de profs van de 3-daagse van De Panne
op te wachten aan de voet van de Léberg.
Maar alvorens daar aan
te komen, hadden we nog het magische middelpunt van de Ronde voor wielen. Even
bijtanken dus aan de voet van de Kwaremont en dan . Start!
Oude Kwaremont,
Paterberg, Koppenberg, Taaienberg, . Het hele spectrum van hellingen passeerde
de revue. Niemand had het echt lastig en het wachten werd tot een minimum beperkt.
Tot . een eerste
lekke band te noteren viel op het steile stuk van de Koppenberg. Tot dusver had
Filip alles nog redelijk heel gelaten maar toch speelde hij het huzarenstukje
klaar om op 100 m tijd, 2 binnenbandjes stuk te rijden, een luchtbommetje
onklaar te maken en de pomp van Jurgen tot schroot te herleiden .! Doe het hem
maar na!
Enfin, hèt moment om
de magen bij te vullen en het parcours nog eens te overlopen. We besloten het
zoveel mogelijk in te korten maar veel mogelijkheden daartoe waren er niet. En
omdat we uiteindelijk naar daar gereisd waren om de Ronde te rijden, namen we
er de overblijvende kasseistroken (de namen ontglippen mij) èn de hellingen als
Léberg, Berendries, Parikeberg toch maar bij.
Uiteraard is er geen
Ronde zonder Muur en Bosberg.
Dè Bosberg, ons
eindpunt, de plek waar de autos ons opwachtten. De plek ook waar Jo zn
eeuwige vriend, de sigaret opnieuw in de armen en lippen sloot.
Maar na zijn prestatie
lijkt het me de moeite om dit ook eens te proberen .
Een Bastos of
Marlboro, het mag ook iets zwaarder als afsluiting van een mooi dagje onder
ploegmaats, een perfecte training en voorbereiding op de rest van het seizoen.
Door het late
aankomstuur en met de wetenschap dat de Brusselse ring dan ook strop zit in het
achterhoofd besloten David, Jurgen, Filip en Luc om samen nog een stukje te
gaan eten alvorens het traject naar Rosmeer aan te vangen. Jammer genoeg had Jo
afspraak met de vriendin en moest ikzelf ook nog gaan trainen met onze Koen.
Doen we volgend jaar allemaal samen en hopelijk met nog enkele ploegmaats meer.
Jurgen stelde al voor
om het initiatief te herhalen bij een gelegenheid als Tilff-Bastogne-Tilff.
Waarom ook niet?
Maar zeker ook
afspraak in 2010. Boven op de Bosberg lijkt me een mooie plek.
Tussen 2 regenbuien door toch nog even de tijd nemen om onze blog aan te vullen. Er beweegt niet echt veel op de blog en dat is een beetje vergelijkbaar met de motivatie die ik momenteel tentoon spreid ..
De goesting ontbreekt voor vanalles en nog wat. Het is relatief druk op het werk maar juist daardoor zou het fietsen en trainen een uitlaatklep kunnen zijn. Blijkbaar is het niet voldoende.
Hopelijk betert het wat als de temperaturen hoger dan 15°C worden en de zon zich wat meer laat zien.
De laatste wedstrijd die ik reed was deze in Rencheux, bij Vielsalm. Mooi parcours, relatief mooie en brede wegen en een paar beklimmingen. Vooral deze naar de aankomst toe is een harde.
Van bij de eerste ronde was er al een ontsnapping van een 12-tal renners. Deze wedstrijd kennende en afgaand op het verloop van voorgaande jaren ging ik ervan uit dat alles wel snel weer bij mekaar zou komen. Verkeerd gerekend dus.
Weer zat er dus niets anders op dan zelf het initiatief te nemen en proberen naar de kopgroep te rijden. Door het goeie afstoppingswerk van 2 ploegmaats lukte het ook om een goeie 25 km te ontsnappen. In het gezelschap van de winnaar van het regelmatigheidscriterium vorig jaar liep het redelijk hard maar niet hard genoeg. Met ons 2 kwamen we geen meter korter. Erger nog, op 5 km van de streep werden we terug gegrepen door het peloton. Koers voorbij.
