Onze sympathieke uitbater van het appartementje waar we
verbleven brengt ons tegen een zacht prijsje tot aan de luchthaven. Tijdens de
rit komen we meer te weten over de man zijn leven dan we willen en hoe enthousiaster hij praat hoe
trager hij rijdt. Nog even en hij zet het ding in achteruit. Eens we het
dorp/stadje uit zijn is er geen bebouwing meer langs de weg, enkel jungle. Het
valt me opnieuw op hoe dicht de begroeiing wel is. Hier een bosspel doen zou
een redelijk stationaire bedoening zijn. Buske stamp bv , komt helemaal goed. We
komen terug aan bij onze hacienda, checken in, security check, boarden en weg.
1h45 tot we in terug aan ons monument/luchthaven zijn, Buenos Aires. De grote
fles water kan zonder enig probleem gewoon mee. Hier geloven ze nog dat er geen enkele terroristische
dreiging van een liter water kan uitgaan. Bagage ophalen en aan de andere kant
van de terminal opnieuw inchecken voor de volgende vlucht. Het is pas bij het
overvliegen van het land dat je een inschatting kan maken hoe immens Argentinië
wel is. Het 8e grootste land met maar 40 milj inwoners. 3 daarvan
wonen in BA. Straten lijken als met een lat getrokken tot in de horizon. Ik
voel me klein en wat verloren. Na 2h zetten we de daling in. Allé ja, we?, ik
doe voornamelijk niets buiten mijn riem vastsjorren. Dat lijkt nodig voor een
keer. We landen tussen de onweerskernen door, de buien vallen als watergordijnen
uit de wolken als door een gigantisch vergiet. Het bliksemt langs alle kanten. De
ondergaande zon geeft nog wat extra dramatiek aan de wolken alsof dat nodig was.
Het vliegtuig gaat hevig tekeer in de turbulentie. We vliegen nog knal door een
regenboog. De sfeer in het vliegtuig is dubbel. Gespannen maar onder de indruk.
Veel heviger hoeft het voor ons niet te worden.
En dan vlak voor we landen lijken we voorbij het noodweer te zijn en wordt
het ding netjes aan de grond gezet.
Hier is niets.
Geen huizen, straten, velden of bossen. Zijn we op de maan?
Enkel een luchthaven midden in een dorre vlakte tussen wat heuvels. Erg vreemd.
We vergaren onze bagage en fixen een trip naar de stad. Een minibusje dat ons
voor onze hostel afzet. De hostel was
prijzig maar de commentaren waren schitterend. Blijkbaar is onze kamer slechts
3x2m en passen er net twee bedjes in. Geen kast, zelfs geen schap, no nothing. Daar
heb ik dus te weinig aandacht voor gehad. Ik voel me wat genomen door de bookingsite. Zo erg is dat ook weer niet, dit
zingen we wel 5 dagen uit. We kiezen lukraak een Italiaans restaurant. We hebben
zin in een aperitief en er staat Gancia op de menu. We bestellen dat, de ober
checkt even met zijn collega of ze dat effectief in huis hebben, geen probleem.
5 Min later de ober terug aan onze tafel, dat is dan toch met appelsiensap?
Nee, enkel met een blokje ijs. Zeker? Ja, zeker. Dus enkel met ijs? Enkel met
ijs. Ober verdwijnt terug met een ongelovige blik in zijn ogen en dan wordt de
bazin erbij geroepen. Er wordt achter onze rug flink gediscussieerd, we voelen
al nattigheid en daar komt de ober terug: sorry, we hebben toch geen gancia,
iets anders misschien? Daartegen was ons eten er ongeveer dus dat hebben we dan
maar gelaten. Hoewel alles in de stad hier duurder is dan bij ons, is het eten absoluut
goedkoper.
Als we terug naar onze minikamer slenteren speelt er een Argentijnse
band in een alternatieve bar. Even stoppen.
Vliegen, das meer iets voor een kaketoe vindt de kariboe.
Foto van BA vanuit de lucht, zelfs vanuit de lucht herken je
zo de breedste laan ter wereld
De titel dekt de lading, weer tijd voor grote schoonmaak van
de kleding en om planning voor de komende dagen op te maken. We boeken een
wandeling in de Cerro Tronador met een gids, kopen een buskaart om overal te
geraken, we overwegen om een auto te huren maar na het zien van de prijzen is de goesting rap over. Er moet
nieuwe zonnecrème gekocht worden en dat verloopt als volgt:
o
Kies uw zonnecrème
o
Ga naar de kassa, geef uw zonnecrème af en krijg
in ruil een bonneke met het te betalen bedrag
o
Ga met dat bonneke naar de volgende kassa om uw
zonnecrème (die ge niet meer hebt) te betalen
o
Ga met het bonneke dat ge aan deze kassa
gekregen hebt naar kassa n° 3 om dat in te ruilen voor uw zonnecrème
Ideaal om de werkloosheid tegen te gaan, 3 man die 1 klant
bedient.
s Avonds beginnen we weer aan de zoektocht naar eten. Het
moet gezegd worden dat we eigenlijk niet zo hoog oplopen met het Argentijnse
eten. Alle restaurants serveren dezelfde, gigantische porties vlees, pizzas
met louter bodem of smakeloze pasta. Peper gebruiken ze niet en groenten al
evenmin. Het resultaat is dat we soms liever een zak chips zouden opentrekken s
avonds dan op restaurant te gaan. Doet wonderen voor de lijn. We dromen er eigenlijk
al een paar dagen van om eens een goei chinezeke te doen. Zal nog effe moeten
wachten.
Uiteindelijk kiezen we opnieuw voor een Italiaan, van het
betere type volgens de alleswetende reisgids, helemaal aan de andere kant van
de stad. Alle andere restaurants hadden rijen wachtenden staan (en dat om 23u,
ze eten hier absoluut heel laat). Hilarisch, we doen de menukaart open, exact identiek
aan de menu van gisteren. Aha, dan hebben ze hier Gancia, en gisteren zijn we
op onze dorst blijven zitten. Dus we bestellen geamuseerd opnieuw 2 Gancias
als apertief. We zijn benieuwd. Eerste vraag: met appelsiensap? Nee, enkel ijs.
Zeker? Ja , heel zeker. Of misschien met wat citroen? Nee, gewoon met ijs is
prima (ne mens moet zich dan serieus proberen te houden). Ok, dienster
verdwijnt, Mike zegt, als die nu terugkomt en zegt dat er geen Gancia is, dan
ga ik hem persoonlijk halen want ik zie hem van hier staan. Opnieuw wordt er
zwaar gediscussieerd, baas erbij geroepen en wij maar gniffelen, af en toe doen
we graag moeilijk. En ja hoor, daar verschijnen zowaar 2 glazen met één of ander
gelig goedje wat hier voor Gancia doorgaat en ijsblokjes. En met de opmerking,
hier, op een bordje apart, toch nog wat citroen om erbij te doen. ? Dubbel gaan gewoon. Gracias, het smaakt.
Na het eten lopen we nog eens terug langs het caféke van
gisteren, er is opnieuw een groepje aant spelen dus we springen nog eens
binnen. Het moet gezegd zijn, respect voor de zangeres om voor een vol café zo luid
zo vals te zingen. We hebben dan ook mogen genieten van de allervreemdste versie
van Should I stay or should I go die ooit gebracht is. En da café uit zijn dak.
De drankjes die we gisteren bestelden zijn vandaag ineens een euro duurder,
allé toch even want bij bestelling n° 2 gaat er dan weer een halve euro af.
Strange country.
