We staan op tijd op, vertrekken zonder ontbijt en vinden meteen de weg naar Bubión. We zijn blij dat we de eerste klim in de schaduw kunnen. Bubión slaapt nog als we voorbijkomen. Maar net op het ogenblik dat we iemand zoeken, komt er iemand buiten die ons de weg wijst. In de dorpskommen stopt de bewegwijzering: je moet zelf de GR-uitgang van het dorp zien te vinden en in de wandelgids staat het ook niet. Débrouillez-vous, zeggen de Fransen. Weer eens geluk gehad. Na Bubión is het meteen klimmen, gelukkig in de schaduw! We komen boven op d epas op 1600 meter, Pampaneira ligt op 1050m. Schitterend uitzicht op de drie dorpen en op de Veleta. Er ligt nog sneeuw ginder boven. En volgt uiteraard de afdaling: het gaat gezwind richting Capilleriaen dan steil bergaf in 20 minuten naar Pitres, een levendig dorp van 800 inwoners op 1250 m. Tijd voor het ontbijt! Zalig! We bellen Lies op en spreken af voor het rendez-vous van 's anderendaags in Trevélez. Bij het verlaten van Pitres dalen we af naar het beekje El Bermejo: het water ziet er roest uit, ijzerhoudend dus. Agua agria. Kort daarna bereiken we Atalbéitar, een gehucht met 40 inwoners. Vandaar gaat het richting Portugos. We blijven op de rand van het dorp en trekken meteen richting Busquístar. We proberen een overgroeid pad: mijn pet wordt geleurd door de vruchten van de moerbeiboom: het zijn precies framboosjes die aan een grote boom hangen.De vruchten maken lelijke vlekken op je kleren. Niet getreurd, we volgen de asfaltweg rechtreeeks over 1 km naar Busquístar. Bij het binnenkomen van het dorp zien we een aantal mensen op de dorpel van de supermercado zitten. Ik vraag hun beleefd: Sabe usted donde está la Casa Sonia? Een vrouw van in de 50 antwoordt: Yo soy Sonia! Verrassing alom! En ze gaat meteen voor. Casa Sonia ligt helemaal beneden in het dorp. Het is er bijzonder gezellig en we worden er gastvrij ontvangen. Een aanrader!
Vertrokken zonder ontbijt want dat wordt in een hotel veel te laat geserveerd voor stappers. Geen nood: om het uur cerealkoeken tot aan het eerste dorp, vandaag voorzien na 3 uur. We lopen door het stadje heen en beginnen aan de klim tot boven op een plateau. Her ontmoeten we even de GR 142 die in een meer zuidelijk deel passeert. We zien al behoorlijk vroeg Cañar liggen maar het is aan de overkant! We moeten helemaal naar links uitwijken en afdalen om over de Barranco de Cañuelo te geraken. We zijn iets vroeger dan gepland in Cañar: we ontbijten buiten aan een tafeltje terwijl vlakbij groenten en fruit verkocht worden. We genieten van het ogenblik en zetten na een half uur aan voor het tweede gedeelte. Zelfde stramien: we zien Soportújar al vrij snel liggen .... aan de overkant. Nu moeten we dubbel zover naar links uitwijken naar Digue 24, de 24ste in een reeks dammen om de erosie door de Río Chico tegen te gaan. In Soportújar houden we even halt voor een tubo in de plaatselijke bar. De waardin begrijpt niet dat we al van Lanjarón komen, te voet en dat we nog naar Pampaneira willen. Het is 12.30 als we weer op gang geraken. Nog twee uur te gaan! We passeren langs het kerkhof en trekken de heuvels in. Het wordt van langsom warmer. Gelukkig dat we onze camelbag hebben zodat we voortdurend kunnen kleine slokjes drinken: zo krijgen we nooit een droge keel. We stappen nu in de Poqueriavallei met de drie bekende bergdorpen: Pampaneira, Bubión en Capileira. Net voorbij een geïsoleerde woning staat een paard op het pad. Gelukkig de madam van het huis is in haar tuin en komt het dier weghalen. Het pad wordt van langsom meer overgroeid en ook de bewegwijzering laat ons even in de steek. We zullen er niet zijn om half drie! Moe bereiken we de weg bij de brug over de Río Poqueira ter hoogte van de elektriciteitscentrale. Nog een fikse klim langs een binnenwegeltje en het is kwart over drie als we het dorp zelf binnen stappen. Zelfde stramien: dos tubos por favor. We zijn hier niet alleen want heel wat toeristen kuieren rond. We overnachten in Hostal Pampaneira, vlak tegenover Hostal Ruta de Mulhacén (Mulhacén is de hoogste berg van de Sierra Nevada: 3479 m).
