6e plaats in criterium Hageland&Haspengouw 10e plaats in criterium op piste (Alleur)
Podiumuitslagen - Gert - 2009:
1e in Hensies 2e in Ans - Alleur * Zilveren medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste 3e in Rochefort 3e in Chaumont-Gistoux
19e plaats in de eindstand ECW 2e plaats in criterium op piste (Alleur-Rochefort) ............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2010:
1e in Bellecourt 2e in Familleureux 2e in Ghlin 3e in Fraire ............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2011:
1e in Ghlin 2e in Pommeroeul 2e in Hensies 3e in Grandmetz 3e in Hensies 3e in Châtelineau ..............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2012:
1e in Gages 1e in Seneffe 2e in Ransart 2e in Anderlues 3e in Chée-Notre-Dame 3e in Ans - Alleur * Bronzen medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste
Podiumuitslagen - Gert - 2013:
1e in Gaurain .. 3e in Grâce-Hollogne 3e in Emptinne 3e in Seneffe 3e in Ans - Alleur * Bronzen medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste
Wielersite, verhalen en bedenkingen bij de avonturen van 2 renners, de ene jong, de andere al wat ouder. --- Give it 100% or give it up ---
05-01-2011
Winter 2010-2011 - update
Het winteroffensief is vroeg gestart maar blijkbaar is er toch een kleine kans dat de temperaturen stilaan naar 'trainbare' temperaturen evolueren. Eigenlijk zijn het niet zozeer de temperaturen die roet in het trainingseten gooien maar vooral de sneeuw en verraderlijke ijsplekken op de wegen en fietspaden.
Vanaf morgen zouden de thermometers sinds lang nog eens 5 graden aanduiden. Uiteraard komen er dan ook dikke regenwolken bij kijken. Maar die zullen we dan toch moeten trotseren om eindelijk aan langere duurtrainingen te kunnen beginnen.
Niet dat we ondertussen stil gelegen hebben. Integendeel, de trainingen zijn qua intensiteit hoger dan tijdens dezelfde periode vorig jaar. Maar er ontbreekt toch een heel stuk basistraining, de uren duurwerk met bijhorende kilometers. En die zijn onvermijdelijk om als fundering te dienen voor een lang wegseizoen.
Voor mijzelf is elke kilometer van de laatste 4 weken gemaakt op de rollenbank. Met dank aan Tacx en aan zijn Real Life Video's. De ideale manier om toch nog zonder al teveel tegenzin op de rollen te kruipen. Er werd dan ook meer dan nodig de nadruk gelegd op krachttrainingen met heel af en toe een duurtraining. Op de rollen is dit namelijk niet evident. Maar toch doenbaar, zowel fysiek en mentaal. Trainingen tot 2u30 werden, tot ergernis van de inwonende familieleden relatief vlot afgewerkt.
Met een weekend in zicht met temperaturen van 8 à 10 graden, regen of niet, kan er eindelijk weer aan wegtraining gedacht worden.
Koen was goed vertrokken om trainingen met de mountainbike af te leggen. Jammer genoeg is ook dat veelal de mist ingegaan doordat het zelfs op boswegen onbegonnen werk was om deftig te trainen door sneeuw en ijs. Zelfs door de koeien werden we bekeken als buitenaardse wezens; met de fiets door dichtgesneeuwde wegen glijden ..... Maar hij werkt bijna dagelijks op de roeitrainer, kwestie van toch gezond bezig te zijn en een minimum aan conditie te behouden.
Voor hem zijn er enkele wijzigingen. Zo hebben we beslist om een crossfiets aan te kopen. Tegenover een mountainbike biedt dit als grote voordeel dat er ook volop mee op de weg kan getraind worden. Een ander paar wielen inschuiven en klaar. Als dit project een meevaller wordt, als het lichaam en de gezondheid eindelijk eens zou meewillen, kan er gedacht worden aan een winterseizoen in het veldrijden. Maar eerst afwachten wat de zomer brengt.
De speeltijd is weer voorbij, het wordt stilaan tijd om het serieuze werk weer aan te vatten. De tijd dat de fiets voor 3 maanden aan de kant ging is al lang voorbij. Het zijn tegenwoordig maar enkele weken meer. Nieuwe tijden, nieuwe trainingsmethoden, een nieuwe aanpak.
Zelfs bij amateurs zoals wij vind je nog zelden exemplaren die de tijdtot nieuwjaar zonder fiets doorbrengen.
De echte rustperiode zonder fiets of andere zaken, tijd nodig om de mentale en fysiekebatterijen weer op te laden, werd beperkt tot 2 weken. Daarna werd stilaan weer in actie geschoten. Ondertussen zijn we al een kleine 3 weken aan de iets specifiekere voorbereiding bezig. Een periode doorspekt met verschillende oefeningen en sporten; lopen, fietsen, powertraining, stabilisatieoefeningen, ... Hiermee wordt stilaan gewerkt aan een brede basis, een fond waar het ganse jaar op teruggevallen kan worden.
Na een heel rustig jaar voor Koen is hij ook weer actiever aan het worden. Hij wordt zienderogen groter en meet al ergens rond de 165 cm. Jammer genoeg moeten we nog redelijk wat geduld oefenen wat spierkracht en verdere fysieke ontwikkeling betreft. Zijn huidige gewicht is hier de exponent van; die schommelt rond de 42 kg. Veel te weinig in verhouding tot zijn lengte en dat zie je ook.
Hij houdt zich vooral bezig met roeien (algemene ontwikkeling) en mountainbiken. Roeien gebeurt bijna dagelijks, op de fiets probeert hij 2x per week een uitstap te doen met vader of kameraad.
De eerste kalenders zijn ondertussen ook bekend gemaakt. Hiermee zijn dan ook de kampioenschapsdagen gekend. Inderdaad, deze ouwe rot wil het er nog wel eens op wagen. Het zou mooi zijn om op zulke wedstrijden te kunnen uitblinken. En hierbij is dan ook meteen geweten dat de nadruk tijdens het seizoen op de maanden juni en augustus komt te liggen. Maar hierover later meer.
Hopelijk gooien de weersomstandigheden niet teveel roet in het eten. De vroege winterprik heeft er al voor gezorgd dat de rollen, nu al, goed gerodeerd zijn. Leuk voor een korte periode maar hopelijk wordt dit niets van lange duur. Het is echt wel nodig om langere trainingen uit te voeren en dat kan je gewoon niet op rollen. Hiervoor is het dan ook nog aangenamer dat het droog weer èn niet te koud is. En om deze omstandigheden te hebben, moet het al goed meevallen. Maar het is nog vroeg in de voorbereiding, er blijft nog tijd genoeg om de conditie rustig op te bouwen.
Door een druk op de knop 'Agenda' kan je trouwens al de eerste wedstrijddata consulteren.
Maar eerst willen we iedereen al een prettige eindejaarstijd toewensen.
Volgend seizoen wordt overwogen of Koen deel zal nemen aan een aantal mountainbikewedstrijden. Niets is zeker maar ook onmogelijk. Verdere info hierover volgt later nog.
Gert zal volgend jaar de kleuren verdedigen van het Truval Cycling Team. Samen met Stefaan Lintermans en Michel Grifnée is hij één van de nieuwkomers in deze ploeg.
De laatste twee weekends van het wielerseizoen waren representatief voor de weersomstandigheden die we dit jaar mochten trotseren.
Op zaterdag 3 oktober was normaal gezien mijn laatste wedstrijd gepland. We trokken dan naar Wiers (Henegouwen). Een bochtig parcours van een kleine 8 kilometer met mooie maar smalle wegen, volledig vlak en een strook van ongeveer 1 km over asfalt waar de loop der tijden en de voorbije winter aardig huis hadden gehouden.
