We staan op tijd op, vertrekken zonder ontbijt en vinden meteen de weg naar Bubión. We zijn blij dat we de eerste klim in de schaduw kunnen. Bubión slaapt nog als we voorbijkomen. Maar net op het ogenblik dat we iemand zoeken, komt er iemand buiten die ons de weg wijst. In de dorpskommen stopt de bewegwijzering: je moet zelf de GR-uitgang van het dorp zien te vinden en in de wandelgids staat het ook niet. Débrouillez-vous, zeggen de Fransen. Weer eens geluk gehad. Na Bubión is het meteen klimmen, gelukkig in de schaduw! We komen boven op d epas op 1600 meter, Pampaneira ligt op 1050m. Schitterend uitzicht op de drie dorpen en op de Veleta. Er ligt nog sneeuw ginder boven. En volgt uiteraard de afdaling: het gaat gezwind richting Capilleriaen dan steil bergaf in 20 minuten naar Pitres, een levendig dorp van 800 inwoners op 1250 m. Tijd voor het ontbijt! Zalig! We bellen Lies op en spreken af voor het rendez-vous van 's anderendaags in Trevélez. Bij het verlaten van Pitres dalen we af naar het beekje El Bermejo: het water ziet er roest uit, ijzerhoudend dus. Agua agria. Kort daarna bereiken we Atalbéitar, een gehucht met 40 inwoners. Vandaar gaat het richting Portugos. We blijven op de rand van het dorp en trekken meteen richting Busquístar. We proberen een overgroeid pad: mijn pet wordt geleurd door de vruchten van de moerbeiboom: het zijn precies framboosjes die aan een grote boom hangen.De vruchten maken lelijke vlekken op je kleren. Niet getreurd, we volgen de asfaltweg rechtreeeks over 1 km naar Busquístar. Bij het binnenkomen van het dorp zien we een aantal mensen op de dorpel van de supermercado zitten. Ik vraag hun beleefd: Sabe usted donde está la Casa Sonia? Een vrouw van in de 50 antwoordt: Yo soy Sonia! Verrassing alom! En ze gaat meteen voor. Casa Sonia ligt helemaal beneden in het dorp. Het is er bijzonder gezellig en we worden er gastvrij ontvangen. Een aanrader!