Het gaat
vandaag een schitterende dag worden. Ideaal om met de gondola naar boven te
gaan, van het uitzicht te genieten en de benen wat te strekken. Plan was om pas
tegen de middag te vertrekken, dan zou het hier helemaal open weer worden. Als
echter om 9u de eerste wolken al rond de bergtoppen verschijnen, gaan we maar
onmiddellijk op pad. Het weer is soms nogal wispelturig in de Rockies.
De gondola is
de beste manier om veel wildlife te zien, wordt ons beloofd. Met de camera in
de aanslag stappen we in een open zetellift en beginnen we aan de 14 minuten
durende sightseeing tour. Buiten de zoveelste enthousiaste eekhoorn zien we
niets, de hellingen liggen nog vol sneeuw en dus zitten de beren allemaal in
het dal. Hm, heel wat meer kans om er één tegen het lijf te lopen op onze
camping dus. We zijn bijna boven als de lift wordt stilgelegd. Een dame met
rolstoel moet uitstappen. Lijkt me toch niet de meest aangepaste attractie om
te doen in die toestand. Maar zoals steeds is alles erop voorzien. Er staat
zelfs een auto op haar te wachten om haar naar de bistro te brengen.
De wolken
hangen gelukkig nog niet te laag en vanop het uitzichtspunt hebben we een mooi
overzicht over de besneeuwde toppen rondom ons, en in de verte zien we Lake
Louise blinken. Van benen strekken komt ook deze keer niets in huis, alle paden
zijn afgezet met beregoede schrikdraad, geen doorkomen aan. We mogen net tot aan
het infocenter en het restaurant wandelen. We voelen ons een beetje gekooid met
deze beperkte bewegingsvrijheid. Maar, het restaurant heeft een mooi terras en
genietend van het aangename lentezonnetje en het magnifieke uitzicht eten we
daar een tas soep. Als we met de gondola terug naar beneden gaan, zien we hoe
een windhoos het stof op de parking metershoog de lucht in slingert.
De rest van de
namiddag brengen we relaxed door met een boek op de camping, daar maken we soms
te weinig tijd voor.
We zullen
morgen nog eens een stukje verder rijden. Als de weergoden hun belofte houden
gaat het 3 dagen regenen. Ze snakken er hier naar, blijkbaar is het al lang
veel te droog en hebben ze nu al veel last van bosbranden.
Als de zon er
overdag wel doorkomt, halen we zon 21°. s Nachts zitten we eerder tegen het
vriespunt. Het is perfect normaal dat er hier nog tot half juni sneeuw ligt.
Dat komt niet zozeer door de hoogte, we zitten momenteel op zon 1500m, maar
wel door de afstand tot aan de oceaan. Dit is geen gematigd zeeklimaat meer.
Beetje vergelijkbaar met Zwitserland maar dan wat noordelijker.
Als we opstaan
vallen de eerste druppels al. Het ziet er een miezerige dag uit. We laten aan
een tankstation voor alle zekerheid ook onze propaantank helemaal vullen. Zo
komen we ruimschoots toe tot het einde van deze trip en moeten we niet meer
spaarzaam zijn met de verwarming in de leefruimte.
We nemen een
alternatieve route naar Banff. In plaats van Highway 1 gaan we via de Bow
Valley Parkway, rustiger en mooier. Spijtig van het weer want de omliggende
bergen krijgen we nauwelijks te zien. Maar rustig is het wel. Er is nauwelijks
verkeer en op ons dooie gemak tuffen we tegen 30 km/u naar Banff. Soms scheidt
de dubbele baan in 2 enkele, en dan lijkt het alsof we helemaal alleen door een
sprookjesbos rijden. Met de camera in de aanslag spieden we de bossen af. Plots
staan er 2 mountain deer (iets ree-achtig) aan de kant van de weg. Die schieten
we. Op een volgende stopplaats zien we een arend op een tak zitten, en later
nog zon ree-ding. We doen uiteindelijk 2,5u over de 60 km naar Banff en
ondanks het grijze en vochtige weer was het een hele avontuurlijke rit. Meer
een safari eigenlijk.
