Al 6 maanden
lang wil Mike aan elk meer waar we zijn een bootje huren. Te koud, te veel
wind, te vroeg op het seizoen . Altijd wel iets. Maar hier zijn de boten wel
beschikbaar en het belooft een mooie dag te worden. Er wordt nog snel even een
tijdelijk vaarbewijs in elkaar geflanst, wat uitleg over de bediening en off we
go, de grote plas op. Met als bestemming een eiland in de verte waar een groot
arendsnest zou zijn. En inderdaad, we zien het van ver al. Man, bouw dat eens
als je enkel een snavel en 2 poten hebt. Chapeau voor moeder en vader Arend.
Bovenop dit meesterwerk zit een jong. Ma arend vliegt direct weg als we
dichterbij komen, die is niet gediend met al die aandacht. Ik gooi het eerste
anker van mijn leven uit. Dat verdwijnt netjes de diepte in, ik klop mijn
handen af en ga terug zitten. En zie dan het touw er achteraan gaan. Oei,
precies iets vergeten, moet dat ook vastgeknoopt worden? Gelukkig zitten we in
ondiep water en kunnen we dit kleine misverstand snel rechtzetten.
Daarna varen we
naar een rustige baai en luisteren naar de absolute stilte en het geklots van
de boot. Een eindje verder zwemt een hele familie Canadese ganzen. We proberen
dichterbij te komen en lopen zo vast in het ondiepe water. De captain probeert
met een peddel ons weer vrij te krijgen, maar dat lukt niet. De wind duwt ons steeds
opnieuw aan lager wal. Schoenen uit, het water in en losduwen tot we diep genoeg
zitten om de buitenboordmotor opnieuw te laten zakken.. Gelukkig is dit geen
gletsjermeer. Er is duidelijk nog wat werk aan onze vaarkunsten. Zonder handen
varen zal nog niet voor vandaag zijn.
Na 4u
ronddobberen hebben we het wel gehad met boot en meer. In het terugvaren ga ik
ook eens sturen. Wauw, deze reis al met een campertje gereden en nu ook nog met
een boot gevaren! Het aanmeren laat ik toch maar aan Mr. Captain Mike over.
Vanavond is er kans op onweer dus we beginnen maar direct onze bbq voor te
bereiden. Terwijl ik dit typ is de wind al aan het toenemen en pakken donkere
wolken samen. El Capitan wisselt van pet en Chef Kok zit nu tegen een ijltempo
groenten te molesteren. Benieuwd wie gaat winnen.
Onweer
vannacht, maar een flauwke, een half uurtje flashen en grollen en net de
plassen terug gevuld. Vandaag gaan we de meest populaire wandeling opzoeken van
dit eiland, de Cup and Saucer Trail. Eerst naar de supermarkt waar we ons de
minst populaire 10% van de parking toe-eigenen. Stevige voorraad eten
ingeslagen, de supermarkten liggen niet dik bezaaid. Dan 50km verder naar het
startpunt. 12 km boswandeling. Het klimaat is vrijwel hetzelfde als bij ons (in
de zomer toch) en dat maakt dat de vegetatie ook overeenkomt.
Mooie
wandeling, geen wildlife gespot buiten wat agressieve muggen. De nieuwe camping
voor vanavond ligt vlakbij, in een First Nation resort. Een reservaat voor de
oorspronkelijk bewoners die de genocide overleefd hebben. We vinden de camping
niet, of we nu de coördinaten invoeren in de gps of het adres of visueel de
juiste huisnummer opsporen. Het eindigt gestaag in Make a U-Turn. Daar word
je niet vrolijk van als je een roadtrain bestuurt die net genoeg kan draaien om
van baanvak te wisselen. Na twee keer het dorp te doorkruisen geven we het op.
Ander en beter. Een reclamebord langs de Highway maakt reclame voor een camp 5
km verderop. Ovenight stays welcome, perfect, we zullen is gaan zien. We
nemen de afrit en volgen de bordjes. Binnen de kortste keren zitten we op
baantjes waar je zelfs met een bakfiets nauwelijks op kan. Steil naar boven,
weer naar beneden en bochtjes die het uiterste vergen van de stuurinrichting, kilometerslang.
Please God, laat dit nu niet doodlopen. Het baantje eindigt aan een meer, geen
camping te bespeuren, enkel een telefoon met een infonummer. Niet wat we
gehoopt hadden. Gelukkig is er wel een beperkte parking waar ik met de nodige
moeite kan draaien. Ander en beter.
Meteen 150 km
verder van het eiland af. We vinden plaats op Camping Carol, waar we ons nog
net tussen de andere gasten gewrongen krijgen. Als we onze zijkanten
openschuiven zitten we zowaar ín hun tent. Morgen verder, dit is geen camping
maar een voetbalveld volgestouwd met RVs. We doen zelfs niet de moeite om
buiten te eten.
