Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
Michel Doomst
Tussen ons gezegd ... ... en voesj gezwegen
23-05-2008
Belgica: Quo Vadis?
Hoe kunnen we samen verder?
De aartsmoeilijke aanloop naar de regeringsvorming heeft de wonden blootgelegd van de institutionele crisis waarin ons land momenteel verkeert. We moeten verder durven kijken dan de incidenten van vandaag en openlijk durven stellen dat het huidige systeem niet langer werkzaam is. De opeenvolgende staatshervormingen hebben er voor gezorgd dat de huidige bevoegdheidsregels onvoldoende transparant en duidelijk zijn. De bevoegdheidsverdeling is te versnipperd, waardoor een efficiënt bestuur wordt verhinderd. Telkens gewesten of gemeenschappen een initiatief willen nemen, lopen ze vast op federale regels.
Het actuele debat rond de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde wordt dikwijls smalend afgedaan als een symbooldossier, terwijl de echt belangrijke themas achterwege worden gelaten. BHV is echter uitgegroeid tot een supergevoelig dossier omdat het aanleunt bij de te ontwarren knoop, die enerzijds geldt voor de volgende stappen die moeten ondernomen worden en anderzijds voor de blokkeringmechanismen die dit land bedreigen.
De grote socio-economische en maatschappelijke uitdagingen waar we vandaag voor staan, zullen enkel een antwoord krijgen, wanneer we de moed hebben onze staatsstructuur grondig te hervormen door zoveel mogelijk basisbevoegdheden bij de deelstaten te leggen. Enkel wel omlijnde bevoegdheidsdomeinen blijven best op federaal niveau. Zo ontstaat een nieuwe politieke structuur die eenvoudig is en dicht bij de mensen staat.Federale loyauteit vereist dat de deelstaten elkaars grondgebied en taalstatuut onvoorwaardelijk aanvaarden en eerbiedigen. Deze loyauteit rechtvaardigt ook een financiële solidariteit via objectieve en omkeerbare overdrachten tussen de deelstaten. Alleen op die manier kan België een blijvende meerwaarde bieden voor zowel Vlaanderen, Wallonië als voor Brussel. Het confederale model zal op die manier zorgen voor een efficiënt bestuur dat midden de mensen staat. Het zwaartepunt ligt bij de deelstaten, de federale overheid beperkt zich tot een klein aantal bevoegdheden.
Het is de enige uitweg, want de huidige situatie dreigt ons van crisis naar crisis te leiden, precies omdat het onmogelijk is twee verschillende (maar evenwaardige) democratieën in één beleid te vatten. Politieke keuzes worden daardoor onduidelijk. Onvrede over de afgedwongen halve oplossingen (de zogeheten compromissen) groeit en financiële onverantwoordelijkheid wordt de norm. De wortels van de institutionele problemen zitten zeer diep en hebben lang niet alleen betrekking op het taalvraagstuk. Zolang de kwaal niet bij de diepe wortels aangepakt wordt, zal de malaise blijven voortbestaan. Dan dreigt zelfs de nu nog bestaande mogelijkheid van een win-win oplossing verloren te gaan.
Laat ons daarom samen uitgaan van gezonde en heldere principes, zoals die in de meeste federale staten worden toegepast, zonder enige territoriale of taalkundige expansiedrang. Laat ons de chantagetaal achterwege laten en de hand durven uitsteken om van dit land een samenwerkingsverband van verantwoordelijke deelstaten te maken, ten bate van iedereen. Samen werken vanuit de eigen sterkte geeft de beste resultaten !
Gisteren in de plenaire vergadering was het centrale punt de brand in een seinkast in Brussel-Noord. Samen met maar liefst vijf collegas kaartte ik het probleem aan van de zeer slechte communicatie bij de NMBS. In het verleden vroeg ik minister Vervotte daar reeds de nodige stappen voor te ondernemen, maar hetgeen woensdag gebeurde tartte elke verbeelding. De oorzaak van de brand is nog niet gekend, dus laat ik die kwestie nog in het midden tussen overmacht of toch slecht onderhoud. Binnenkort zal daar duidelijkheid over worden gegeven. Alleszins bewijst dit incident dat er momenteel geen noodplan bestaat om de reizigers de nodige informatie mee te geven. Vertragingen, afgeschafte treinen, spoorveranderingen, oorzaken en gevolg, amper iemand die wegwijs geraakte in de complete chaos. De NMBS moet ten dienste staan van haar reizigers, maar deze bleven hoewel de hoge temperaturen in de kou staan. Via de media kwam er mondjesmaat informatie binnen, maar de mensen onderweg waren genoodzaakt zich te beroepen op familie of vrienden thuis. Noch op de website, noch op de informatieborden was enige info te lezen. Getuigenissen van de massa zijn ondertussen voldoende gekend, maar ook in de andere stations was het rampzalig.
In Leuven verscheen op het scherm niets over een vertraging of afgelasting, maar wel brand..
Treinbegeleiders probeerden de nodige uitleg te geven aan de reizigers op de stilstaande treinen, maar werden overstelpt door vragen waar ze amper een antwoord op konden geven.