Onze nieuwe camping
heeft meer weg van een straat volgeparkeerd met RVs, niet zo scenic dus. Bon,
we trekken onze regenjassen aan en wandelen naar Banff. We kuieren door de
winkelstraten en neuzen wat rond in de Visitor Center. De lokale shuttlebus
brengt ons s avonds terug naar de camping. Het regent nog steeds. Toch eten we
buiten naast de firepit.
Ook deze
ochtend is er geen beterschap in het weer te bespeuren. Gaan wandelen heeft weinig
zin, we worden er kletsnat van en we zien toch niets van de omgeving. Mike
speelt wat met zijn nieuwe Lego en ik blader door de brochures op zoek naar een
mogelijke regenactiviteit. Er zijn hot springs in Banff, we zullen die dan maar
eens gaan testen.
Als we het
douchegebouw verlaten loopt er een coyote over de campground, opgejaagd door
een raaf. De raaf maakt een hels kabaal. Vreemd spektakel. Als we alle wildlife
op foto willen, moeten we dus met de camera gaan douchen, dat is duidelijk.
Momenteel is
het nog mooi weer maar als we onze online weersvoorspeller mogen geloven is het
vanaf deze middag terug regen. En deze is al zo accuraat gebleken dat je er je
uurwerk op kan juist zetten. We negeren de voorspellingen en vertrekken toch,
naar een dichtbijmeer (Lake Minnewanka) waar je kan hiken naast de canyon die
het meer van ijswater voorziet. De langere wandelwegen zijn zoals gewoonlijk
afgesloten wegens te veel wildlife. Grizzlie-mamas komen hier graag met hun
kleintjes rondhangen. Je mag enkel door als je met meer dan 4 personen bent en
bearspray bijhebt. Anders riskeer je een maximum boete van 25.000 CAD. Vinden
we een beetje duur voor een wandeling.
Het is dus maar
een korte wandeling en we vertrekken onbeschermd zonder onze vertrouwde BAM
uitrusting. (BerenAfschrikMiddelen). Het bos waardoor het pad leidt wordt erg
dicht en we beseffen dat we hier nooit op tijd een beer gaan kunnen spotten.
Dan moet hij ons maar spotten door extra lawaai te maken. Wat roep je zoal naar
een beer in spe? We zingen elk stoer berenlied dat we kennen. Ik ben niet zeker
of hij ons wel kan horen met de lawaaierige bergrivier naast ons. Het pad is
geen lus, na een uurtje keren we om. Het regent nog steeds niet.
Daarna bezoeken
we de Cave and Basin Historic Site in Banff. Dit is de locatie waar de
oorspronkelijke grot met warmwaterbronnen werd ontdekt. Nu omgebouwd tot een
museum. Tot niet zo lang geleden kon je hier zwemmen. Het toeval wil dat ze in
de wateren een huisjesslak ontdekt hebben die alleen hier voorkomt. En met hier
bedoelen ze dan ook echt hier, enkel aan deze warmwaterbronnen. Het diertje
heeft zich er aan aangepast. Enkele biologen hebben zich erin vastgebeten en
sindsdien is het water in de grot terug helemaal exclusief voor de zeldzame
slak. Slaapt ge al?
Het regent nog
steeds niet en we bezoeken nog een fantastische tuin met watervallen. Als hij
af is dan toch. Met man, macht en zware machinerie zijn ze de tuin nog aan het
aanleggen. Niet erg, ondertussen regent het wel, back to basecamp, de wapitis ontwijkend.
Dit is een tip
van een Canadees die we in Peru tegenkwamen. Dit natuurpark zou minstens even
mooi zijn als de grote namen maar minder volk, rustiger, relax. Goed, rijden we
naar daar, 380 km naar het zuiden. Even opzoeken welke wegen al berijdbaar
zijn. Spijtig, één wondermooie weg, Highway 40, gaat pas 15 juni open, zot hé? Voor
alle zekerheid bellen we nog even naar het Information Center, zij bevestigen.
