College van Burgemeester en Schepenen
Samenstelling: de heer Patrick Janssens, burgemeester; de heren Robert Voorhamme, Philip Heylen, Ludo Van Campenhout, mevrouw Leen Verbist, de heren Marc Van Peel; Luc Bungeneers, Guy Lauwers, mevrouw Monica De Coninck, schepenen; de heer Roel Verhaert, stadssecretaris.
Zitting van vrijdag 28 januari
Iedereen aanwezig, behalve de heer Patrick Janssens, burgemeester.
Het voorzitterschap wordt waargenomen door de heer Robert Voorhamme, schepen.
collegebesluit: 775 van vrijdag 28 januari 2011
Stadsontwikkeling A-Punt
10 Spoorlijn 12 Ekeren. Fietsbrug. Collegiale brief. Goedkeuring. Introductie beleidsrichtlijn (Jaarnummer 775)
Het college keurt een collegiale brief aan de gedelegeerd bestuurder van Infrabel en de deputatie van de provincie Antwerpen goed waarin de stad vraagt om als partners een fietsbrug over spoorlijn 12 in Ekeren te realiseren.
Auteur: Klaas Meesters/Hans Willems
Motivering
Voorgeschiedenis
Op 31 oktober 2001 (jaarnummer 11719) keurde het college de beleidsovereenkomst omtrent de herbestemming van het spoorwegemplacement Stuivenberg tot Stedelijk Park Spoor Noord tussen de NMBS, nv EIS en de stad Antwerpen goed. In de beleidsovereenkomst handelt één ontbindende voorwaarde over de uitwijkbundels met name artikel 29. Uitwijkbundels. In dit artikel streven de partijen een spoedige oplossing na voor de verplaatsing van de aanwezige uitwijkbundels naar Luchtbal.
Op 23 januari 2004 (jaarnummer 346) besliste het college om principieel akkoord te gaan met de verplaatsing van de uitwijkbundel naar Luchtbal, conform de beleidsovereenkomst, maar niet in combinatie met de onderhoudsinstallatie.
Op 10 maart 2006 (jaarnummer 2610) keurde het college de beleidsnota ‘Oude Landen’ goed, waarmee het haar visie op dit gebied vanuit het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) uitschrijft in functie van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) voor de optimalisatie van de spoorontsluiting van de haven, waarmee tegelijkertijd de (minimale) spoorwegbundel kan worden verankerd. Het college besliste hierover een collegiale brief te richten aan de minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening en de NMBS.
Op 24 april 2006 (jaarnummer 493) besliste de districtsraad van Ekeren naar aanleiding van de beleidsnota ‘Oude Landen’ en de projecten van de NMBS een aantal aanbevelingen over te maken aan de Vlaamse regering.
Op 21 december 2006 werd het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) 'Antwerpen Ontwerpen' door de deputatie definitief goedgekeurd.
Op 9 februari 2007 (jaarnummer 1492) nam het college akte van het kennisgevingsdossier van het project-MER voor de aanleg van een ongelijkvloerse spoorvertakking en uitbreiding van de spoorbundel Luchtbal en besliste om zijn advies over te maken aan de dienst Milieueffectenrapportage van de Vlaamse Overheid (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie).
In het kader van de project-MER adviseerde het college op 22 februari 2008 (jaarnummer 1660) om volgende milderende maatregelen op de nemen:
1 Het gebied tussen beide spoorprojecten wordt door de NMBS ingericht als een natuur- ontwikkelingsproject, waarvoor te gepasten tijde in samenspraak met de stad een plan zal voor opgemaakt worden.
2 De oversteekbaarheid van lijn 27A te realiseren door een recreatieve en ecologische verbinding te maken samen met de onderbruggingen en het herstel van de oevers van de Oudelandse beek en de Laarse beek ter hoogte van hun dwarsing met het vertakkingscomplex.
3 De oversteekbaarheid van lijn 12 te realiseren door een recreatieve verbinding te maken ten zuiden van de spoorbundel Luchtbal die het bestaande natuurreservaat verbindt met het toekomstige natuurrijk park.
In de zitting van 3 april 2009 (jaarnummer 4459) gaf het college in het kader van de nota voor publieke consultatie een advies.