Het deed me eerder denken aan de parcoursen in het limburgse waar meestal ook over smalle betonwegen en door de velden moet gekoerst worden. Neem daar nog een redelijk omvangrijk peloton van een kleine 50 man sterk bij, klaar voor het wringen en duwen op de smalle baantjes en je weet dat het niet echt mijn geliefkoosde koersomstandigheden zijn.
Het verslag kan ook redelijk kort zijn. We begonnen met miezerige regen, een beetje later weer iets droger om af te sluiten met een bui, rechtstreeks uit de zondvloed. Het peloton bleef de eerste ronden gegroepeerd en doordat mij een beetje de moral ontbrak om in zo'n peloton te wringen viel ik al snel naar achteren in de groep.
De benen voelden echter goed aan en wilden duidelijk meer. Op een lang recht stuk in het veld lukte het mij om mij een weg naar de voorste gelederen te vinden. Vol in de wind kostte het mij zelfs relatief weinig moeite. Wat is dat nu weer? Precies een goeie dag! Dus ..... we duwen een beetje door in de hoop met een kleiner groepje weg te raken. Gelukt! Met vier draaien we goed rond en hebben onmiddellijk een mooie voorsprong. Even later komen er nog 4 aansluiten en met deze acht zullen we het moeten doen. De premies worden verdeeld, we rijden een minuutje voorsprong bij mekaar en moeten het dan nog in de sprint uitmaken. Deze sprint laat ik aan mij voorbij gaan en wordt uiteindelijk 7e. Ik weet al wat één van mijn werkpunten van volgende winter zal zijn: sprinttraining.
Doordat de conditie nog redelijk top blijkt te zijn, beslis ik ook vrijwel meteen om ook het volgende weekend nog een allerlaatste koers mee te pikken.
Ten opzichte van het weekend waren vorige zaterdag een paar details veranderd. Ten eerste werd het een mooie dag op klimaatgebied. Een zachte 22 graden en volle zon, ideaal koersweer. Het tweede detail was iets moeilijker. Door professionele verplichtingen moest ik donderdag en vrijdag naar Duitsland. Een trip van in het totaal 1.100 km op de achterbank van een niet zo comfortabele wagen. Door het ietsjes verminderde trainingswerk van de voorbije weken en deze autotrip was de voorbereiding op de wedstrijd niet ideaal. Kwam daarbij nog een lichte verkoudheid met hoestbuien. Waarschijnlijk opgeraapt na de kletsnatte wedstrijden van vorige weken.
De opwarming maakte al duidelijk dat het niet mijn dagje zou worden maar je weet maar nooit.
Door het mooie weer stonden ook weer een pak vertrekkers aan de start. Een zelfs nog groter peloton dan vorige week. En op een parcours van amper 5 kilometer betekent dit meestal een grote chaos. Maar dat viel uiteindelijk wel mee.
Na een 20-tal kilometer wedstrijd slaagden acht renners erin om weg te rijden. Met een paar man probeerden we nog om het gat te dichten maar korter dan 20 seconden kwamen we niet. Niet abnormaal als het altijd dezelfde 3 renners zijn die werken en dus met een bende pseudo-sprinters in het wiel rondrijden die allemaal denken kans te maken om de sprint te winnen voor de ..... 9e plaats. Een triestige mentaliteit die blijkbaar meer en meer en in alle verschillende pelotons bij alle verschillende bonden terug te vinden is. Er wordt liever op krachten bespaard en gereden voor een verre ereprijs dan voluit te gaan voor de overwinning.
Enkele keren uitpakken volstond wel om het grote peloton wat uit te dunnen.
Bij deze enkele schuchtere pogingen die ikzelf ondernam, werd me snel duidelijk dat ik met een beperkt arsenaal 'cartouches' aan de start was gekomen. Begrijpelijk bij de kleine probleempjes van voorbije week maar deze zijn geen excuus. Uiteindelijk had ik gewoon bij de acht vluchters moeten zitten. Jammer maar helaas. Meesprinten voor de ereplaatsen zat er zelfs niet meer in, opkomende krampen hielden mij rustig op mijn plaatsje achterin onze groep.
Einde van het seizoen en dat komt op tijd. Het is even op, het verminderde trainingswerk eist z'n tol en de zin in training is stilaan aan het wegebben. Niet zoals andere jaren - waarbij het soms echt moeite doen was om het einde te halen - maar toch. Tijd voor fysieke en mentale rust.
In het achterhoofd zitten al wel de eerste schetsen en krijtlijnen voor een goeie (winter)voorbereiding op volgende seizoen. Als ons een winter als de voorbije 2 jaar bespaard blijft, zal het seizoen voor mij vroeger starten dat dit jaar. Want - en dat kan ik jullie al toevertrouwen - er ligt een hoogtepunt te wachten in de loop van de maand juni 2011. Maar daarover binnenkort meer.
Ook nieuws over de plannen van onze jongste renner ben ik jullie nog verschuldigd. Ook hierover binnenkort iets meer.
Alle lezers van deze blog wil ik nog graag danken voor het geregelde bezoek aan de site/blog en vooral voor de moeite die sommigen zich getroost hebben om af en toe een reactie te plaatsen, meestal een leuk berichtje of aanmoediging.
Ook een dikke merci aan de supporters, deze van elke week en de occasionele èn aan de fotografen die het mogelijk maakten om ook elke week enkele foto's op de blog te plaatsen.
De meeste dank gaat echter uit naar Jos, quasi elke week present voor de mentale steun, het aangeven van het nodige eten en drinken als de omstandigheden ernaar vragen en die sinds kort ook wielerverslaggever geworden is. Want je kan niet alleen op onze blog een (uitgebreid) verslag van de wedstrijden lezen maar op de site www.wielrenneninleuven.be kan je ook wekelijks terecht voor een kort verslagje.
De (jammer genoeg enige) overwinning van het seizoen was er dan ook eentje die niet alleen van mezelf kwam maar er is gekomen mede door de grote en kleine steun van jullie allemaal.
Echt aangenaam vertrekken was het niet. Regen, een matige wind en amper 10 graden bij het vertrek naar de wedstrijd. Aangekomen waren 2 van de 3 ingrediënten nog steeds aanwezig, alleen wind was er (bijna) niet.
De motivatie, of eerder het gebrek eraan, stond op de gezichten te lezen. We waanden ons in een gure maand maart maar we zijn wel degelijk pas einde september. Aan de organisatie zal het niet gelegen hebben. Een grote feesttent op het marktplein, een plein omzoomd door verschillende café's, een beetje plaatselijke horeca en de obligate kerk in het midden. De renners kregen een mooi parcours voorgeschoteld en een wedstrijd waarin verschillende premies te verdelen waren. Een beetje kort, amper vijf en een halve kilometer maar met mooie oplopende stroken en brede wegen. Waarschijnlijk mede door het slechte weer stonden we met slechts 26 renners aan de start, de beteren tekenden wel present.
Zoals zovele keren was het ook nu weer moeilijk om de drive in de groep te krijgen. Uitvallen werden teniet gedaan en er werd zoals gewoonlijk dan weer niet verder gereden. Ook ik probeerde een deel van de aanvallen voor mijn rekening te nemen en dat lukte ook. UIteraard met in het achterhoofd het gegeven dat het dan toch eens moest breken. Maar ook met het risico dat - we zijn uiteindelijk toch op het einde van het seizoen - bij mezelfd de cartouches minder scherp staan dan de voorbije maanden. En vooral, ze zijn ook in mindere aantallen aanwezig ...