De trein zal uitzonderlijk niet door Brussel rijden. De reizigers met bestemming Brussel dienen af te stappen in Schaarbeek, waar een pendel naar de stations voorzien is.
Aangekomen in Schaarbeek leek het net of je terecht kwam in één of andere megastore die net zijn deuren heeft geopend op de eerste soldennacht. Een dolgedraaide mierenkolonie zou nog meer over haar toeren gaan. Waar is de pendel, wat is de pendel? Een doodnormale vraag, waarop een NMBS-begeleider het antwoord schuldig moest blijven. Wat doen mensen dan? Inderdaad simpelweg de massa volgen. Springend op een overvolle tram, hopend op een juiste bestemming, moest men zijn weg verderzetten. Nergens enige aanduiding van een pendel. Gelukkig is een mens inventief, anders
De minister stelde terecht dat inzake veiligheid wel het nodige werd gedaan, hoewel Brussel-Centraal meer weg had van een menselijk blik sardientjes. (mensen die de trein nemen zijn dat gewend, zie ik u al denken.) Ze was het anderzijds wel volmondig met ons eens dat de communicatie erbarmelijk was en dat er nog heel veel werk aan de winkel is.
Ik stelde haar alvast voor om dergelijke incidenten onmiddellijk op de website te plaatsen, vergelijkend met andere Europese landen. Er moet ook dringend werk gemaakt worden van een noodplan, dat een capaciteitsberekening uitvoert, zodat men vrijwel direct kan zien hoeveel treinen nog kunnen doorrijden. In Brussel is dit noodzakelijk, want met de huidige bezetting zit men op de rand van de limiet. Een derde aanbeveling was betere communicatie te voorzien om alternatieve tracés te gebruiken. In de plaats van Brussel, Mechelen als verbindingstad gebruiken op weg van Gent naar Leuven. Op zich een aantal kleine voorstellen, maar globaal genomen moet er zeer snel werk gemaakt worden van efficiënte en doelgerichte communicatie naar de reizigers toe. Hopelijk zit hier niet te veel vertraging op .
strafrechtelijke aansprakelijkheid van steden en gemeenten moet mogelijk gemaakt worden
De Commissie Justitie besprak vandaag het wetsvoorstel over de strafrechterlijke aansprakelijkheid van publiekrechterlijke rechtspersonen. Momenteel kunnen publieke rechtspersonen die een rechtstreeks democratisch verkozen orgaan hebben, zoals bijvoorbeeld steden en gemeenten, niet strafrechterlijk aansprakelijk worden gesteld. Met dit wetsvoorstel moet deze strafrechterlijke aansprakelijkheid wegens schending van de zorgvuldigheidsnorm mogelijk worden.
Momenteel kunnen steden en gemeenten niet strafrechterlijk aansprakelijk worden gesteld. De politieke verantwoordelijkheid die deze rechtspersonen dragen, sluit de strafrechterlijke aansprakelijkheid uit. Op die manier wilde men vermijden dat de overheid een schietschijf zou worden voor de misnoegde burger. Deze uitsluiting heeft momenteel echter een belangrijk neveneffect. Aangezien deze rechtspersonen zelf niet strafrechterlijk aangesproken kunnen worden, werd de laatste tijd steeds meer de individuele mandatarissen geviseerd, in casu de burgemeesters en schepenen. In de meeste gevallen gebeurde dit voor onopzettelijke misdrijven.
Zo werd vorig jaar de burgemeester van Damme strafrechterlijk vervolgd wegens tekortkomingen op het vlak van de openbare veiligheid. De oud-burgemeester van Gent werd dan weer vrijgesproken, nadat hij ter verantwoording was geroepen omdat een put in de weg een verkeersongeluk zou veroorzaakt hebben.
Het kan niet langer dat deze mandatarissen persoonlijk verantwoordelijk worden gesteld voor onopzettelijke misdrijven. Anderzijds is het geenszins de bedoeling de mandatarissen onaantastbaar en immuun te maken. Het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid de publiekrechterlijke rechtspersoon zelf strafrechterlijk aan te spreken voor delicten die mogelijks door haar fout of tekortkomingen zijn begaan.
De commissie reageerde positief op het voorstel, waardoor de deur geopend wordt om de huidige schemerzone te verlaten.
Ik diende dit voorstel in samen met enkele fractieleden (Mia De Schamphelaere, Katrien Schryvers, Raf Terwingen en Servais Verherstraeten) en OpenVlders.
Een zonovergoten weekend kondigt zich aan. Misschien even de tijd nemen om de afgelopen dagen te overpeinzen.
Een ongezien theaterstuk, anderen noemden het een poppenkast. Verschillende benoemingen passeerden de revue. De ene krant spreekt van verlies, de andere schrijft in schaaktermen over een remise, nog een ander dagblad meent dat Leterme er gisteren toch niet zo slecht is uitgekomen. Aanvankelijk moet het nog amusant geweest zijn voor de toeschouwers, maar ik vrees dat het snel begon te vervelen.