In de zitting van 10 juli 2009 (jaarnummer 9080) heeft het college besloten een collegiale brief naar de minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening en naar het hoofd van de entiteit departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed te sturen. In deze brief werd gevraagd het plangebied van het GRUP in opmaak voor de spoorweginfrastructuur Oude Landen te verruimen met de zone met de bestemming agrarisch gebied ten oosten van de spoorlijn 27A en deze zone om te vormen tot recreatiegebied.
In zitting van 10 juli 2009 (jaarnummer 9273) besliste het college de projectdefinitie voor het masterplan Sportpark Oude Landen goed te keuren en volgende kandidaten aan te duiden om deel te nemen aan de minicompetitie:
1 Soresma & Atelier JPLX
2 Grontmij Vlaanderen & Denis Dujardin
3 THV Office Kersten Geers David Van Severen & Technum & Tritel.
In de zitting van 20 november 2009 (jaarnummer 16320) besliste het college om een advies uit te brengen op de plenaire vergadering van het GRUP.
In de zitting van 11 december 2009 (jaarnummer 17665) werd Grontmij Vlaanderen & Denis Dujardin aangesteld als ontwerpers voor het masterplan Sportpark Oude Landen.
In de zitting van 25 juni 2010 (jaarnummer 7808) keurde het college het voorontwerp van het masterplan Sportpark Oude Landen en het bijhorende communicatietraject goed. Aan de dienst stadsontwikkeling/ruimte, mobiliteit en erfgoed/ruimtelijke planning (SW/RME/RP) is de opdracht gegeven onderhandelingen op te starten met Infrabel om het talud van de spoorweg aan te passen aan het masterplan.
In de zitting van 25 juni 2010 (jaarnummer 7809) werd de opmaak van een waterstudie voor het Sportpark Oude Landen gegund aan Soresma nv
Op 18 augustus 2010 (jaarnummer 9701) besliste het college om een positief advies uit te brengen in het kader van het openbaar onderzoek van het gewestelijk ruimtelijk uitvoerings- plan Spoorweginfrastructuur Oude Landen.
Op 16 december 2010 (jaarnummer 5491) heeft het districtscollege het definitief ontwerp van het masterplan ‘Sportpark Oude Landen’ positief geadviseerd en ter kennisgave naar de districtsraad doorverwezen (jaarnummer 1687).
Feiten en context
Infrabel plant op het grondgebied van stad Antwerpen, district Ekeren, ingrijpende werken aans poorlijn 27a en tussen de spoorlijnen 12 en 27a. Daardoor zal de capaciteit op lijn 27a vergroten en wordt er natte natuur gecreëerd tussen beide spoorwegen. Van de werken aan spoorlijn 27a wordt gebruik gemaakt om twee bijkomende onderdoorgangen voor fietsers en voetgangers te voorzien waardoor de natte natuur voor de zachte weggebruiker toegankelijk zal zijn.
Op verscheidene fora, onder andere als reactie op de nota voor publieke consultatie in het kader van de plan-MER en op de plenaire vergadering in het kader van het GRUP ‘Spoorweg-infrastructuur Oude Landen’, heeft de stad aangegeven dat ze ervan overtuigd is dat ook op spoorlijn 12 minstens één overgang, in casu een fietsbrug, noodzakelijk is.
Argumentatie
De stad is tot de conclusie gekomen dat een fietsbrug noodzakelijk is op basis van de volgende argumenten:
1 Provincie Antwerpen heeft zeer concrete plannen om parallel met spoorlijn 12 een fiets-o-strade naar stad Antwerpen aan te leggen. Dit wordt een snelle en dus interessante fietsroute tot diep in de stad maar de route is niet bereikbaar vanaf de oostkant van de spoorlijn. Een fietsbrug sluit de wijken ten oosten van de spoorwegen, en niet enkel de Ekerse wijken, aan op de fiets-o-strade.
2 Spoorlijn 12 vormt momenteel een barrière tussen de wijken Laar en Donk en het centrum van Ekeren. Een fietsbrug ter hoogte van de Prinshoeveweg heft deze barrière op waardoor de inwoners van deze wijken dichter bij de centrumfuncties, het districtshuis, de plaatselijke winkels en een belangrijke concentratie scholen, komen te wonen.
