Een standaard dag op de Samba ziet er
ongeveer zo uit:
5u30 wekker 6u ontbijt 6u45 de zodiacs in voor een wandeling 9u terug aan boord 9u30 de zodiacs in voor een snorkeltrip
(te warm om nog te wandelen) 12u lunch 13u-14u30 siësta + navigeren 14u30 snorkelen of kajakken 16u00 terug aan boord 16u30 zodiac in voor een wandeling aan
wal 18u avondeten + briefing volgende dag 19u30 stargazing op het dek + navigeren 21u omvallen in onze bunkbedden
Het ontbijt was
uitgebreid, vers fruit, sap en daarna toast met hesp, kaas, salami en elke dag
een andere ei-bereiding. Kwestie van efkes mee te kunnen. Dat is ook nodig. Lunch
en avondeten waren evengoed verzorgd, uitgebreid en gevarieerd. We hebben ons
allemaal een ongeluk gegeten maar ik denk niet dat er iemand een gram
bijgekomen is. Gelukkig hadden we bijna elke dag een beetje siësta na de lunch,
waarbij iedereen wijselijk wat ging bijslapen in zijn kajuit of op het dek.
De wandelingen
waren ofwel met een wet ofwel met een dry landing. Elk eiland heeft zijn eigen
vegetatie en zijn eigen beestjes. We zien de Galapagos-buizerd, Darwinvink, Galapagos
flamingo, Spotgaaien, Blauwvoetboobies met hun rare geluiden en zotte wandel,
het zijn onze favoriet van de zee-vogels. Hiermee weet ik meteen dat het album
van de Blood Hound Gang Hooray for boobies gewoon verwijst naar deze
Galapagosvogel. De immense fregatvogels met hun prachtige maar in onze ogen zo
onhandige rode opgeblazen hals zijn alom vertegenwoordigd. De landschilpadden
zijn gigantisch. Land- en zee-iguanas in alle mogelijke smaken. Elk eiland heeft
zijn eigen type lava-hagedis geboetseerd (telkens genoemd naar het eiland
waarop ze voorkomen, dus de Santa Cruz lava lizard, de San Bartolomé lava
lizard en ga zo maar door, voor ons zien ze er allemaal hetzelfde uit maar
kenners zijn het niet met ons eens). De Sally lightfoot krab is een grappig
kleurrijk beestje dat je overal ziet. En met overal bedoelen we overal, dus
wijsneus, ja maar niet in de cactussen hé jongens? Toch wel,... overal! Als ze willen groeien moeten ze hun pantser
afgooien. Dit doen ze door schuim aan te maken dat ze over hun hele lijf
uitwrijven. De schelp komt dan helemaal los, ook van de poten, en daaronder zit
een zachte nieuwe schelp. Net dan zijn ze op hun best. Eens ze hun nieuwe
formaat hebben aangenomen, wordt de schelp hard. Heel dit proces duurt 48u. We
zien de beestjes effectief schuim aanmaken en overal liggen afgeworpen oude
schelpen. Onvoorstelbaar die natuur.
En natuurlijk
eindeloos respect voor de zeeleeuw. Ze zijn bijna overal en talrijk aanwezig en
zijn zo schattig, we konden er uren naar kijken. Zo hebben we veel over het
gedrag van deze dieren geleerd, het zijn net honden. Poseren voor een camera,
antwoorden als je iets vraagt, je bewegingen nadoen, de discriminant berekenen
van 14x²+7/3x+5, we hebben ons er goed mee geamuseerd, zowel op land als
tijdens het snorkelen. Ze zijn heel speels. Na veel collectieve oefensessies in
de Samba zelfhulpgroep konden we hun geluiden perfect imiteren.
