Deze ochtend ga ik betalen en begin tegelijkertijd over het
vuur dat niet werkt. De echtgenoot wordt direct opgetrommeld om het fornuis te
komen controlleren. Er was blijkbaar iets mis met de aansluiting, wij vermoeden
dat de poetsdame de boel uit elkaar heeft gehaald om te kuisen maar het niet
fatsoenlijk terug heeft geplaatst, maar dat wil wel zeggen dat we gisteren
hebben zitten koken met 1 vuur waar wel gas uitliep, zij het niet richting
brander. Zeer veilig, niet? Maar goed, wij tevreden dat het opgelost is, zo
voldoet het appartement nu helemaal aan onze verwachtingen.
De standaard eerste uitstap richting tourist info voor wat businformatie en we lopen
langs een grote supermarkt voor extra keukengerei dat we dan kunnen meenemen op
de rest van de trip. De supermarkt is eerder een hypermarket, de eerste
volwaardige die we op onze reis tegenkomen en eigenlijk wel welkom. In de
verschillende lavanderias zijn al wat onderdelen van onze garderobe
achtergebleven, dus we kunnen even aanvullen.
Zon 25 km ten zuiden van onze stad ligt Trevelin, gekend om
zijn Welsh karakter en afternoon tea. Laat dat nu twee zaken zijn waar we
ondertussen in gespecialiseerd zijn, Wales en afternoon tea. Check it out dus. Aan
de oostkust zijn er wel meer van die Wales-toestanden, geen flauw benul waarom
eigenlijk, maar dit is hier de enige. Met de lokale bus zijn we er op een half
uurtje, we wandelen een stukje en gaan dan aan de afternoon tea. Het concept is
een vaste formule waarbij je een bodemloze pot thee krijgt, 5 stukjes cake, een
scone, boter, een gewone boterham zonder iets, 2 soorten confituur en een
boterham met ham en kaas die ons meteen terug naar Schotland katapulteerde, zo
authentiek. Het klonk nogal veel dus we sluiten een deal en vragen voor 1
completo met extra thee. Gelukkig. Zelfs die ene completo met ons 2 is weeral niet
gelukt. De thee daarentegen heeft er wel aan moeten geloven. Nochtans heel
apart, afternoon tea bij 26°, een mens
begint er van te zweten. Eigenlijk vonden we de rit heen en terug met de bus
nog het leukste van al. Eindeloze pampa uitzichten aangevuld met luide Zuid-Amerikaanse
muziek als soundtrack. De hele rit lang, onze chauffeur is duidelijk goed
gemutst.
We zijn hier nog tot de 6e en we willen a) onze
tijd hier zo zinvol mogelijk proberen door te brengen b) plannen wat we na de 6e
gaan doen.
Esquel is dé uitvalsbasis om de Los Alerces te bezoeken, het
volgende nationale park dat bulkt van hoge pieken, oneindig diepe meren en
ongerepte natuur, kortom een toplocatie om een camper te parkeren voor de
nacht. Morgen gaan we op daguitstap met een boot de meren op om zo tot diep in
het park te kunnen doordringen. De dag erna gaan we op eigen houtje hiken en
dan gaan we naar Chili.
Dus, Tante Sidonia vertrekt op reis en ze neemt mee: tickets
voor de daguitstap, busuren voor Chili, een boeking voor een nieuwe verblijfplaats
in Chili, Chileense pesos, Lonely Planet van Chili, wandelkaart voor het park.
Om aan al die dingen te geraken laten we ons informeren bij,
u raadt het al, den Toerist Info. We worden behulpzaam geholpen en voor al onze
vragen worden we doorverwezen naar plaatsen waar ze ons aan de betreffende
artikelen kunnen helpen. Bon, En route.
Als we de Tourist Info willen uitbenen staat er achter mij
een gladde jongen in maatpak een monoloog tegen de camera te reutelen. Daarom
was de toerist-agent heel de tijd van zijn melk, we vonden hem al zo afwezig.
Ik probeer behendig buiten te geraken zonder door het beeld te moeten lopen.