We proberen
terug aansluiting te vinden met de originele toer die we wilden doen. Dwz 300
km verder naar een Provincional Park. Maar, na ons avontuur van gisteren eerst
de laptop en tablet open voor betere research sites en apps betreffende de
campings. We vinden wat we zoeken en vertrekken richting Algonquin Trails
Camping Resort. We komen toe, de vriendelijk uitbater komt van Jasper waar hij
met weemoed over vertelt, hij vindt deze regio eigenlijk maar niks. Leuk om te
horen, wat doe je dan hier vraag ik mij af.
De campsites
liggen verdeeld in een bos, er zijn bijna geen gasten. Plaats en privacy hebben
we deze keer met hopen. De gekte begint morgen pas vertelt hij. De schoolvakantie
wordt dan ingezet. Dat belooft. Aan insecten ook geen tekort. Je moet in de zon
gaan zitten, zegt de eigenaar, hoewel dan de dazen komen, die houden van volle
zon. Benieuwd wat de schemer gaat brengen. Wie weet doet ons muskietennet
eindelijk eens dienst.
Hier blijven we
twee nachten. Gezien het volgende woensdag ook nog eens Canada Day is, vrezen
we het ergste qua overnachtingsplaatsen vanaf vrijdag. Reservaties gaan
noodzakelijk zijn. Als de internet meewil, kunnen we ons daar morgen mee bezig
houden.
Man, opgevreten
door de muggen worden we hier, niet te doen. In het kampvuur gaan zitten is het
enige wat helpt. Zelfs onze camper zit vol, volgens mij kruipen ze door het
gaas. Ons ontbijt hebben we verhuisd naar binnen, het was niet uit te houden.
Goed, planning binnen opmaken dan maar. Als het uiteindelijk begint te regenen,
is dat niet eens zo erg meer. Hopelijk komt er hier snel wat meer volk, dan
zijn wij niet meer de enige smakelijke hap.
Het reserveren
van de campsites gaat moeizaam, elke camping heeft zijn eigen interface en je
moet telkens een account aanmaken. En er is al veel volgeboekt. Maar, we
geraken erdoor en zijn nu zeker van overnachtingsplaatsen tot 7 juli. Dan zien
we wel weer verder.
Mijn gedachten
dwalen dikwijls af naar België, waar de ganse familie samen is om definitief
afscheid te nemen van grootva Dillen.
Voor we
vertrekken willen we nog even de nature trail van de camping doen. Door de
regen van gisteren lijken de muggen hongeriger dan ooit. Die ene mm die je niet
gedeet hebt, vinden ze zonder problemen. We zijn snel het bos terug uit. Dit is
niet te doen. We lijken wel hun eerste zomersnack.
We pakken in en
rijden richting volgende camping. De weg gaat dwars door het Algonquin
Provincional Park. In tegenstelling tot West-Canada waar provincional parks
gratis zijn, moet je hier wel betalen. De parkpas die we hebben is enkel voor
de nationale parken. We stoppen aan de West Gate voor informatie. Dan blijkt
dat de toegang mee in de campingprijs zit. Meevaller.
Aan de kant van
de baan spotten we al direct een grazende moose (eland) maar kunnen niet echt
stoppen voor een foto. Een eindje verder draaien we een parking op voor trail
n° 1, naar de Whiskey Rapids. Mike houdt zijn drinkenbus al klaar om te vullen.
Om op de parking te mogen staan moet je een permit van het park hebben. Die
hebben we nog niet, krijgen we pas op de camping. Het is ons nog steeds niet
duidelijk hoe het in zijn werk gaat. We kunnen toch moeilijk eerst helemaal
naar de camping rijden om dan terug te keren en alle bezienswaardigheden te
doen. Lijkt me niet echt ecologisch, zeker niet met onze zuipschuit. We
parkeren en we zien wel. De rapids blijken niet van de rapste te zijn, op de
rafting-schaal is het een -4 denken we. En whiskey stroomt hier evenmin. t Is
wel mooi zoals Dardennen ook hun mooie plekjes hebben, das ook al iets.
We stoppen aan
de Hardwood Lookout trail, hier zou ook een eland moeten zitten. We doen heel
de toer maar we vinden hem niet. Boven hebben we een uitzicht op het meer.
Waarom toch plaatsen ze al die mooie uitzichten steeds bovenaan?
Bij de Portage
Store stoppen we om een kano voor morgen te reserveren. Want dat is wat
iedereen hier doet in het park, bootje varen op de meren. Hoog tijd om de
Canadees uit te hangen.
Van daaruit
rijden we rechtstreeks naar onze camping aan Pog Lake. Het is aanschuiven aan
de incheck, blij dat we een reservatie hebben. We pikken nog een zak stookhout
op en gaan ons installeren. Mooie, grote plaats, rustig en verbazingwekkend veel
minder muggen. Oef. De camping is nog verdacht leeg, daar zal wel snel
verandering in komen.