3 De tramverlenging over de Noorderlaan tot aan de Mieren, net voor het centrum, in Ekeren is gepland. Door een fietsbrug te voorzien ter hoogte van de Prinshoeveweg wordt een belangrijke barrière tussen de wijken Donk en Laar en de tramlijn opgeheven.
4 Volgens de huidige plannen is er geen link tussen het bestaande natuurgebied Oude Landen en de geplande natte natuur tussen de spoorwegen. Een fietsbrug over lijn 12 kan dus niet enkel een rol als functionele verbinding opnemen maar ook het gebruik van de beide natuurzones bevorderen.
Vanuit deze argumentatie is de stad Antwerpen ervan overtuigd dat een fietsbrug aan de Prinshoeveweg aangewezen is. Met een brief gericht aan de gedelegeerd bestuurder van Infrabel en aan de deputatie van de provincie Antwerpen, wil de stad vragen om als volwaardige partners een fietsbrug over spoorlijn 12 te realiseren en wil de stad aan Infrabel vragen een werkwijze voor te stellen aan het stadsbestuur om dit project op een zo vlot mogelijke wijze te laten verlopen.
Besluit
Artikel 1
Het college beslist de volgende collegiale brief te versturen aan de gedelegeerd bestuurder van Infrabel.
Geachte heer
Infrabel plant op het grondgebied van stad Antwerpen, district Ekeren, ingrijpende werken aan spoorlijn 27a en tussen de spoorlijnen 12 en 27a. Daardoor zal de capaciteit op lijn 27a vergroten en wordt er natte natuur gecreëerd tussen beide spoorwegen. Van de werken aan spoorlijn 27a wordt gebruik gemaakt om twee bijkomende onderdoorgangen voor fietsers en voetgangers te voorzien waardoor de natte natuur voor de zachte weggebruiker toegankelijk zal zijn.
Zoals al meegedeeld op verscheidene fora, onder andere als reactie op de nota voor publieke consultatie in het kader van de plan-MER en op de plenaire vergadering in het kader van het GRUP ‘Spoorweginfrastructuur Oude Landen’, is stad Antwerpen ervan overtuigd dat ook op spoorlijn 12 minstens één overgang, in casu een fietsbrug, noodzakelijk is.
De stad is tot deze conclusie gekomen op basis van de volgende argumenten:
1 Provincie Antwerpen heeft zeer concrete plannen om parallel met spoorlijn 12 een fiets-o-strade naar stad Antwerpen aan te leggen. Dit wordt een snelle en dus interessante fietsroute tot diep in de stad maar de route is niet bereikbaar vanaf de oostkant van de spoorlijn. Een fietsbrug sluit de wijken ten oosten van de spoorwegen, en niet enkel de Ekerse wijken, aan op de fiets-o-strade.
2 Spoorlijn 12 vormt momenteel een barrière tussen de wijken Laar en Donk en het centrum van Ekeren. Een fietsbrug ter hoogte van de Prinshoeveweg heft deze barrière op waardoor de inwoners van deze wijken dichter bij de centrumfuncties, het districtshuis, de plaatselijke winkels en een belangrijke concentratie scholen, komen te wonen.
3 De tramverlenging over de Noorderlaan tot aan de Mieren, net voor het centrum, in Ekeren is gepland. Door een fietsbrug te voorzien ter hoogte van de Prinshoeveweg wordt een belangrijke barrière tussen de wijken Donk en Laar en de tramlijn opgeheven.
4 Volgens de huidige plannen is er geen link tussen het bestaande natuurgebied Oude Landen en de geplande natte natuur tussen de spoorwegen. Een fietsbrug over lijn 12 kan dus niet enkel een rol als functionele verbinding opnemen maar ook het gebruik van de beide natuurzones bevorderen.
Vanuit deze argumentatie is de stad Antwerpen ervan overtuigd dat een fietsbrug aan de Prinshoeveweg aangewezen is. De stad wil hierbij dan ook vragen om als volwaardige partners een fietsbrug over spoorlijn 12 te realiseren en vraagt dat Infrabel een werkwijze voorstelt aan het stadsbestuur om dit project op een zo vlot mogelijke wijze te laten verlopen.