Het ontgaat de gladjanus niet en hij komt af. Met mijn Spaans? bedenk ik, dat
gaat hier een heel boeiend gesprek worden. De man heeft al snel door dat mijn
Spaans nog een beetje roestig is en schakelt snel over naar het Engels. Onze
nationaliteit wordt achterhaald en hij vraagt of ik de peoples of Argentina
even in het Flemish wil begroeten. Ah, dat zal wel lukken. Ik schud iets weinig
creatiefs uit mijn mouw en spreek de natie toe. Ruth wordt gevraagd mijn
gevleugelde woorden te vertalen maar dat gaat maar stuntelig, een knalrood
hoofd is uiteraard het resultaat. We ronden af en stappen de toerist info uit.
Pfft, wat was dat? Dus vanavond allemaal zappen naar de Argentijnse Channel 4,
volgens mij gaan we daar te zien zijn.
Nog een beetje verbouwereerd door de gebeurtenissen proberen
we de verkregen informatie terug op een rijtje te zetten. Help, de gladjanus
komt ook net buiten en onze richting uit. Zonder draaiende camera dit keer. Hij
knoopt opnieuw een gesprek aan en vraagt naar onze plannen. Naar Chili
antwoorden we in koor. Naar Futaleufú om specifiek te zijn. Geen nood, ik heb
de naam al een tiental keren ingetikt en hij blijft nog niet hangen. De
reporter kent het stadje/dorp blijkbaar en glundert dat daar dit weekend de
wereldkampioenschappen rafting worden gehouden. Echt? Boehoehoe, wij gaan daar
noooooit een slaapplaats vinden.
Niets van de toerist informatie lijkt te kloppen. We hebben
al tweemaal de ganse stad doorkruist en hebben niks van de items die we nodig
hebben. Uitgezonderd dagtickets voor onze uitstap morgen. Dat hadden we op
eigen houtje uitgevogeld. Een beetje Internet her en der zou ook al wonderen
doen. We zoeken een internetcafé, vinden dat niet, dan maar een cafetaria
induiken waar op staat dat ze Wifi hebben, we moeten toch lunchen. Warempel het
wonder volstrekt zich, de wifi is inderdaad aanwezig en we kunnen surfen. We
sturen enkele mailtjes de grens over om te informeren of ze nog plek hebben
voor ons. Nu fingers crossed. Op weg naar huis begint het te regenen. Das lang
geleden, sinds onze onweerslanding in Bariloche.
Normaal is er privé-vervoer voorzien door het reisbureau naar
het startpunt van onze excursie, maar nu niet. Geen probleem, met de bus
geraken we er ook. Dat wil wel zeggen vroeg opstaan. Snel lunchpakket gemaakt,
te voet naar de busterminal en om 7u45 staan we aan het loket voor de
bustickets. Als het aan ons is, zegt de verkoper dat de bus volzit en hij geen
tickets meer kan verkopen. Jamaar, wij hebben wel betaald voor een uitstap hé!!
En de bus van 8u is de enige bus die in de voormiddag naar het park rijdt, de eerstvolgende
is pas om 15u. Lastig, onze safaribootje meert af om 11h30. Een aantal
Argentijnen achter ons zitten in hetzelfde schuitje, dus we kunnen de druk wat
opvoeren. Uiteindelijk komt er een compromis uit de bus op zn Zuid-Amerikaans.
We moeten 2 straten verder op de hoek gaan staan wachten en dan neemt hij ons illegaal
mee. t Kan ons niet schelen hoe, als we er maar geraken want anders zijn we
onze uitstap kwijt. Desnoods gaan we met de taxi.
We placeren ons samen met de Argentijnen op de hoek en een
half uur later komt hij aangereden. Elke stoel blijkt inderdaad bezet. Als dit de
enige manier is om in de voormiddag in het park te geraken, wie voorziet er dan
in godsnaam 1 bus met maar 30 zitjes?
Zoals beloofd mogen we mee, al is het rechtstaand in het
gangpad. Ons uitzicht tijdens deze trip beperkt zich dan ook tot het
gestoffeerde dak van de minibus.