Na de
wandelingen zijn de snorkelsessies noodzakelijk. Het water is dankzij de 3mm wetsuites
altijd aangenaam. Ook de onderwaterwereld is absoluut fantastisch. Tropische
vissen in alle variaties, we hebben zelfs het geluk een hamerhaaien tegen te
komen, wat een indrukwekkend beest, je adem stokt als deze op je afkomt. Onze
laatste snorkeltrip overtreft alles wanneer een gigantische mantaray onder ons
doorzweeft. De spanwijdte tip tot tip, 7m. Prachtig, zo sierlijk als ballet
vliegt deze door het water. Zeeschildpadden zien we zo vaak dat we er bijna
geen aandacht meer aan besteden. Soms kan je hen bijna aanraken, zo dichtbij
zijn ze. Met hun slome bewegingen lijken ze het meest zen-dier op aarde te
zijn. We krijgen ook een aantal Galapagos-pinguins te zien. Dit is ongetwijfeld
één van de weinig plekken op deze planeet waar je comfortabel kan snorkelen met
pinguins. De crew in de zodiacs zat maar naar ons te roepen waar ze zaten,
iedereen als zotten van hot naar haar snorkelen om die beestjes, die natuurlijk
stukken sneller zijn dan wij, te kunnen zien. Uitgeput waren we. Onze lichamen
evolueren langzaam maar zeker tot een tempel waar Michael Phelps ronduit
jaloers op kan zijn. Als we op een bepaald moment rustig onder het oppervlak wat
hangen te staren naar een school exoten schiet er vanuit het troebele niets een
witpunthaai van zeker 3,5m lang voorbij. Dan ben je meteen weer bij de les en
voel je wat adrenaline met je doet. Is me dat even verschieten.
De namiddagen
waren een beetje een kopie van de voormiddagen, maar wel telkens op andere
locaties en dus andere beestjes.
Tijdens de
briefing na het avondeten vielen iedereen zijn ogen al dicht. De talksessie van
1,5u over Darwin heeft dan ook 2 avonden in beslag genomen. Daarna gingen we
meestal nog even op het dek naar de fantastische sterrenhemel kijken, er was
net geen maan. Kun je nagaan wat je dan te zien krijgt als het schip alle
lichten dooft en je vanop de oceaan de hemel in tuurt. Rond 21u was bij
iedereen letterlijk het licht uit.
De eerste en laatste
avond kregen we een cocktail. De eerste een pisco sour. Sara van Peru legt aan
iedereen uit dat dit de nationale drank is van haar land. Ik vermeld er even
bij dat ze dat in Chili ook drinken en dat ook beschouwen als hun nationale
drank. Foutje, Sara is er niet mee gediend en schiet direct in de verdediging
(zouden wij ook doen als onze Belgische friet als french fries gelabeld werd).
We gaan er niet verder op in maar het is hilariteit alom als uiteindelijk
blijkt dat de pisco die aan boord gebruikt is Chileense pisco is. Gelukkig
kan Sara er dan ook terug mee lachen.
Onze gids en
tevens zoöloog Jan begeleidde elke uitstap met een overvloed aan informatie en
een passie voor de natuur, het was een plezier om naar hem te luisteren. Een
ware wandelende Galapagos-encyclopedie, respect. Ook voor de sterrenhemel bleek
hij talent te hebben, met zijn laserpen kon hij de meeste sterrenbeelden
moeiteloos aanwijzen. Het was heel leerrijk of hij had een rijke fantasie, dat
kan ook.
De eerste dagen
is het bewolkt, abnormaal weer volgens onze gids, meer iets voor juli. Ok, het
levert minder mooie fotos op maar zelfs zonder zon is het echt meer dan warm
genoeg. Nacht 2 was hels. Uitlopers van Cycloon Pam kwamen even roet in het
eten strooien en ons klein bootje was een speelbal voor de golven. Het wordt
een slapeloze nacht voor de meeste mensen aan boord, met zelfs 3 zware
zeezieken. Eéntje ervan is eigenlijk nooit echt volledig gerecupereerd, spijtig
voor haar. Gelukkig lag in onze kajuit alles vast, maar het pasgetrouwde koppel
Jennifer en Geoffrey vertellen de dag erna dat de cycloon letterlijk door hun
cabine is geraasd. Alles lag verspreid door de ruimte, tot de inhoud van hun
wc-afvalemmer. Daar hebben we nog wel even mee gelachen, lekker romantisch (zij
hadden gezien de reden van hun reis de enige kamer met dubbel bed, maar die lag
wel op het hoogste dek). Ze hebben op zijn minst wilde nachten gehad op hun
huwelijksreis.
