Het is voor iedereen maandag, ook voor ons. De wekker loopt
af om 6u. Maar gelukkig niet om te gaan werken. De eerste bus naar de
Argentijnse Iguazu Falls vertrekt om 7u10 en die willen we halen. Dat lukt
aardig en om 10 voor 8 staan we voor de ingang van het park. Nog even wachten
want de deuren gaan pas open om 8u.
Dat vroege opstaan lijkt te lonen. Ipv met de trein tot aan
het begin van de trails te gaan, nemen wij de Sendero Verde. Een alternatief
wandelpad. We zijn er zo goed als alleen. De vegetatie is hier indrukwekkender
dan aan de Braziliaanse kant, subtropisch oerwoud. We zien bijzondere vogels en
massas vlinders. En natuurlijk de vrijpostige coatis (Wiki:
witsnuitneusbeer). Die zijn er hier in overvloed en mogen vnl niet gevoederd
worden want ze kunnen al eens agressief reageren. Zelfs als je iets in een
vuilbak wil gooien kijk je best uit, want daar verstoppen ze zich nogal graag.
Na de Sendero Verde kiezen we voor de Paseo superior,
waarbij je de watervallen van bovenaf kan aanschouwen. Ook hier zijn we alleen,
wat leidt tot Australië-achtige situaties waarbij we goed moeten opletten voor
spinnenwebben midden over de weg met grote, enge exemplaren erin. De uitzichten
zijn spectaculair, bij elke waterval zou je zo een half uur kunnen blijven
staan kijken. Maar we willen verder nu de temperatuur nog dragelijk is.
Als volgende trip kiezen we de Argentijnse kant van de Garganta del Diablo.
Daarvoor moeten we een treintje nemen, en daar zijn we niet alleen. Zon half uur
wachten en 10 min sjokkelen later komen we aan de brug die ons gedurende 1 km
over de Rio Iguazu tot aan de Devils Throat brengt. Man man, was het gisteren
indrukwekkend, dit is helemaal onvoorstelbaar. Je staat echt met je tenen boven
de afgrond, dus net boven dat stoppeke van de Schelde. De neveldampen vormen
weer een welkome verfrissing. Het fototoestel drooghouden is onmogelijk.
Dan rest er ons nog de Paseo inferior. Van op die weg kan je
ook een boot nemen naar een eilandje midden tussen alle watervallen in van
waarop je het mooiste uitzicht hebt. Dat wilden we wel doen maar het eiland is
afgesloten wegens, te veel water? Als
we het eilandje zien liggen snappen we het probleem, daar hebben we op dit
moment niet echt iets te zoeken. Achteraf lees ik dat het moeilijk is om de
meest ideale periode van het jaar te bepalen voor een bezoek. In de winter is
de temperatuur beter, is het droger en kan je dus meer paadjes bewandelen, maar
zijn de falls niet zo indrukwekkend. In de zomer zie je ze in vol vermogen maar
komt er bijgevolg ook meer volk en kan je door de overvloedige regenbuien niet
alles doen. Enfin, full steam ahead geniet precies toch wel mijn voorkeur. Wat
heeft een mens nu aan dry waterfalls???
Tegen dat we ook deze weg hebben afgelegd is het 14u en zijn
we bekaf. Heel de trip terug naar huis en dan een meer dan welkome douche.
Iguazu achter de rug, het was magnifiek. Of het echt nodig
is om beide kanten te bezoeken ? Wij vonden de Argentijnse kant mooier, meer
natuur en bredere zichten. De Braziliaanse kant zorgde echter voor een
impressionante close encounter. Dus als je tijd hebt, zeker beide kanten doen
zou ik zeggen.
Terwijl ik dit zit te typen, gaat de elektriciteit weer vrij
variërend tussen de 40 en 230 VAC, dat kan je gemakkelijkst afleiden van de
fan, die bij momenten helemaal stilvalt en dan plots heropleeft.
Fotos zijn voor morgen, Ik ben eens benieuwd of ze kunnen
tippen aan jullie fantasie.
Oef, het was een zware dobber om de fotos te selecteren,
maar ze staan eindelijk online!