Met het beetje dat nog restte in de benen maakte ik er een lange sprint van met mijn nieuwe ploegmaat Eric in het wiel. Hopende dat hij nog een redelijke uitslag uit de benen kon schudden. We werden respectievelijk 28e en 39e.
Vorig weekend reed ik niet en dit weekend ga ik ook niet naar Grâce-Hollogne. Het samen moeten rijden met de As bevalt me niet. Op een parcours van 2 km en met 150 vertrekkers aan de start staan die kelk laat ik aan mij voorbij gaan.
Ik herneem normaal volgende week in Soumagne om daarna in Lessines te starten.
Hopelijk gaat de hemel dan weer een klein beetje opklaren. Letterlijk en figuurlijk.
Na maanden voorbereiding, trainingen in grijs en nat weer, in donkerte en kou, kortom een voorbereiding die met horten en stoten verliep, een trainingsplanning waarin meer aanpassingen dienden te gebeuren dan verwacht en gehoopt, kon het seizoen beginnen.
Een samengaan van al de opgesomde elementen maakte dat ik het voor mezelf niet goed zag zitten. De moral was er niet, een goeie gevoel ook niet en de goesting om eraan te beginnen al helemaal niet. Een heel bizar gevoel. Normaal wordt er uitgekeken naar het moment dat we opnieuw kunnen koersen. Maar deze keer was het anders. En dus ook redelijk schrikken.
Met een pak lood in de benen en dichtgeknepen billen trokken we dan toch naar Lens-Saint-Rémy. Een parcours waarin enkele honderden meters vals plat in voorkwam en zonder al te veel bochten. Groot was mijn verbazing dat het vanaf de eerste minuut liep zoals een nieuwe en pas gesmeerde ketting over een splinternieuw tandwiel. Rijden met de vingers in de neus heet dat. In die mate dat er (jawel!) een uitval zat aan te komen. Die kwam er ook, al was het meer om de benen eens ècht te testen en met de vrees om daarna het gelag te betalen. Maar niks daarvan. We werden uiteraard snel teruggegrepen door het peloton maar het was makkelijk om hierin terug mijn plaats te vinden. Alhoewel, hierin is misschien een verkeerde woordkeuze. Mijn plaats was de ganse wedstrijd, op die uitval na, als allerlaatste van het peloton. De onvermijdelijke aanpassing aan de nieuwe fiets en een redelijke schrik voor een valpartij. We stonden tenslotte met een groep van 69 renners en in een stralende zon (en zowaar 13°C) aan het vertrek. De wedstrijd eindigde in de verwachte groepsspurt, waarin ik me uiteraard niet mengde. Een anonieme 43e plaats in de uitslag was mijn deel.
Na die eerste stap en met het idee dat de conditie toch niet zo belabberd was als ze wel leek, vroeg dit om bevestiging. Vorige zondag, met opnieuw mooi weer maar weliswaar iets frissere temperaturen werd er opnieuw een omvangrijke groep van 66 vertrekkers de weg opgestuurd op het golvende parcours van Jeneffe-en-Condroz.
In het seizoensbegin kan je erop rekenen dat ontsnappingen uit het peloton geen lang leven beschoren zijn. De vorm van de meeste renners is vergelijkbaar en de motivatie van een nieuw seizoen helpt om iedereen het idee te geven dat hij wel kans maakt op een mooi resultaat. Jammer genoeg was de kwaal van de mindere (bijna tot nul herleide) motivatie bij mij nog niet voorbij. Ik moet me echt oppeppen om te gaan koersen, het is slepen naar de start, de goesting is er gewoon niet. Maar zoals de week ervoor, verdween dat gevoel snel, mede geholpen door het zekere gemak waarmee ik in het peloton meereed. Onvoorstelbaar dat ik me hiermee al tevreden stel, met gewoon in het peloton rijden Waar is de ambitie? Wel, om eerlijk te zijn, die is een beetje zoek. En ik hoop van die één van volgende weken terug te vinden. Misschien samen met aangenamer weer? Met een mooie uitslag?