Na 1,5 uur rijden stopt de bus aan de ingang van het park.
Gelukkig moeten er hier een paar mensen uit en kunnen wij een zitplaats
bemachtigen. Oef, even de stramme benen rust geven. Het aantal nieuwe mensen
dat opstapt is ongeveer het dubbele en de bus zit ondertussen letterlijk tot aan
de nok vol. Dat weerhoudt onze Argentijnse medemens er totaal niet van om
rustig zijn thermos warm water boven te halen en de maté-verslaving wat te
onderhouden. Memorabele rit, zeker eens de asfalt stopt. Nu nog flink een uur
over gravel.
Het allerlaatste stuk tot aan de boot moeten we te voet
afleggen via een educatief aangelegd wandelpad. Door alle rompslomp met de bus
zijn we al redelijk laat dus we sjezen erdoor. Tickets valideren, schoenen in
de javel dopen (niet helemaal goed begrepen wat het nut daarvan was) en dan de
boot op. We worden ge-entertained door de crew, iemand van de gasten wordt
opgetrommeld om de veiligheidsinstructies uit te beelden en hij doet dat met
veel overgave zoals een echte stewardess, hilariteit alom.
Off we go, een uurtje varen tot onder een gletsjer. De
beelden zijn tja een beetje zoals op de fotos hé. En dan, het hoogtepunt van
de trip zijn de, u raadt het al, alerces (lariksen in het NL). Deze bomen
worden heel hoog en vnl heel oud, er staat een exemplaar dat 2600 kaarsjes moet
uitblazen op zijn verjaardag. Al bij al goed dat ze zo oud worden want ze zijn
langs de trage kant. In een goed jaar neemt hun diameter ongeveer 1mm toe. Een
knaap van 30 jaar oud is dan nog maar een twijg van 3cm doorsnee. Ik ken Bonzaï-exemplaren
die ijveriger zijn. Na 2600 jaar echter .
We worden via borden gewaarschuwd voor pumas hier aanwezig.
Mike leest wat te doen
a)
om een ontmoeting met een puma te vermijden
b)
als je toch een puma tegenkomt
c)
als er eentje agressief uithaalt
Hij onthoudt voornamelijk dat je kleine kinderen eerst op de
arm moet nemen en daarna, als de situatie lijkt te ontaarden, de kinderen moet
wegwerpen. Hopelijk komen we geen Puma tegen, we hebben geen kinderen te gooi,
besluit hij. Misschien moet er nog wat aan het Spaans gesleuteld worden.
Er is een wandeling voorzien doorheen het woud onder
begeleiding van natuurgidsen. Op de boot wordt beleefd gevraagd Hay alguien
que no habla español?. Hier Si' op antwoorden is even hard gelogen als Ja op
Slaap jij al?. Slim gezien van die
mannen, zo moeten ze nooit in het Engels gidsen. Resultaat is wel dat de 2u
durende natuurwandeling volledig in het Spaans gebeurt, zelfs ik geef het na
een uur op, veel te uitgebreid.
Tegen 16u30 zijn we terug aan ons vertrekpunt en dan rest
ons niets anders dan te wachten tot 18u op de eerste minibus die terug naar
Esquel gaat. Niet dat er nog veel volgen, om 18u45 is de volgende en meteen de
laatste. We zijn de eersten en dat verzekert ons van een zitplaats. Want Argentijnen
zijn zeer hoffelijk, het principe first come first serve wordt hier heel strikt
toegepast als het op aanschuiven aankomt. Aan een bushalte vraag je standaard
wie de laatste is en pas na die persoon stap je zelf op. Het gaat zelfs zo ver
dat als er iemand van de bus stapt, de bestuurder roept dat persoon X die als
eerste geen plaats meer had, die plek mag innemen. Oei en vanmorgen zijn wij
gewoon gaan zitten omdat de plekken vlakbij ons vrijkwamen. Foutje.