De vraag of gisteren iets opgeleverd heeft, rijst dan onmiddellijk op. Natuurlijk ! Een parlementaire procedure moet gerespecteerd blijven. Brengen we daardoor onze eerste minister in gevaar? Absoluut niet. We leven in een democratie met de scheiding der machten. De uitvoerende macht en de wetgevende macht leven niet samen. Als de uitvoerende macht tot een onderhandelde oplossing wil en kan komen, ben ik de eerste om ze te aanhoren. Gisteren werd een stap vooruit gezet in de parlementaire procedure. "Het leidde tot niets" hoor je her en der, aan de overkant van de straat hoor je echter het omgekeerde. De haan heeft gekraaid, waarna de leeuw zijn tanden toonde. Het gebrul en geklauw is (nog) niet in zicht geweest. Een vredevolle oplossing gebeurt stap voor stap. Soms is dat met kleine stapjes, soms met reuzensprongen.
Hetgeen steeds meer duidelijk wordt, is dat dit probleem op de levensader van ons federaal staatsmodel ligt. Het is geen klein kwaaltje meer, een behandeling dringt zich op. Laat ons dus zo snel mogelijk daarover rond de tafel zitten, want enkel zo zal er aan de verschillende problemen een oplossing kunnen geboden worden.
Uit recente cijfers blijkt dat vandaag al te vaak een ambulance uitrijdt. Minister van Volksgezondheid Onkelinx kondigde kort geleden aan de efficiëntie van de diensten te onderzoeken met als doel de werking van de centrales te optimaliseren.
Ik vroeg de minister in de commissie Volksgezondheid meer uitleg over haar plannen. Van kapitaal belang in dit domein is het medisch regelsysteem. Dit systeem houdt onder meer het verzamelen van de informatie in van diegenen die de 100-centrale oproepen, de keuze en het mobiliseren van de middelen, het opvolgen van de opdrachten en de evaluatie van de adequaatheid tussen het antwoord en de reële noden.
Momenteel hebben de contactpersonen in de centrales niet voldoende middelen om na evaluatie van een 100-oproep, eventueel te beslissen geen ziekenwagen te sturen. De verbetering van de dispatching is momenteel dan ook het onderwerp van belangrijke projecten, zowel op multidisciplinair niveau (agentschap 112 i.s.m. Binnenlandse Zaken), als op medisch vlak.
Concreet voor de centrales antwoordde de minister dat het uitsturen bepalend is. Daarom wil ze werk maken van een verbetering van het verzamelen van informatie, van de ontwikkeling van competenties zodat de situaties beter geëvalueerd en ingeschat kunnen worden en zullen er eenduidige richtlijnen worden uitgeschreven zodat de genomen beslissingen inzake het al dan niet uisturen van een wagen niet in twijfel kunnen getrokken worden.
Verpleegkundigen zullen nu als coach, adviseur en opleider optreden. Om de taak van deze te preciseren stelde de minister een besluit op dat op 25 april werd gepubliceerd.
Verder werd door de urgentieartsen een regelhandboek opgesteld, hetgeen binnenkort aan de verschillende mensen van de dienst 100 beschikbaar zal gesteld worden. Dit boek zal hen moeten helpen bij hun keuze van de middelen die ingezet worden. Het definieert een samenhang van vragen die moeten gesteld worden aan diegene die de 100 oproept.
Ik drong bij de minister aan op een accurate opvolging van dit dossier en vroeg naast de evaluatie van de centrales ook de interventietijden te bekijken. De efficiëntie van diensten moest inderdaad bekeken worden, maar anderzijds valt het nu nog te vaak voor dat er gebieden zijn, waar mensen veel te lang moeten wachten op de hulpdiensten
Minister Onkelinx wil wel, maar wacht op ziekenhuis
Minister Onkelinx is overtuigd van de noodzaak van een MUG-dienst in Halle, maar wacht nog steeds op een officiële aanvraag van het Sint-Mariaziekenhuis.
Dat antwoordde de minister me in de commissie volksgezondheid.
Verwijzend naar mijn eerdere tussenkomsten in de commissie, was ik vooral nieuwsgierig naar de huidige stand van zaken. De minister antwoordde dat ze voorlopig weinig kan ondernemen en dat de situatie sinds enkele maanden niet veranderd is. De bal ligt nog steeds in het kamp van het ziekenhuis. Zolang zij niets ondernemen, kan de minister geen verdere stappen zetten in het dossier. Ze beklemtoonde evenwel dat als het van haar afhing, er zo snel mogelijk een volwaardige MUG in Halle zou komen. Ze is en blijft overtuigd van de noodzaak.
Ik was wel opgetogen te kunnen opmerken dat het de eerste maal was dat de minister zo overtuigd sprak over de noodzaak van een MUG in Halle.
Straffe taal uit de mond van een oud minister-president van Brussel.
Leterme moet kiezen tussen de Wetstraat 16 en zijn kartel, zo luiden de woorden van de immer wijs geachte de Donnea. Een mes kan je op verschillende manieren tegen iemands strot houden, maar deze wijze getuigt van veel arrogantie en weinig subtiliteit. Zonder enige scrupules wordt de zoveelste bluf uitgespuwd. Het initiatief wordt opnieuw in Vlaamse handen gelegd, maar door de Franstalige eisen worden de keuzemogelijkheden herleid tot één enkele mogelijkheid. Eentje in de richting van een doodlopend steegje dat uitmondt in een bodemloze ravijn. Geen weg terug. Vlamingen zijn echter geen kippen zonder kop en denken eerst na vooraleer ze een bepaalde weg inslaan. Deze zal het alvast niet zijn.