De dagen erna
is de zon trouw van de partij en is het niet meer te houden. Het lava-eiland
Santiago bezoeken we nog voor het ontbijt en dan nog smelten we ter plekke weg
zodra de zon opkomt. De wandeling wordt dan ook met een half uur ingekort omdat
iedereen geroosterd is. Er is veel zonnecrème gevloeid. Kledij werd na elke
wandeling uitgespoeld en te drogen gehangen, in de hoop van het nog een dag te
kunnen aandoen. Ja, hier trek je extra kleren aan om je te beschermen tegen de
zon. Die staat s middags trouwens pal loodrecht boven ons bootje. De grenzen
van properheid zijn tijdens deze week opnieuw verlegd. Alles geraakt doordrongen
van het zout, zelfs de schoenen.
De schoonheid,
alle dieren, planten, geologische historiek. Het is niet mogelijk om deze
unieke plek in enkele regels te beschrijven en vooral hoe we dit allemaal ervaren
hebben. Het heeft een diepe indruk op ons achtergelaten, een trip om nooit te vergeten,
een aanrader. Zulke mooie maar voornamelijk zulke tamme dieren. Je moest opletten
om niet op de zeeleeuwen, iguanas of de krabben te stappen. Vogels voederen
hun jongen op een halve meter afstand zonder zich iets van je aanwezigheid aan
te trekken. De dieren hebben eeuwenlang geen natuurlijke vijanden gehad en zijn
dus nergens bang voor. Alleen dat maakt het al uniek.
Eigenlijk
willen we helemaal niet terug naar Quito. We willen naar Costa Rica. Dat ligt
trouwens ongeveer even dicht bij de Galapagos. Maar er zijn geen rechtstreekse
vluchten naar Costa Rica. De meest eenvoudige route is, I kid you not, Baltra-Guayaquil-Quito-Bogota-San José.
Terwijl we eigenlijk gewoon maar 1000km zee willen overbruggen, vliegen we het
gemakkelijk het driedubbele. Niks aan te doen.
We zijn nog net
iets vroeger op dan het reguliere Samba regime want we doen voor het ontbijt nog
een laatste landing voor een wandeling langs de kust, voornamelijk tussen de
nestplaatsen van de vogels. Dat was het plan alleszins. Maar het giet. Vrij
ongewoon gezien de cactussen hier ongeveer uitdrogen. Zeker deze tijd vant
jaar. Onze gids is alles behalve waterproof en we gaan toch eerst ontbijten en pas
na de vlaag de Pangas in. De wandeling is weeral ongewoon, maar we merken dat
het begint te wennen, vogels die op je lens gaan zitten, zeeleeuwen die het pad
versperren, iguanas die je zo zou platlopen. We keuvelen over het pad alsof
het de normaalste zaak van de wereld is. En tegelijk blijft het verbazen.
Ondanks de gewenning geniet iedereen nog van deze laatste ontmoeting met onze
favoriete dieren. We nemen dan ook gepast afscheid van de dichtstbijzijnde zeeleeuw
met een high five.
Terug op de
Samba hebben we nog net een uur om in te pakken. Ik ben klaar op 50 minuten
maar de bagageboot is al weg. No problem, ik draag mijn zak wel. We meren aan
in een baai vlakbij de ecoluchthaven van Baltra. Ik kan het nauwelijks bevatten
dat we nu nog in de natuur op de Samba zitten, een aparte wereld van
natuurpracht en een heel eigen ideologie, en binnen twee uur in een airbus de
runway zullen afschieten. We nemen afscheid van Jan en van de rest van de groep.
Het is verbazend hoe goed je deze mensen leert kennen als je een ganse week
alles samen meemaakt op een iets te klein oppervlak. Aan boord rondlopen had
vaak iets weg van levensecht Tetris spelen met je lichaam. Bon, iedereen wil
uitgebreid afscheid nemen, ik vind dat een klein beetje vreemd, we zien elkaar
nog op de bus, aan de incheck, op het vliegtuig, aan de bagageband
Inderdaad, in
de luchthaven zit de ganse Samba terug samen na te keuvelen in de cafetaria
alsof we familie of jarenlange vrienden zijn. Boarden, off we go. Het voelt
vreemd hier weg te vliegen. Alsof we uit het wonderland van Alice via het
konijnenhol met geweld terug naar de realiteit worden geworpen. Niemand gaat ooit
geloven wat wij hier gezien hebben. Ik bedenk nog even de quote van Darwin: It
is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent
that survives. It is the one that is most adaptable to change. Zou dat nog
steeds van toepassing zijn?
