Dieren moeten net als wij mensen eten en drinken en hoe klein ze ook zijn, ze zoeken allemaal wat op om aan de kost te komen. Grote vleesetende dieren pakken de kleintjes en verslinden ze met huid en haar. Wat er blijft liggen wordt in de wildernis verorberd door kadavereter Hyena. Jarenlang hebben we onze vakanties doorgebracht op de Hoge Veluwe en zo'n bekende natuur corveeër daar is de mestkever. Gek is hij op poepresten en als zo'n heel leger van die mestkevers in actie zijn geweest, dan vind je van zo'n grote moeflonflats na enkele uren niets meer terug. Bekend is ook de pluvianus Aegyptius, een vogeltje die zelfs de gapende muil van een krokodil binnenhupt om daar parasieten en voedselresten op te ruimen en van voor tot achter krijgen tevens de tanden een schoonmaakbeurt en het mooiste is dat dit in de dierenwereld, in tegenstelling tot de mensenwereld, allemaal gratis is. Ook de zee kent een soort samenwerking tussen dieren en rondom de riffen heb je zelfs poetsstations, waar allerlei vissen uit de verre omgeving regelmatig op bezoek gaan om zich van hun ongerechtigheden te laten bevrijden. Sommige vissen houden zich slechts af en toe met zulke onderhoudswerkzaamheden op; andere daarentegen hebben er hun levenswerk van gemaakt. Behalve schoonmakers zijn ze ook EHBO'ers: ze reinigen wonden en eten de hinderlijk loshangende rafels daaromheen weg. De bezoekende vissen laten er geen twijfel over bestaan, wat het doel van hun komst is. Ze draaien de poetsvisjes hun zijkant toe, zetten alvast hun kieuwen wijd open of openen hun bek om de schoonmaakster uit te nodigen naar binnen te zwemmen. En zelfs de grootste roofvis doet geen moeite om die kleine poetser te verschalken. Zo'n haai kan bijvoorbeeld de hik krijgen en dan is het niet onmogelijk dat er af en toe wel eens een corveeër een verdieping lager opgenomen wordt en er is geen lift aanwezig om naar boven te komen. Men denkt dat al die dansende poetsvissen boven het koraalrif, waar hun station gevestigd is, daarom niet uitsluitend als een soort bewegend reclamebord, maar ook wel degelijk óók als uiting van angst daar zo ronddansen; ze willen best alles netjes cleanen, maar even graag zouden ze er mogelijk liever vandoor zijn gegaan. Een poetsstation biedt dikwijls de aanblik van een Oosterse kapperswinkel, waarvoor een rij klanten staat te wachten, terwijl de bedienden binnen bezig zijn de een na de ander af te werken. Soms worden de kappers brutaal; dan geven ze een stoot tegen de bek of de kieuwen van de klant, om hem aan te sporen die te openen; en als de klant die behandeling niet neemt, is een fikse ruzie het gevolg. Niet alleen vissen, maar ook bijvoorbeeld garnalen houden zich met poetsen bezig. En dan is er nog een eersteklas schavuit, de valse poetsvis. die helemaal geen poetsvis is, maar wel op een vast plekje tussen het koraal hangt te dansen. Wie er in vliegt raakt geen parasieten, maar wel een flinke hap uit zijn huid kwijt. Ook in zee kan men blijkbaar geen gespecialiseerd vak uitoefenen, zonder beunhazen op de gedachte te brengen het beroep van schoonmaker onverdiend een slechte naam te geven.



|