Fotos: none, niemand zet zijn vuile was op het internet
Onze eerste echte wandeling in de Andes staat vandaag op het
programma. Met de lokale bus hotsen en botsen we door haarspeldbochten tot aan
het skigebied Cerro Catedral. Daar nemen we 2 kabelliften helemaal tot boven en
daar begint de wandeling. Eerst een stevige klim tot op een kam van waaruit we
een ongelooflijk prachtig zicht hebben op het Nahuel Huapi-meer en de
omliggende bergen, veel nog met sneeuw op de toppen. En dan wandelen we ongeveer
op gelijke hoogte langs een steile bergwand. Het pad is moeilijk, bestaat meer
uit grid en losliggende steentjes dan iets anders, is heel smal, moeilijk te
vinden en het zicht in de dieperik is heel diep. Eén uitschuiver en dat komt
niet goed. Een eindje verder moeten we dan ook nog op handen en voeten over losliggende
rotsen beginnen te klauteren, nog steeds met die lonkende afgrond naast ons, ik
ben totaal niet op mijn gemak. Als heel die steenmassa begint te schuiven ik
krijg mijn bibberende benen niet meer onder controle en kom geen meter meer
vooruit. We hebben ook geen idee of het pad gaat beteren en in het terugkomen
moeten we hier weer over. Na rijp beraad (en vnl omdat ik niet meer verder
wil/durf/kan) besluiten we om dan maar op onze passen terug te keren. Met veel
moeite het eerste stuk terug overwonnen en 1,5 uur na ons vertrek staan we
terug aan de kabelbaan. Ik lees nog even terug wat er in onze wandelgids staat a
well-trodden path with minimum hand climbing, daar stel ik mij toch iets
anders bij voor. Hopelijk is de trekking van morgen met gids niet van hetzelfde
kaliber.
Een must see als je
hier in de regio bent. Beetje op snelheid brengen. De Cerro Tronador is een
luie vulkaan waarop zich een immense gletsjer heeft ontwikkeld, in de zomer
smelt die gletsjer af en knallen de ijsmassas langs een rotswand naar beneden.
Dit continue gedonder heeft de berg zijn naam gegeven. Geef toe, dat wil je
gezien hebben. Uit gemakzucht tekenen we
in op deze standaard excursie die hier aangeboden wordt. Misschien niet zon
slecht idee om met een gids te gaan stappen met onze wandeling van gisteren in
het achterhoofd. Bottinekes vastgesjord
en op tijd aan het oppikpunt, off we go. We worden met 10 andere in een
minibusje geladen dat ons tot aan Pampa Linda brengt, het startpunt van onze
tocht. Dat ligt midden in het Nahuel Huapi National Park. Een natuurpark vol
idyllische bergen en meren van wel 7500 km2 groot. Onze gidse stelt zich voor
en belooft onderweg de route van de nodige commentaar te voorzien. Mislukt, ze
slaapt al na een kwartiertje rijden. Ook nog een job die ik zou kunnen
overwegen.
Na een half uurtje zijn we bij één van de toegangswegen van
het park en betalen we de parkwachter een fee om toegang te krijgen. Vanaf dan rijden
we op een stoffige gravelweg, 1,5h tot aan Pipa Lampa, schudden voor gebruik.
Onze gidse heeft een aangeboren talent voor flink geschud
Bergspaans. Zij opent de mond halfweg, produceert één universeel geluid dat het
midden houdt tussen alle klinkers en lispelt daar de helft van de noodzakelijke
medeklinkers tussen. Ik versta er geen jota van.
Uit de reactie van de groep maak ik op dat we vetrokken
zijn. Ik slof erachteraan, een tocht over een stoffig pad dat voornamelijk door
het bos gaat. De bomen in deze vallei worden op natuurlijke wijze beschermd. Ze
zijn immens, tot wel 1500j oud laten we ons vertellen. Nog iets ouder en JC had
hier zijn eigen plankskes kunnen komen kiezen, bedenk ik. De naam van de reuzen
werd ook meegegeven maar daar zijn we niet uitgeraakt. Blijkbaar staan er
ook varianten van in Tasmanië en Nieuw-Zeeland.
Nu dat ze het zegt lijken we ze te herkennen. Na twee uur bossen openbaart de
rotswand met overhangende gletsjer zich vlak voor ons. Wauw, hier lunchen we.
We nemen wat fotos, t is erg indrukwekkend maar het gedonder blijft uit. Één
keer zien we een blok ijs ter grote van een koelkast zich naar beneden werpen.
Eerst spat het uitéén en pas later hoor je de donder galmen tegen de
rotswanden. Ferm. We keren op onze passen terug het bos in. We kunnen het niet
meer zien maar we horen hoe ijs zich krakend losrukt en dan stilte, iedereen
houdt halt, seconden lang, tot een
knallende donderslag ons vermoeden bevestigt. We horen de knal
uitsterven in de echos. Aan het geluid op te maken vermoeden we dat dit een
ijsmassa ter grote van een auto moet geweest zijn.
1,5 uur later staan we terug aan Papi Lampi. We klauteren
terug de minibus in en rijden al hink-stap-springend het park uit. Dat zal mijn
rug geweten hebben. Blij dat we de tour geboekt hadden, t was de moeite waard.
Na 2 dagen tocht tijd voor recup. We proberen het vervolg
van de reis een beetje in kaart te brengen. Er zijn nog een aantal dingen die
we hier in de omgeving van Bariloche willen doen, maar we moeten eerst een
andere overnachtingsplaats zoeken. Uiteindelijk vinden we een kleine woning via
de Air B&B website voor een aantrekkelijke prijs. We doen de online reservatie-aanvraag
en dan is het afwachten geblazen. Hopelijk komt dat goed anders hebben we
morgen geen slaapplaats. Ook voor het vervolg van onze Argentinië-Chili trip
zoeken we alternatieve manieren van transport, ook daar wachten we nog op
antwoord. Spannend, toch?
De rest van de zondag kuieren we nog wat langs het meer en door
het centrum van Bariloche als een doorgewinterd Argentijn. Het weer is aangenaam,
goed zonneke, mensen liggen op het strand of nemen een duik in het meer. Wij
doen een terraske. Zoals steeds wordt Mike regelmatig tegengehouden voor de
meest uiteenlopende en vreemde vragen, zoals op een wandeling is dat wit daar
een steen of sneeuw? of waar is de straat om te liften?, waarbij hij als
enig antwoord zijn schouders kan ophalen.
Steen? Sneeuw? Una paloma blanca?
foto's redderhuisje Miami style, baywatchers, fútbol
Jeuj! Gisterenavond laat bevestiging gehad dat onze
reservatie via Air B&B aanvaard is, dus vanmorgen inpakken en wegwezen. Met
niet zo heel veel spijt in ons hart laten we onze cel van 3op2 voor wat het is.
Meteen komen we even los van de hangcultuur die in hostels het best lijkt te
gedijen. We worden sùpervriendelijk ontvangen door Poly, de eigenares van een middelgrote
villa. De vorige huurders zijn nog aan
het inpakken en er moet nog gekuist worden. Dat geeft ons wat tijd. We lenen
wat herbruikbare winkeltassen van Poly en stoffelen tot aan de dichtstbijzijnde
supermarkt om voorraad in te slaan voor de komende 4 dagen. In deze buitenwijk, Melipal, zijn enkel de
hoofdbanen geasfalteerd. Het is anders geen arme wijk, meer nog, wat een
gezellige wijk is dit. Mooie huizen, rustig, een paar lokale middenstanders
vlakbij voor brood, groenten, vlees. Ideaal. We voelen ons hier helemaal op ons
gemak.
Met onze zakken volgeladen en uitgerokken armen komen we
terug en installeren we ons via een eigen achteringang in enkele gezellig
ingerichte kamers. Zaaaalig, een tuintje met terras en meubilair, keuken en
zitruimte, badkamer en ruime slaapkamer. We zetten ons met een boek in de tuin
en genieten van het aangename zonneke en de rust. Hier hoor je enkel de wind
door de bomen en de vogels erin. Ze zijn anders gebekt dan bij ons. s Avonds
lekker zelf gekookt.
Vers brood gehaald bij de lokale bakker en Mike super blij met
zijn verrassingskoffiekoek. Al bleek de pudding meer een soort van gestremde
melk-mengsel te zijn, interessant.