Die mooie uitslag heb ik trouwens zondag zèlf vakkundig de nek omgewrongen. Het verloop van de wedstrijd was vergelijkbaar met die van een week geleden. Met dit verschil dat er 6 collegas konden wegraken en tot bij de groep As komen (deze waren 1 minuut voor ons gestart). Ons peloton kwam tot op 100 m maar de kloof werd niet gedicht. Jammer maar die 6 zouden we dus niet meer terug zien. Er zat niks anders op dan te proberen om me goed te positioneren voor de pelotonspurt en proberen uit te halen met een verschroeiende laatste 800 m. Het zat in de benen. Maar helaas. Ik durfde gewoon niet gebruik te maken van de halve meter vrijheid naast het peloton om erlangs te rijden en me vooraan te plaatsen. Dit zou me gegarandeerd een plaats binnen de eerste 10 opgeleverd hebben, daar ben ik quasi zeker van.
De schrik zat erin omdat ik wist dat de zijkanten van de rijweg er héél slecht bij lag. Daarenboven stonden de autos langs een kant tot vlak tegen de straat. Er was dus geen enkele uitwijkmogelijkheid. Er moest dus een zeker risico genomen worden. Ik twijfelde veel te lang. En in plaats van het risico te nemen, liet ik me terug naar achter dringen. Een 38e plaats werd mijn einduitslag.
Volgende week staat een mooie koers op grote wegen op het programma. Het enige negatieve punt in Rencheux is de gevaarlijke aankomststrook bergop. Enkele bochten waar wel elk jaar slachtoffers vallen. Het zal dus zaak zijn om vooraan de groep te blijven. Hopelijk lukt het wel een keer.
Het seizoen is weer op gang geschoten, de kop is eraf. Maar .. nog niet voor mij. Vind het nog wat vroeg. Daarbij komt nog dat de motivatie redelijk ver te zoeken is. De trainingen zijn niet helemaal verlopen zoals gepland en ik vrees dat ik nog wat tekort kom om een redelijk figuur te slaan tijdens de koers. Ik heb alleen de hoop dat de concurrentie in hetzelfde geval verkeert.
Wie er blijkbaar geen last van heeft, is mijn ploeggenoot (bij de As) Jurgen. Eerste koers en onmiddellijk eerste overwinning. Een niet zo druk bezette wedstrijd maar eigenlijk is dat van generlei belang. De afwezigen hebben ongelijk. Dit zal voor Jurgen wel een boost geven. Hopelijk betekent dit de start van een zege-rijk seizoen voor het Cycling Team 2005. Maar waarschijnlijk zal het dan wel in de A-categorie moeten gebeuren ..
Zoals al aangehaald, de eerste weken moet er niet teveel op mij gerekend worden. Het moreel lijkt het equivalent van de temperaturen; te laag voor de tijd van het jaar. Terwijl het vorig seizoen, na bijna een jaar zonder competitie, niet snel genoeg kon beginnen, vrees ik dat de competitie deze keer te vroeg zal aanvatten.
Ook lichamelijk zit ik in een dipje. De ene dag loopt de training als een trein, de volgende is het harken om gewone duurtraining af te haspelen. Als het weer het tenminste toelaat om 2 dagen na mekaar te trainen.
Ik wacht nog af, zal waarschijnlijk wel aan de startlijn staan volgende week in Lens-Saint-Rémy maar ben bang voor het eindresultaat. Mocht ik niet in staat zijn om mijn plaats in het peloton aan te houden, vrees ik dat ik er eerder de brui zal aan geven dan het normale karakter te tonen en toch uit te rijden. Al is het dan maar als intensieve training.
Met zon moral, een dito conditie (al is de basis er zeker wel) denk ik meer dan eens aan het jaartje teveel. Zoals deze winter heb ik me nog maar zelden gevoeld. Er wordt teveel nagedacht. Nadenken over de zin en onzin van je nog altijd afjakkeren op trainingen in grijs en killig weer. Het verder in de toekomst denken en je afvragen of het niet stilaan tijd wordt om je volledig op de ontluikende wielercarrière van je koersende zoon te richten.