Na onze halte zit het busje, tja, vol. Aan de volgende halte
staat een groep van 7. Na veel gediscussieer mogen die mee in het gangpad. Aan
de volgende halte staat een groep van 10 met heel hun hebben en houden, die
mogen niet meer mee en moeten wachten op de volgende bus. We hebben medelijden,
ze zien er doodmoe uit en volledig bestoft. Als je dan al een uur op je busje
wacht wil je graag mee. En zo gaat het bij elke halte weer verder tot in
Esquel.
Nog snel snel onze vuile was thuis ophalen, snel snel
internetten in het enige etablissement waar die effectief werkt (jeuj,
slaapplaats in Futaleufú is bevestigd), snel snel naar de winkel en tegen 22u
kunnen we aan onze kook beginnen. Helemaal op Argentijns schema maar voor ons
voelt het nog altijd aan als eten in het midden van de nacht.
Het was me het dagje wel. Vanmorgen om 7u20 vertrokken en om
20u30 terug in huis. En dat allemaal voor een Spaanse les van 4uur. Niet
normaal. Onze goesting om morgen in het park te gaan hiken (waarbij we heel die
cirque terug moeten doorstaan met hetzelfde vervoer) neemt zienderogen af. Het
is ook te zot voor woorden. Esquel mag dan wel omschreven worden als dé gateway
tot het natuurpark, de voorzieningen ontbreken volledig. Nergens een
wandelkaart te verkrijgen, zonder eigen auto ben je meer dan een halve dag aan
transport kwijt en als je de bus neemt ben je niet zeker of je er geraakt, laat
staan terug weggeraakt Een hop-on
hop-off bus zou hier niet slecht zijn, zodat je van het ene punt naar het
andere kan. En vnl, de frequentie van de bussen drastisch verhogen.
Enne, dat hiken van morgen, dat gaat niet door. Dat laten we
even zo. We zullen wel wat blog schrijven en zo.
Slow day, mag wel eens, gisteren was er twee waard. t Is al
bijna middag als we het pand verlaten. We gaan uit lunchen. Dichterbij dan verwacht
is een eettent waarvan de stoofpotjes de hemel in worden geprezen. Stoofpotjes?
Das nieuw hier, dat komt niet van de grill. Eens daar blijkt dat er alleen
grilldinges verkocht worden en geen stoofpotjes. Den tijd van t jaar zeker.
Demonstratief staan we op en zoeken iets anders. We gaan terug naar dat van eergisteren,
het eten is er niet speciaal maaáar er is internet beschikbaar die druppelsgewijs
tot in België doorsijpelt. We bloggen erop los. Komt ni af dat het onze fout is
als ge er s morgens niet goed uitkunt.
Ondertussen zijn de tactieken om alsnog aan een Chileense
wicked camper te geraken er enkel maar driester op geworden. Ongegeneerd ben ik
van asskissing overgegaan naar stalking tot nu omkoperij. Het laat telkens een
wrange nasmaak en nee, ik ben er niet fier op een Chileens bediende te e-molesteren,
maar het doel heiligt de middelen Ik vraag me af of Jorge kinderen heeft...
We hebben een inventaris gemaakt van onze ijskast en
verzinnen een avondmaal waarin zoveel mogelijk van de aanwezige ingrediënten kunnen
worden ingedraaid. Morgen gaan we naar Chili, is toch alleszins de bedoeling
als we op de bus meekunnen, en aan de grens doen ze vervelend over
voedingswaren, vandaar.
We pikken onze was op. Die wordt vlot teruggevonden, altijd
een opluchting, maar waar zijn onze zakken waarin de was zat gebleven? Even
informeren. Ah die hebben de droogkast niet overleefd. De kadavers worden
tentoongesteld. Inderdaad, hier vervoer je niets meer in. Er zijn zowaar gaten
in gesmolten. De dame geeft ons, verveeld om de situatie, twee nieuwe zakken
mee.
De rest van de namiddag wordt doorgebracht in het gezelschap
van hoofdinspecteur Guido Versavel en commissaris Pieter Van In. Gelukkig loopt
alles goed af.
Rest ons nog de opdracht de ijskast leeg te krijgen en in te
pakken.