Vandaag ook niets indrukwekkends gepland. We wachten vol
ongeduld op een antwoord voor de verdere voortzetting van de reis door Argentinië
maar dat wil maar niet komen. Dat ziet er niet goed uit. Ondertussen hebben we
nog wel 2 uitstappen die we willen doen hier in de omgeving en dat kan perfect
met eigen wagen. We boeken gauw even via de website van Hertz een huurauto, met
20 % VAB-korting die zelfs tot hier geldig is. Alles loopt vlot, we krijgen een
bevestigingsmail, jeuj, weer 2 dagen dat we vrij onze plan kunnen trekken. De
euforie is van korte duur want dan komt er een mail van het lokale verhuurkantoor
dat ze eigenlijk geen autos beschikbaar hebben voor deze periode. Ach ja, we hebben
al wat ervaring met de Argentijnse manier van internetbusiness, dit was te verwachten.
Maar er zijn nog verhuurkantoren, dus, ander en beter. Om het kort te houden, op
de duur hebben we van 4 firmas bevestiging dat we een auto geboekt hebben en
tegelijkertijd een mail dat het toch niet in orde zal komen. Keep yourself busy
noemen ze dat. Dan toch maar met de toeristenbus mee zeker.
Om 13u hebben we een skype-date met grootva Dillen, en
jawel, de internetconnectie is stabiel genoeg om elkaar via de webcam te zien
en om te kunnen vaststellen dat Mike dringend zijn baard moet scheren.
Voor de rest gaan we nog wat boekjes lezen in de tuin en
wachten op antwoord.
Daar beginnen we goed in te worden, wachten.
Wie weet doen we morgen misschien wel iets zinnigs mañana
we zien wel Geeeuw
Gisterenavond nog snel telefonisch kunnen boeken. Enkel en
alleen omdat Ruth vloeiend Indispaans spreekt. Als gewone sterveling krijg je
dat niet voor elkaar. Dan kan je naar het dorp afzakken om de voucher te gaan
ophalen. Ik voel me hier zwaar gehandicapt. Ge kunt hier beter een arm kwijt
zijn dan geen Spaans te spreken. Een eenvoudige begroeting in de kruidenierszaak
heeft al snel iets weg van de paringsdans van de Gruis. Hola, buenos dias, Hola, que tal, muy bien y tu?, muy bien, mucho calor si? Anders dan bij ons.
Soit tegen 8h15 zijn we op pad richting Bariloche en op tijd
staan we aan het reisbureau. Een 10-tal lotgenoten worden opgepikt dan mag
iedereen zich kort voorstellen. Wat voor ons op het eerste zicht allemaal verre
buren leken zijn toch nog meer verschillend dan gedacht. Een dame uit Mexico, wat toeristen uit Baires een
handvol Brazilianen. Die lijken in grote getalen af te zakken en dan wordt de
stad door hen zelf herdoopt naar Braziloche.
De eerste halte op de trip is de Cerro Campaneiro. Via een
stoeltjeslift worden we naar boven gebracht en van daaruit hebben we een wijds
uitzicht over het Nahuel Huapi-meer en de omliggende natuur. Uitzichten van boven
op een berg, echt iets voor ons. Dit doen we hier wel met nog zon 200 andere
toeristen die ons vergezellen tot boven, dus de stilte en sereniteit van hoog
op een berg zijn deze keer ver zoek. We mogen een half uurtje vrij rondlopen en
worden dan beneden weer aan de bus verwacht. Snel snel want we zijn al laat
roetsjen we terug naar beneden, om dan met zn allen nog 20 minuten in de bus
te kunnen zitten wachten op 1 koppel dat het niet begrepen had. Zen .
We krijgen onderweg een uitgebreide uitleg over het ontstaan
van Bariloche, uitsluitend in het Spaans natuurlijk. Ruth doet eerst nog de
moeite om te vertalen maar eens ik aan het snurken ga, geeft ze het op. Zon
busrit, it never fails.
Het eindpunt van de trip is het Llao Llao-hotel, niet te
verwarren met de gelijknamige lokaal gestookte laotiaanse drank waar je ter
plekke blind van wordt. Het hotel ligt in een uniek landschap tussen de bergen
en is danig exclusief, niet echt geschikt voor ons reisbudget. Zelfs Bill
Clinton zou hier overnacht hebben (met Monica Lowinski zegt onze gids tot grote
hilariteit van de hele bus).
Na een kleine misverstand tussen een aantal deelnemers over
het al dan niet hebben van vaste plaatsen in de bus, keren we rustig terug naar
ons klein paradijsje.
Vanavond staat er verse zalm op de menu, hier vlakbij is een
viswinkel en die maakte er reclame voor. We passeren net als ze terug opengaat,
ah nee, de verse zalm is er pas om 18u. No problem, we moeten toch nog even
langs de supermarkt. Om 18u15 staan wij daar terug, ah nee, de verse vis is er
nog altijd niet, kom binnen een uur nog es terug (met zon blik van die menen
dat echt of wat?). Wij geven niet af en een uur later doe ik opnieuw een
poging, en jawel, er is zalm verschenen. Diepgevroren weliswaar. En met de
commentaar jullie hebben echt wel zin in zalm eh?. Ok, het heeft even geduurd
eer het beest zich liet ontdooien maar smaken deed het in elk geval.
De Ruta de los 7 Lagos ofwel de 7 merenroute is een
aanrader en stond aanvankelijk ook op ons programma. Maar dat is een toer
waarbij je zon 12h in de bus zit. Het zijn nogal largos Lagos zie je. We laten
het zo, we denken dat de landschappen niet zoveel zullen verschillen van
hetgeen we al te zien kregen en wie wordt er nu vrolijk van 12h op een bus door
de bergen te knotsen? Op eigen houtje hadden we ook geprobeerd maar als ik nu
nog 1 autoverhuurkantoor contacteer word ik zonder meer het land uitgezet
wegens stalking.
Het leuke aan reizen zijn de kleine dingen die anders zijn.
Vb, in Argentinië betaal je met gepast geld. Geen van de zaken heeft wisselgeld..
. Een item betalen van 12 AR$ doe je met 12 AR$, niet met 20. Dan word je daar
zo goed als zeker op aangesproken. Zo keerde Ruth vanmorgen van de lokale bakker
terug zonder te moeten betalen, ze konden niet weergeven op de brief van 100 (
= 10). Ze zouden het nog wel krijgen. Toch is alles hier minstens even duur
als bij ons. Ik snap hun gewoonte en wil me wel aanpassen maar ik weet niet
hoe. Alle automaten braken hier enkel 100AR$ briefjes uit. Hoe die Argentijnen
in hemelsnaam aan dat klein geld komen blijft me een raadsel. Tegelijkertijd is
het ook perfect normaal dat je een overnachting volledig cash betaalt, of
beter, reken maar op 10 % extra als je de credit card zou bovenhalen. Stel je
dat voor, per briefje van 10 euro een bedrag van 300 euro neertellen, dat zijn telkens
vééél briefjes.
Ondertussen ben ik twee weken aan het strijden met Wicked
Campers Chili om proberen een waanzinnig beschilderd hippie buske los te
krijgen om daarmee tot in het zuiden te rijden en alzo alle natuurparken in de
Andes aan elkaar te rijgen en daar ook telkens te overnachten. Hoe fantastisch
zou dat ni zijn? We stellen ons flexibel op en het lijkt te gaan lukken tot
gisterenavond de mail binnenkwam dat het toch niet mogelijk zou zijn. Goed
nieuws voor zij die deze blog volgen. Het worden de komende drie weken niet
louter fotos van ons buske in één of anders idyllisch berglandschap. Het ziet
er naar uit dat we meer zullen moeten bussen en ipv de natuurparken de stadjes
zullen moeten verbinden.
Morgen naar El Bolson. 2 nachtjes in een hostel die volgens
sommige de beste van Argentinië is. Het vervolg ligt nu ook al vast, 5 nachten
is Esquel. Kans is groot dat we van daaruit Chili ingaan.
We nemen afscheid van Poly en bedanken haar voor het
aangename verblijf. Frau, zonder twijfel de 2e braafste hond van de
hele wereld, voelt al nattigheid als we de sleutel afgeven en komt pootjes presenteren.