Want ook de ket vraagt meer en meer inspanning van de ouwe. Na de eigen training nog tot 2 bijkomende uren uittrekken om met hem op pad te gaan. Wordt het niet een ietsje teveel? Hoe lang kan de rekker uitgerokken worden?
Twijfel is troef. En ik ben er nog bijlange niet uit. Voorlopig is er nog het voordeel van de twijfel. Misschien komt met de hogere temperaturen en een vleugje warmte van de zon alles wel weer goed. En liggen er nog mooie momenten te wachten.
Maar een periode zoals de voorbije maanden kruipt in de kleren. We hebben het er nog wel over.
Met de voorbereiding van Koen loopt het al bij al nog redelijk. Zijn basistrainingen vormen geen enkel probleem en worden gemakkelijk afgewerkt. Aan goesting en motivatie van Koen is er geen gebrek; hij is nog niet aangestoken door het geen goesting-virus van zijn vader.
We werken volgens ons gevoel, met een degelijke planning, nog altijd op langere termijn en laten ons niet opjagen. Alles op zn tijd voor Koen.
Een laatste jaar als aspirant het vraagt al wat meer inspanning. De gedachten gaan af en toe al eens uit naar het volgende seizoen. Nu al. Het lijkt wel een mooi vooruitzicht om eens grotere koersen te rijden, af en toe een selectie proberen af te dwingen voor een meerdaagse waarom niet?
Maar eerst dit jaar zonder kleerscheuren doorkomen. De groei gaat rustig verder en kan nog zonder al te veel pijn opgevangen worden. Doordat Koen af en toe last begint te krijgen van de onderrug, dè kwaal van wielrenners hebben we beslist om een fietsanalyse te laten uitvoeren. Hier en daar een aanpassing van de fiets en/of fietspositie dringt zich misschien wel op.
Dit staat gepland voor 26 maart. Ruim op tijd dus om de laatste weken naar de competitiehervatting met een gerust gemoed aan te pakken.
Regen, sneeuw, koude, .. Het winterweer heeft lelijk huis gehouden deze keer. Niet alleen op de wegen, waar de trottoirs en fietspaden het weer hard te verduren kregen . Op dat punt is er in 2009 nog niet veel veranderd; voetgangers en (vooral) fietsers werden al stevig aan hun lot overgelaten. Op fietspaden werd pas laat of helemaal niet gestrooid, putten in het wegdek bleven zo mooi verborgen onder een laagje en voor de durvers kregen de trainingen dus een mooie extra uitdaging. In deze periode is het ook weer afwachten of er gemeenten zijn die er het nut van inzien om veegmachines in te zetten om fietspaden van allerhande vuiligheid te verlossen. Heel waarschijnlijk wordt dit ijdele hoop. Maar het jaar is nog jong, misschien heeft hier of daar iemand het licht gezien. Het is tenslotte een verkiezingsjaar, niet? Hoop doet leven.
Ook trainingsplannen werden grondig overhoop gehaald. Het is echt niet aangenaam om kilometers te malen in temperaturen ver onder het vriespunt, gesteld dat er dan nog kan gereden worden op ondergesneeuwde wegen. Neen, dat is niet meer voor mij weg gelegd.
Alternatieven zijn: lopen, fitness en het saaie maar sportspecifieke rijden op de rollen.
Maar in deze periode is het uiteindelijk zaak om een goeie basis te leggen en stilaan toe te werken naar intensievere momenten.
Wel, dat is er dus nog niet helemaal van gekomen. En wel zo dat ik voor mezelf al beslist heb om het seizoen een week later te starten. Hopelijk is het haalbaar. Alles moet dan wel wat meezitten. Eerlijk gezegd ontbreekt het mij momenteel aan moral en een beetje goesting. Dit keer zit het niet echt snor. Maar ook hier mogen we de hoop nog niet laten varen, zeker?
Voor Koen liggen de zaken anders. Hij heeft zich tot de jaarwisseling kunnen uitleven op de mountainbike (samen met de papa de bossen onveilig maken) en het lichaam weer kunnen klaarmaken voor de langere trainingen die er aan komen. Want dit jaar ligt de lat weer iets hoger. Er staan hem wedstrijden te wachten van 35 km (in plaats van de 25 km van vorig seizoen) en tegen het einde van de vakantie zelfs van 50 km.