Wie goed de etappe-indeling gevolgd heeft, zal wel gemerkt hebben dat we de etappe Arenas del Rey naar Jayena niet gestapt hebben. Van die dag af waren een dag 'voor' op ons schema en gezien we een afpraak hadden in Trevélez met dochter, schoonzoon en kleinzoon heben we ons zelf op een stapvrije dag getrakteerd. Lanjarón is synoniem van water. Er is het (ginder) heel bekende bronwater van Lanjarón dat ter plaatse wordt gebotteld. Opgepast: de rode kroontjes wijzen daar niet op 'bruis'! Als je het kroontje afdraait, verschijnt er nog een plastic vliesje dat je af moet trekken: zo ben je zeker dat er niet geknoeid is met het water! En er is het befaamde Balneario de Lanjarón: een kuuroord. Agua, Salud, Vida. Bij ons hotel hoorde een zwembad. Leuk meegenomen in warme tijden. Het stadje is een langgerekte straat met in de zijstraatjes pleintjes met fonteintjes (hier spreekt men van pilar), hoe kan het anders. Plaza Santa Anais zo een intiem pleintje. Verder heb jeven buiten de huizen de ruïnes van een Arabisch kasteel uit de 14de eeuw. De Río de Lanjarón heeft ook hier voor een breed ravijn gezorgd, vlak naast het stadje. Heel opvallend in het stadsbeeld zijn de veeeeeele minder actieve senioren. Die komen hier hulp zoeken voor hun kwaaltjes. De horeca mag ze dankbaar zijn. Maar je moet niet ziek zijn om te genieten van de diensten van dit spa. Este lugar es un destino único para relajarse, recuperar la salud o revitalizarse. Wij zijn het bij het eerste gebleven en hebben genoten van een 'masaje del rey'.
Na een lekker ontbijt bij onze Nederlandse gastheer gaan we weer op stap. In het dorp zijn de straatleggers al aan het werk: buenos días! We moeten meteen het ravijn door. Weer is de GR 7 gewijzigd en weer is het een verbetering. We lopen eerst richting Acequías met een watermolen waar olie geperst wordt. Dan wordt het een stevig stukje klimmen in schoenveterstijl. De vele lacets brengen ons boven op de pas tussen de Cerro Alto (1214 m) en de Cerro del Molinero (1411 m). Dan dalen we heel even en komen uit op een brede grintweg. We blijven dan heel lang op dezelfde hoogte: drie keer worden we ingehaald door een melktankwagen. Hier en daar zie je een cortijo maar geen vee, laat staan melkkoeien. We genieten van de open ruimte. En dan zien we eerst een heuvel opduiken met windmolens. En tenslotte Lanjarón, heel diep beneden ons. Het laatste stuk afdaling is steil: we stappen snel door de hoogtelijnen heen. En weer een resto met terras bij het binnenkomen van het stadje. Dos tubos por favor! De eigenares van Mesón El Frenazo heeft een tijd met haar vader in Gent gewoond: beiden kwamen even een praatje maken: Bélgica, muy bien! Daarna zoeken we een hotelletje op want we nemen een rustdag. We gaan op zoek naar Hostal Nevada maar dat bestaat niet meer. We vinden een nette kamer met airco in Hotel Andalucía.