Toch lukte het rond zowat half koers. Wat eraan zat te komen, gebeurde ook. Met 5 man lukten we erin om een kloofje te slaan en met dit elite-groepje kon het zeker lukken. En dat deed het ook. Het draaide uit op een sprint waarin ik me uiteraard op de lijn nog liet kloppen. De eerste twee reden een tiental meter voor ons uit over de lijn. Een 5e plaats was mijn deel. Sprinten blijft een moeilijk punt waar ik rekening moet mee houden in de finale van elke wedstrijd. Maar om de laatste kilometer nog te ontsnappen moeten de omstandigheden wat meezitten: het parcours moet er zich toe lenen en - vooral - de benen moeten meewillen.
Persoonlijk mag ik echter nog niet klagen. Na toch wat minder trainingswerk tijdens de laatste 2 weken blijft de conditie nog redelijk goed. Natuurlijk kan dit niet blijven duren; zelfs voor een enkele wedstrijd per weekend moet er getraind worden anders krijg je toch op een dag de rekening gepresenteerd. Maar voorlopig loopt het nog goed, volgende week wordt normaal gezien het laatste koersweekend en dat sluiten we op zaterdagaf in Wiers.
Het voorbije weekend werd weer aangeknoopt met de competitie. Ongeveer 15 graden en geen straaltje zon te bespeuren ..... het was het weekend ervoor wel anders. Samen met een paar collega's trokken we naar de omgeving van de Mont Ventoux. Uiteraard met de bedoeling om de reus te bedwingen. Maar ook een beetje genieten van het lekkere eten, het zwembad en de altijd aanwezige zon van de Provence.
Op zaterdag was het zover. Om 11 uur was het al schitterend weer in het dal (32 graden) en ook op de top scheen de zon volop (24 graden) met een zuchtje wind. Niet van het gevreesde soort bij een beklimming van de Mont Ventoux, eerder een aangename verfrissing.
Na een 15-tal keer de berg opgereden te hebben met de auto was het voor mij de eerste kennismaking met de fiets. Toegegeven, met de wagen heb je echt geen zicht op wat er je benen met de fiets te wachten staat. Het gedeelte in het bos is gruwelijk lang en steil maar de laatste 4 km zijn pas echt te vrezen. Gelukkig was (en is) de conditie nog degelijk te noemen. Maar uiteraard zijn de beentjes meer voorbereid op het koerswerk en iets minder op het beklimmen van een berg van 21 km.
Boven geraken was dus een minimum, de tijd waarin het zou gebeuren eerder bijkomstig. Het lukte me uiteindelijk in 1uur en 28 minuten rond.
Doordat de beide collega's duidelijk geen rennerstypes zijn en uit het pure toeristenhout gesneden, besloot ik boven om mij naar beneden te laten vallen, terug te keren naar het startpunt en vandaar de collega's opnieuw op te zoeken en bij te staan in hun calvarie naar de top. Maar in de afdaling reed ik ze nog in een schicht voorbij.
Bij mijn tweede beklimming had ik even voorbij Chalet Reynard de eerste te pakken, de volgende reed er anderhalve kilometer voor. Even heb ik dan van de ene naar de andere geschipperd en uiteindelijk zijn ook zij, na 3 uur en 20 minuten boven aangekomen. Iedereen blij.
Gisteren stond ik, na een kleine onderbreking opnieuw aan de start van een wedstrijd. En na lange tijd was dit opnieuw een wedstrijd van de ECW.
Het parcours in Jeneffe-en-Condroz leek me wel iets om de huidige conditie nog eens te testen. Na een paar sterke weken weet ik dat de topconditie stilaan aan het wegebben is. Maar normaal moet ze nog voldoende goed zijn om vooraan mee te draaien.
De voorbije weken was het trainingswerk al (sterk) verminderd, mede door het mindere weer en de afnemende zin om in steeds killer wordende temperaturen te trainen. Een typisch eindeseizoensgevoel en een elk jaar opduikend fenomeen rond deze periode.
De benen voelden redelijk aan bij het startsignaal en na een paar rondjes probeerde ik er in goed gezelschap (o.a. Erwin Hoydonckx, altijd bereid om te rijden en te werken) vanonder te muizen. Toen dat in eerste instantie niet onmiddellijk lukte bleef ik het tempo hoog houden en probeerde het met een paar kleinere prikken. Helaas, er was geen ontsnappen aan. Dat bleek ook voor de verdere (schampere) pogingen het geval. Mede door de mentaliteit van een aantal renners werden de gaten steeds weer gedicht en werd de boel stil gelegd. Blijkbaar denkt iedereen over sprintersbenen te beschikken waarmeeze in de laatste 500 meter het verschil hopen te maken. En bij zo'n mentaliteit is de pret er snel af.
Eén man, een in grote vorm verkerende Georges Hauterat probeerde het nog eens op z'n eentje op 5 kilometer van de finisch en slaagde erin om het peloton voor te blijven tot op de aankomstlijn. Sterk nummer.
Bij de groepssprint zat ik achteraan met de bedoeling gewoon mee te sprinten om in dezelfde tijd binnen te komen. Tot het moment dat het stuur van een concurrent die links voor mij zat gewoonweg in twee brak. Met nog één hand aan het stuur en het andere uiteinde los in de hand maakte hij een bruuske beweging maar viel gelukkig niet. Gelukkig reed hij ook achteraan en niet in het midden van de groep. Anders had de ravage groot geweest.
Door zijn bruuske beweging schrok ik geweldig en moest ook ineens bruusk manoevreren en uitwijken. Hierdoor schoot de ganse linkerkant van mijn lichaam in een kramp. Volledig verkrampt kon ik niet anders dan rechtstaan om mijn pedalen en mij verder laten uitbollen ... bergop. Ik viel dan ook volledig stil op 100 meter van de aankomst. Het was pijnlijk wachten tot de kramp z'n greep losliet om na een goeie 6 minuten (!) nog even over de streep te bollen.
Het was de bevestiging dat het mindere trainingswerk van de laatste weken z'n tol begint te eisen maar de prestaties in de wedstrijd zelf geven ook aan dat de conditie toch nog op een redelijk peil vertoeft. Het moet volstaan om nog 2 weekends te koersen. Toch ga ik de volgende dagen nog een paar keer diep gaan op training. Kwestie van het seizoen in schoonheid en op een mooi niveau af te ronden.
Door een rare kronkel in het reglement van de (neven)bond waar ik geregeld aan de start sta, was ik verplicht om mij het voorbije weekend kalm te houden en niet mee te rijden voor het podium. Als renner zonder jaarvergunning bij die bepaalde bond - ik heb wel een vergunning bij de Internationale UCI - mocht ik bij de eigen organisatie van hun wereldkampioenschap niet op het podium eindigen.
Dan maar trainen.
Omdat een training op dit moment efficiënter is in een 'wedstrijdomgeving' maakten we toch maar de verplaatsing naar Thulin.
In vergelijking met het parcours dat we aflegden tijdens wedstrijd van begin juni waren enkele wijzingen aangebracht. Jammer genoeg kwam dit het wedstrijdverloop helemaal niet ten goede. Er stonden zelfs nog enkele wagens op strategische plaatsen en het vele bochtenwerk maakte het ronduit gevaarlijk koersen. Als je weet dat een aantal renners zich toegespitst hadden op deze wedstrijd en er op een kampioenschap altijd met een tikkeltje meer nervositeit gereden wordt, dan kan je er vanop aan dat een dergelijk parcours garant staat voor valpartijen. En hierop was het niet lang wachten.
Dit parcours was een kampioenschap onwaardig.
Mijn doelstelling was dus om er een doorgedreven training van te maken. En dat is in mijn ogen maar gedeeltelijk gelukt. Het aantal af te leggen kilometers werd ingekort (geen idee waarom dit gebeurde want het was stralend koersweer ...) terwijl ik hoopte van 85 à 90 km snelheid en interval te kunnen trainen.