Dan naar de bus terminal voor de rit naar El Bolson. Onze bus is maar nipt op
tijd, iedereen stapt uit en als wij willen instappen doet de chauffeur iets van
ik ben direct terug, hij stapt in zijn bus en rijdt terug door. Euh, niks vergeten?
Ons bv? Effe wachten, nog effe wachten, ondertussen een half uur vertraging
en geen bus meer te zien. Misschien verkeerd begrepen? Maar dan plots Pizza!
Daar komt onze bus terug aangereden, moest gaan tanken zeker? Toen we de
tickets gisteren boekten bleek dat een bus met cama ejecutivo maar iets
duurder was dan een gewone bus. We moeten slechts 2,5h verder, toch maar es
proberen. Fjiieuwww.. Sjiek hoor, we zitten bovenaan op de eerste rij van zon
dubbeldekbus, met plaats voor ons benen à la businessclass in een vliegtuig,
extra voetsteun, en die oversized lederen stoelen? Die leg je gewoon helemaal
plat. Dat gaat hier niet lang duren voor de snorrieporries in spé, weet ik nu
al. Onthouden voor de lange ritten. En
zo bussen we naar El Bolson, met een gigantisch uitzicht op de omgeving, zéér
ontspannend. De plaatsen van 10.000 frank zoals ze over t water zeggen. Het
beste is dat telkens de chauffeur over zijn snelheidslimiet gaat, er in heel de
bus alarmen afgaan en dat op de schermen verschijnt. Sociale controle?
We rijden door een onwaarschijnlijk landschap van bergen en
meren waar jullie je ondertussen al wel iets bij kunnen voorstellen vermoed ik.
Meestal is er geen enkele bebouwing soms een schamele schuur die door 4
bijeengesprokkelde planken in een vierkant wordt gehouden. Wie wil hier nu
wonen? Ik ken Alpacas in Vremde die beter gehuisvest zijn.
We komen aan in de eerstvolgende nederzetting 130 km ten
zuiden van Braziloche: El Bolson. Het
dorp lijkt weggerukt uit Mexico en hier gedropt. Mogelijk nog meer stof, alles leeft
en hangt hier op de straat in symbiose met de straathonden. Iedereen doet hier
gewoon zijn ding. Weirdos zijn hier eerder de regelmaat dan uitzondering, je
valt op als je niets mankeert of geen kapotte gitaar meezeult. Ze zijn apetrots
op hun statuut van homecooked ecovriendelijke nucleairvrije hippienederzetting.
Op straat eten we samen één broodje lomito completo (lapje steak met sla en
tomaten en sauzekes tussen een uit de kluiten gewassen sandwich) dat voor één
persoon bedoeld is, lekker maar wat een portie. Wij hebben er moeite mee.
Taxi naar de beste hostel van Argentinië, wie kan dat
zeggen? De verwachtingen zijn hoog gespannen, geen goed teken dan kan het
meestal alleen maar tegenslagen.
We worden ingechecked door een zweverige zweedse/noorse/deense,
met de melding dat er s morgens en s middags yoga-sessies zijn. Onze kamer
blijkt 2 verdiepingen te hebben, ziet er leuk uit. De voordeur kunnen we
vastdraaien, de achterdeur echter niet. Zal wel in het hippie-yippie-yoga-plaatje
passen zeker? We gaan op verkenning in het gigantische en verzorgde aangelegde domein.
Er hangen hangmatten, goedgekeurd, er staan overal tafels en stoelen verspreid,
er is een rivier om de voeten (of uw gehele zelve) in te verfrissen als we
willen kunnen we vanavond mee-eten, de pot schaft oosterse kip met rijst en
saus, mmm, niet te lang over twijfelen. Hangmatteke doen en vanavond mee
aanschuiven met de hippies. We drinken hier nog een biertje in de tuin, dat
wordt hier (uiteraard) lokaal gebrouwen en is zo troebel dat het op einde niet
eens meer vloeibaar is. Als dat maar goed komt. Anders morgen de ganse dag
Gisterenavond beste maaltijd in weken gegeten. Met 14 rond
één tafel, een mix van USA, Australia, India, Canada, Duitsland en nog iets, de
voertaal is Engels in alle smaken. De wijn vloeit rijkelijk en tegen het einde
van de avond zijn alle wereldproblemen opgelost en Brussel-Halle-Vilvoorde
verenigd. Zo eenvoudig is dat. Het was gezellig.
Vandaag gaan we naar het dorp de hippe
artisanale-bio-selfmade Markt bezoeken. De stadsbus rijdt ieder uur en stopt
hier maar twee gravelwegen verderop, daar gaan we op wachten. De bus is tegen
alle verwachtingen in op tijd, of, en dat is waarschijnlijker, had exact één
uur vertraging.
We duiken in het verleden als we de bus bestijgen. Dit soort
plaatjes kennen we enkel van in de film. Alle stoeltjes zijn stuk, twee
vensters ook en de rest rammelt zo hard De raamkozijnen staan niet meer in
verbinding met de rest van de carrosserie, die zweven een beetje in eigen tempo
rond. Ook het dashboard en de schakelbak die de halve middenconsole
inneemt bewegen op een eigen tempo los van de rest van de bus. Met een zwarte
walm achter ons aan richting El Bolson. De markt is bijzonder. Ze is u-vormig
opgesteld rond een groot gemetst bad waar een 5tal waterfietsen op
sportievelingen wachten. Voedingsmiddelen vind je bijna niet maar alle
kraampjes zijn oude ambachten en 100% zelfgemarkt, We zien hout versneden,
gekerft en gebrandmerkt worden, wol gesponnen, breiende moeders, juwelen, trollen,
honderden kraampjes. Af en toe een eetsectie met uiteraard alle lokale hapklare
broodjes en empanadas maar ook, en dat verraste ons In deze cultuurtempel
verkopen ze Brusselse Wafels, al worden die hier schaamteloos geserveerd met
gesmolten kaas en ham.
We gaan terug naar de hostel voor het te warm wordt. In de
schaduw van de bomen blijft het aangenaam maar je hoort hier echt wel uit de
zon te zijn voor 14h. We gaan met dezelfde bus terug, ze is een half uur te
laat.
Stop nu met lezen als je deze blog op je werk leest en een
offday hebt.
In de tuin rond de hostel is het zaaaalig. Er is bijna
niemand en we hebben het ganse domein voor ons. We kiezen ons elk een hangmat
en een goed boek. Dir is echt paradijs. Warm genoeg in de schaduw met een licht
briesje dat door de zilverberken ruist. En het zijn net die bomen die bijzonder
mooi kunnen ruisen, de blaadjes zijn klein, met veel, en net iets harder dan
andere bomen, je hoort de golven in de wind komen aandrijven. Het ruikt hier
naar een mix van lavendel, eucalyptusbomen en hars van een dennenbos in de
zomerzon. Op de achtergrond klatert een riviertje.
Ik neem mij voor de rest van de dag selfies te nemen vanuit
de hangmat en elke 15 minuten mijn profielfoto op Facebook te vernieuwen. Ik
had gegarandeerd geen vriendjes meer gehad.
Ik verloochen mezelf. Waar enkele dagen terug ik de
hangcultuur van de hostels in het hokje van luie jeugd plaatste is het
perspectief vanuit deze hangmat toch gevarieerder. Noteer alvast deze hostel.
Mocht je in de geburen zijn, zeker eens binnenspringen.
Wat een geluk dat er geen plaats meer is om te blijven
anders hadden we hier zeker nog even blijven... euh .. hangen. Pech wel,
want morgen gaan ze de lavendel oogsten en gasten mochten zich vrijwillig
opgeven om te helpen in ruil voor een bord pasta of een empanada. Weer eens
iets anders maar dus niet voor ons.
Vanavond eten we weer samen met de hippebende. Het zal
moeilijk worden de maaltijd van gisteren te overtreffen.
En morgen opnieuw de sjieke bus op, naar Esquel. Dan zitten
we echt in Patagonië.