We hebben gelukkig nog verschillende keuzemogelijkheden, maar ook de Franstaligen hebben die nog. Onder de regeringspartijen is er inderdaad afgesproken dat er over BHV zou kunnen gesproken en onderhandeld worden. Het is echter aan de Franstaligen om met een concreet voorstel te komen in plaats van steeds ultimatums te stellen.
Als volksvertegenwoordiger ben ik voorstander van de parlementaire weg. Als men tot een degelijke onderhandelde oplossing komt, zou het de coherentie van ons land misschien kunnen bevorderen, maar geen soelaas (zoals op dit moment) noodzaakt het verderzetten van de parlementaire procedure. De Franstaligen hebben in dit kaartspelletje alle troeven in handen. Ze kunnen jagen door een belangenconflict in te roepen, door aan de alarmbel te trekken en / of zelfs de stekker uit de regering te trekken, maar anderzijds weten ze ook dat ze niet soloslim (lees zonder Vlaanderen) kunnen spelen. Trouwens wat haalt zon procedureslag uit? De bal ligt in hun kamp.
Het standpunt van de partij is ook duidelijk. De te volgen weg is de parlementaire procedure met de agendering van de wetsvoorstellen in de Kamer. Als de Franstaligen echter toch opteren om in een serene sfeer te onderhandelen, zullen wij het gesprek niet uit de weg gaan. Opnieuw, ook hier is het aan de Franstaligen om uit hun kot te komen. Ze zullen dit al lang ingezien hebben, maar publiekelijk bekennen zit er voorlopig niet in. Hopelijk brengen de volgende uren hen wijze raad, want blaffende honden bijten niet.
Het feestgedruis in Luik heeft bepaalde Waalse politici inspiratie gebracht. Na een ad fundum met zijn commilitones kreeg Reynders het lumineus idee om BHV terug in de ring te werpen. Het zou tijd worden dat over dit zwaard van Damocles terug onderhandeld wordt. Wel koppelt hij er onmiddellijk een aantal eisen aan vast, hoewel ze er eigenlijk niet aan te binden zijn.
De benoeming van de ongehoorzame burgemeesters is een Vlaamse materie, de splitsing van BHV een federale. Het zijn allebei pijnlijke en hete hangijzers, maar daar stopt de gelijkenis. Je kan moeilijk golfen en voetballen over dezelfde kam scheren als balsport. Het zal vonken geven wanneer er federaal beslist wordt wat een Vlaams minister moet uitvoeren.
De splitsing kan in een tweede fase van de staatshervorming besproken worden, maar staat los van andere dossiers. Bovendien vragen de Franstaligen een initiatief van de Vlamingen. Wel, laat ons initiatief duidelijk zijn. Ons voorstel hebben we in de kamercommissie besproken en is daar ook goedgekeurd. Wanneer zij zich niet in het voorstel kunnen vinden, moeten ze maar een alternatief voorstellen. Ons standpunt is duidelijk. De bal ligt voorlopig in hun kamp. De vraag blijft wel of het een golfballetje of toch al eerder een voetbal is. Het mag duidelijk zijn dat een ad fundum niet altijd het gewenste resultaat levert, soms kan dit blijkbaar voor enige verwarring zorgen in de kennis over de bevoegdheidsverdelingen .
Renaat Landuyt heeft voor de zoveelste maal het warme water uitgevonden, althans als hij zichzelf gelooft. Beati pauperes spiritu (zalig de armen van geest) zei men 2000 jaar geleden. Hij vindt het onbegrijpelijk dat de jongeren, die opgepakt werden na het schietincident in Anderlecht, s anderendaags al terug op straat rondliepen.
Vorige week ondervroeg ik minister Dewael over soortgelijke incidenten, waarna die mij het sterk en efficiënt optreden van de politie nogmaals verzekerde. Enkele dagen later zijn de agenten zelf slachtoffer geworden, zodat de frustratie enkel maar kan toenemen.
Veel meer woorden dan deze van begin deze maand kan ik daar niet aan toevoegen. Toen zei ik het volgende:
Neem nu de steeds toenemende frustratie bij de politie. Vorig week deden zich een aantal zeer spijtige incidenten voor in Anderlecht. Jongeren hangen rond, vervelen zich en terroriseren als bezigheidstherapie de straat. De lokale politie staat machteloos. Hoewel er meer blauw ingezet wordt, zal het probleem blijven bestaan. Voor zon situatie bestaan mooie spreekwoorden, zoals bijvoorbeeld: dweilen met de kraan open. Jongeren worden opgepakt, maar omdat er geen plaats is, lopen ze een uurtje later opnieuw op straat rond. Het is spijtig maar niet meer dan logisch dat de arrogantie van die jongeren alsmaar groter wordt. Respect staat niet in hun woordenboek. Meer patrouilles lossen dit groot maatschappelijk probleem niet op, het doet de jongeren enkel van terrein veranderen. Zolang ze niet gesanctioneerd worden, zolang ze niet van hun vrijheid beroofd worden, zolang zal het probleem blijven groeien. Maatregelen dringen zich op, vijf voor twaalf is al lang voorbij.