Als bijlage vindt u een luchtfoto met een mogelijke locatie voor een fietsbrug.
Met vriendelijke groeten
Namens het college van burgemeester en schepenen
de stadssecretaris de burgemeester
Roel Verhaert Patrick Janssens
Artikel 2
Het college beslist om een collegiale brief te versturen aan de deputatie van de provincie Antwerpen
Geachte deputatie
Infrabel plant op het grondgebied van stad Antwerpen, district Ekeren, ingrijpende werken aan spoorlijn 27a en tussen de spoorlijnen 12 en 27a. Daardoor zal de capaciteit op lijn 27a vergroten en wordt er natte natuur gecreëerd tussen beide spoorwegen. Van de werken aan spoorlijn 27a wordt gebruik gemaakt om twee bijkomende onderdoorgangen voor fietsers en voetgangers te voorzien waardoor de natte natuur voor de zachte weggebruiker toegankelijk zal zijn.
Zoals al meegedeeld op verscheidene fora, onder andere als reactie op de nota voor publieke consultatie in het kader van de plan-MER en op de plenaire vergadering in het kader van het GRUP ‘Spoorweginfrastructuur Oude Landen’, is stad Antwerpen ervan overtuigd dat ook op spoorlijn 12 minstens één overgang, in casu een fietsbrug, noodzakelijk is.
De stad is tot deze conclusie gekomen op basis van de volgende argumenten:
1 Provincie Antwerpen heeft zeer concrete plannen om parallel met spoorlijn 12 een fiets-o-strade naar stad Antwerpen aan te leggen. Dit wordt een snelle en dus interessante fietsroute tot diep in de stad maar de route is niet bereikbaar vanaf de oostkant van de spoorlijn. Een fietsbrug sluit de wijken ten oosten van de spoorwegen, en niet enkel de Ekerse wijken, aan op de fiets-o-strade.
2 Spoorlijn 12 vormt momenteel een barrière tussen de wijken Laar en Donk en het centrum van Ekeren. Een fietsbrug ter hoogte van de Prinshoeveweg heft deze barrière op waardoor de inwoners van deze wijken dichter bij de centrumfuncties, het districtshuis, de plaatselijke winkels en een belangrijke concentratie scholen, komen te wonen.
3 De tramverlenging over de Noorderlaan tot aan de Mieren, net voor het centrum, in Ekeren is gepland. Door een fietsbrug te voorzien ter hoogte van de Prinshoeveweg wordt een belangrijke barrière tussen de wijken Donk en Laar en de tramlijn opgeheven.
4 Volgens de huidige plannen is er geen link tussen het bestaande natuurgebied Oude Landen en de geplande natte natuur tussen de spoorwegen. Een fietsbrug over lijn 12 kan dus niet enkel een rol als functionele verbinding opnemen maar ook het gebruik van de beide natuurzones bevorderen.
Vanuit deze argumentatie is de stad Antwerpen ervan overtuigd dat een fietsbrug aan de Prinshoeveweg aangewezen is. De stad heeft aan Infrabel de vraag gesteld om als volwaardige partners een fietsbrug over spoorlijn 12 te realiseren en een werkwijze voor te stellen om dit project op een zo vlot mogelijke wijze te laten verlopen.
Het stadsbestuur zou met dit schrijven willen vragen of de provincie bereid is om eveneens als partner aan het project deel te nemen. Niet alleen kunnen we zo de barrière van de spoorwegen in Ekeren overwinnen en het lokaal fietsnetwerk optimaliseren, maar takken we met het fijnmazige netwerk ook veilig en comfortabel aan op het hoofdnetwerk en de door u geplande fiets-o-strade.
Als bijlage vindt u een luchtfoto met een mogelijke locatie voor een fietsbrug en een kopie van de brief die we aan Infrabel stuurden.
Met vriendelijke groeten
Namens het college van burgemeester en schepenen
de stadssecretaris de burgemeester
Roel Verhaert Patrick Janssens
Artikel 3
Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.
beraadslaging/proces verbaal
02-02-2011 om 23:36
geschreven door Chil 
|