De laatste keer geklutst worden tot in het centrum van El
Bolson, nog gauw 1/2 lomito achter de kiezen duwen en daar is de blinkie
blinkie cama ejecutivo bus. Klokvast als steeds, een half uur te laat. Bagage
inchecken en we installeren ons op de bovenverdieping in onze lounge-zetels,
klaar voor 2,5 uur live National Geographic Patagonia landschappen. De Ruta 40
is de meest gekende en ook gevreesde baan die Patagonië van Noord naar Zuid
doorkruist. De meeste stukken zijn door de jaren heen geasfalteerd, maar hoe
zuidelijker je gaat, hoe meer stukken gravel er nog zijn. Maar zover zijn we nog
niet. Echter, we merken al gauw dat geasfalteerd ook relatief is, regelmatig
ontbreken er stukken wegdek. Waarschijnlijk door een Belgische aannemer
uitgevoerd. En dat de route niet voor watjes is, zien we ook aan de autos die
op hun dak in de zijberm liggen en waarvan je de verbrande rubber nog ruikt.
Wij zitten veilig in onze grote bus en genieten met volle teugen van de
voorbijkomende vergezichten. Pampas voor en achter ons, langs rechts de Andes
die de grens vormt met Chili en voornamelijk veel niets. Er staat geen paard,
geen koe, niets
Hier is massas plaats.
Tegen half 6 zijn we in Esquel, ok, dit is zowaar de outback
van Argentinië. Het dorpje wordt langs 3 kanten omringd door bergwanden,
netjes.
We wandelen de 1,5 km van de busterminal tot aan ons gehuurde appartement, veel
verder moet dat toch niet zijn met gans het huishouden op uw bult. We krijgen
de sleutel van de poetsdame, de eigenaars zelf zijn nog niet thuis. Het
appartement blijkt meer een studio te zijn en ruikt nog naar de verf. De badkamer
ziet er wel netjes uit. We trekken de kasten open om te zien wat er van
kookgerei aanwezig is. Hm, slechts 1 dubieuze pot met nog etensresten van de
vorige gasten. Geen pan, geen aardappelmesje, geen kurkentrekker. Its
elementary Watson. Voor de rest exact 2 vorken, 2 messen, 2 lepels en 2 borden.
Das net iets minder dan we gehoopt hadden. We lieten nog een ander pareltje
varen omdat het iets duurder was. Dju, tja, een mens kan zich al eens
vergissen.
Op dat moment komt de eigenares aangewandeld. We handelen de
paperassen af, en ik deel mee dat we een pan en minstens nog 1 pot missen en
dat de andere pot niet bruikbaar is. De dame antwoordt dat het ook niet de
bedoeling is om te koken, het appartement is nog maar sinds 2 weken ingericht
en anders stinkt alles te hard naar eten. Er ontstaat een discussie, waarbij ik
haar probeer te overtuigen dat we echt geen frieten gaan bakken maar gewoon
willen koken. Uiteindelijk geeft ze toe, verdwijnt naar haar eigen keuken en
komt terug met een pan, een extra pot en de vieze pot goed schoongeschrobt. Mike
mag weeral content zijn dat ik een potje Spaans spreek of hij kon zijn potje
koken op zijn buik schrijven. Oef, want als ze niet had toegegeven, hadden we
de boel gecancelled en op een ander gegaan.
Hop naar de supermarkt om voorraad in te slaan en dan kunnen
we beginnen koken. Het vlees staat rustig te pruttelen en Mike wil de groenten
op het 2e vuur zetten. Dan blijkt dat dat niet werkt, het lijkt
alsof het niet aangesloten is en we kunnen ook niet aan de aansluitingen om het
na te kijken. Dik gevloek, daar staat hem dan met de zuur verdiende drie potten
en slechts 1 vuur. Een uitdaging. Gezien het feit dat ze er al niet happig op
waren dat er zou gekookt worden, gaan we er vanuit dat dat met opzet is. Maar goed,
moeilijk gaat ook en in onze jonge kampeertijd hebben we dikwijls genoeg zo
gekookt. Het eten geraakt klaar, das het belangrijkste.
Deze ochtend ga ik betalen en begin tegelijkertijd over het
vuur dat niet werkt. De echtgenoot wordt direct opgetrommeld om het fornuis te
komen controlleren. Er was blijkbaar iets mis met de aansluiting, wij vermoeden
dat de poetsdame de boel uit elkaar heeft gehaald om te kuisen maar het niet
fatsoenlijk terug heeft geplaatst, maar dat wil wel zeggen dat we gisteren
hebben zitten koken met 1 vuur waar wel gas uitliep, zij het niet richting
brander. Zeer veilig, niet? Maar goed, wij tevreden dat het opgelost is, zo
voldoet het appartement nu helemaal aan onze verwachtingen.
De standaard eerste uitstap richting tourist info voor wat businformatie en we lopen
langs een grote supermarkt voor extra keukengerei dat we dan kunnen meenemen op
de rest van de trip. De supermarkt is eerder een hypermarket, de eerste
volwaardige die we op onze reis tegenkomen en eigenlijk wel welkom. In de
verschillende lavanderias zijn al wat onderdelen van onze garderobe
achtergebleven, dus we kunnen even aanvullen.
Zon 25 km ten zuiden van onze stad ligt Trevelin, gekend om
zijn Welsh karakter en afternoon tea. Laat dat nu twee zaken zijn waar we
ondertussen in gespecialiseerd zijn, Wales en afternoon tea. Check it out dus. Aan
de oostkust zijn er wel meer van die Wales-toestanden, geen flauw benul waarom
eigenlijk, maar dit is hier de enige. Met de lokale bus zijn we er op een half
uurtje, we wandelen een stukje en gaan dan aan de afternoon tea. Het concept is
een vaste formule waarbij je een bodemloze pot thee krijgt, 5 stukjes cake, een
scone, boter, een gewone boterham zonder iets, 2 soorten confituur en een
boterham met ham en kaas die ons meteen terug naar Schotland katapulteerde, zo
authentiek. Het klonk nogal veel dus we sluiten een deal en vragen voor 1
completo met extra thee. Gelukkig. Zelfs die ene completo met ons 2 is weeral niet
gelukt. De thee daarentegen heeft er wel aan moeten geloven. Nochtans heel
apart, afternoon tea bij 26°, een mens
begint er van te zweten. Eigenlijk vonden we de rit heen en terug met de bus
nog het leukste van al. Eindeloze pampa uitzichten aangevuld met luide Zuid-Amerikaanse
muziek als soundtrack. De hele rit lang, onze chauffeur is duidelijk goed
gemutst.
We zijn hier nog tot de 6e en we willen a) onze
tijd hier zo zinvol mogelijk proberen door te brengen b) plannen wat we na de 6e
gaan doen.
Esquel is dé uitvalsbasis om de Los Alerces te bezoeken, het
volgende nationale park dat bulkt van hoge pieken, oneindig diepe meren en
ongerepte natuur, kortom een toplocatie om een camper te parkeren voor de
nacht. Morgen gaan we op daguitstap met een boot de meren op om zo tot diep in
het park te kunnen doordringen. De dag erna gaan we op eigen houtje hiken en
dan gaan we naar Chili.
Dus, Tante Sidonia vertrekt op reis en ze neemt mee: tickets
voor de daguitstap, busuren voor Chili, een boeking voor een nieuwe verblijfplaats
in Chili, Chileense pesos, Lonely Planet van Chili, wandelkaart voor het park.
Om aan al die dingen te geraken laten we ons informeren bij,
u raadt het al, den Toerist Info. We worden behulpzaam geholpen en voor al onze
vragen worden we doorverwezen naar plaatsen waar ze ons aan de betreffende
artikelen kunnen helpen. Bon, En route.
Als we de Tourist Info willen uitbenen staat er achter mij
een gladde jongen in maatpak een monoloog tegen de camera te reutelen. Daarom
was de toerist-agent heel de tijd van zijn melk, we vonden hem al zo afwezig.
Ik probeer behendig buiten te geraken zonder door het beeld te moeten lopen.