Momenteel worden er dus extra mensen ingezet, maar dan nog. Neem nu de preventiebegeleiders. Wat kan één persoon doen tegen een groep/bende? Enkel versterking vragen, maar hoe snel die ook ter plaatse is
Minister Dewael stuurt ondertussen versterking vanuit de federale. Volgens de minister moet de politie met een duidelijke zichtbaarheid en aanwezigheid een signaal uitsturen waaruit blijkt dat ze aan preventie doet zodat de bewoners zich weer veilig kunnen voelen. Opnieuw, dit probleem moet net zoals onkruid bij de wortel aangepakt worden, niet bij de stengel. Tijd voor actie !
Het probleem is dus fundamenteler dan Landuyt laat vermoeden. In dit geval moeten er zaken veranderen, maar dat zal langer duren dan één nachtje. IJzer scherpt men met ijzer en nood breekt ijzer, maar je mag van een nieuwe minister niet onmiddellijk alle heil verwachten. Hij weet ook dat er veranderingen nodig zijn, maar een puinhoop van jaren ruim je niet op met één enkele kruiwagen te vullen. Het is immers een fenomeen dat al jaren bestaat, maar waar nooit iets aan gedaan werd. De jongeren hebben een onoverwinnelijk gevoel van straffeloosheid, niets nog kan hen raken. Herinner u nog het incident in Brussel, waarbij een jongere de draak stal met de politie door hen daags na zijn arrestatie gebak te brengen. Zo zijn er nog tal van andere voorbeelden, gegroeid uit een beleid van alles kan en alles .
De socialisten beginnen hun draai op de oppositiebanken te vinden. Na de verhuis van de kantoren hebben ze blijkbaar hun documenten van de voorbije jaren teruggevonden. Alles wat ze toen enerzijds ingevoerd hebben en anderzijds niet konden oplossen, kunnen ze nu beginnen afbreken. Enerzijds origineel en zeer inventief, anderzijds hypocriet en weinig constructief, maar zoals Horatius ooit zei: Niemand wordt zonder gebreken geboren.
Deze laatste wijsheid is eveneens toepasbaar op onze voormalige staatssecretaris. Hij heeft dit zelf toegegeven, maar drukte daarnaast wel op zijn waarden en normen. Vorige week schreef ik nog dat ik hem graag in commissie wilde ontmoeten, maar helaas Misschien volgende keer? Binnen de PS zijn er verschuivingen aan de gang, maar het zal nog even duren voor we het fijne er van zullen weten. Alleszins zijn de gebeurtenissen van de laatste dagen hoopgevend en jawel hoop doet leven!
De zomerse temperaturen laten voorlopig op zich wachten. Voor de ene komt dit beter uit dan voor de andere. Neem nu bijvoorbeeld staatssecretaris Laloux. Tot enkele weken geleden volledig onbekend, maar nu één van de meest besproken politici van België. Voor hem is het nu warm genoeg.
Het is misschien toevallig dat zijn lievelingsfilm Forrest Gump is life is like a box of chocolats, you never know what you gonna get, als opgeleide chocolatier is de box chocolats snel gevuld, maar soms kan je dame fortuna extra kittelen. Er gaat geen halve week voorbij zonder dat hij het nieuws haalt, idem dito voor bijvoorbeeld minister Decrem, maar in tegenstelling tot onze voormalige fractieleider, wordt er beleidsmatig geen enkel woord gerept. Na diagonaal de beleidsnota van Laloux doorgenomen te hebben, had ik nog voldoende tijd om ze horizontaal en verticaal te lezen. Pagina 5 met in het midden de titel Een ambitieus federaal plan trok extra aandacht, maar tegen het einde van de nota, amper een anderhalve pagina verder, was de aandacht verdwenen. Kleine kanttekening, het aantal paginas is zo hoog omdat elk pagina zowel de Nederlandse als Franse tekst weergeeft, van ambitie gesproken.
Na zijn vergadering bij een of andere Waalse watermaatschappij, de Naamse haven en de TEC Namen-Luxemburg, wil hij nu een onderhoud met de ondervoorzitter van zijn partij, Philippe Moureaux. Hij wenst de man in kwestie te ontmoeten, want hij begrijpt al de kritiek niet zo goed. Hij kan er toch ook niet aan doen dat hij gevraagd is geweest. Zolang Sinterklaas nog elk jaar langskomt, is dat toch een teken van braafheid, zelfs de paasklokken zijn dit jaar nog langsgevlogen. Het onbegrip is groot, maar misschien ligt dit wel aan de jaloezie. Laloux zijn nieuw levensmotto wordt weldra Hoge bomen vangen veel wind, maar ik ben een eik.
Ik heb de man nog niet ontmoet, maar ik hoop dit weldra eens in een commissie te kunnen doen. Ik kijk er naar uit!
Om bij te dragen tot een zo totaal mogelijk aanbod inzake ondersteunende maatregelen om energiebesparingen te stimuleren, heeft het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) als doel complementair te werken met lokale en gewestelijke initiatieven.