Het is al behoorlijk druk als we om 7h20 de busterminal naar
binnen stappen. Grote rugzak vanachter de kleine omgedraaid langs voor. t Is geen
zicht maar als ochtend-workout kan het wel tellen om zo tot hier te joggen. Als
we nu zouden struikelen liggen we vast als een schildpad op haar rug in het
niets te graaien. Tickets kopen moet voor deze verbinding op de bus zelf, t is
altijd anders. We gokken welke bus voor ons zou zijn. Er is geen markering op
de bussen. Maar, geen nood, daar hebben we een uitgekookt truukje voor. We
proberen op alle bussen mee op te stappen en zeggen dat we naar Chili gaan.
Uiteindelijk schiet er maar eentje over die ons mee wil.
Ditmaal zit de bus maar halfvol, maar goed ook, er is immers
geen bagagecompartiment en er zijn nog een handvol muilezels die meereizen. We
verlaten de stad Esquel en wat later ook de pampavlaktes richting bergen, over
gravelwegen. De vegetatie verandert dramatisch van hier groeit alleen uitgedroogde
kurk tot elk zaadje dat je hier laat vallen ontploft onmiddellijk tot vers
groen. Dat heeft alles te maken met de regen die de bergen nauwelijks over kan.
Na een uurtje bereiken we de grenspost. Die staat hier wat verloren in een
groene bergpas. Iedereen de bus uit inclusief bagage. De bus gaat de grens niet
over. Argentijnse emigratiepaperassen doorlopen en dan een minibus in.
200m
Dan iedereen eruit, Chileense immigratiepaperassen
doorlopen. De douanier plechtig beloofd dat je helemaal niets aan te geven hebt
en dan naar de voedingsinspectie. De voedingswaren worden overlopen en mogen
mee. We waren redelijk goed geïnformeerd maar dat is natuurlijk geen garantie
dat net vandaag de regels hier niet anders zijn. Nadat al onze bagage uitvoerig
betast is kunnen we verder. Een klein half uurtje later staan we in Futaleufú aan
onze hostel La Gringa. Een hartelijke welkom door de viervoeters en later ook
door de tweevoeters. De kamer is netjes, het uitzicht machtig. We hebben allang door dat er hier dit weekend
geen WK raften gaat plaatsvinden, alles is hier heel Chill. Me gusta mucho.
Snel de rugzak uitschudden en dan het dorp in. We willen hier vanalles en als
het van Ruth afhangt, nù!
Er worden Chileense pesos gekocht, de toerist burcht wordt
bestormd, stadplannen opgeëisd, busuren ontrafeld, tochten gepland en gelunched,
we hebben de keuze uit kip of zalm. Na ons is er de keuze uit zalm. We zijn ook
al te weten gekomen wat een betrouwbaar event bureau is en daar lopen we ook
even binnen.
Het dorp is legendarisch voor zijn raften, kayak, canyoping,
kortom alle wildwaterriviersporten die je maar kan bedenken. We hebben hier niets te bewijzen en we vragen of
ze ook raftingtrips aanbieden voor gepensioneerden. Dat kan, garandeert de
vriendelijke dame ons. Tof, dan tekenen we volgaarne in voor een trip morgen,
want dat zou voorlopig de laatste mooie dag zijn in dit regengebied. Voldaan
over alles wat we in een uur tijd konden realiseren terug naar onze hostel. Een
online Lonely Planet van Chili aankopen en even nalezen wat dit dorpje ons te
bieden heeft. Blijkt inderdaad dat rafting dit gehucht op de wereldkaart heeft
gezet. Hier zijn de meest spectaculaire versnellingen (tot Class V) te vinden.
Goed, dat zal dan wel niet op onze family uitstap zijn. Wij doen immers de easy
brug tot brug afdaling. Even nakijken wat de heilige planeet over dit stukje
zegt . SHIT . (Class IV+ rapids) we voelen ons bekocht alsof we voor het
eerst skielatten krijgen aangebonden bovenaan een zwarte piste. Als dat maar
goed komt.
Straks is er nog een dorpsfeest met bijhorende lokale
specialiteitenmarkt en één of ander dansactiviteit, we zullen eens een kijkje
gaan nemen.