Het ontgaat de gladjanus niet en hij komt af. Met mijn Spaans? bedenk ik, dat
gaat hier een heel boeiend gesprek worden. De man heeft al snel door dat mijn
Spaans nog een beetje roestig is en schakelt snel over naar het Engels. Onze
nationaliteit wordt achterhaald en hij vraagt of ik de peoples of Argentina
even in het Flemish wil begroeten. Ah, dat zal wel lukken. Ik schud iets weinig
creatiefs uit mijn mouw en spreek de natie toe. Ruth wordt gevraagd mijn
gevleugelde woorden te vertalen maar dat gaat maar stuntelig, een knalrood
hoofd is uiteraard het resultaat. We ronden af en stappen de toerist info uit.
Pfft, wat was dat? Dus vanavond allemaal zappen naar de Argentijnse Channel 4,
volgens mij gaan we daar te zien zijn.
Nog een beetje verbouwereerd door de gebeurtenissen proberen
we de verkregen informatie terug op een rijtje te zetten. Help, de gladjanus
komt ook net buiten en onze richting uit. Zonder draaiende camera dit keer. Hij
knoopt opnieuw een gesprek aan en vraagt naar onze plannen. Naar Chili
antwoorden we in koor. Naar Futaleufú om specifiek te zijn. Geen nood, ik heb
de naam al een tiental keren ingetikt en hij blijft nog niet hangen. De
reporter kent het stadje/dorp blijkbaar en glundert dat daar dit weekend de
wereldkampioenschappen rafting worden gehouden. Echt? Boehoehoe, wij gaan daar
noooooit een slaapplaats vinden.
Niets van de toerist informatie lijkt te kloppen. We hebben
al tweemaal de ganse stad doorkruist en hebben niks van de items die we nodig
hebben. Uitgezonderd dagtickets voor onze uitstap morgen. Dat hadden we op
eigen houtje uitgevogeld. Een beetje Internet her en der zou ook al wonderen
doen. We zoeken een internetcafé, vinden dat niet, dan maar een cafetaria
induiken waar op staat dat ze Wifi hebben, we moeten toch lunchen. Warempel het
wonder volstrekt zich, de wifi is inderdaad aanwezig en we kunnen surfen. We
sturen enkele mailtjes de grens over om te informeren of ze nog plek hebben
voor ons. Nu fingers crossed. Op weg naar huis begint het te regenen. Das lang
geleden, sinds onze onweerslanding in Bariloche.
Normaal is er privé-vervoer voorzien door het reisbureau naar
het startpunt van onze excursie, maar nu niet. Geen probleem, met de bus
geraken we er ook. Dat wil wel zeggen vroeg opstaan. Snel lunchpakket gemaakt,
te voet naar de busterminal en om 7u45 staan we aan het loket voor de
bustickets. Als het aan ons is, zegt de verkoper dat de bus volzit en hij geen
tickets meer kan verkopen. Jamaar, wij hebben wel betaald voor een uitstap hé!!
En de bus van 8u is de enige bus die in de voormiddag naar het park rijdt, de eerstvolgende
is pas om 15u. Lastig, onze safaribootje meert af om 11h30. Een aantal
Argentijnen achter ons zitten in hetzelfde schuitje, dus we kunnen de druk wat
opvoeren. Uiteindelijk komt er een compromis uit de bus op zn Zuid-Amerikaans.
We moeten 2 straten verder op de hoek gaan staan wachten en dan neemt hij ons illegaal
mee. t Kan ons niet schelen hoe, als we er maar geraken want anders zijn we
onze uitstap kwijt. Desnoods gaan we met de taxi.
We placeren ons samen met de Argentijnen op de hoek en een
half uur later komt hij aangereden. Elke stoel blijkt inderdaad bezet. Als dit de
enige manier is om in de voormiddag in het park te geraken, wie voorziet er dan
in godsnaam 1 bus met maar 30 zitjes?
Zoals beloofd mogen we mee, al is het rechtstaand in het
gangpad. Ons uitzicht tijdens deze trip beperkt zich dan ook tot het
gestoffeerde dak van de minibus.
Na 1,5 uur rijden stopt de bus aan de ingang van het park.
Gelukkig moeten er hier een paar mensen uit en kunnen wij een zitplaats
bemachtigen. Oef, even de stramme benen rust geven. Het aantal nieuwe mensen
dat opstapt is ongeveer het dubbele en de bus zit ondertussen letterlijk tot aan
de nok vol. Dat weerhoudt onze Argentijnse medemens er totaal niet van om
rustig zijn thermos warm water boven te halen en de maté-verslaving wat te
onderhouden. Memorabele rit, zeker eens de asfalt stopt. Nu nog flink een uur
over gravel.
Het allerlaatste stuk tot aan de boot moeten we te voet
afleggen via een educatief aangelegd wandelpad. Door alle rompslomp met de bus
zijn we al redelijk laat dus we sjezen erdoor. Tickets valideren, schoenen in
de javel dopen (niet helemaal goed begrepen wat het nut daarvan was) en dan de
boot op. We worden ge-entertained door de crew, iemand van de gasten wordt
opgetrommeld om de veiligheidsinstructies uit te beelden en hij doet dat met
veel overgave zoals een echte stewardess, hilariteit alom.
Off we go, een uurtje varen tot onder een gletsjer. De
beelden zijn tja een beetje zoals op de fotos hé. En dan, het hoogtepunt van
de trip zijn de, u raadt het al, alerces (lariksen in het NL). Deze bomen
worden heel hoog en vnl heel oud, er staat een exemplaar dat 2600 kaarsjes moet
uitblazen op zijn verjaardag. Al bij al goed dat ze zo oud worden want ze zijn
langs de trage kant. In een goed jaar neemt hun diameter ongeveer 1mm toe. Een
knaap van 30 jaar oud is dan nog maar een twijg van 3cm doorsnee. Ik ken Bonzaï-exemplaren
die ijveriger zijn. Na 2600 jaar echter .
We worden via borden gewaarschuwd voor pumas hier aanwezig.
Mike leest wat te doen
a)
om een ontmoeting met een puma te vermijden
b)
als je toch een puma tegenkomt
c)
als er eentje agressief uithaalt
Hij onthoudt voornamelijk dat je kleine kinderen eerst op de
arm moet nemen en daarna, als de situatie lijkt te ontaarden, de kinderen moet
wegwerpen. Hopelijk komen we geen Puma tegen, we hebben geen kinderen te gooi,
besluit hij. Misschien moet er nog wat aan het Spaans gesleuteld worden.
Er is een wandeling voorzien doorheen het woud onder
begeleiding van natuurgidsen. Op de boot wordt beleefd gevraagd Hay alguien
que no habla español?. Hier Si' op antwoorden is even hard gelogen als Ja op
Slaap jij al?. Slim gezien van die
mannen, zo moeten ze nooit in het Engels gidsen. Resultaat is wel dat de 2u
durende natuurwandeling volledig in het Spaans gebeurt, zelfs ik geef het na
een uur op, veel te uitgebreid.
Tegen 16u30 zijn we terug aan ons vertrekpunt en dan rest
ons niets anders dan te wachten tot 18u op de eerste minibus die terug naar
Esquel gaat. Niet dat er nog veel volgen, om 18u45 is de volgende en meteen de
laatste. We zijn de eersten en dat verzekert ons van een zitplaats. Want Argentijnen
zijn zeer hoffelijk, het principe first come first serve wordt hier heel strikt
toegepast als het op aanschuiven aankomt. Aan een bushalte vraag je standaard
wie de laatste is en pas na die persoon stap je zelf op. Het gaat zelfs zo ver
dat als er iemand van de bus stapt, de bestuurder roept dat persoon X die als
eerste geen plaats meer had, die plek mag innemen. Oei en vanmorgen zijn wij
gewoon gaan zitten omdat de plekken vlakbij ons vrijkwamen. Foutje.