Momenteel is dit fonds echter amper gekend. Daarom vroeg ik minister Magnette welke concrete stappen en plannen zullen ondernomen worden om het fonds bij de lokale en gewestelijke overheden beter bekend te maken. Op dit ogenblik heeft het FRGE slechts één samenwerkingsakkoord met een lokale entiteit.De minister beloofde alvast de samenwerking te zullen dynamiseren zonder evenwel afbreuk te willen doen aan de lokale autonomie.
De minister erkent de vertragingen die het FRGE opliep bij de opstart van het project. Deze werden onder meer veroorzaakt door de organisatie die vereist is om op lokaal vlak een entiteit op te richten die voldoet aan de voorwaarden om met het FRGE te kunnen samenwerken. Met vijfentwintig steden en gemeenten zijn er reeds contacten gelegd, waarvan er een vijftiental ernstig geïnteresseerd blijken te zijn. De werkingsmiddelen waarover het FRGE beschikt, zouden een ondersteuning van deze gemeenten mogelijk maken op gebied van werking en personeel.
In 2007 haalde het fonds via een obligatielening vijftig miljoen euro op. Bovendien wordt jaarlijks twee miljoen euro als werkingsmiddelen toegekend, waarvan het overgrote deel dient als werkingsmiddelen voor de lokale entiteiten.
Ik heb er nu op aangedrongen om naar de lokale overheden toe te stappen, gezien de toch wel grote interesse. Ik sta er dan ook op dat de middelen en werking beter bij de basis worden bekend gemaakt opdat de geïnteresseerde steden en gemeenten er gebruik van kunnen maken. Een dossier om goed op te volgen !
Een maatregel die stilletjes zijn doorgang wist te vinden, is op het laatste nippertje toch nog in de schijnwerpers beland. Een nieuwe BTW-regeling voorziet in bepaalde gevallen een prijsstijging van elf procent. Geen haai die ernaar wilde kraaien, tot de luizen in de pels ferm begonnen te jeuken.
Wanneer iedereen moord en brand schreeuwt over de koopkracht, dat jonge gezinnen meer kansen moeten krijgen op een eigen woning, dat de belastingsdruk omlaag moet, dan gaat men een maatregel invoeren om dit alles te kortwieken.
Vandaag wordt dit in het parlement besproken en ofschoon de CD&V voorlopig nog niet van zich heeft laten horen, buiten onze minister-president dan, toch heeft onze fractie vele vragen. De aankomst leek dichtbij voor de maatregel, maar hij dreigt onder de spandoek van de laatste kilometer volledig stil te vallen. Waar men zondag Stijn Devolder naar de streep schreeuwde, zal dat hier allerminst gebeuren.
De consequenties zijn niet overwogen, althans niet in het teken van de mensen. Er zal nog een hartig woordje over gesproken worden, want ook de Vlaamse regering zal er niet mee akkoord gaan.
Maar om kort even op de maatregel zelf terug te komen. Hoe deze nu voorligt, wordt hij door de snuggeren onder ons onmiddellijk omzeilt. De achterdeurtjes, zijpoortjes en tussenwegen zijn in overvloed aanwezig, de rechte weg zal amper bewandeld worden.Een ernstig bezinningsreces dringt zich op.
1 april, een dag waar velen opstaan met ontzettend veel speurzin. Eén van de allereerste handelingen is het aanzetten van de radio, met als doel zo snel mogelijk de vissen uit het nieuws te halen. Ondertussen worden de kranten uitgepluisd, waarop het eerste gegniffel volgt. 1 april is één van die ochtenden die steeds goedgeluimd worden ingezet, of toch meestal
Meestal banale weetjes, maar soms toch met de nodige specerijen gekruid die vooral de nasmaak doet tintelen. Her en der worden onderhuidse speldjes geprikt, maar die irriteren minder dan de eerste muggenbeten. De Hollanders hadden de Vlaamse kranten gisteren al beet, de revanche zal wel volgen.
Hoe meer de dag volgt, hoe meer vissen het nieuws halen. Onmogelijk toch dat dit allemaal aprilvissen zijn, want waar is het echte nieuws dan?
Gedetineerde wandelt met mitrailleur over straat in Gilly Opnieuw illegalen ontsnapt uit centrum Erotische smsjes kosten Finse minister job zijn maar enkele van de titels die we voorgeschoteld krijgen. Spijtig dat een dag als deze in de paasvakantie valt, want het is een periode van weinig nieuws en weinig inspiratie.
Anderzijds kan er tijdens zon periode eens rustig over sommige zaken nagedacht worden. Neem nu de steeds toenemende frustratie bij de politie. Vorig week deden zich een aantal zeer spijtige incidenten voor in Anderlecht. Jongeren hangen rond, vervelen zich en terroriseren als bezigheidstherapie de straat. De lokale politie staat machteloos. Hoewel er meer blauw ingezet wordt, zal het probleem blijven bestaan. Voor zon situatie bestaan mooie spreekwoorden, zoals bijvoorbeeld: dweilen met de kraan open. Jongeren worden opgepakt, maar omdat er geen plaats is, lopen ze een uurtje later opnieuw op straat rond. Het is spijtig maar niet meer dan logisch dat de arrogantie van die jongeren alsmaar groter wordt. Respect staat niet in hun woordenboek. Meer patrouilles lossen dit groot maatschappelijk probleem niet op, het doet de jongeren enkel van terrein veranderen. Zolang ze niet gesanctioneerd worden, zolang ze niet van hun vrijheid beroofd worden, zolang zal het probleem blijven groeien. Maatregelen dringen zich op, vijf voor twaalf is al lang voorbij.
