Beste Lezers,
Zoals beloofd een meer uitgebreid verslagje van editie 50 van de DDT.
Na een regendag klaarde het vrijdag avond mooi uit met een ideale temperatuur om eens 100 km te stappen.
Na nog een stellaatje op de markt gedronken te hebben ging het naar Breeven, alwaar klokslag negen uur een massa van 13011 stappers werden losgelaten. Just in Time kon ik nog Sarah en Sophie vervoegen. Beide jonge dames startte voor hun eerste deelname. Wat sporten en LO is heeft voor beiden geen geheimen. Wel heeft de tocht op zich wel een heleboel ongekende factoren. En dat is, was ook voor mij vele jaren geleden zo, altijd een stap in het onbekende. Kan ik dit wel? Wat en waar zal het pijn doen? Als het maar niet regent! Morgen zal het warm zijn!.... Een heleboel vragen waarop geen eenduidig antwoord is. Het enige waarmee ik een beetje inzat was de wind. Niet dat dit me veel zou kunnen geven, het kan/kon wel een spelbreker zijn.
De start in twee groepen, een blauwe en een gele, zorgde alweer voor een vlot vertrek. Zelfs de conjunctie, na het fort van Bornem verliep vlekkeloos. Tot Breendonk ging voor ons drietjes gemoedelijk, al keuvelend als het ware. De moeite voelde je uiteraard al wel, na 35 km mag dat geen verwondering wekken. De nacht is dan al ver gevorderd, de schaapjes zijn dan allang verdwenen, de goesting om te slapen echter nog niet. Integendeel.
Sommigen nemen dat dan weer iets te letterlijk en vallen om van .. emotie. Een korte stop in de RK post bracht vlug weer helderheid.
Bij het krieken van de dag doken de eerste mankementen op. Voeten of scharnieren die begonnen te reclameren. De moraal daarentegen bleef ongeschonden en op hoog peil: het doel zou behaald worden, er was nog een zeeee van tijd.
Sophie voelde dat ze makkelijk sneller kon en koos het hazenpad. Dat vertaalde zich als volgt. Toen Sarah en ikzelf in Opdorp toekwamen zat Sophie al bijna in Puurs. Uiteindelijk bereikte de 'snelle' jongedame Bornem rond 17 u. Proficiat hierbij aan 3.14.
Ondertussen waren we terug met drieën, Bart had ons opgewacht in Buggenhout. (Bart is de wederhelft van Sarah) Dat opwachten was wel ingegeven door een dikke blein. En ik moet zeggen, uit ervaring, als je nog 35 km moet verder lopen met dergelijke handicap, dat is afzien. Maar ik zeg altijd!, denk er niet aan en het gaat al een pak makkelijker. En dat is hier ook weer bewezen. Straffer, na de ontmoeting met de kinderen in Puurs ging de stap snelheid met een ruk omhoog. De laatste loodjes op de dijk bleken met een degelijke snelheid te zijn afgewerkt. Ik vergelijk maar: na Opdorp gemiddeld 3.2, op de dijk tussen St-Amands en Zates 4.8 om uit te bollen met 4.0, cijfers om na een zware dip mee uit te pakken. Vooral het bewijs dat er tijd genoeg is om op een rustige manier de dodentocht succesvol af te werken.
Het pintje achteraf smaakte des te meer.
Gistermorgen ben ik dan naar gewoonte gaan fietsen, kwestie om die stijfheid zo vlug mogelijk kwijt te raken.
Universiteit Gent, afdeling psychologie, verricht nu een studie over de gemoed gesteldheid van een hele trits deelnemers. Ik zelf ben ook het (lijdend) onderwerp van de studie. Zowel voor, tijdens (op 27.3 km, 53.7 km, 72 km en 89.8 km) als na de tocht werd je verzocht, op vrijwillige basis uiteraard, een vragenlijst in te vullen.
Ben benieuwd naar het resultaat.
Op dit moment voel ik met terug fit, klaar om de volgende tocht aan te vatten. Het zal wel geen 100 km worden, iets van 25 km met de wandel vrienden is ook voldoening gevend.
grtjs
Hugo
|