Bij het avondeten in Hospedería la Almijara geraken we aan de klap met de baas van het pension. We informeren ons over de etappe van morgen want 32 km met zo'n temperatuur is niet niks.De baas zegt dat we het moeten riskeren want we zullen heel wat schaduw hebben in het bos. En dat we vroeg moeten vertrekken: om 6 uur is haalbaar want de eerste 4 km zijn op asfalt, eens uit het dorp, altijd rechtdoor tot aan het bos. Hij en ik gaan na het eten het traject even afrijden met zijn pick-up. En het klopt wat hij zegt. Dus vroeg uit de veren en we hebben cerealkoeken mee. Als we in het bos trekken en zo het Parque Natural instappen, is het al voldoende klaar! Een prachtige bosdreef stijgt voortdurend. Het is nog fris: ideaal om te stappen. We genieten van een mooi uitzicht op de Sierra nabij een grote pinus met 5 takken.. In de buurt van de Cortijo los Prados botsen we op enkele loslopende paarden. Even later komen we aan een kruispunt met de binnenweg A4050 en het Meson los Prados: het is tien uur en tijd voor ons ontbijt. Daarna trekken we weer het bos in: brede dreven laten een flinke pas toe. We dalen af in de Barranco del Cañuelo en komen uit aan een picknickplaats. We trekken nog langs de droge bedding van de Río Albuñuelas: hier vallen de roze bloemen op van de ontelbare oleanderstruiken. Niet te geloven! Net voor een laatste klim wordt de waterreserve in de camelbag gegoten. En kort daarna komt Albuñuelas in zicht. Maar schijn bedriegt. Het dorp ligt aan de overkant van een groot ravijn. Nog eerst helemaal naar beneden en dan de andere oever omhoog. Bij het eerste huis genieten de bewoners van hun zwembad. Het is half drie en behoorlijk heet. We vragen de weg naar La Casa Azul en een meneer toont ons deweg voor in dit labyrint van smalle straatjes. Een Engels echtpaar runt de B&B maar een been van de vrouw des huizes steekt in het gips. We zijn welkom en dat is het belangrijkste. We zetten de rugzakken af en gaan nog warm eten vóór het restaurant aan de siësta begint. En dan een douche en dolce far niente!!! Pluk de dag!
Een vrij korte etappe. Dat mag ook. Zo hebben we voldoende tijd voor het ontbijt: een lekker, uitgebreid ontbijt met zelfgebakken brood... We vertrekken gezwind en dalen af door bosjes van sinaasappelbomen. En genieten van de overvloeidige bloei van de bougainvilea en van de sierlijke agave. Maar na de bloei sterft de agave af maar er komt nieuw leven uit de grond. Voor het eerst komen we dorpjes tegen: Saleres (300 inwoners), Restábal (1400), Melegis (580) en Murchas (280). Ondertussen valt het blauw van het Embalse de Beznar op tussen de bergen.Voorbij Murchas is het tracé van de GR 7 gewijzigd: we klimmen naar de windmolens op de heuvel. Wellicht lastiger maar veel mooier want het oude bleef beneden in een uitgedroogde rivierbedding. We steken nog de autoweg naar de Motril-aan-Zee over en bereiken uiteindelijk Nigüelas. Net bij het binnengaan van het dorp is er bar met terras én het is zondag, we waren het vergeten. Dos tubos, por favor! En of het smaakt! Dos más, por favor!! En de bijhorende tapa's. Meer moet dan niet zijn. We moeten verschillende keren vragen waar B&B Casa Espalanda ligt. Uiteindelijk ligt het helemaal boven in het dorp... Als we aanbellen, ziet het ernaar uit dat er niemand thuis is. Tot plots de deur opengaat en wij in het Nederlands worden aangesproken. We vallen van de ene verbazing in de andere. Het hele huis én de gastenkamers zijn uiterst smaakvol ingericht met een leuke dakterras er bovenop! Casa Espalanda: España en Olanda (www.espalanda.com) We genieten van het beste van de twee. 's Avonds gaan we eten op een terras. We bestellen een van de vele raciones en wat het vlees wordt, is afwachten. De baas raadt ons aan te beginnen met 1 portie maar ... de frietjes met stoofvlees zijn zo lekker dat er een tweede portie volgt. Morgen gaan we naar Lanjarón, de poort van de Alpujarra.