Momenteel worden er dus extra mensen ingezet, maar dan nog. Neem nu de preventiebegeleiders. Wat kan één persoon doen tegen een groep/bende? Enkel versterking vragen, maar hoe snel die ook ter plaatse is
Minister Dewael stuurt ondertussen versterking vanuit de federale. Volgens de minister moet de politie met een duidelijke zichtbaarheid en aanwezigheid een signaal uitsturen waaruit blijkt dat ze aan preventie doet zodat de bewoners zich weer veilig kunnen voelen. Opnieuw, dit probleem moet net zoals onkruid bij de wortel aangepakt worden, niet bij de stengel. Tijd voor actie !
De paasvakantie werd aanzien als een periode van stabilisatie, waar iedereen door de relatieve windstilte en politieke luwte terug op zijn voeten kon terecht komen. Een paar langere nachten, familieavonden bij de open haard of vriendenbezoekjes her en der, zorgen normaal voor een enorme daling van de bloeddruk, vandaar dat men ook zegt Vrolijk Pasen.
In Wallonië kennen ze dat blijkbaar niet meer. Ze kiezen een hoogdag uit om hun nieuw geschut uit te testen, en een paar dagen later vuren ze nog een beetje extra buskruit af. Hun bedoeling mag dan al onduidelijk zijn, snugger of slim is ze evenwel niet.
Een akkoord is gesloten, een doel is gesteld. Hetgeen Reynders nu doet is niet de spanning ontzenuwen, maar juist de rekker aanspannen. Nog een paar van zulke bommetjes en het knakt. Vlamingen zijn tolerant, durven verantwoordelijkheid nemen en in teken van het algemeen belang soms hun eigen wensen even uitstellen. (Even is kort, niet uit te drukken in jaren, maar weken en maanden)
In tegenstelling tot de vorige regeringen gaan we ons nu echter niet laten gijzelen. Ik begrijp dat het voor de Franstalige partijen moeilijk is om na negen jaren van absolute vrijheid plots mee in het gelid te moeten lopen. Anderzijds moeten ze wel begrijpen dat het in het belang is van alle Belgen, ook zij dus, dat er hervormingen doorgevoerd worden. Het wordt tijd dat ze hun oogkleppen laten vallen en ook de bereidheid tonen vooruit te willen.
Reynders wil alles over de verkiezingen van 2009 tillen, maar in Vlaanderen ligt het denken juist andersom. Hoe sneller, hoe beter, maar hoe meer de tijd vordert, hoe meer stappen Reynders achteruit zet. De wil om mee te werken aan een verregaande staatshervorming werd een paar maanden geleden meegedeeld. Zo kon er bijvoorbeeld gesproken worden over een volledige regionalisering van de arbeidsmarkt. Vandaag voelt hij zich niet goed in zijn vel, zijn concurrent binnen de partij komt in 2009 immers terug, waardoor hij zich in het nauw voelt gedreven en plots komt hij op zijn stappen terug. Eén ding moet voor hem echter wel duidelijk zijn: de bereidheid om enkele stappen te nemen in de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid gaat voor ons niet ver genoeg. We geven al veel toe, we zoeken naar oplossingen, proberen de polarisatie te ontwijken, maar een wijs man heeft ooit gezegd: trop is te veel, en te veel is trop.
Op zon manier ontmijn je nooit het politieke veld, waardoor de situatie van de afgelopen maanden enkel maar zal blijven escaleren. Begrijpt deze persoon dan niet dat hij met zulke houding de gemoederen in Vlaanderen enkel maar verhit. Het getuigt van weinig respect en weinig staatsmanschap. Die man die ooit wakker werd met de gedachte eens de premier van België te worden, gaat zich beter eerst nog even bezinnen.
Het zal steeds moeilijker worden om binnen een juiste sfeer en context de staat te hervormen, maar het mag duidelijk zijn dat aan de andere kant van de taalgrens niet altijd even toekomstgericht wordt gedacht. Voor eigengewin kan men een jaar of twee/drie vooruit denken, maar voor de rest?
Het is echter niet enkel Reynders. Zijn kartelpartner, die welgeteld twee verkozenen heeft en nu ook een staatssecretaris, weigert elke dialoog zolang de burgemeesters in de Rand niet benoemd zijn. De Vlamingen moeten zich herpakken, stellen ze. Constructieve houding, die duidt op een heel goede verstandhouding en ingesteldheid. Zulke gedachten en zaken worden in de Waalse pers dan nog eens versterkt door de journalisten zelf. Zo wordt er in Le Soir geschreven dat de oplossing voor de N-VA heel simpel is. Je roept alle leden naar Oostende, je zet ze op een boot en in het midden van de zee dump je ze. Satarisch en humoristisch bedoeld, maar toch waar gaan we in hemelsnaam naartoe?