Gisterenavond nog een praatje gemaakt met onze buurman
Sven-den-Duitser. Onderwerp was bier. Hij vond die Belgische zware bieren maar
niks, allemaal bewerkte troep, hij had liever een gewoon licht pils bier, dat
is pas puur natuur. Kort gesprek.
Na de fotos wandelen we tot aan het 3-landen punt. Van
daaruit zie je langs de overkant van de Rio Parana Paraguay liggen en langs de
overkant van de Rio Iguazu zie je Brazilië. Dat zijn nog eens logische
landgrenzen, duidelijk voor iedereen. Puerto Iguazu heeft ook een haven, daar
ligt een cruiseschip zonder ramen. Volgens mij is het schip ook niet eens
rivierwaardig. In elk geval niet iets waarmee je tot Antarctica zou willen
varen.
Straks moeten we onze overnachting betalen en dat kan, zoals
meestal hier, enkel cash. Voor alle zekerheid gaan we toch nog wat extra geld
afhalen. Damn, zowel bij Macro als bij Banco Nacional Argentina worden geen van
onze kaarten aanvaard, met meldingen gaande van uw daglimiet is overschreden (straf,
nog niks mee gedaan vandaag) over u kan zoveel geld niet afhalen (straf, ik
wil 50 euro afhalen) tot uw kaart is niet geldig voor deze transactie (en
waarom niet?). We hebben op zich nog wel genoeg cash om de overnachting te
betalen maar dan zitten we droog. Worst case scenario moeten we op goed geluk
onze reserve dollars gaan inzetten in het Iguazu Casino.
Enfin, we lopen de tourist info binnen, misschien kunnen die
meer helderheid scheppen (de banken zelf zijn gesloten want het is siësta). Zij
begrijpen het probleem en sturen ons naar een andere automaat van Macro.
Eigenlijk willen we het niet eens proberen maar kom, je weet nooit. We stappen
binnen in iets wat er uitziet als een telefooncel en daar gebeurt dan weer een
wonder, er komt wel geld uit dat ding! We begrijpen er niets van, bij Macro 1
geen succes, bij Macro 2 om de hoek wel. De ene Macro is de andere blijkbaar
niet. Zolang we winnen spelen we verder. Goed zo, we zijn dus weer voor even
gesteld.
Vanavond nog een laatste keer zelf koken in ons appartement,
dat was hier een zaligheid, en dan morgen hop, 2500km Zuid-Oost naar het koelere
Andesgebergte. Daar starten we in Bariloche!
Fotos: 3-landenpunt, zicht op Paraguay, brug naar Brazilië,
luxe cruise-jacht, auto-pont naar Paraguay, siësta voor de bank
Onze sympathieke uitbater van het appartementje waar we
verbleven brengt ons tegen een zacht prijsje tot aan de luchthaven. Tijdens de
rit komen we meer te weten over de man zijn leven dan we willen en hoe enthousiaster hij praat hoe
trager hij rijdt. Nog even en hij zet het ding in achteruit. Eens we het
dorp/stadje uit zijn is er geen bebouwing meer langs de weg, enkel jungle. Het
valt me opnieuw op hoe dicht de begroeiing wel is. Hier een bosspel doen zou
een redelijk stationaire bedoening zijn. Buske stamp bv , komt helemaal goed. We
komen terug aan bij onze hacienda, checken in, security check, boarden en weg.
1h45 tot we in terug aan ons monument/luchthaven zijn, Buenos Aires. De grote
fles water kan zonder enig probleem gewoon mee. Hier geloven ze nog dat er geen enkele terroristische
dreiging van een liter water kan uitgaan. Bagage ophalen en aan de andere kant
van de terminal opnieuw inchecken voor de volgende vlucht. Het is pas bij het
overvliegen van het land dat je een inschatting kan maken hoe immens Argentinië
wel is. Het 8e grootste land met maar 40 milj inwoners. 3 daarvan
wonen in BA. Straten lijken als met een lat getrokken tot in de horizon. Ik
voel me klein en wat verloren. Na 2h zetten we de daling in. Allé ja, we?, ik
doe voornamelijk niets buiten mijn riem vastsjorren. Dat lijkt nodig voor een
keer. We landen tussen de onweerskernen door, de buien vallen als watergordijnen
uit de wolken als door een gigantisch vergiet. Het bliksemt langs alle kanten. De
ondergaande zon geeft nog wat extra dramatiek aan de wolken alsof dat nodig was.