We vertrekken al om 7u30, zonder ontbijt. Maar we waren de avond voordien naar de supermercado geweest: het wordt picknicken onderweg.We dalen af naar de kloofen lopen eerste het stuk van gisteren in de andere richting. We genieten van de ochtend in de smalle kloof. Daarna volgen we heel even de weg naar Játar. We kiezen rechts een grintweg in de vallei van de Rio Alhama: het wordt een golvend parcours. Voorbij de Cortijo (boerderij) de Navazo steken we nog eens de weg naar Játar over en stappen op grint tussen de velden en de boomgaarden. We dalen af naar de Barranco (meestal droge rivierbedding) de Anguita en klimmen weer.We krijgen uitzicht op het Embalse de los Bermejales. Maar waar ligt Arenas del Rey? 'Twee uur' nadert en nog geen dorp te zien. Het is heet. En plots ligt Arenas del Rey onder ons. We zoeken een bar op om de dorst te lessen en info om in het volgende dorp te geaken: in Arenas del Rey is er geen overnachting mogelijk, dus... En 15 km verder stappen in de zon zien we niet zitten op dit uur. In de tweede bar vinden we een chauffeur die ons tegen betaling voert naar Jayena. Probleem opgelost.
Van Ventas de Zafarraya naar Alhama de Granada: 21 km
Het is nog even wennen want het ontbijt wordt gewoonlijk vrij laat geserveerd. Maar na enig aandringen kunnen we toch om 7u30 aan tafel. En om 8u starten. Ons hostal ligt vlak in de buurt van de GR en we vertrekken welgezind in de...schaduw. We moeten het voorlopig doen met de beschrijving van de Engelse gids (Cicerone) en de eerste afslag is niet echt duidelijk. Maar wie zoekt die vindt.We dalen af naar Espino en maken daar bij de fontein een haakse bocht naar links. Het pad klimt tussen groentevelden: af en toe hoor je stemmen van mensen aan het werk. We stappen in het prachtige decor van de Sierra de Tejeda en lopen nu in een rechte lijn richting een warehouse (nu een recyclagebedrijf voor plastiek) aan de werg naar Alhama. Van hier af is de route bewegwijzerd. We merken een eerste keer het verschil op tussen topo en bewegwijzering maar we volgen de tekens. We steken nogmaals de grote weg over en klimmen opnieuw. We laten de weg naar de camping El Robedal rechts liggen en klimmen verder. Dan volgt een lange afdaling op een brede grintweg. De zon doet haar best: we moeten nog wennen aan deze temperaturen. Gelukkig hebben we voldoende water bij ons: in onze rugzak steekt een camelbag van 3 liter en dan hebben we een drinkfles van 1 liter in reserve. We komen uit op de grote weg op 1 km van Alhama. Maar GR 7 maakt nog een ommetje langs de prachtige kloof tot uiteindelijk de kerk van Alhama verschijnt op de hoogte. Moe maar tevreden installeren we ons op een terras. Eén tubo (een pint van 33cl ) is niet voldoende. Ook Els drinkt bier: het is niet sterk maar het verslaat heel goed de dorst. En hier krijg je telkens een tapa erbij geserveerd! We overnachten in Pensión San José op de Plaza Constitución. Na de siësta verkennen we het stadje en maken op een terras kennis met een jong koppeltje uit Granda. Hij is van Paraguay en werkt in een bar en het doet Irma uit Normandië deugd wat Frans te horen. We beloven Carlos van hem op te zoeken als we na de tocht Granada bezoeken.