Ook voorgaande woensdag maakte ik een extensieve duurtraining van 110 km. Samen met een snelle koers van 85 km zou dit een mooie trainingsweek kunnen geweest zijn. Het werden 20 km minder aan een tempo dat ik met de vingers in de neus aankon. Het was inhouden om me niet mee in het aanvalsgeweld te storten maar hiermee zou ik alvast geen vrienden maken. Rustig blijven en het trainingsdoel voor ogen houden, meer mocht ik niet doen. Het werd dus een roemloze einduitslag in de buik van het peloton.
Ondertussen had ik al besloten van ook op maandag na de wedstrijd (vandaag dus) een doorgedreven training in te plannen.
Al bij al valt het dus nog perfect tussen de plooien van de trainingsplanning. Het zou een goeie basis moeten zijn om nog 3 à 4 weken te vlammen.
Samen met het koersvrije weekend van volgende week (ik ga op gezapige uitstap naar de Mont Ventoux in het gezelschap van een paar gelegenheidsrenners) maakt dit ook deel uit van een relatieve mentale rustweek. Het moet volstaan om de batterijen op te laden voor nog een paar uitspattingen op het einde van het seizoen.
Aprilse grillen, je verwacht ze niet meer in augustus. Maar gisteren was het toch weer zover. Het gekende Belgische zomerweer in volle glorie. Wolken en een dichte hemel. Waterdicht kon je deze moeilijk noemen want langs spleten en gaten vielen dikke druppels. Een bui, afgewisseld met een waterig zonnetje, het geheel doorspekt met een windje van enkele Beauforts. Dit was het menu voor deze zondag.
Je moest al veel zin hebben om in dit hondenweer de start te nemen voor een ronde van 5,7 km met elke ronde een beklimming (ik schat over de ganse lengte gemiddeld 3%) van 1,7 km, gevolgd door een bochtige afdaling door een woonwijk en een lang recht stuk licht bergaf. Tussendoor lag er nog een strook vlak met asfalt waar je je normaal geen fietsers over stuurt. Maar hier kon het blijkbaar niet anders. Pittig detail: de helling moest volledig genomen worden met de wind pal op kop.
De opwarming gebeurde voor de helft op droog wegdek en de andere helft in de regen. Er moest dus een keuze gemaakt worden bij de bandendruk. Op het laatste moment besliste ik toch om wat lucht uit de banden te laten om meer grip op de weg te houden bij de bochtige afdaling.
Bij de eerste passage had ik vlug gezien dat niet iedereen met dit detail rekening gehouden had. Het leek dus geen goed idee om de ganse wedstrijd in groep te rijden. Anderzijds was het zo goed als zelfmoord om met deze wind als cavalier seul de koers te maken.
En toch was dit wat er gebeurde. Wonderlijk genoeg voelden de benen vanaf de eerste minuut sterk aan. En toen ik bij aanvang van de eerste beklimming weer de onstuitbare drang voelde om aan de boom te schudden dit gebeurt meestal op de meest onverwachte en soms meest ongeschikte momenten -viel er direct een gat van 100 m. Ik hoopte echt dat er iemand mee zou springen maar dat gebeurde niet onmiddellijk. Dus, gewoon even de benen testen en boven zouden we wel verder zien. Maar boven bleek de voorsprong alleen maar gegroeid te zijn. Dan maar alleen verder aan 80% van de mogelijkheden. Maar nog kwam er geen versterking.
Uiteraard spookte het door mijn hoofd dat dit echt wel onbegonnen werk was, er bleven nog een kleine 60 km af te leggen. Eigenaardig genoeg hield die idee me niet tegen. Integendeel, de frustratie van de verloren koers (herinner u de wedstrijd in het nabije Familleureux waar een paar concurrenten mij bijhaalde op 50 m van de meet) speelde weer op en dat bleek genoeg om de turbo aan te laten slaan.
Neem daar nog bij dat mijn grootste supporter (bedankt voor de fotos) mij toeriep of ik nu helemaal zot geworden was en de trein was vertrokken.
Maar toch bleef de twijfel; 60 km alleen rijden is wel erg ver. Het eerste doel werd dan maar de premie van de 3e ronde. Er bleken er nòg 2 te volgen (6e en 9e ronde).
Blijkbaar maakte ik mij onnodig zorgen. De benen stelden de hersenen gerust dat er vandaag wel eens zot mocht gedaan worden .. Een halve minuut, anderhalve minuut, 2 minuten, Ik pakte nog meer voorsprong.
Het was wachten op het klopje van de hamer. Toch het kopje er een beetje bij houden en op tijd eten en drinken.
Ik kreeg zowaar een klein peloton voor ons gestartte As in het vizier en kon daar aanpikken. Maar buiten de onverwachte hulp, af en toe eens overnemen en doortrekken van Bollini-renner Dimitri Nijs moest ik op niet méér rekenen.
De laatste ronden en bijhorende beklimmingen werden afgewerkt tegen bijna dezelfde tussentijden als de voorgaande.
Eindelijk was de eerste overwinning van het seizoen binnen. Na zowat alle plaatsen tussen 2 en 10 behaald te hebben, konden we eindelijk een stapje hoger op het podium.
Alle premies, het hoogste trapje van het podium èn de manier waarop dat bereikt werd. Ik ben er wel bijna van overtuigd dat ik dit geen 2e keer meer kan, dat is quasi uitgesloten. Dit is zo een van die prestaties die je maar 1 keer in je leven kan bereiken.
Maar ik zijn er wel blij mee, dit pakken ze niet meer af.
Nog een dikke merci voor alle supporters voor de aanmoedigingen, voor de fotos, voor de steun! Ik hoop dat jullie er evenveel deugd van hebben gehad als ik. Maar nu waarschijnlijk wel met minder zware benen rondlopen ..
Vorig jaar is er heel wat inkt gevloeid over de overtreding van Axel Witsel op Marcin Wacilewski. Media schreeuwden moord en brand, supporters en pseudo-supporters verwensten de speler en zijn actie, er werden zelfs moordplannen beraamd. En vooral, de dirigenten van de Brusselse club kwamen woorden tekort om te onderstrepen hoezeer zij de ethiek hoog in het vaandel droegen.
Tijdens de wedstrijd van een week geleden in Belgrado beging Anderlecht-speler Mbark Boussoufa, nota bene al enkele keren verkozen tot profvoetballer van het jaar (!) een identieke overtreding op het scheenbeen van Partizan-speler Almami Moreira. Hij kreeg geen rode kaart, geen gele en zelfs geen berisping van het scheidsrechterlijke viertal. Tot op heden werd ook geen sanctie uitgesproken door UEFA of FIFA en werd de betrokken scheidsrechter niet op de vingers getikt. Of zijn hier andere - lees: financiële compensatie (zie Nottingham Forest)- redenen voor?
Een blessure door deze aanslag kon voor het slachtoffer van een enorme proportie zijn. Gelukkig bleef het bij schaafwonden. Of wordt er bij het toepassen van de sanctie ook rekening gehouden met het resultaat (blessure, kwetsuur, eventuele breuk) van de aanslag?
Tot daar het gebeurde. Wat véél en véél erger was, is dat het Anderlecht-bestuur èn de schrijvende sportpers schijnbaar een ogenblik ingedommeld was want achteraf werd met geen woord gerept over het voorval. Waar een jaar geleden de heer Jacobs nog onnoemelijk ontgoocheld was in de heersende hypocrisie in de voetbalwereld en dreigde met ontslag (al dan niet met de bedoeling een salarisverhoging in de wacht te slepen) bleef hij deze keer doofstom. Eenzelfde reactie bij de almachtige mijnheer Van Holsbeeck. Hij had alleen oog voor de Champions League-vetpot van 15 miljoen euro. Waar is die alom geprezen Anderlechtse ethiek naartoe als het een van de eigen spelers betreft? We moeten ook nog altijd de eerste negatieve bijklank hierover in de pers lezen. Nauwelijks een jaar geleden was zo'n gebeurtenis gedurende 3 weken voorpaginanieuws.