Met een klein hartje slenteren we richting slachtbank. We
proberen een beetje te laat te komen maar dat lukt net niet. We gaan bedeesd de
camionette in, onze knalgele doodkist is op het dak gebonden. Een uurtje later zijn
we aan ons startpunt. De raft wordt tot aan het water gedragen. Hmmm, dat lijkt
beter mee te vallen dan gevreesd, de rivier is breed en traagstromend. Jawel, een
paar uurtjes rustig ronddobberen, dat raften dat gaat de bomma en bompa goed afgaan.
Onze uitrusting wordt verdeeld. Iedereen krijg een wet suite, wet schoenen, wet
wind jacket wet helm en een wettingsvest. Alles wordt aangedaan en vastgesjord. We zijn met 8 en
er kunnen maar 6 kandidaten in de raft. Daar hebben ze natuurlijk een oplossing
voor. Een raft met 4 komt in slow motion de rivier afgedreven, das de Engelse
versie en daar moeten wij met mee. 6+6, twee volle rafts nu, elk met hun eigen
gids achteraan. De andere raft krijgt uitgebreide instructies van dos en donts
en welke actie uit voeren met welk bevel. Bij ons is dat veel eenvoudiger, haak
uw voeten goed vast onder de opgeblazen dwarsliggers en doe vooral zoals de
persoon voor u. Zij zouden al ervaren
zijn want ze hebben al een stuk tot hier gedreven. Het allerbelangrijkste commando
is forward wordt er benadrukt. Dan moet er synchroon vooruit gepeddeld
worden. Een beetje zoals er Pai tegen een Laotiaanse olifant wordt geroepen,
bedenk ik. Er wordt ook nog iets onduidelijks uitgelegd over naar de overkant
van de boot springen, maar dat begrijpen we niet goed, zal wel niet belangrijk
zijn.
We zijn weg en dobberen oeverloos rond op de traagloper. Ok,
dus toch the scenic tour. Samen met de twee rafts zijn twee opblaascatamarans
te water gelaten die bediend worden door één roeier die centraal zit. Zij gaan
mee om de drenkelingen op te vissen. Beetje overkill lijkt ons, maar ik moet
toegeven, bij Patagonia Elements zijn ze super georganiseerd.
Achter de eerste bocht toont de slome rivier zijn ware
karakter, slik, no way back. Hoe dichter we bij de rapid komen hoe harder ons
gids Forward gilt en hoe harder wij peddelen. Wij gaan volle vaart de
stroomversnelling in, het water botst tegen en over de boot, iedereen is al
flink gedoopt. Dit was een Class 3. Shit, het gaat hier tot 5. We kijken elkaar
aan met een blik van als dat maar goed komt. Na elke rapid probeert onze gids
ons naar stillere waters te loodsen om de volgende rapid door te nemen en even
tot rust te komen. Voor elke rapid hebben ze een koosnaam. Die zijn nooit lief.
Terminator, Shark, Wild Cat . Bemoedigend. Zoals verwacht gaat het van kwaad
naar erger. Maar bang zijn we niet meer. De adrenaline giert door ons lijf en
we zijn des te strijdvaardiger om het gevecht met het water aan te gaan.
Bovendien is deze rivier erg diep zodat het risico op onderstromen of jezelf
tegen de rotsen slaan beperkter is. We hebben ook vertrouwen in de redders die
nooit veraf zijn. Bring it on, come to papa. We peddelen de armen van ons lijf
als onze gids Forward-Forward-Forward blijft brullen. Je weet dan met
zekerheid dat het peddelen is of verzwolgen worden door de kolkende watermassa.
Niemand valt uit de boot en het ding is niet gekanteld. Onze gids is een pro en
kent de rivier op zijn duimpje. Alleen zouden we dit noooit overleefd hebben.