Het vliegtuig gaat hevig tekeer in de turbulentie. We vliegen nog knal door een
regenboog. De sfeer in het vliegtuig is dubbel. Gespannen maar onder de indruk.
Veel heviger hoeft het voor ons niet te worden.
En dan vlak voor we landen lijken we voorbij het noodweer te zijn en wordt
het ding netjes aan de grond gezet.
Hier is niets.
Geen huizen, straten, velden of bossen. Zijn we op de maan?
Enkel een luchthaven midden in een dorre vlakte tussen wat heuvels. Erg vreemd.
We vergaren onze bagage en fixen een trip naar de stad. Een minibusje dat ons
voor onze hostel afzet. De hostel was
prijzig maar de commentaren waren schitterend. Blijkbaar is onze kamer slechts
3x2m en passen er net twee bedjes in. Geen kast, zelfs geen schap, no nothing. Daar
heb ik dus te weinig aandacht voor gehad. Ik voel me wat genomen door de bookingsite. Zo erg is dat ook weer niet, dit
zingen we wel 5 dagen uit. We kiezen lukraak een Italiaans restaurant. We hebben
zin in een aperitief en er staat Gancia op de menu. We bestellen dat, de ober
checkt even met zijn collega of ze dat effectief in huis hebben, geen probleem.
5 Min later de ober terug aan onze tafel, dat is dan toch met appelsiensap?
Nee, enkel met een blokje ijs. Zeker? Ja, zeker. Dus enkel met ijs? Enkel met
ijs. Ober verdwijnt terug met een ongelovige blik in zijn ogen en dan wordt de
bazin erbij geroepen. Er wordt achter onze rug flink gediscussieerd, we voelen
al nattigheid en daar komt de ober terug: sorry, we hebben toch geen gancia,
iets anders misschien? Daartegen was ons eten er ongeveer dus dat hebben we dan
maar gelaten. Hoewel alles in de stad hier duurder is dan bij ons, is het eten absoluut
goedkoper.
Als we terug naar onze minikamer slenteren speelt er een Argentijnse
band in een alternatieve bar. Even stoppen.
Vliegen, das meer iets voor een kaketoe vindt de kariboe.
Foto van BA vanuit de lucht, zelfs vanuit de lucht herken je
zo de breedste laan ter wereld
De titel dekt de lading, weer tijd voor grote schoonmaak van
de kleding en om planning voor de komende dagen op te maken. We boeken een
wandeling in de Cerro Tronador met een gids, kopen een buskaart om overal te
geraken, we overwegen om een auto te huren maar na het zien van de prijzen is de goesting rap over. Er moet
nieuwe zonnecrème gekocht worden en dat verloopt als volgt:
o
Kies uw zonnecrème
o
Ga naar de kassa, geef uw zonnecrème af en krijg
in ruil een bonneke met het te betalen bedrag
o
Ga met dat bonneke naar de volgende kassa om uw
zonnecrème (die ge niet meer hebt) te betalen
o
Ga met het bonneke dat ge aan deze kassa
gekregen hebt naar kassa n° 3 om dat in te ruilen voor uw zonnecrème
Ideaal om de werkloosheid tegen te gaan, 3 man die 1 klant
bedient.
s Avonds beginnen we weer aan de zoektocht naar eten. Het
moet gezegd worden dat we eigenlijk niet zo hoog oplopen met het Argentijnse
eten. Alle restaurants serveren dezelfde, gigantische porties vlees, pizzas
met louter bodem of smakeloze pasta. Peper gebruiken ze niet en groenten al
evenmin. Het resultaat is dat we soms liever een zak chips zouden opentrekken s
avonds dan op restaurant te gaan. Doet wonderen voor de lijn. We dromen er eigenlijk
al een paar dagen van om eens een goei chinezeke te doen. Zal nog effe moeten
wachten.