Ze zullen het in Anderlecht blijkbaar nooit leren. En dan versteld staan dat de buitenwereld deze mensen als compleet wereldvreemd en arrogant aanziet.
Gelukkig kwam loontje om z'n boontje. De arrogantie werd koud gepakt op efficiëntie. Met een beetje geluk (dat moet gezegd) werden de Mauvais Blanc uit de poulefase - en de bijkomende beloning - van de CL gehouden. Het zal een groot pak van de bevolking plezier doen. En gerechtigheid is uiteindelijk geschiedt: de speler die eigenlijk geschorst had moeten zijn (zelfs voor meerdere weken of maanden cfr.Witsel) miste een belangrijke strafschop. Zou er dan toch een God bestaan? Dààr ben ik dan weer minder van overtuigd.
Mooi weer, ietsje te warm zelfs, brede wegen en goeie herinneringen. Een ideaal recept om te starten in Hensies.
Hier vierde ik vorig jaar mijn enige overwinning van 2009. Mijn eerste ook sinds de laatste in 2006.
Na de verschillende korte ereplaatsen van de laatste weken en de goeie vorm was er weer hoop op nòg beter.
Een mooi peloton van 55 man sterk nam een vliegende start. Bij mij is het altijd enkele kilometers aanpassen alvorens het goeie ritme te pakken te krijgen.
Maar het was zaak om er redelijk snel bij te zijn. In de eerste ronde was er al een groepje dat een lichte voorsprong nam. Het was dus duidelijk dat we geen halve koers moesten wachten om in actie te schieten.
Met een paar enkelingen (zonder ploegmaats) konden we de vroege vluchters terug pakken en kon het spel van voor af aan herbeginnen. Samen met 6 anderen kon ik me afscheiden. Maar het was werken om een kloof te maken. Even dacht ik dat het wel eens te snel zou kunnen gaan voor mij maar halsstarrig bleef ik toch mijn deel van het kopwerk doen. Doordat ik daarbij geregeld in het rood moest gaan (maximum hartslag 200 sl/min, gemiddelde over de ganse wedstrijd 182 sl/min, vreesde ik voor een fatale terugslag. Het was dus kilometers en ronden aftellen. En (proberen) volhouden.
Onze voorsprong bleek groot genoeg om de laatste 10 km niet teveel meer te moeten vrezen voor een terugkomst van het peloton. Sprinten zat er niet meer in, daarvoor waren de benen niet goed genoeg meer. De ene dag is de andere niet.
Een 7e plaats was mijn deel. Al bij al moet ik daar tevreden mee zijn, de sterksten waren mee vooraan en ik was er toch maar weer bij. Hopelijk houdt het goeie weer nog een beetje aan. Het wordt tijd om nog eens een langere duurtraining in te passen en wat kilometers te maken.
Blijkbaar was er toch een beetje commotie rond mijn verslag - en bijkomende uithaal - van vorige week.
Uiteraard is het niet de bedoeling om mijn programma aan te passen in functie van een bepaald gebeuren tijdens wedstrijden. En ook op het wiel rijden van een bepaalde concurrent staat niet garant voor succes. Maar revanchegevoelens kunnen een perfecte motor zijn om eens extra diep te gaan. Want de frustratie was inderdaad erg groot. Vooreerst is het niet elk jaar zo dat je '20 jaar getrouwd' kan vieren. En uiteraard had ik dat heel graag gedaan met een boeket bloemen, verdiend met hard trainen en met het uiterste uit de kan te halen tijdens de wedstrijd. Vandaar de enorme ontgoocheling en bijkomende frustratie als het dan niet lukt en vooral ook door de manier alles me door de neus geboord werd.
Met de piekende conditie van deze dagen dacht ik een kans te hebben om dit manco al deels recht te zetten ter gelegenheid van de verjaardag van deze ouwe rakker.
Vol vertrouwen trokken we dus naar het veredeld criterium van Ghlin. Weinig bochtenwerk maar veel wind en een linke strook vals plat. De laatste rechte lijn bestond uit een brede baan maar met de wind vol op kop.
Vanaf de eerste ronden zat het spel weer op de wagen. We telden enkele uitvallen waarvan er toch eentje redelijk lang stand hield. Het lukte ons - een groepje van 6 - pas een goeie 10 à 15 km van de aankomst om Van Steerthem, Hustin en de sterke Nico Debaes terug te pakken. Hieruit konden we met 4 weg rijden en het zou uiteindelijk tussen ons gaan. Geen van allen kenden we mekaar dus veel was er niet te bespreken. Opletten voor een sleper en uitkijken voor één of andere uitval. Nico Debaes waagde de sprong en op dat moment twijfelde ik heel even. Even te lang. Hij bleef uit de greep van ons drie en won met kleine voorsprong maar uiteindelijk wel verdiend.
Wij mochten in de sprint voor de ereplaatsen rijden. Ik, als gekend strijkijzer als het sprinten aankomt, won deze en mocht voor de 2e week op rij op het tweede trapje van het podium. Maar deze keer kon ik ermee leven, iemand die rijdt voor wat hij waard is en dan wint, heeft het altijd verdiend.
Ik laat de champagne nog minstens een week verder koelen. Vanaf nu zijn er geen verjaardagen of andere gebeurtenissen meer te vieren, dus de motivatie zal ergens anders van moeten komen. Maar ze zal er zeker zijn. Die eerste overwinning van het jaar is al dichtbij geweest maar is er nog steeds niet. Als motivatie kan dit toch al tellen.
Deze week rijden we op zaterdag in Hensies. Hensies? Inderdaad, hier won ik vorig jaar mijn enige van het seizoen. Dus toch nog een extra motivatie: dit nog eens over doen!
Rekeningen ... ze zijn er om vereffend te worden. En vanaf gisteren heeft er nog iemand een openstaande schuld bij mij.
Het verslag zal redelijk kort zijn, echt veel is er toch niet te vertellen.
Alleen het gegeven dat ik gisteren de beste benen had sinds heel lange tijd. Alles kon, geen inspanning was teveel.
Na een beetje kat uit de boom kijken in de eerste ronden kon er toch een groepje ontsnappen. Helemaal alleen kon ik er toch nog naartoe en kon aansluiten. Jammer genoeg werden we teruggehaald. Geen paniek, ondertussen had ik ook wel gevoeld dat er vandaag niemand zou wegrijden zonder dat ik erbij zou zijn.
Nog een 2e keer reed een kleine groep weg en weer kon ik het gat in een keer dichten. En weer werden we ingelopen.
Dit duurde tot de laatste ronde van 6 km. 2 renners waagden de sprong en niemand reageerde. Het was wachten tot ondergetekende initiatief nam, zoals er al de ganse koers afgewacht werd. En aangezien dit allemaal een beetje op mijn systeem begon te werken zat er genoeg adrenaline in mijn lijf om nog een explosie te veroorzaken. Diep adem halen, aanzetten en wegwezen. Er plakten jammer genoeg toch nog 2 anderen in mijn wiel maar overnemen deden ze niet.
Op 3 km van de streep konden we aansluiten. En dan was het kiezen. Omdat ik me toch niet zeker wist in een eventuele sprint zette ik mij bij de laatste bocht aan de leiding en ging vol door. Tot mijn verbazing hielden de benen het en kon ik een gat van een goeie 200 m maken. Maar 2 km voluit rijden is lang.
Gaandeweg geloofde ik meer in een gelukte poging ..... ware het niet dat één van de anderen het nodig vond om het op een akkoordje te gooien met een collega. Helemaal niet van dezelfde ploeg maar blijkbaar wel op zoek naar vrienden in het peloton.