Naar de startplaats van de tocht in Ventas de Zafarraya
Op woensdagorgen vertrokken we met de bus naar Ventas de Zafarraya. Eerst naar Torre del Mar aan de kust en dan overstappen richting Ventas de Zafarraya. De bus moest nog een lange puerto of pas over voor we aankwamen op 920 m boven zee. Gezien er maar twee bussen waren per dag in die richting, om 7u en om 7u30 (en twee terug in de vooravond maar die hadden we niet nodig) waren we al 'vroeg' ter plekke. Al gauw het hostal 'Aquí Te Quier Ver' opgezocht: kamer vrij en we konden onze rugzakken afzetten. Tijd voor ons ontbijt rond 10 u: dos zumos (hier spreken ze de s van het meervoud niet uit!) de naranja, un café con leche, un gran café solo (zwart), dos tostadas con mantequilla y mermelada. En of het smaakte. En dag het dorp verkennen. Groot is het niet: ca 1350 inwoners. Ventas ligt pal op de grens tussen de provincies Málaga en Granada. We gaan even kijken naar een mirador of point de vue en ontmoeten er twee broers die op vakantie zijn in hun geboortedorp. We maken samen een klein wandelingetje en ze vertellen over hun jeugd hier. Ze tonen ons hoe we amandelnoten moeten kraken. En dan gaan we op zoek naar de start voor morgen!
Op stapvakantie naar de Alpujarra tussen Malaga en Granada
Maandag 6 juli vlogen we met Brussels Airlines in minder dan drie uur van Zaventem naar Malaga. Vooraf hadden we Hotel Sur geboekt via internet omdat we pas om 9 uur 's avonds landden en tegen dat je dan in het centrum geraakt...Het sobere maar voor onze normen comfortabele hotel lag in het centrum van Malaga en dicht bij de haven en de playa. Ideaal voor een verkenning van de stad op dinsdag. Woensdag vertrokken we met openbaar vervoer naar onze startrplaats van onze tocht op de GR 7: Ventas de Zafaraya. Ik zal proberen om een beperkte keuze te maken van de foto's en iedere stapdag in het kort te vertellen.... Klik telkens op de foto en je ziet wel!
Sempervivum of huislook behoort tot de familie van de Vetplanten of Crassulaceae. Ander bekend geslacht is vetkruid of sedum met hemelsleutel en muurpeper. Bij de gecultiveerde vetplanten zijn de kalanchoë en de echeveria erg in trek. Huislook, sempervivum tectorum L. is bij ons bekend als 'dunderboare' (zou vroeger gediend hebben tegen blikseminslag) en stond vroeger dilwijls op het nok van een huis met strooien dak. Huislook vormt grote rozetten die tot kleinere rozetjes uitgroeien. Bloemen zijn rozerood. Een andere gekweekte soort is spinneweb-huislook of sempervivum arachnoïdeum: zie de twee laatste foto's.
Verschillende soorten sempervivum staan op mijn terras in bloei. Tijd om de bergen in te trekken. Ongelooflijk hoe in de bergen deze aantrekkelijke vetplantjes kunnen groeien op de rotsen. Iedere keer weer bewonder ik hun eenvoudige schoonheid. Geniet mee.
Donderdag 2 juli: eerste donderdag van de maand en warmste dag! We verzamelen bij de kerk van Silly, een buurdorp van Ghislenghien, net voorbnij Ath. Leidraad van de dag is de GR 123 'Tour du Hainaut Occidental'. We starten met enkele smalle paadjes, ideaal om in de sfeer te komen. Een streepje Bois de Silly kan vandaag geen kwaad: schaduw is welkom. Voorbij de N57 trekkken we naar het landelijke Gondregnies: het kerkje tussen de zeedennnen. Even gaan we vreemd: de GR 121 leidt ons over de Dendrelette naar het Bois de la Provision: hier spreken we onze provisie of picknick aan, gezeten op een platliggende beukenstam. Het indrukwekkende kasteel van Thoricourt staat volledig in de steigers: de arbeiders zijn hard aan het werk in die drukkende hitte. Regelmatig vindt tochtleider Jaak een schaduwplekje voor een korte halte en een slok water...Populierenaanplant: een bos is meer dan een verzameling bomen. Een smal fietspad verlost ons van een eindje drukke N57. We trekken opnieuw het bos in, richting het gehucht St-Marcoult. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst, en zeker vandaag. We genieten van een frisse 'blanche' van de Brasserie de Silly op het terras van Les 9 Tilleuls.