We dalen voor
een tussenlanding in Guayaquil. Ik bekijk de grauwe stad met zijn arme wijken
aan de rand vanuit de lucht en het enigste wat mij te binnenschiet: Watson,
what have we done?. Dit is een sluimerende aanslag op het leven in zijn meest algemene
vorm.
Ik zet het uit
mijn gedachte en twee uur later staan we weeral in Quito airport (voor de derde
maal nu). Aan de bagageband volgt dan het definitieve afscheid van het
Samba-ensemble. Geoffrey en Jennifer zijn ook nog een paar dagen in Quito, we
spreken halvelings af om mekaar nog te mailen voor een terraske/diner.
Als
geroutineerde pros wenken we een taxi richting New Town. Zoals de naam doet
vermoeden het nieuwere gedeelte van de stad. We hebben hier een appartementje
gehuurd. Het is een beetje groter dan verwacht, verschillende slaap- en
badkamers, ruime keuken en living, terras, en dat zien we nu wel heel graag:
een wasmachine. We lopen verloren in deze zee van ruimte. Potje koken en bed
in. De rest is voor morgen.
In de
voormiddag houden we ons bezig met wassen, mails beantwoorden, blog schrijven
en allerhande zaken bijwerken. Gezien we plaats teveel hebben, sturen we Geoffrey
en Jennifer een uitnodiging voor een spaghetti bolognese Mike-style-diner. Lang
geleden dat we nog eens bezoek hebben ontvangen om te blijven eten.
In de namiddag willen
we een bezoek brengen aan de Botanische tuin van Quito, achter onze hoek.
Tickets kopen is niet vanzelfsprekend want de ticketverkoopster is verdwenen.
Er staat wel een bewakingsagent maar die mag niets anders doen dan tickets
controleren, dus die mens is voorlopig werkloos. Na 15 min verschijnt er dan
toch een dame, die eerst nog op haar gemak een paar telefoontjes pleegt. Juist,
wachten en nog eens wachten, dat zijn we even verleerd na het helse levenstempo
aan boord van de Samba.
Nu we tickets
hebben, kan ook de bewakingsagent zijn job doen door ons binnen te laten.
We beginnen aan
de rondwandeling, de tuin blijkt groter dan we gedacht hadden. Hij is ingedeeld
in verschillende categoriën, zo zien we de specifieke vegetatie van het Wolkenwoud
(bosque nuboso), van de Amazone, er is een paviljoen met vleesetende planten en
2 paviljoenen volledig gewijd aan orchideeën. Vooral deze laatste zijn spectaculair,
er groeien een aantal heel exotische modellen die we in een Belgisch
tuincentrum nog niet gezien hebben.
Na 2 uur hebben
we ongeveer alles gezien en kuieren we nog wat door het aangrenzende park. Ook
hier hebben ze er niet beter op gevonden dan de helft van het domein om te
toveren in pedalo-vijver. En dat heeft wederom succes, op een doordeweekse
woensdag dobberen er toch zon 8 bootjes rond op het water. Vreemd.
We gaan nog
naar de supermarkt voor het diner van vanavond. De Megamaxi doet zijn naam eer
aan, een hypermarket van jewelste, lang geleden dat we nog zoveel koopwaar bij
elkaar hebben gezien. Aan de uitgang gebeurt iets raars. Er staat een hele rij
Megamaxi-medewerkers met uitpuilende winkelkarren aan te schuiven. Als er een
taxi komt aangereden, wordt de eerste winkelkar in de taxi geladen en de taxi
vertrekt. Er zit echter geen passagier bij. Quito-variant van de Collishop,
maar dan per taxi?
Om 20u
verschijnen onze 2 Amerikaanse genodigden, we lachen heel wat af met het
oprakelen van de Galapagos-anekdotes. De pot spaghettisaus wordt tot op de
bodem leeggeschraapt, dat ze een goede eetlust hadden wisten we al. En dan
nemen we ook definitief afscheid van deze 2 leuke mensen. Tja, hoort bij het
reizen.
Onze laatste
dag in Quito. Morgen vliegen we naar Costa Rica, waar Inge ons vanaf zondag zal
komen vergezellen. We hebben dus nog 2 dagen, ideaal voor een rustpauze. We
boeken een cabin bij Vista Atenas B&B, mét zwembad en uitzicht op de vallei.