Als een stoomtrein kwam hij aangestormd met een concurrent in het wiel (zie foto's, waarvoor dank, al doet het wel nog een beetje pijn om ernaar te kijken). Terwijl ik niet echt snelheid verloor maar alleen tegen de wind in moest beuken.
De twee vrienden kwamen tot op mijn wiel waar de ene het cadeau met open armen (in de lucht) aannam. En 50 m voor mijn neus als winnaar afgevlagd werd ............
Waarschijnlijk is het de bedoeling om eens te genieten van een wederdienst tijdens het 'wereldkampioenschap ACH 2000'. Maar zo werkt het bij mij niet. Die rekening staat open.
Het was niet mijn bedoeling om dat befaamde kampioenschap te rijden maar gisteren heb ik al voor mezelf uitgemaakt om het toch te doen. Omdat ik weet dat degene die mij dit geflikt heeft hiervan een doel gemaakt heeft.
Het parcours van Thulin ligt me niet (teveel draaien en keren, hoewel ik er al 8e kon eindigen) en ik heb er eigenlijk niks te zoeken (aangezien ik geen licentiehouder ben van die welbepaalde bond kan ik niet in aanmerking komen voor een podium) maar het is wel toegestaan om deel te nemen. En dat zal ik dan ook doen. Deze keer om OP een bepaald wiel te rijden. Al demareert hij 1000 keer, evenveel keer zal ik hem met man en macht proberen terug te halen, daar kan hij van op aan. En wie weet kan ik er ook hier en daar een vriendendienst bewijzen. Misschien krijg ik dan ook ooit nog wel eens een cadeautje terug.
Het goeie gevoel van vorige weekend is helemaal weg. Dat is wat zeker is. De vraag is of dat nog terugkomt.
Ik heb er wel vertrouwen in, ik kan niet anders. Het beulenwerk in de bergjestijdens de vakantie moet z'n vruchten opleveren. Maar het is duidelijk dat er véél meer rust nodig is en dat mijn lichaam meer recuperatie vraagt.
Forest is een onooglijk dorp in Henegouwen. Een kerk, 15 huizen en een oud schooltje tot feestruimte omgebouwd. Maar het heeft wel iets. In de oude school waan je je terug in de tijd gekatapuleerd. De Witte van Zichem is hier niet veraf, getuige de typische oudevloeren en de onvermijdelijke stoof in het midden van de klas. Prachtig dat dit nog bestaat. Maar tegenwoordig speelt het harde werk zich eerder buiten af. Eens per jaar wordt de orde verstoord door een meute ongeregeld op carbonnen paarden en getooid in veelkleurige pakjes.
Na een vermoeiende eerste werkweek na de vakantie, opnieuw vroeg opstaan en te laat gaan slapen,werd het trainingswerk tot het strikte minimum beperkt. Het was ook gewoon nodig. De hartslag wilde niet meer stijgen, benen spruttelden tegen, vermoeidheid sloeg toe. Tegen het einde van de week steeg de ochtendpols ook nog met enkele eenheden. Vermoeid? Of hing er iets anders in de lucht? Feit is dat ik gisteren (de dag van de wedstrijd) in tegenstelling tot andere zondagen als een blok in slaap viel met lichte koorts en darmen die het stilletjes laten afweten. Leek wel een opstoot van een griepje. Maar vanochtend ging het toch al iets beter. Afwachten.
Aangezien van al deze symptomen op zondagochtend nog niet zoveel te merken was, maakte ik mij totaal geen zorgen.De opwarming was echter onverbiddelijk, de benen draaiden niet, elke versnelling was een marteling.
De wedstrijd was maar amper begonnen en het was meteen duidelijk waarvoor we moesten gaan: proberen uit te rijden. Ik zeg wel duidelijk: proberen. Het was elke ronde aftellen. Neem er nog bij dat in elke ronde van 5 km een helling verwerkt zat van een goeie kilometer. Een mooi parcours maar eentje dat z'n tol vraagt.
Hoe er ook geprobeerd werd, telkens werden de vluchters terug gehaald. Deze keer liet ik de oorlog aan mij voorbijgaan om mij volop te concentreren op het achterwiel van een concurrent. Het werd een ganse koers afzien en werken om bij te blijven. Een paar ronden voor het einde slaagde een 6-tal er toch in om weg te rijden, de eerste prijzen waren verdeeld. Toch werd er in het peloton nog doorgereden met als resultaat dat we in de laatste beklimming, eveneens de laatste rechte lijn naar de finish de vluchters ei zo na weer inhaalden. Het kwam op een 50 meter aan.
Sprinten, en al zeker bergop was niet meer aan mij besteed. Maar ook bij de concurrenten was het vet van de soep. Gewoon ogen dicht, billen toe en rijden maar. Uit een peloton van nog een 20 man sterk lukte het mij nog om als 5e over de lijn te komen. Na de vluchters betekende dat dus een 11e plaats in de eindstand. Nooit had ik gedacht om zo dicht te eindigen. Het lukte puur op karakter. De gevolgen achteraf heb ik hierboven al beschreven. Het had me dus weer zoveel moeite gekost dat mijn tere lijfje zich revancheerde ..... Maar 't gaat al beter, een beetje rust deze week, gekoppeld aan rustige duurtrainingen moeten volstaan om er volgend weekend weer te staan. Als alles goed gaat, rij ik zondag in Familleureux.
't Is altijd even afwachten hoe het loopt/rijdt na een periode zonder wedstrijden.
Na mijn laatste wedstrijd tijdens het laatste weekend van juni ging de riem er even af en werd een recuperatieweekje ingelast. De stress van de laatste werkweek laten wegebben, de schoolresultaten van de gasten afwachten en alles klaarmaken voor een zuiderse vakantie. Waarbij uiteraard de fiets weer op de proppen komt .....
De vakantie is het uitgelezen moment om een paar weekjes als volwaardige prof te leven. Het ritme wordt dan eten, trainen, rusten, slapen. Af en toe een uitstapje maar vooral niet teveel bewegen.
De trainingen spelen zich dan ook af in een andere omgeving, op een ander parcours. Zwaarder, met meer afwisseling in hellingen en afdalingen. En dan kom je op een gegeven moment jezelf weer even tegen. Ik moet toegeven dat het de laatste dagen almaar moeilijker ging om op een deftige manier vooruit te komen op de fiets. De bodem van wat haalbaar was, was weer bereikt. In een paar weken werden de benen zodanig getergd dat ze uitkeken naar een nieuwe rustweek. Maar het gevoel en de ervaring leert dat het vanaf nu alleen maar weer de goeie kant kan uitgaan. Een intensieve periode werd afgesloten zonder ziekte, met een goeie recuperatie en een mooi evenwicht tussen (zowel mentale als fysieke) rust en inspanning.
Het voorbije weekend stond ik dan ook aan de start met een gerust gevoel. Vorig jaar werd de eerste koers na de vakantie een regelrechte ramp. Het koersgevoel was helemaal weg, de snelheid verdwenen. Ik werd dan ook vlotjes uit de wielen gereden. Maar de week erna had de supercompensatie z'n werk gedaan en nog een paar weken later werd de eerste winst van het jaar opgetekend.