Een goeie basis is dus noodzakelijk, uithouding onontbeerlijk en kracht wenselijk.
Het probleem van de groei, zowel in grootte en gewicht is van langdurige aard. Met andere woorden, er is nog niets veranderd. We weten dus nu al dat het weer een slopend jaar zal worden. Zowel wat de voorbereiding betreft (want langere en intensievere trainingen) als wat wedstrijden aangaat.
Hij is nu een goeie week ziek geweest (griep), heeft hierdoor zijn wintervoorbereiding moeten afbreken en een geplande cross aflassen maar is ondertussen opnieuw klaar om te werken. Hopelijk wil het weer ook een beetje mee zodat de saaie binnentrainingen kunnen afgewisseld worden met tochten in open lucht. Stukken aangenamer dan uren op de rollen doorbrengen.
Wij wensen al onze supporters, sponsors en sympathisanten een gelukkig en gezond 2009 toe!
Koen zal in 2009 rijden als aspirant 14 jaar en nog 1 jaar uitkomen voor Olympia Tienen. Gert doet er nog een jaartje bij als Master B voor Cycling Team 2005.
Hopelijk kunnen we ook in 2009 rekenen op jullie steun.
De ene is er gek van en bestaat meestal uit specimen van het vrouwelijk geslacht, de ander, en dus van het andere geslacht kijkt er steil tegenop. Ikzelf ben een fervent aanhanger van het tweede.
Dus, terwijl het vrouwtje in het charmante gezelschap van een vriendin de Leuvense winkels onveilig maakte en mijn bankkaart leeg, offerde ik mij op om voor het kleinste dochtertje te zorgen. Ik paste liever op dan dat ik op sleeptouw werd genomen.
Zo moeilijk was het toch niet om op een kind van twee jaar oud te letten?
Voor haar vertrek legde Lucies mama geduldig al Lucies spullen klaar: een lappenpop met de naam Doudou, een beker voor haar water, een paar biscuitjes en het allerbelangrijkste: haar pop Bébé. Mama overhandigde me een paar luiers, gaf Lucie een zoen en glimlachte geruststellend naar me. Als ze zich gaat vervelen, kun je haar altijd nog meenemen naar de speeltuin.
Het eerste uur begreep ik niet waar ze altijd zo moeilijk over deden. Ik had heel wat uitgeputte moeders meegemaakt met chocovlekken op hun kleren en een verwilderde haardos die beweerden dat het opvoeden van kinderen zwaarder was dan kantoorwerk maar Lucie zat heel tevreden op de grond de veters van een paar schoenen te strikken en dan weer los te halen. Toen ze dat spelletje beu was, zette ik een van haar dvds op en dansten we door de kamer onder de goedkeurende blik van een volwassen kind en een sprekende hond.
Ik was zo zeker van mezelf dat ik het waagde naar buiten te gaan. Ik maakte Lucies schoenen vast, hielp haar in haar trui en overhandigde Bébé en Doudou. Ze ging even tekeer omdat ik haar muts was vergeten maar we liepen helemaal tot de speeltuin hand in hand. Die lag in de schaduw van de kerk en, heel prettig, vlak naast een café. Er stond een wip, een glijbaan en een klimrek, die gelukkig allemaal onbezet waren.
Ik ging op een bank zitten en keek toe hoe Lucie Bébé en Doudou op de beste plekjes van de speeltuin neerzette. Terwijl ik een boekje las, praatte zij tevreden met haar poppen. Ik herinner me nog dat ik dacht dat het ouderschap niet zo heel zwaar was, zolang je maar zelf niet de ouder van het kind bent.
Toen er andere kinderen bij kwamen, begon ik te merken dat het toch ander lag. Peuters waren, zo bleek, erg bezitterig op hun speelgoed en ze waren ook gemeen als ze werden dwarsgezeten. Bébé blokkeerde de glijbaan en Doudou monopoliseerde het klimrek, maar Lucie verwachtte van de andere kinderen dat ze op hun beurt zouden wachten. Een meisje met zwarte krullen en een aandoenlijk neusje dacht daar anders over.