De druivelaar staat op zaterdag 27 juni 2009: vandaag begint José aan zijn grote tocht naar Compostela. Hij vertrekt van bij hem thuis in Sint-Gillis-Dendermonde. Dochter Stephanie en schone zoon Wim, Dani en Trees, Els en ikzelf stappen met José mee op zijn eerste etappe naar Brussel. Na het afscheid van Jaklien, de kleinkinderen Stan en Dora, broer en schoonzus, zijn we vertrokkebn. We stappen via Lebbeke en Opwijk nara Merchtem: tijd voor de middagpauze. darna pikken we de GR 128 op in de buurt van het Spanjaardshof, nabij Mollem. Als de gR omwegen maakt, kiezen wij voor kort. Zo belanden we midden in de aankomst van een koers voor nieuwelingen in Relegem en zijn we verplicht om een terras te bezoeken. De plaatselijk vedette Jasper De Buyst wint in een spurt met twee. Het blijft warm. Een ander stukje GR 128 leidt ons op onverhard tot tegen en onder de Grote Ring. Nog even genieten van het Laarbeekbos en we zijn klaar voor de doortocht door de stad. Jette, Koekelberg met basiliek, Ganshoren, Molenbeek en dan Brussel Het is zaterdagnamiddag en het is druk in de winkelstraten.Maar met een groot verschil in publiek tussen Molenbeek en Brussel. En na de Beurs staan we plots op de Grote markt. Ook hier is het bijzonder druk: met het mooie weer zitten al terrassen stampvol. We drinken een pint en daarna is het tijd voor het afscheid. En José verdwijnt uit het zicht... Wij nemen in het Centraal Station de trein naar Dendermonde en dan te voet tot bij Jaklien. Het wordt nog een heel prettige avond op de terras. Jaklien heeft gezorgd voor een heel lekkere sangría en het stoofvlees met frietjes smaakt enorm! Merci Jaklien! De tocht van José kun je volgen op zijn blog: www.bloggen.be/josemillecam . Moet je doen! Vandaag trekt hij al Frankrijk in!
Na de schitterende wandeling tussen Cap Blanc-Nez en Wimereux vorig jaar, gingen we dit jaar een stapje verder. De lange tocht vertrok na de ochtendkofiie in Wymille. De stappers van de korte tocht reden eerst nog met de bus naar de dijk in Wimereux. De individuele wandelaars konden meteen het hazenpad kiezen. Leuk, al die strandcabines op de dijk. Het is er nog bijzonder rustig, alleen de GR-stappers zijn ochtendmensen, hm... Na de dijk trekken we meteen naar de falaise inde richting van de Pointe de la Crèche. ondertussen maakt Boulogne al haar opwachting. We stappen op het strand en bereiken de achterkant van Nausicaaen daarna de vissershaven. Bootjes worden gelost en de vis wordt vers verkocht aan de vele kraampjes. Aan de Pont Marguet verlaten we wit-rood en trekken we de stad in, naar boven. Het oude stadsgedeelte is erg de moeite: de verschillende poorten, de vestingen zelf, het stadhuis, de basiliek, het kasteel en de Rue de Lille met winkels en eetterrasjes. C'est l'heure de l'apéro! Daarna nemen we de bus naar Equihen-Plage voor de middagpauze op de zonnige terras van 'Aux travailleurs de la Mer". Het Bier van de 2 Caps smaakt heerlijk: gebrouwen in België. Dan begint de duin-en strandwandeling. Al snellen trekken we via een trap les Dunes d'Ecault in. Het pad, veelal in mul zand, slingert op en neer. Van op een uitkijkplatform krijgen we en mooi zicht op het hele duinencomplex en de zee. We zoeken weer het strand op en komen uit aan de dijk van Hardelot-Plage. Van de mondaine badplaats zien we niet veel, hoeft ook niet. Na cica 2,5 km op het strand stappen we links ter hoogte van bunkerresten, opnieuw de duinen in: les Dunes du Mont St-Frieux, een site protégé. Het knuppelpad is afgebroken maar geen erg: het is er droog. Nog een korte strandwandeling en we komen uit aan Ste-Cécile -Plage, tijd voor een natje.