Voor zo'n scenario wil ik ook dit jaar weer tekenen. Vandaar het gerust gevoel aan de start van zondag. Bedoeling was om rustig in het peloton te kamperen en de wedstrijd uit te rijden zonder meer. Maar ..... zo zitten we dan weer niet in mekaar. De benen voelden goed aan en dat was het sein om vanaf de 10e kilometer de achtervolging (alleen!) op een ontsnapt 10-tal in te zetten. Het kostte mij enorm veel moeite maar tot mijn eigen verbazing geraakte ik erbij. Het gegeven van alleen naar een voluit koersende groep te kunnen rijden, toonde aan dat er misschien wel iets meer in zat. Het vertrouwen groeide. Na goed samenwerk wisten we dat de goeie trein vertrokken was. We hielden het ritme de ganse koers erin en hierdoor moesten er toch een paar man lossen. Ik voelde mij naar het einde toe ook niet meer al te fris, het harde werk begon z'n tol te eisen. Mee sprinten was dan ook niet meer voor mij weggelegd. Ik moest ze vooraan hun gang laten gaan en toekijken. Al uitbollend werd er dan toch nog een 8e plaats gepakt. Meer dan ik 's ochtends verwacht had. En vooral ..... veelbelovend voor de komende weken.
Er is een opvallend verschil tussen Provençaalse auto's en de onberispelijke, glanzende wagens die ieder jaar uit Parijs, Duitsland en Nederland arriveren. De plaatselijke voertuigen - in ieder geval vele ervan - dragen littekens: een kapotte zijspiegel, een verbogen bumper, een verbrijzeld achterlicht, krassen voor en achter, ontbrekende wieldoppen of een loshangende uitlaat. Dit zijn verwondingen die zij met ere hebben opgelopen op de slagvelden van smalle straatjes en krappe parkeerplaatsen, en de bezoekende automobilist doet er verstandig aan om auto's die zichtbaar oorlogservaring hebben vrij baan te verlenen. Die laten niet met zich spotten.
Niet dat de Provençaalse automobilist minder bekwaam of agressiever is dan andere chauffeurs, hij is alleen ongeduldig, heeft haast en is uiterst optimistisch waar het om het inschatten van parkeermogelijkheden gaat. Hij heeft er plezier in zich in plekjes te wringen die minder avontuurlijke automobilisten misschien zouden mijden, en mocht hij de ruimte een centimeter of tien verkeerd beoordelen, ach, de bumpers zitten er toch niet voor niets.?
Hij heeft een bepaalde visie op wat een auto hoort te zijn en die is van directe invloed op het uiterlijk ervan. Bovendien wordt zijn techniek aan het stuur vaak belemmerd door een fysieke handicap. Daar komen we later op terug.
Maar eerst: hoe ziet hij zijn auto? Niet als verlengstuk van zichzelf of z'n ego of als middel om zijn rijkdom, status en mannelijkheid uit te drukken, maar al een doos op wielen. Zijn auto is niet bedoeld om bewonderende blikken van onbekenden te trekken of om de afgunst van de buren te wekken. Hij dient om zijn inhoud van de ene plaats naar de andere te vervoeren, bij voorkeur met zo min mogelijk onderhoud. Met andere woorden, het is een functioneel voorwerp en waarom zou je je er druk om maken zolang het functioneert? Een deuk hier of een kras daar staat het vermogen van de auto om zijn werk te doen niet in de weg. Dus kun je je de kosten en de moeite van mechanische chirurgie net zo goed besparen. Behalve natuurlijk als je kunt bewijzen dat de deuk de schuld is van een andere automobilist en dat die moet betalen voor de reparatie. In dat geval wordt het herstellen van de deuk een dringende prioriteit! Het is deze praktische houding ten opzichte van het persoonlijke vervoermiddel die voor een deel het gehavende uiterlijk van zoveel personenauto's en bestelwagens verklaart. Maar slechts voor een deel.
De andere, minstens zo belangrijke factor is dat de fysieke vermogens van de Provençaalse automobilist in één opzicht tekortschieten. Om de een of andere reden heeft de natuur hem maar twee handen toebedeeld. Wat natuurlijk niet genoeg is om tegelijk een auto te besturen, een sigaret te roken en een gesprek te voeren. Of dat gesprek nu per telefoon of met de passagier plaatsvindt, het kan onmogelijk gevoerd worden zonder het arsenaal aan handgebaren dat het onmisbare hulpmiddel is van de verbale communicatie in de Provence. Dat kan af en toe leiden tot momenten van verminderde controle over het stuur. Maar wat moet je anders, als je geen derde hand hebt? Een dreigende mogelijkheid: de autoriteiten zouden, aangemoedigd door het succes van hun acties tegen rijden onder invloed, hun aandacht kunnen richten op de bedwelmende uitwerking van een geanimeerd gesprek. Sancties op rijden onder invloed van conversatie komen misschien dichterbij dan wij denken.
In het kleine Engelmanshoven (bij Sint-Truiden) werd er vanuit gegaan dat dan zowat alles langer moet duren dan nodig ... De wedstrijd was voorzien voor 14 uur. In de koude wind, gelukkig zonder regen en bij amper 14 graden deed iedereen de nodige moeite om opgewarmd te geraken. Jammer genoeg voor ons en voor de organisatoren kregen ze af te rekenen met de afzegging van een tiental seingevers. Uit veiligheidsoverwegingen werd de koers dan even uitgesteld, de opwarming ging gewoon verder. Tot uiteindelijk het bericht kwam dat er uitgesteld werd tot 16 uur.
Iedereen zocht uiteraard snel een warme auto op. Het leek wel de maand maart buiten.
Er werd snel iets gegeten, de ene een sandwich, de andere stak rustig een frietje naar binnen (echt waar!). Uiteraard was het weer Alain Falque die voor die stunt zorgde.
Al bibberend en na nòg maar eens een opwarming startten we uiteindelijk dan toch voor onze wedstrijd. En weer het gekende scenario: enkele aanvallers die nooit weg geraakten, gaten werden gedicht waarna het weer stilviel, ... het beproefde recept. Het was wachten tot de laatste ronde en zelfs tot de laatste 5 km. Een groepje van 5 reed weg, gevolgd door ondergetekende met een collega in het wiel. We raakten nog tot op 5 seconden van de vluchters maar meer zat er niet in. Iets te laat gereageerd waarschijnlijk.
De conditie is gewoonweg schitterend, momenteel trap ik in de boter. De benen zijn maar enkele keren per jaar op dit niveau en momenteel is dit het geval. Jammer genoeg blijft er maar één weekendje over om deze benen te laten renderen. Dan gaat de riem er een week af om dan op een iets zwaarder parcours dan we gewend zijn weer op te bouwen voor de laatste 2 maanden van het seizoen. Er blijft dus nog genoeg tijd en mooie koersen over om voor te trainen.
Tot nu toe is het een redelijk regelmatig seizoen geweest met bijna alle plaatsen tussen 3 en 10. Maar net niet genoeg om van de hoofdschotel te genieten. Hopelijk kunnen we die nog reserveren voor de periode augustus-september.
Aangezien het Belgisch Kampioenschap voor Masters, georganiseerd in Banneux geen spek voor mijn bekje was, trokken we naar Grandmetz. Een dorpje uit lang vervlogen tijden, doorkruist door een spoorweg die al in geen jaren meer gebruikt wordt en met een wegdek dat z'n beste tijd ook al achter de rug heeft. Maar niet getreurd, eindelijk lag er nog eens een helling in het parcours. Dat was al een aantal weken geleden.
Start en aankomst in het midden van de helling van +/- 400 m. Gevolgd door een slepend stukje van 100 m en een afdaling op een smalle (asfalt)veldweg. Tussenin lag dan nog een paar kilometer vlakke betonbaan. Een afwisselend wegdek, dat wel, maar niet een waarop het lekker bollen is. Integendeel, het was stoempen. En niet alleen bergop.
In het begin voelden de benen niet helemaal goed aan. De voorbije week werd er door het slechte weer niet echt getraind zoals het hoorde. Dat hoort dan ook weer bij het ouder worden, zeker? Slecht weer en vermoeidheid (af en toe moet er nog gewerkt worden ...) leiden dan weer tot minder zin naar training. Met als gevolg dat de benen op zondag niet je dat zijn.