Als ik me niet vergis is dit voor het eerst dat we een zwembad hebben, Nice.
s Namiddags
overvallen we 1 van Quitos shopping malls. Amai, de verleiding is groot om een
heel nieuwe kleerkast aan te schaffen maar nee, daar hebben we geen plaats
voor. We maken van ons hart een steen en beperken onze aankopen tot het hoogstnoodzakelijke
(doet een mens dat niet altijd als hij gaat shoppen??).
Bij het
inchecken in Quito krijgen we voor de vlucht Quito-Bogota stoelen aan de
nooduitgang. Meevaller. Volgende bericht is eerder een tegenvaller. Voor de
vlucht Bogota-San José zijn er geen plaatsen meer naast elkaar. We vragen ons
af hoe dat kan, als we 5u voor die vlucht inchecken. Maar goed, niets aan te
doen. Mike halverwege het vliegtuig en ik in het venijn. Costa Rica ligt
duidelijk ook al meer onder de Amerikaanse sloef. Onze flessen met vloeistoffen
moeten we allemaal achterlaten, we waren even vergeten dat die regel bestond.
Zonde van de drank.
Het uurtje
vliegen naar Bogota verloopt vlot en aangenaam. Daar aangekomen door de transit
voor het vervolg van de reis. Wat een chaotische bedoening is me dat hier. Aan
onze gate zijn ze tegelijkertijd een andere vlucht aant boarden. Als dat maar
goedkomt. Aangezien ik vanachter zit, moet ik eerder aan boord. Ik sta aan te
schuiven voor een vlucht naar Aruba volgens het informatiebord, maar er wordt
mij verzekerd dat ik in de rij voor San José sta. Ik vertrouw het toch niet
helemaal. Hoewel, Aruba zal ook wel geen slechte bestemming zijn zeker? Aan elk
stuk personeel dat mijn pad kruist vraag ik San José?, kwestie van zeker te
zijn. Ook in het vliegtuig is het een stoelendans van jewelste, totale
anarchie. Je neemt gewoon de plaats die je het meest comfortabel lijkt, wat tot
enige discussie leidt. Een man heeft seatnummer 29K terwijl het vliegtuig maar
26 rijen telt. Pech, lijkt me. En maar decibels produceren. Waar zijn die
rustige en ingetogen Zuid-Amerikanen gebleven die we zo gewoon zijn? Na veel
gedoe komt de mierenhoop tot rust. Dan komt Mike mij halen en zegt dat er naast
hem nog plaats is. Hij is ondertussen mogen/moeten verhuizen naar de
nooduitgang want daar zaten 3 kids van 5 jaar, flink gedaan van de
incheckbalie. En zo eindigen we dan toch nog naast elkaar in de beste seats (in
zijn klasse).
Het vliegtuig
heeft een heel entertainmentsysteem, dus al gauw zitten we film te kijken. Snel
een korte film kiezen want onze vlucht duurt maar twee uur. Dan valt het ons op
dat we al een uur verder zijn en nog steeds naar God weet waar aan het taxiën
zijn. Uiteindelijk gaan we met ongeveer 1,5u vertraging eindelijk de lucht in.
Hopelijk heeft onze chauffeur in San José een beetje geduld.
Als we bijna
aan de grond staan, wordt er omgeroepen dat er druk luchtverkeer is en dat we
nog niet kunnen landen. We draaien 20 minuten rondjes boven San José, sevens
hebben we de stad al gezien.
Gezien mijn
handbagage nog achteraan zit, kunnen we pas als laatste van boord. Dat maakt
dat we aan de immigratie-post midden in een vliegtuig Canadese jongeren terechtkomen.
De afhandeling van hun paperassen verloopt alles behalve vlot. We zien onze
namiddag aan het zwembad langzaam wegglippen. Uiteindelijk geraken we bestempeld
en gaan met bagage richting uitgang. De ATM in de luchthaven is weer geen fan
van onze bankkaarten, dus moeten we nog langs het wisselkantoor. Die chauffeur
die zit allang terug thuis in zijn zetel, zoveel geduld kan een mens niet
opbrengen. Maar, als we eindelijk de luchthaven buiten wandelen, staat er nog 1
man met bordje Ruth Dille op. Hij is duidelijk even blij om ons te zien als wij
hem. Oef.