De tijd vliegt, na twee uur raften zijn we aan ons eindpunt. Wauw, wat een
ervaring. Hier willen we nog van. Achter deze bocht liggen nog een paar class V
rapids te blinken. We hebben al spijt dat we die extensie niet mee geboekt
hadden. Ondertussen zijn we immers ervaren en hadden we wel meegekund. We
ontdoen ons van wetwetwet. Angeleyes heeft een tafel vol snacks voorzien die
als eenvoudige lunch doorgaat.
Mooi want wij hebben trek.
Terug naar het dorp, relaxing in onze tuin, genietend van
een boek, de uitzichten en een pintje. Ik voel mij arm al opstijven, benieuwd
wat dat morgen gaat geven.
Toch is even checken wanneer dat WK hier nu net plaatvindt,
al is dat misschien nog wat overmoedig.
Gezien ik, zelfs bij slecht weer, moeilijk een hele dag kan
binnenblijven, trekken we tegen de middag onze wandel- en regenkledij aan en
gaan op stap. Zoals we eergisteren reeds schreven is het dit weekend feest in
het dorp. We waren vrijdagavond al eens een kijkje gaan nemen maar toen was alles
nog in opbouw. Adriana, onze gastvrouw, vertelt ons bij het ontbijt dat het
vandaag slotdag is en er nog allerlei shows worden opgevoerd.
Eerst even tot aan een uitkijkpunt boven de stad wat ons een
mooi maar druilerig zicht geeft over het dorp en het bijhorende spiegelmeer. We
dalen terug af en gaan dan langs de arena. Er is heel wat lekkers te proeven,
zo staat er ook een kraampje met een lokaal gebrouwen IPA-bier vant vat. Dat
willen we testen. Niet slecht moeten we toegeven, misschien iets te donker naar
onze smaak maar zondermeer het beste zelfgebrouwen bier dat we in Chili al geproefd
hebben. Onvermijdelijk komt daarna snel de vraag vanwaar we afkomstig zijn. Als
we zeggen dat we Belgen zijn, begint de man helemaal te stralen. Belgen die zijn
bier goed vinden, dat vindt hij terecht een hele eer! Hij begint prompt een uiteenzetting
over zijn brouwproces, van zijn collega van het kraampje ernaast krijgen we nog
een stuk gebarbecued vlees en zo zijn we weer helemaal ingeburgerd.
Er wordt vanalles afgeroepen door de microfoon, maar het
lokale dialect maakt dat we er niet veel wijzer van worden. De tribunes lopen
ondertussen aardig vol, we zetten ons erbij want dan zal er wel iets gaan gebeuren
zeker? Er verschijnen mannen met lassos, mannen te paard en dan wordt er een
jonge stier losgelaten. Het concept is
eenvoudig. De mannen te paard jagen de stier op door hem achterna te zitten, en
dat is ook nodig want zon rund staat duidelijk liever stil dan rondjes te draven
door een arena. De binken met de lassos hebben dan als opdracht om hun lasso voor
de stier zijn poten te werpen, op het juiste moment de lus dicht te trekken, en
het dier zo te doen struikelen. Het ziet er gemakkelijker uit dan het is, zon
beest huppelt eigenlijk maar wat rond dus de helft van de tijd schiet de lasso eronderdoor
of terug los. Maar regelmatig lukt het toch en gaat het beest in volle vaart
nietsvermoedend volledig over de kop. De eerste keer had ik medelijden met de
stier, maar ze lijken er niet veel last van te hebben. Meer zon houding van OK,
ge hebt mij kunnen vangen, koe is moe en
ligt hier goe, krijg mij nu nog maar es recht, nà. Hilarisch is het ook als zon
stier ineens beslist dat hij liever wat gras gaat eten en dan kunnen ze met zn
allen proberen om die kolos terug in gang te krijgen. 1 Ding is zeker, zon
rund is ontworpen om wat statisch te grazen en treinen aan te staren, maar
zeker niet om marathons te lopen. Na 3 rondjes mogen ze afgepeigerd terug
achter de coulissen gaan bekomen. Next!
Later doen ze ook nog een rondje rodeo. Leuke namiddag Futaleufu-folklore.
Fotos: nog 2 van onze rijdende doodskist gisteren, tochtje
naar het uitkijkpunt en de rest van de Fufuklore.