Uiteindelijk kiezen we opnieuw voor een Italiaan, van het
betere type volgens de alleswetende reisgids, helemaal aan de andere kant van
de stad. Alle andere restaurants hadden rijen wachtenden staan (en dat om 23u,
ze eten hier absoluut heel laat). Hilarisch, we doen de menukaart open, exact identiek
aan de menu van gisteren. Aha, dan hebben ze hier Gancia, en gisteren zijn we
op onze dorst blijven zitten. Dus we bestellen geamuseerd opnieuw 2 Gancias
als apertief. We zijn benieuwd. Eerste vraag: met appelsiensap? Nee, enkel ijs.
Zeker? Ja , heel zeker. Of misschien met wat citroen? Nee, gewoon met ijs is
prima (ne mens moet zich dan serieus proberen te houden). Ok, dienster
verdwijnt, Mike zegt, als die nu terugkomt en zegt dat er geen Gancia is, dan
ga ik hem persoonlijk halen want ik zie hem van hier staan. Opnieuw wordt er
zwaar gediscussieerd, baas erbij geroepen en wij maar gniffelen, af en toe doen
we graag moeilijk. En ja hoor, daar verschijnen zowaar 2 glazen met één of ander
gelig goedje wat hier voor Gancia doorgaat en ijsblokjes. En met de opmerking,
hier, op een bordje apart, toch nog wat citroen om erbij te doen. ? Dubbel gaan gewoon. Gracias, het smaakt.
Na het eten lopen we nog eens terug langs het caféke van
gisteren, er is opnieuw een groepje aant spelen dus we springen nog eens
binnen. Het moet gezegd zijn, respect voor de zangeres om voor een vol café zo luid
zo vals te zingen. We hebben dan ook mogen genieten van de allervreemdste versie
van Should I stay or should I go die ooit gebracht is. En da café uit zijn dak.
De drankjes die we gisteren bestelden zijn vandaag ineens een euro duurder,
allé toch even want bij bestelling n° 2 gaat er dan weer een halve euro af.
Strange country.
Fotos: none, niemand zet zijn vuile was op het internet
Onze eerste echte wandeling in de Andes staat vandaag op het
programma. Met de lokale bus hotsen en botsen we door haarspeldbochten tot aan
het skigebied Cerro Catedral. Daar nemen we 2 kabelliften helemaal tot boven en
daar begint de wandeling. Eerst een stevige klim tot op een kam van waaruit we
een ongelooflijk prachtig zicht hebben op het Nahuel Huapi-meer en de
omliggende bergen, veel nog met sneeuw op de toppen. En dan wandelen we ongeveer
op gelijke hoogte langs een steile bergwand. Het pad is moeilijk, bestaat meer
uit grid en losliggende steentjes dan iets anders, is heel smal, moeilijk te
vinden en het zicht in de dieperik is heel diep. Eén uitschuiver en dat komt
niet goed. Een eindje verder moeten we dan ook nog op handen en voeten over losliggende
rotsen beginnen te klauteren, nog steeds met die lonkende afgrond naast ons, ik
ben totaal niet op mijn gemak. Als heel die steenmassa begint te schuiven ik
krijg mijn bibberende benen niet meer onder controle en kom geen meter meer
vooruit. We hebben ook geen idee of het pad gaat beteren en in het terugkomen
moeten we hier weer over. Na rijp beraad (en vnl omdat ik niet meer verder
wil/durf/kan) besluiten we om dan maar op onze passen terug te keren. Met veel
moeite het eerste stuk terug overwonnen en 1,5 uur na ons vertrek staan we
terug aan de kabelbaan. Ik lees nog even terug wat er in onze wandelgids staat a
well-trodden path with minimum hand climbing, daar stel ik mij toch iets
anders bij voor. Hopelijk is de trekking van morgen met gids niet van hetzelfde
kaliber.
Een must see als je
hier in de regio bent. Beetje op snelheid brengen. De Cerro Tronador is een
luie vulkaan waarop zich een immense gletsjer heeft ontwikkeld, in de zomer
smelt die gletsjer af en knallen de ijsmassas langs een rotswand naar beneden.