Maar dat beterde wel na een 20-tal kilometer. Ik kwam erdoor en probeerde enkele keren een ontsnapping mee op gang te trekken. Uiteraard, en zoals zovele keren, reed er uiteindelijk een groepje van 7 weg zonder Deno. Het was dan ook zaak om het gat niet te groot te laten worden en de ontsnapten op tijd terug te halen. Met de enkelingen die wilden rijden, lukten we er toch in om alles samen te laten komen op 10 km van het einde.
En dan begonnen de problemen. We werden ingehaald door enkele A-renners waardoor het tempo omhoog getrokken werd. Op zich geen slecht nieuws; het paste in mijn plannetje om de laatste 500 m een uitval te wagen. Als je daarbij gelanceerd kan worden door een snel rijdende groep is dat mooi meegenomen.
Helaas, op die bewuste 500 m van de lijn vielen we op de nek van een peloton achtergebleven A's. Hierdoor werd de doorgang helemaal versperd en iets proberen mocht ik dan wel vergeten. Net voor de laatste bocht konden we eindelijk voorbij en dan was het gewoon alles geven tot op de lijn ...... om dan met hardnekkige krampen in de kant te vallen. Pure vermoeidheid.
Dit is al de 2e keer op 10 wedstrijden dat mij dit overkomt. Net hetzelfde in Ghlin als nu in Grandmetz. Telkens moet ik me dan proberen overeind te houden in een groepssprint met een goeie 15 man. En telkens eindig ik dan ergens in het midden van de groep. Gisteren was het dan nog puur op karakter enmet de ogen dicht want de opkomende krampen persten het laatste greintje energie uit mijn benen. Gelukkig bestaan er geen beelden van die sprint want het moet geen mooi zicht geweest zijn .....
Het resultaat was uiteindelijk dus weer (maar) een verre ereplaats. Er resten nog een paar koersjes alvorens we een week broodnodige recuperatie inbouwen. Daarna volgen er een paar intensieve weken om klaar te zijn voor de laatste helft van het seizoen. Met een beetje meer geluk valt er misschien nog wel ergens een hoofdvogel uit de kast.
De weersvoorspellingen voor het vorige weekend zaten niet ver naast de werkelijkheid, het moet gezegd. Voor zondag werd dit: 's ochtends een buienlijn met onweer, komende vanuit het zuidwesten, hierna opklaringen gevolgd door een eventuele bui. Het was er 'boenk' op.
We vertrokken rond het middaguur in de richting van het zuidwesten (Thulin) en al snel kwam de buienlijn ons tegemoet. Goed nieuws want daarna zouden er opklaringen volgen. Bij aankomst hadden we mooi weer, warmte en een droog wegdek. Ideaal om te koersen, al mag er tijdens de wedstrijd wel eens met water gegooid worden. Jammer genoeg werd dit hierboven nogal letterlijk genomen en op 25 km van het einde kregen we een ware zondvloed over onze helmen. Razend gevaarlijk om te koersen op een wegdek waar het water op sommige plaatsen een vinger dik op het asfalt ligt. Kwam daarbij dat mijn banden voor dit weer ietsje te hard opgepompt waren. Met zo'n hoeveelheid waterhad ik niet echt rekening gehouden.
De westrijd begon zoals gewoonlijk: een resem aanvallen en probeersels om het peloton te breken of om zelf weg te geraken. En ook deze keer moesten we wachten tot ongeveer half koers vooraleer een zestal er in lukte om weg te rijden. Hieruit viel nog 1 concurrent weg door een valpartij.
5 man vooruit en ik er niet bij. De vluchters werkten blijkbaar goed samen maar reden toch niet al te ver weg. Door met een paar man een redelijk tempo aan te houden kwamen we uiteindelijk nog terug tot op 10 seconden. En daar stokte het. Ondertussen kregen we de al beschreven zondvloed te verwerken en ook hierdoor durfde ik niet voluit te gaan om de 5 bij te halen. Op een normaal wegdek had ik het zeker geprobeerd want de benen voelden redelijk goed aan. Uiteindelijk raakte ik in de laatste4 km weg met2 concurrenten. Door gewoon zo hard mogelijk door te rijden en tochzo weinig mogelijk risico te nemen, kon ik nog de 6e plaats pakken.
Eigenlijk zat er iets meer in. Jammer genoeg zat ik niet in de juiste vlucht, het vele proberen tijdens de eerste koershelft ten spijt. Doordat ik dan nog de risico's moest beperken zat een laatste sprong naar de eersten er ook niet meer in. Maar kom, ik had er maar van bij het begin moeten bij zijn. Volgende poging is geprogrammeerd voor zondag in Grandmetz.
Het leek erop dat het weer een verzopen dag zou worden. Onophoudelijk regenen van 's morgens vroeg reeds. En dat na zo'n mooie zaterdag.
Omdat er op zaterdag enkel een criterium georganiseerd werd en omdat dit niet mijn soort wedstrijden is, trokken we zondag naar Fraire. Een mooi klein dorpje met blijkbaar ook een prachtig wegennet. Op het parcours van grotere wegen was geen enkele put te ontdekken! Kom je nog zelden tegen na vorige winter. Maar bij de koersen in Henegouwen is er meestal niet te klagen over de staat van de wegen.
Wie ook weer van de partij was, was onze ploeggenoot Serge. Maar door ziekte van Eric waren we toch maar met 2 van de ploeg. Eveneens van de partij: de wind. En dat maakte het extra zwaar. Een slepend stuk van een paar kilometer met de wind pal op kop. Opletten dus.
En wij dus op weg voor 7 ronden van 10,5 km. Na enkele schermutselingen en wanhoopspogingen was het enige resultaat dat de deur achteraan wijd open ging. Half koers lukten 2 man er toch in om weg te rijden. Op dat ogenblik reageerde niemand dus ze bleven weg. Achteraf gezien waren dit ook wel de 2 sterksten van het peloton.
In de groep was geen beweging te krijgen. Met een paar man draaiden we rond maar de rest reed gewoon in het wiel. Het is duidelijk niet alleen in het Luikse dat deze mentaliteit in het peloton te vinden is .....
Op 2 ronden van het einde achtte ik mijn moment gekomen. Ik kreeg stilaan genoeg van zomaar aan te modderen en vertrok alleen. Maar al snel vroeg ik mij af waar ik aan begonnen was. Die wind! Helemaal alleen slaagde ik er toch in om een mooie voorsprong bij mekaar te scharrelen maar toch hoopte ik dat er snel iemand kwam aansluiten. En dat gebeurde inderdaad na een 10-tal kilometer. Het was dan nog mijn eigen ploegmaat die de sprong (alleen) maakte. Hij had zich al de ganse koers verstopt en had dus nog voldoende energie over. Ik daarentegen voelde de tank stilaan leeglopen. We hadden dus nog een volle ronde (10 km) te gaan en zouden nog serieus mogen op de trappers duwen om vooruit te blijven. Met af en toe een beetje uit de wind te gaan zitten voelde ik me ook weer een klein stukje beter.
We maakten er geen sprint van, de 3e plaats kreeg ik cadeau voor al het voorafgaande werk. Serge werd 4e.
De conditie is weer in stijgende lijn na de ziekte van 2 weken geleden. Wat een keer goed afzien (vorige week in Geer) toch allemaal kan teweeg brengen.
Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist. Vanaf dat moment krijg je elke keer een mailtje wanneer er een nieuw bericht op dit blog verschijnt. Dankjewel!
Wil u ons steunen?
Dankzij enkele fantastische sponsors kunnen we jullie een body/fleece aanbieden ter aanmoediging van onze jongste renner. Stuur even een mailtje met je kledingmaat en voor de prijs van 20 € krijg je een prachtige fleece in de plaats! Dank je!