Na onze halte zit het busje, tja, vol. Aan de volgende halte
staat een groep van 7. Na veel gediscussieer mogen die mee in het gangpad. Aan
de volgende halte staat een groep van 10 met heel hun hebben en houden, die
mogen niet meer mee en moeten wachten op de volgende bus. We hebben medelijden,
ze zien er doodmoe uit en volledig bestoft. Als je dan al een uur op je busje
wacht wil je graag mee. En zo gaat het bij elke halte weer verder tot in
Esquel.
Nog snel snel onze vuile was thuis ophalen, snel snel
internetten in het enige etablissement waar die effectief werkt (jeuj,
slaapplaats in Futaleufú is bevestigd), snel snel naar de winkel en tegen 22u
kunnen we aan onze kook beginnen. Helemaal op Argentijns schema maar voor ons
voelt het nog altijd aan als eten in het midden van de nacht.
Het was me het dagje wel. Vanmorgen om 7u20 vertrokken en om
20u30 terug in huis. En dat allemaal voor een Spaanse les van 4uur. Niet
normaal. Onze goesting om morgen in het park te gaan hiken (waarbij we heel die
cirque terug moeten doorstaan met hetzelfde vervoer) neemt zienderogen af. Het
is ook te zot voor woorden. Esquel mag dan wel omschreven worden als dé gateway
tot het natuurpark, de voorzieningen ontbreken volledig. Nergens een
wandelkaart te verkrijgen, zonder eigen auto ben je meer dan een halve dag aan
transport kwijt en als je de bus neemt ben je niet zeker of je er geraakt, laat
staan terug weggeraakt Een hop-on
hop-off bus zou hier niet slecht zijn, zodat je van het ene punt naar het
andere kan. En vnl, de frequentie van de bussen drastisch verhogen.
Enne, dat hiken van morgen, dat gaat niet door. Dat laten we
even zo. We zullen wel wat blog schrijven en zo.
Slow day, mag wel eens, gisteren was er twee waard. t Is al
bijna middag als we het pand verlaten. We gaan uit lunchen. Dichterbij dan verwacht
is een eettent waarvan de stoofpotjes de hemel in worden geprezen. Stoofpotjes?
Das nieuw hier, dat komt niet van de grill. Eens daar blijkt dat er alleen
grilldinges verkocht worden en geen stoofpotjes. Den tijd van t jaar zeker.
Demonstratief staan we op en zoeken iets anders. We gaan terug naar dat van eergisteren,
het eten is er niet speciaal maaáar er is internet beschikbaar die druppelsgewijs
tot in België doorsijpelt. We bloggen erop los. Komt ni af dat het onze fout is
als ge er s morgens niet goed uitkunt.
Ondertussen zijn de tactieken om alsnog aan een Chileense
wicked camper te geraken er enkel maar driester op geworden. Ongegeneerd ben ik
van asskissing overgegaan naar stalking tot nu omkoperij. Het laat telkens een
wrange nasmaak en nee, ik ben er niet fier op een Chileens bediende te e-molesteren,
maar het doel heiligt de middelen Ik vraag me af of Jorge kinderen heeft...
We hebben een inventaris gemaakt van onze ijskast en
verzinnen een avondmaal waarin zoveel mogelijk van de aanwezige ingrediënten kunnen
worden ingedraaid. Morgen gaan we naar Chili, is toch alleszins de bedoeling
als we op de bus meekunnen, en aan de grens doen ze vervelend over
voedingswaren, vandaar.
We pikken onze was op. Die wordt vlot teruggevonden, altijd
een opluchting, maar waar zijn onze zakken waarin de was zat gebleven? Even
informeren. Ah die hebben de droogkast niet overleefd. De kadavers worden
tentoongesteld. Inderdaad, hier vervoer je niets meer in. Er zijn zowaar gaten
in gesmolten. De dame geeft ons, verveeld om de situatie, twee nieuwe zakken
mee.
De rest van de namiddag wordt doorgebracht in het gezelschap
van hoofdinspecteur Guido Versavel en commissaris Pieter Van In. Gelukkig loopt
alles goed af.
Rest ons nog de opdracht de ijskast leeg te krijgen en in te
pakken.
Het is al behoorlijk druk als we om 7h20 de busterminal naar
binnen stappen. Grote rugzak vanachter de kleine omgedraaid langs voor. t Is geen
zicht maar als ochtend-workout kan het wel tellen om zo tot hier te joggen. Als
we nu zouden struikelen liggen we vast als een schildpad op haar rug in het
niets te graaien. Tickets kopen moet voor deze verbinding op de bus zelf, t is
altijd anders. We gokken welke bus voor ons zou zijn. Er is geen markering op
de bussen. Maar, geen nood, daar hebben we een uitgekookt truukje voor. We
proberen op alle bussen mee op te stappen en zeggen dat we naar Chili gaan.
Uiteindelijk schiet er maar eentje over die ons mee wil.
Ditmaal zit de bus maar halfvol, maar goed ook, er is immers
geen bagagecompartiment en er zijn nog een handvol muilezels die meereizen. We
verlaten de stad Esquel en wat later ook de pampavlaktes richting bergen, over
gravelwegen. De vegetatie verandert dramatisch van hier groeit alleen uitgedroogde
kurk tot elk zaadje dat je hier laat vallen ontploft onmiddellijk tot vers
groen. Dat heeft alles te maken met de regen die de bergen nauwelijks over kan.
Na een uurtje bereiken we de grenspost. Die staat hier wat verloren in een
groene bergpas. Iedereen de bus uit inclusief bagage. De bus gaat de grens niet
over. Argentijnse emigratiepaperassen doorlopen en dan een minibus in.
200m
Dan iedereen eruit, Chileense immigratiepaperassen
doorlopen. De douanier plechtig beloofd dat je helemaal niets aan te geven hebt
en dan naar de voedingsinspectie. De voedingswaren worden overlopen en mogen
mee. We waren redelijk goed geïnformeerd maar dat is natuurlijk geen garantie
dat net vandaag de regels hier niet anders zijn. Nadat al onze bagage uitvoerig
betast is kunnen we verder. Een klein half uurtje later staan we in Futaleufú aan
onze hostel La Gringa. Een hartelijke welkom door de viervoeters en later ook
door de tweevoeters. De kamer is netjes, het uitzicht machtig. We hebben allang door dat er hier dit weekend
geen WK raften gaat plaatsvinden, alles is hier heel Chill. Me gusta mucho.
Snel de rugzak uitschudden en dan het dorp in. We willen hier vanalles en als
het van Ruth afhangt, nù!
Er worden Chileense pesos gekocht, de toerist burcht wordt
bestormd, stadplannen opgeëisd, busuren ontrafeld, tochten gepland en gelunched,
we hebben de keuze uit kip of zalm. Na ons is er de keuze uit zalm. We zijn ook
al te weten gekomen wat een betrouwbaar event bureau is en daar lopen we ook
even binnen.
Het dorp is legendarisch voor zijn raften, kayak, canyoping,
kortom alle wildwaterriviersporten die je maar kan bedenken. We hebben hier niets te bewijzen en we vragen of
ze ook raftingtrips aanbieden voor gepensioneerden. Dat kan, garandeert de
vriendelijke dame ons. Tof, dan tekenen we volgaarne in voor een trip morgen,
want dat zou voorlopig de laatste mooie dag zijn in dit regengebied. Voldaan
over alles wat we in een uur tijd konden realiseren terug naar onze hostel. Een
online Lonely Planet van Chili aankopen en even nalezen wat dit dorpje ons te
bieden heeft. Blijkt inderdaad dat rafting dit gehucht op de wereldkaart heeft
gezet. Hier zijn de meest spectaculaire versnellingen (tot Class V) te vinden.
Goed, dat zal dan wel niet op onze family uitstap zijn. Wij doen immers de easy
brug tot brug afdaling. Even nakijken wat de heilige planeet over dit stukje
zegt . SHIT . (Class IV+ rapids) we voelen ons bekocht alsof we voor het
eerst skielatten krijgen aangebonden bovenaan een zwarte piste. Als dat maar
goed komt.
Straks is er nog een dorpsfeest met bijhorende lokale
specialiteitenmarkt en één of ander dansactiviteit, we zullen eens een kijkje
gaan nemen.