Ik had nooit eerder een worstelwedstrijd tussen peuters gezien. Er werd behoorlijk geschopt, geduwd en aan haren getrokken. Lucie weerde zich behoorlijk tegen het meisje, trommelde met vuistjes op haar gezicht en begon om het hardst te trekken toen ze allebei een been van Bébé te pakken hadden. Ze vielen samen op de grond, geen van beiden was van plan los te laten en terwijl ze druk doende waren elkaar pijn te doen, plukte ik Bébé uit het strijdgewoel. Binnen een paar minuten was de vrede hersteld. Ik zakte terug op mijn stoel en overwoog of ik bij het café bier zou bestellen.
Sommige mensen waren natuurtalenten met kinderen. Ik kon dan niet zo mooi zingen als die andere Gert van televisie maar zolang ik van tijd tot tijd haar speelgoed redde, zou Lucie tevreden zijn. Ik zette Bébé naast me op de bank en liep gauw het plein over om een pintje te halen, ervan overtuigd dat er moeders waren die wel even op Lucie zouden passen. Ik stond slechts een seconde met mijn rug naar haar toe. Maar dat was voldoende.
Een Duitse herder trippelde over het trottoir en klapte zijn kaken om het hoofd van Bébé. Met zijn kop naar de speeltuin gericht, schudde hij de pop stevig heen en weer en probeerde hij met zijn poten het hoofd van het lijf te scheiden. Lucie zette het op een gillen en trappelde met haar voeten. Even dacht ik dat ze boos was en dat ze de hond wilde aanvallen maar gelukkig besefte ze dat het geen goed idee was het op te nemen tegen iets met tanden die groter waren dan haar vingers.
Het is niet gemakkelijk een Duitse herder te vangen. Een Duitse herder proberen te vangen terwijl je ook nog een kind van twee jaar oud wilt beschermen voor het trauma haar lievelingspop te zien verscheuren is vrijwel onmogelijk, maar ik probeerde zo goed mogelijk een hand voor Lucies ogen te houden terwijl ik de hond naar ons toe lokte.
Helaas was de Duitse herder niet geïnteresseerd in het biscuitje dat ik hem voorhield. Hij wilde Bébés bloed en hij gooide de pop herhaaldelijk de lucht in en vermaalde haar als ze weer in zijn kaken belandde. Een stel peuters kwam naar de slachtpartij kijken. Lucie klemde haar beide handen om een van mijn benen en verborg haar hoofd in mijn knieholte. Als ik door niets en niemand zou zijn gehinderd, zou het al moeilijk genoeg zijn geweest de hond te pakken te krijgen maar met Lucie aan mijn knie geklemd moest ik opgeven.
Toen ik opnieuw thuis kwam, was ik een gebroken man. Mijn kleren zaten onder de modder doordat ik herhaaldelijk een wanhopige duikvlucht had genomen om te proberen Bébé af te pakken. Lucie stond zwijgend naast me. Haar gezicht was nog rood van haar uitbarsting in de speeltuin. Van uitputting had ze de hele weg naar huis geen traan gelaten. In haar ene hand hield ze het lijf van Bébé vast, in haar andere het hoofd. Ik hoopte maar dat haar vroegste jeugdherinnering niet zou zijn dat een Duitse herder haar pop in stukken scheurde. Ik hoopte ook dat ze me weer zou gaan vertrouwen. Op de televisie zong een volwassen kind nog En waar is de limonade? Op, op, alles is op. Maar ik dacht onwillekeurig dat er heel wat meer nodig zou zijn dan een beetje snoep en suiker om alles goed te maken.
Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist. Vanaf dat moment krijg je elke keer een mailtje wanneer er een nieuw bericht op dit blog verschijnt. Dankjewel!
Wil u ons steunen?
Dankzij enkele fantastische sponsors kunnen we jullie een body/fleece aanbieden ter aanmoediging van onze jongste renner. Stuur even een mailtje met je kledingmaat en voor de prijs van 20 € krijg je een prachtige fleece in de plaats! Dank je!