Om 11u wordt
onze kano geleverd op de A-Beach van de camping. De paperassen worden geregeld
en daar gaan we. Woeha, dit is een platbodemkano die meer op het water dan in
het water ligt. Dat maakt dat je
zwaartepuntgewijs niet goed bezig bent, bij de minste beweging krijgt de andere
een harstilstand met de idee dat we kapseizen. Benieuwd of we het droog gaan
houden. Op zoek naar de meest afgelegen plekjes en massas wildlife. We vinden
een smalle zij-arm van het meer en gaan daardoor. Schildpadden springen voor
onze peddels weg, en we zien een eend met nog héél kleine donzige ducklins. Die
passen nog in een ei. Mooi om naar te kijken, en het is hier zo stil en
sereen .
Een paar
bochten verder komen we uit op een groot meer, das maar niks. Als we
terugkeren, blijkt de rest van de camping ook in zijn kano/kajak geraakt te
zijn en is het een drukte van jewelste. Wat is erger dan een kano met 3 uitgelaten
aziaten? 7 Kanos gevuld met craziaten, die al gillend proberen elkaar te
rammen. Gedaan met de rust en zeker met het wildflife. We zoeken een ander
rustig stukje op, maar worden gevolgd.
Na zon 3u zijn
we uitgeroeid. Het is verbazend de afstand die we afgelegd hebben, hoe snel je
met zon kano over het water gaat. We trekken de kano aan wal en eten onze
smoskes op. Morgenvroeg als de massa nog slaapt, zullen we nog een toerke doen,
de boot wordt toch pas om 11u terug opgehaald.
Ons huis is
niet zo verplaatsbaar dus ik ga te voet naar de receptie om vers hout te halen.
Das 10 min wandelen, niet echt ver te noemen. Mm, Ive got you a nice big bag
of wood, zegt John-de-houtman. Ik zak ongeveer door mijn knieën als hij de zak
in mijn armen duwt. Onderweg stoppen er 3 verschillende park rangers met de
vraag of ze moeten helpen. Zie ik er zo hopeloos uit? Ik wandel koppig verder,
ik moet en ik zal die zak tot aan onze kampplaats dragen. Beeld ik het mij nu
in of lachen de mensen mij uit? Ik zie purper als ik eindelijk aan plaats 375
aankom. Mijn kano-armen zijn nu helemaal out of service. Als onze buurman 10
min daarna in zijn auto stapt en tegen zijn vrouw zegt dat hij om hout gaat,
zucht ik eens diep, de pestkop. Volgens mij ben ik de enige op deze camping die
ooit te voet hout is gaan halen. Volgens mij zijn wij de enige op deze camping
die tout court iets te voet doen, afgaand op het aantal autos dat constant aan
het sanitair staat.
We zitten opnieuw
in onze kano, uit vrije wil. Het is 5u s ochtends, het regent pijpenstelen en
de rest van de camping is nog in deep sleep. Maar, je moet er wat voor over
hebben om wildlife te zien. Hopelijk regent de kano niet te snel vol, want dan
zinken we. We weten perfect waar we naartoe willen, het smalle stuk dat de 2
meren verbindt. In het hoge gras zien we een grote mooie reiger zitten. Die zit
ons wat aan te staren, duidelijk nog niet goed wakker. We stoppen regelmatig om
van de ontwakende natuur te genieten. De ruisende regen, tsjilpende vogels,
kwakende kikkers en een geluid dat we niet kunnen thuisbrengen. Het gesnurk van
een eland of een brulkikker met bronchitis? Met de verrekijker speuren we de
oevers af maar we vinden de oorsprong van het geluid niet. Lang stilliggen zit
er echter niet in, de muggen zijn maar al te blij met dat vroege ontbijt. Als
er zon bloeddorstig insect onder de kap van je regenjas terechtkomt, word je
helemaal horendul van het gezoem.
Na 1,5u
peddelen keren we terug. Buiten de reiger hebben we niets gezien. Die beesten
zijn ook niet zot natuurlijk, wie komt er nu buiten met zon weer. Mike kruipt
nog even terug onder de warme dons, die heeft nog een lange rit voor de boeg en
die is evenmin zo zot.
Tegen 9u zijn
we vertrekkensklaar. Huis uit zijn plek manoeuvreren en de baan op, richting
Parc de la Gatineau, in de provincie Québec. t Is te hopen dat we de mensen
daar gaan verstaan. De hele 300 km lang valt de regen met bakken uit de lucht.
Zijn wij blij dat we niet aan een meerdaagse kanotocht zijn begonnen.
De rit leidt
door Ottawa, niet dat we in de stad moeten zijn maar er is geen ringweg. Met
ons oversized vehikel loodsen we onszelf behoedzaam door het centrum tussen de
wolkenkrabbers. t Is een irreële ervaring. De mensen wijzen ons na.
In de late namiddag
zijn we eindelijk ter plaatse. Onze camping ligt aan Philippe Lake en het is er
een stuk rustiger dan in Algonquin. Gelukkig hebben we voor vanavond een
ovenschotel voorzien, die verwarmt ineens de camper mee. Het blijft heel de
avond en nacht doorregenen. Hoewel we niet zo ver van Ottawa zitten, hebben we
ook hier geen GSM-ontvangst. Blog updaten zal dus weer niet voor de komende
dagen zijn.