Of je nu in Westouter woont of in Kemmel of in Wijtschate op Nieuwkerke, je krijgt geen informatie over de verkeershinder die de Rally van Ieper veroorzaakt. Alleen de mensen die zelf aan een snelheidsrit wonen, kregen een briefje in de bus. En dat is alles behalve leuk. Stel je zeff een voor in de plaats van de mensen die in de Schomminkelstraat wonen op de plaats waar de snelheidsrit stopt. Je zou voor minder in de wolken zijn! En de mensen wiens straat gedwarst wordt door een snelheidsrit die krijgen GEEN informatie. Zo wordt onze straat, Goeberg, gedwarst richting Reningelstdorp en ook de Sulferbergstraat richting Westouterdorp. Op de weg Loker- De Klyte, ter hoogte van restaurant De Zon, in het zijstraatje Zandberg start de snelheidsrit. Je moet daar maar eens proberen voorbij te komen op dat moment! Ze passeren zaterdag twee keer en twee uur voor de start van de rit wordt alles al afgesloten. En je moet wachten tot de allerlaatste auto voorbijgekomen is. Dus, dat is wachten op Godot! Ik ga zelf naar Zanzibar in gent en weet niet wanneer ik thuis geraak! Je moet het zelf allemaal uitzoeken. Helaas voor wie geen internet heeft. Rally: brood en spelen. Vanavond is het de 'shake down' in Nieuwkerke: dwars door de dorpskom!!! Ook dat is in de ogen van de overheid 'GOED BESTUUR' Crisis of niet, Minister-President Peeters, waarop wacht u om deze stal uit te mesten?
Gisteren rond 17.30 opgebeld door x die vertelde dat men bezig was bomen te knotten aan de voet van de Monteberg. Wellicht om de rallypiloten een betere kijk op de bocht te geven. Het is in juni vééééééééééééél te laat om nog bomen te knotten. Milieupolitie in Zonnebeke werd opgebeld en ... er zou een ploeg gestuurd worden. Vandaag vernomen dat de politie daar rond 18.20 geweest is en de werken heeft stilgelegd. De rest vabn de knotbomenrij staat er goed bij. Benieuwd hoe de drie geknotte het gaan stellen. Opvolgen!
Een week vroeger dan gewoonlijk is de Ieperse rally-waanzin op komst. De eerste wit-rode (foei!!!) linten werden dit weekend gespannen. Het parcours ziet er dit jaar anders uit dan vorig jaar. Welke wegen zullen volgend weekend, de vrijdag en/of de zaterdag, zullen niet meer toegankelijk zijn? En vanaf welk uur? De inwoners van Heuvelland worden aan hun lot overgelaten. De gemeente geeft niet de minste informatie. Andere jaren maken we dat we het hele wekeend uit de streek zijn. Vorig jaar zaten we in een toffe B&B in Escalles aan de voet van Cap Blanc-Nez. Dit jaar hebben we zondag onze GR-bustocht, toevallig ook naar de Boulonnais. En de tweede opstapplaats is in Ieper. Dus moeten we thuisblijven of op zaterdag laat thuiskomen.... Waanzin, want er wordt op volle snelheid door dorpskommen geracet. De affiches van de actie "Graag Traag" moeten een maand de diepvries in. En door het beschermde landschap van de Kemmel- en de Monteberg. Waartoe dient die bescherming eigenlijk? Ik zou het begot niet weten! Dit rallyseizoen zijn er al twee doden gevallen, een deelneemster in Wervik en een toeschouwer. En twee zwaargewonden. Tijdens de illegale verkenningsritten zijn er nu al een drietal auto's in de gracht beland. Het belooft. Zogezegd is de Rally een grote promotie voor Stad Ieper maar de lasten zijn voor de Heuvellanders. En wie betaalt de schade aan de wegen? Vele bochten worden uitgeschuurd en worden gevaarlijk voor fietsers nadien. Wie dit deze week nog eest, weze gewaarschuwd. Kom volgend weekend niet naar de streek want het Heuvelland is niet te genieten!
De echte koekoeksbloem is ons natuur.gebied De Scherpenberg is dit jaar bijzonder goed gelukt. Het grasland wordt tweemaal per jaar gemaald en het maaisel wordt afgevoerd. De resultaten zijn veel belovend. Geniet maar mee van de foto's