We rijden
richting onze B&B, passeren een paar dorpjes en draaien uiteindelijk een
donkere weg in, steil de berg op. Op een vreemde manier doet het me aan de Ardennen denken, op een ongewoon zomerse dag dan toch. Helemaal bovenaan ligt de
Vista Atenas. Wat is het hier rustig. Alleen, de supermarkten liggen natuurlijk
allemaal beneden in het dorp, dus zit er niets anders op dan een taxi te laten komen.
Die man is dan nog zo vriendelijk om zonder meerprijs op de parking te blijven
wachten tot we geshopt hebben.
Tegen 20u
zitten we eindelijk op ons gemak op ons terras met een pintje en dan valt onze
frank hoe zalig het hier is. Perfecte temperatuur, mooie sterrenhemel, en
algehele stilte als je de krekels en alle mogelijke andere nachtdieren niet
meerekent. Fantastisch. Morgen dat zwembad eens testen.
Ondertussen is
het tijdsverschil met België 7 uur, wat volgende nacht 8u zal worden als jullie
overschakelen op zomeruur.
Ontbijten op
ons terras is een droom. Exotische vogeltjes fladderen door de bomen, de
omliggende tuinen staan vol met prachtige struiken, zalige omgeving.
We regelen met
Vera dat we morgen tot 19u30 de cabin mogen houden, zo kunnen we Inge ineens
van de luchthaven ophalen, we passeren er toch onderweg naar San José. Later
komt Vera een babbeltje doen, wat uiteindelijk uitmondt in een 3u durende
conversatie. Vera is 10 jaar geleden voor het eerst naar CR gekomen en heeft
meteen haar hart hier verloren. Een jaar later nam ze de B&B over. Haar man
en 2 ondertussen volwassen kinderen zijn in België blijven wonen. Zij gaat 2
maand per jaar naar België op vakantie bij haar man en hij komt 2 maand per
jaar naar hier. Als ge maar overeenkomt zeker?
De rest van de
dag spenderen we tussen de hangmat op ons terras, het zwembad en de tuinen
eventjes helemaal weg. Er huppelen nog eekhoorns voorbij en een 10-tal
vleermuizen doet een dutje in een boom. t Leven kan schoon zijn.
Onze dag
verloopt gelijkaardig aan die van gisteren, al lassen we even een actief moment
in met een 30-min durende wandeling door de landerijen van Vera op zoek naar
luiaards en apen. De beestjes laten zich niet echt zien, of wij zien niet goed,
dat kan ook.
Tegen kwart na
7 vertrekken we naar de luchthaven om Inge op te halen. We scannen elke persoon
die buitenkomt van boven tot onder, stel u voor dat we haar niet meer herkennen
na die bijna 3 maanden? Natuurlijk loopt het goed af en met zn 3-en nemen we
een taxi naar ons hotel in San José centrum. Bij het inchecken moeten we de
Hotel Rules voor akkoord ondertekenen. 1 van de rules waarschuwt dat we ons
moeten houden aan de dress code van het hotel. Wat is die dan, vragen we serieus
nieuwsgierig aan de receptionist? Die begint zich in bochten te wringen en
ongemakkelijk te lachen. Blijkbaar hebben ze in het verleden problemen gehad
met mensen die graag naakt door het hotel lopen en hebben ze door die regel in
te voeren een reden om mensen buiten te zetten. Oef, we vreesden even dat we in
gala-kledij aan het ontbijt zouden moeten verschijnen. Niet dus, maar, mental
note, no streak tonight. Vreemde stad.
Als alle
papierwerk achter de rug is en de bagage in de kamer staat, gaan we nog op zoek
naar een snelle hap als avondeten. Het is ondertussen 22u, de receptionist
stuurt ons naar de hoofdstraat. Daar aangekomen blijkt alles gesloten te zijn,
behalve de KFC. Het vult de maag, maar vervult geen wensen. Voor de rest worden
we aangesproken door bedelaars en rare mensen in alle vormen, niet echt een
stad om s nachts in rond te dwalen, zoveel is duidelijk. We zullen morgen bij
daglicht nog eens een kijkje komen nemen.