Met een klein hartje slenteren we richting slachtbank. We
proberen een beetje te laat te komen maar dat lukt net niet. We gaan bedeesd de
camionette in, onze knalgele doodkist is op het dak gebonden. Een uurtje later zijn
we aan ons startpunt. De raft wordt tot aan het water gedragen. Hmmm, dat lijkt
beter mee te vallen dan gevreesd, de rivier is breed en traagstromend. Jawel, een
paar uurtjes rustig ronddobberen, dat raften dat gaat de bomma en bompa goed afgaan.
Onze uitrusting wordt verdeeld. Iedereen krijg een wet suite, wet schoenen, wet
wind jacket wet helm en een wettingsvest. Alles wordt aangedaan en vastgesjord. We zijn met 8 en
er kunnen maar 6 kandidaten in de raft. Daar hebben ze natuurlijk een oplossing
voor. Een raft met 4 komt in slow motion de rivier afgedreven, das de Engelse
versie en daar moeten wij met mee. 6+6, twee volle rafts nu, elk met hun eigen
gids achteraan. De andere raft krijgt uitgebreide instructies van dos en donts
en welke actie uit voeren met welk bevel. Bij ons is dat veel eenvoudiger, haak
uw voeten goed vast onder de opgeblazen dwarsliggers en doe vooral zoals de
persoon voor u. Zij zouden al ervaren
zijn want ze hebben al een stuk tot hier gedreven. Het allerbelangrijkste commando
is forward wordt er benadrukt. Dan moet er synchroon vooruit gepeddeld
worden. Een beetje zoals er Pai tegen een Laotiaanse olifant wordt geroepen,
bedenk ik. Er wordt ook nog iets onduidelijks uitgelegd over naar de overkant
van de boot springen, maar dat begrijpen we niet goed, zal wel niet belangrijk
zijn.
We zijn weg en dobberen oeverloos rond op de traagloper. Ok,
dus toch the scenic tour. Samen met de twee rafts zijn twee opblaascatamarans
te water gelaten die bediend worden door één roeier die centraal zit. Zij gaan
mee om de drenkelingen op te vissen. Beetje overkill lijkt ons, maar ik moet
toegeven, bij Patagonia Elements zijn ze super georganiseerd.
Achter de eerste bocht toont de slome rivier zijn ware
karakter, slik, no way back. Hoe dichter we bij de rapid komen hoe harder ons
gids Forward gilt en hoe harder wij peddelen. Wij gaan volle vaart de
stroomversnelling in, het water botst tegen en over de boot, iedereen is al
flink gedoopt. Dit was een Class 3. Shit, het gaat hier tot 5. We kijken elkaar
aan met een blik van als dat maar goed komt. Na elke rapid probeert onze gids
ons naar stillere waters te loodsen om de volgende rapid door te nemen en even
tot rust te komen. Voor elke rapid hebben ze een koosnaam. Die zijn nooit lief.
Terminator, Shark, Wild Cat . Bemoedigend. Zoals verwacht gaat het van kwaad
naar erger. Maar bang zijn we niet meer. De adrenaline giert door ons lijf en
we zijn des te strijdvaardiger om het gevecht met het water aan te gaan.
Bovendien is deze rivier erg diep zodat het risico op onderstromen of jezelf
tegen de rotsen slaan beperkter is. We hebben ook vertrouwen in de redders die
nooit veraf zijn. Bring it on, come to papa. We peddelen de armen van ons lijf
als onze gids Forward-Forward-Forward blijft brullen. Je weet dan met
zekerheid dat het peddelen is of verzwolgen worden door de kolkende watermassa.
Niemand valt uit de boot en het ding is niet gekanteld. Onze gids is een pro en
kent de rivier op zijn duimpje. Alleen zouden we dit noooit overleefd hebben.
De tijd vliegt, na twee uur raften zijn we aan ons eindpunt. Wauw, wat een
ervaring. Hier willen we nog van. Achter deze bocht liggen nog een paar class V
rapids te blinken. We hebben al spijt dat we die extensie niet mee geboekt
hadden. Ondertussen zijn we immers ervaren en hadden we wel meegekund. We
ontdoen ons van wetwetwet. Angeleyes heeft een tafel vol snacks voorzien die
als eenvoudige lunch doorgaat.
Mooi want wij hebben trek.
Terug naar het dorp, relaxing in onze tuin, genietend van
een boek, de uitzichten en een pintje. Ik voel mij arm al opstijven, benieuwd
wat dat morgen gaat geven.
Toch is even checken wanneer dat WK hier nu net plaatvindt,
al is dat misschien nog wat overmoedig.
Gezien ik, zelfs bij slecht weer, moeilijk een hele dag kan
binnenblijven, trekken we tegen de middag onze wandel- en regenkledij aan en
gaan op stap. Zoals we eergisteren reeds schreven is het dit weekend feest in
het dorp. We waren vrijdagavond al eens een kijkje gaan nemen maar toen was alles
nog in opbouw. Adriana, onze gastvrouw, vertelt ons bij het ontbijt dat het
vandaag slotdag is en er nog allerlei shows worden opgevoerd.
Eerst even tot aan een uitkijkpunt boven de stad wat ons een
mooi maar druilerig zicht geeft over het dorp en het bijhorende spiegelmeer. We
dalen terug af en gaan dan langs de arena. Er is heel wat lekkers te proeven,
zo staat er ook een kraampje met een lokaal gebrouwen IPA-bier vant vat. Dat
willen we testen. Niet slecht moeten we toegeven, misschien iets te donker naar
onze smaak maar zondermeer het beste zelfgebrouwen bier dat we in Chili al geproefd
hebben. Onvermijdelijk komt daarna snel de vraag vanwaar we afkomstig zijn. Als
we zeggen dat we Belgen zijn, begint de man helemaal te stralen. Belgen die zijn
bier goed vinden, dat vindt hij terecht een hele eer! Hij begint prompt een uiteenzetting
over zijn brouwproces, van zijn collega van het kraampje ernaast krijgen we nog
een stuk gebarbecued vlees en zo zijn we weer helemaal ingeburgerd.
Er wordt vanalles afgeroepen door de microfoon, maar het
lokale dialect maakt dat we er niet veel wijzer van worden. De tribunes lopen
ondertussen aardig vol, we zetten ons erbij want dan zal er wel iets gaan gebeuren
zeker? Er verschijnen mannen met lassos, mannen te paard en dan wordt er een
jonge stier losgelaten. Het concept is
eenvoudig. De mannen te paard jagen de stier op door hem achterna te zitten, en
dat is ook nodig want zon rund staat duidelijk liever stil dan rondjes te draven
door een arena. De binken met de lassos hebben dan als opdracht om hun lasso voor
de stier zijn poten te werpen, op het juiste moment de lus dicht te trekken, en
het dier zo te doen struikelen. Het ziet er gemakkelijker uit dan het is, zon
beest huppelt eigenlijk maar wat rond dus de helft van de tijd schiet de lasso eronderdoor
of terug los. Maar regelmatig lukt het toch en gaat het beest in volle vaart
nietsvermoedend volledig over de kop. De eerste keer had ik medelijden met de
stier, maar ze lijken er niet veel last van te hebben. Meer zon houding van OK,
ge hebt mij kunnen vangen, koe is moe en
ligt hier goe, krijg mij nu nog maar es recht, nà. Hilarisch is het ook als zon
stier ineens beslist dat hij liever wat gras gaat eten en dan kunnen ze met zn
allen proberen om die kolos terug in gang te krijgen. 1 Ding is zeker, zon
rund is ontworpen om wat statisch te grazen en treinen aan te staren, maar
zeker niet om marathons te lopen. Na 3 rondjes mogen ze afgepeigerd terug
achter de coulissen gaan bekomen. Next!
Later doen ze ook nog een rondje rodeo. Leuke namiddag Futaleufu-folklore.
Fotos: nog 2 van onze rijdende doodskist gisteren, tochtje
naar het uitkijkpunt en de rest van de Fufuklore.