Voor alle zekerheid rijden we de baan toch even op, daar hangt een grote
waarschuwing dat de weg afgesloten is. Ok, nu zijn we zeker. We laten de
Rockies achter ons en komen in oneindige grasvlaktes, eerst plat, dan begint
het terug te glooien. Dit trekt verdacht hard Wales of Schotland maar dan met
minder dorpen en meer niets. Veel groener dan de Rockies, hoewel we nog steeds
op 1300m hoogte zitten. Als we in een afgelegen Provincial Park stoppen voor te
lunchen merken we dat ze ook een primitieve campground hebben. Man, ligt die
hier mooi. Waterton zal voor morgen zijn, hier blijven we, t is trouwens veel
te mooi weer vandaag. Deze camping heeft buiten een eenvoudige toilet en de
obligate picknicktafel geen voorzieningen. We checken zelf in door het geld in
een speciale enveloppe in een daarvoor bedoelde brievenbus te droppen en zoeken
het mooiste plekje uit. We zetten ons in de zon en genieten van een boek, de
stilte en een prachtig uitzicht. Geen GSM-ontvangst, niets.
Al vroeg zetten
we het tweede gedeelte van de rit naar Waterton in, verder langs de Cowboy
Trail. We passeren ranch na ranch. Het is fantastisch weer. Als de iPod dan ook
nog Cotton Eye Joe uitspuwt, is het plaatje helemaal compleet. We zingen
luidkeels mee. Het glooiende landschap van gisteren wordt verdergezet. Het doet
ons denken aan de Argentijnse pampas in Patagonië, maar dan met meer gras,
veel meer gras. Tegen de horizon aan, 100km verder, verschijnen de besneeuwde
toppen van de Rockies opnieuw. Ze rijzen plots uit het niets op, zonder aanloop,
hup, een berg. Ogen te weinig om het allemaal te kunnen bevatten, ik denk dat
Mike meer rondkijkt dan op de baan te letten. t Verkeer is hier natuurlijk
niet zoals op de Antwerpse Ring.
Het is duidelijk
dat we van de main tourist route zijn afgeweken. Op onze camping gisteren waren
we de enige rental camper en ook op deze baan zien we er geen. Nochtans is dit ook
toeristisch gebied. Duidelijk meer bezocht door locals. Als we aan de Park Gate
van Waterton aankomen, staan er gemakkelijk 15 autos aan te schuiven om inkom
te betalen. Wij swipen onze jaarpas aan de scanner en kunnen door zonder
aanschuiven. Het plan was om eerst de was te gaan insteken in de wasserette en
dan naar de Visitor Center te gaan voor camping-advies. Diegene vlak aan het
dorp krijgt dubieuze commentaar. Zoals heeft meer weg van kamperen op een
muziekfestival. Maar eens we het dorpje Waterton effectief binnenrijden,
veranderen we van gedachte. Wat een drukte hier. Misschien toch maar gokken op
die camping vlakbij?
Hoewel het nog maar half 12 is, blijken we ongeveer de laatste vrije plaats te bemachtigen.
Parks Canada hanteert een vreemd systeem voor hun staatscampings. Een groot deel
van de plaatsen zijn online reserveerbaar en die zijn niet beschikbaar voor
first come first serve. Online reserveren moet je wel minstens 3 dagen op
voorhand doen. Voor ons biedt dat te weinig flexibiliteit, maar je loopt dus
het risico dat de schaarse vrij beschikbare plaatsen vroeg uitverkocht zijn.
Tijdens juli en augustus raden ze aan om om 11u aan de ingang te gaan
aanschuiven. Als er iemand uitcheckt, kan je dan zijn plek innemen. Gekkenwerk.
Maar dus, blij
dat we onze planning gewijzigd hebben. En wij vinden de camping dik ok, genoeg
plaats tussen de plekken, en die ligging aan de oevers van het Upper Waterton
Lake, omringd door steile bergwanden, op wandelafstand van het dorp en toch
rustig. Niks muziekfestivalcamping aan. Die mannen zijn duidelijk nog niet naar
Rock Zottegem geweest.