Dit continue gedonder heeft de berg zijn naam gegeven. Geef toe, dat wil je
gezien hebben. Uit gemakzucht tekenen we
in op deze standaard excursie die hier aangeboden wordt. Misschien niet zon
slecht idee om met een gids te gaan stappen met onze wandeling van gisteren in
het achterhoofd. Bottinekes vastgesjord
en op tijd aan het oppikpunt, off we go. We worden met 10 andere in een
minibusje geladen dat ons tot aan Pampa Linda brengt, het startpunt van onze
tocht. Dat ligt midden in het Nahuel Huapi National Park. Een natuurpark vol
idyllische bergen en meren van wel 7500 km2 groot. Onze gidse stelt zich voor
en belooft onderweg de route van de nodige commentaar te voorzien. Mislukt, ze
slaapt al na een kwartiertje rijden. Ook nog een job die ik zou kunnen
overwegen.
Na een half uurtje zijn we bij één van de toegangswegen van
het park en betalen we de parkwachter een fee om toegang te krijgen. Vanaf dan rijden
we op een stoffige gravelweg, 1,5h tot aan Pipa Lampa, schudden voor gebruik.
Onze gidse heeft een aangeboren talent voor flink geschud
Bergspaans. Zij opent de mond halfweg, produceert één universeel geluid dat het
midden houdt tussen alle klinkers en lispelt daar de helft van de noodzakelijke
medeklinkers tussen. Ik versta er geen jota van.
Uit de reactie van de groep maak ik op dat we vetrokken
zijn. Ik slof erachteraan, een tocht over een stoffig pad dat voornamelijk door
het bos gaat. De bomen in deze vallei worden op natuurlijke wijze beschermd. Ze
zijn immens, tot wel 1500j oud laten we ons vertellen. Nog iets ouder en JC had
hier zijn eigen plankskes kunnen komen kiezen, bedenk ik. De naam van de reuzen
werd ook meegegeven maar daar zijn we niet uitgeraakt. Blijkbaar staan er
ook varianten van in Tasmanië en Nieuw-Zeeland.
Nu dat ze het zegt lijken we ze te herkennen. Na twee uur bossen openbaart de
rotswand met overhangende gletsjer zich vlak voor ons. Wauw, hier lunchen we.
We nemen wat fotos, t is erg indrukwekkend maar het gedonder blijft uit. Één
keer zien we een blok ijs ter grote van een koelkast zich naar beneden werpen.
Eerst spat het uitéén en pas later hoor je de donder galmen tegen de
rotswanden. Ferm. We keren op onze passen terug het bos in. We kunnen het niet
meer zien maar we horen hoe ijs zich krakend losrukt en dan stilte, iedereen
houdt halt, seconden lang, tot een
knallende donderslag ons vermoeden bevestigt. We horen de knal
uitsterven in de echos. Aan het geluid op te maken vermoeden we dat dit een
ijsmassa ter grote van een auto moet geweest zijn.
1,5 uur later staan we terug aan Papi Lampi. We klauteren
terug de minibus in en rijden al hink-stap-springend het park uit. Dat zal mijn
rug geweten hebben. Blij dat we de tour geboekt hadden, t was de moeite waard.
Na 2 dagen tocht tijd voor recup. We proberen het vervolg
van de reis een beetje in kaart te brengen. Er zijn nog een aantal dingen die
we hier in de omgeving van Bariloche willen doen, maar we moeten eerst een
andere overnachtingsplaats zoeken. Uiteindelijk vinden we een kleine woning via
de Air B&B website voor een aantrekkelijke prijs. We doen de online reservatie-aanvraag
en dan is het afwachten geblazen. Hopelijk komt dat goed anders hebben we
morgen geen slaapplaats. Ook voor het vervolg van onze Argentinië-Chili trip
zoeken we alternatieve manieren van transport, ook daar wachten we nog op
antwoord. Spannend, toch?
De rest van de zondag kuieren we nog wat langs het meer en door
het centrum van Bariloche als een doorgewinterd Argentijn. Het weer is aangenaam,
goed zonneke, mensen liggen op het strand of nemen een duik in het meer. Wij
doen een terraske. Zoals steeds wordt Mike regelmatig tegengehouden voor de
meest uiteenlopende en vreemde vragen, zoals op een wandeling is dat wit daar
een steen of sneeuw? of waar is de straat om te liften?, waarbij hij als
enig antwoord zijn schouders kan ophalen.
Steen? Sneeuw? Una paloma blanca?
foto's redderhuisje Miami style, baywatchers, fútbol