Tot er een nest
Indiërs op onze schoot wordt gedropt. Tja, als ge gewend zijt in een schoendoos
te slapen en met 27 in een studio te wonen dan heb je een ander idee over
personal space. Het is mij voorlopig nog een raadsel hoe ze alle 19 in twee
iglotentjes gaan passen. Even later wordt er een mat uitgerold en volgt een
discussie over de windrichtingen. Het vervolg kunnen jullie wel raden.
Ik ben jarig en
vandaag mag ik volledig kiezen wat we doen. Dat wordt een stevige tocht naar
Bertha Lake. We vertrekken al vroeg want het wordt een zomerse dag. We zijn nog
geen 5 stappen het bos in en daar gaan we weer. Een tegenligger waarschuwt voor
de aanwezigheid van een beer op het pad. We weten wat ons te doen staat, véél
lawaai maken. Na 6 maanden is het echter niet altijd eenvoudig om nog een
origineel gespreksonderwerp te vinden. Mike begint vol enthousiasme alle
mogelijke configuraties van dé NE555 IC uit de doeken te doen. Nooit gedacht
dat ik zo lang geboeid kon blijven door astabiele en monostabiele
multivibrators. Plots hoor ik gebonk achter mij. Terwijl ik me omdraai zie ik
vanuit mijn ooghoeken iets zwarts vlak naast mij Ik schrik mezelf een ongeluk, gil het uit en
bezorg Mike een hartaanval. Die grijpt vliegensvlug naar zijn wapenstok, klaar
om uit te halen. Excuse me zegt de beer van een man met loopschoenen aan. Wat
een idee om de mensen zo te besluipen in berenland. Het schol geen haar of die
jogger had de eerstvolgende periode problemen gehad met vast voedsel.
Ons eerste
rustpunt, 150 meter hoger aan de Bertha Falls. Het opspattende water is een
welkome verfrissing, de temperatuur stijgt snel. En wij ook vanop dit punt. Nog
2,5 km te gaan, dat lijkt een makkie, maar er zitten nog wel 350 hoogtemeters in
verstopt. Eens boven zien we vanop een uitkijkpunt Bertha Lake liggen, midden in
een mooie, ruige Cirque met nog veel sneeuw. We dalen terug een beetje tot aan
de oever. Als we aan de rondwandeling rond het meer beginnen, stuiten we al gauw
op een grote sneeuwmassa. Daar geraken we niet over, geen idee van de diepte of
de ondergrond. We proberen een stuk in de andere richting maar daar is het
hetzelfde liedje. Geen nood, we mogen ook nog het hele eind terug naar beneden,
zal wel voldoende zijn voor vandaag.
Als we terug
aan de camping komen, is die ondertussen bijna verlaten. Alle weekendtoeristen
terug naar huis. Wat een rust. Later slenteren we naar het centrum van
Waterton. Ik ben nog steeds jarig en mag met Mike zijn credit card gaan
shoppen. Dat heeft hij goed gezien, er is welgeteld 1 winkel die iets anders
verkoopt dan souvenirs. Daar kies ik een verrekijker, die hebben we al dikwijls
gemist. Beter laat dan nooit We willen in een Italiaan gaan eten die door meerdere
reisgidsen geprezen wordt, maar vinden hem niet. Nochtans kan hij niet verstopt
zijn, er is maar 1 straat met horeca in het dorp-van-5-straten. Blijkt dat de
zaak gestopt is. Das pech, de rest lijken allemaal hamburgerzaken en
grillrestaurants te zijn. Uiteindelijk vinden we een restaurant met mooi terras
achteraan, met zicht op de rivier en de bergen. Het is vandaag blijkbaar de
laatste dag van de lokale Week van de Smaak en er is een suggestie-menu
beschikbaar. Dat ziet er niet alleen goed uit, het is bovendien echt lekker.
Als we later op
de camping nog even buiten zitten, doet de wind zotte toeren. Als hij van over
het meer komt, is hij ijskoud. Draait hij een kwartslag naar de bergen toe,
wordt hij vreemd warm. Het is een raar gevoel, die constant wisselende
temperatuur van de luchtstroom.