Verziekt, verpest, verrot, ver .. Waar de week nog ongeschonden wit begon, verzuipt ze nu steeds meer en meer. De toestand wordt onhoudbaar.
Het aantal inbreuken op de trein steeg in 2006 opnieuw tot een record van 207.613 vastgestelde inbreuken. Dat waren er bijna 9.000 meer dan in 2005 en bijna 14.000 meer dan in 2004. Dit antwoorde minister Vervotte me op een parlementaire vraag.
Veertig procent van de inbreuken werden gepleegd door een inwoner van het Waalse Gewest, dertig procent door iemand van het Vlaamse Gewest, terwijl veertien procent inwoner was van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Opmerkelijk in de cijfers is de enorme stijging van daders zonder identiteit. Deze groep steeg van net geen 5.000 gevallen in 2004 tot bijna 27000 in 2006. Deze cijfers moeten wel hier en daar genuanceerd worden, zo zijn de reizigers die weliswaar een geldig vervoersbewijs hebben, maar het niet tijdig konden voorleggen of vergeten waren, ook in deze statistieken opgenomen. Voor deze laatste soort inbreuken wordt er een regularisatie voorzien binnen een tijdspanne van één jaar en dit de eerste twee keer gratis.
Tijdens de eerste tien maanden van 2007 werden 718 gevallen van agressie tegen NMBS-personeel gemeld. Meer dan één op tien van deze gevallen situeerde zich op de lijn Brussel Antwerpen (90), waarvan 60 tussen Brussel en Mechelen.De lijn Brussel Nijvel moet met een totaal van 58 meldingen niet veel onder doen. Opmerkelijk in de lijst zijn de hoge cijfers voor de korte lijnen rond Brussel. Zo waren de lijnen tussen Brussel-Zuid en Halle (35 meldingen), Brussel-Noord en Schaarbeek (20) en Brussel-Zuid en Brussel-Noord (39) samen goed voor dertien procent van het totaal aantal meldingen van agressie tegen spoorwegpersoneel.
Aantal vastgestelde inbreuken volgens woonplaats van diegene die de inbreuk pleegt:
Vorig jaar (tot 17 december) werden in de Algemene Nationale Gegevensbank 14520 seiningen van vermiste personen geregistreerd. Dat cijfer blijkt uit een antwoord van minister Dewael op een parlementaire vraag die ik onlangs stelde.
Dit cijfer omvat wel alle soorten verdwijningen. Misdrijven, ongevallen, zelfdodingen, parentale ontvoeringen, maar ook heel veel weglopers, misverstanden of verloren gelopen kinderen. Ook worden de herhaalde weglopers in dit cijfer opgenomen.
In meer dan de helft van de gevallen, met name 7897, ging het om een wegloper van huis of uit een instelling. Het Waalse Gewest telde het grootste aantal weglopers, 3640 op 5417 seiningen, Vlaanderen volgde met 2586 op 6395 seiningen, terwijl procentueel gezien Brussel de koploper is met 1671 op 2708. Het aantal onrustwekkende verdwijningen, waarvoor de lokale politie en de gerechtelijke overheden een beroep deden op de Cel Vermiste Personen, ligt bijgevolg veel lager dan het aantal seiningen. Bovendien worden meer dan een op drie van de seiningen binnen de eerste 48 uur opgelost.
Uiteindelijke kwam de Cel Vermiste Personen in 2007 (tot 17 december) tussenbeide in 1274 dossiers. (8% van het aantal seiningen)
De afgelopen 12 jaar werden meer dan 12000 dossiers behandeld door de Cel, waarvan er bij de laatste telling (30 juni 2007) nog 750 open stonden.
De grootschalige Tamtam-acties op telefoon- en nachtwinkels, uitgevoerd door de politie, de financiële en sociale inspectie, vertonen een duidelijk positieve tendens. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Binnenlandse Zaken Dewael op een parlementaire vraag van Michel Doomst.
Sinds 2004 werden in totaal 1073 winkels gecontroleerd, waarvan er 173 (16 %) moesten gesloten worden. Meer dan de helft van de gedwongen sluitingen vond plaats in 2004, terwijl de laatste twee jaar respectievelijk 20 en 19 winkels (10%) werden gesloten. In 2007 werden de sluitingen verdeeld onder Vlaanderen en Brussel (elk 9) terwijl in het Waalse Gewest slechts één winkel gesloten werd.
Naast de sluitingen werden tussen 2004 en 2007, op een totaal van 1722 controles, 358 mensen zonder papieren (20%) aangetroffen. De helft van de controles vond vorig jaar plaats, maar toen bleek nog slechts 6 procent van de gecontroleerde personen geen geldige papieren te hebben. Bijna zeventig procent van hen werd aangetroffen in Brussel.
De helft van de 358 personen zonder papieren werd reeds opgepakt in 2004. Het is duidelijk dat de controles steeds meer hun vruchten afwerpen. De evolutie van zowel het aantreffen van personen zonder papieren, als het aantal sluitingen van winkels toont een steeds sneller dalende tendens. De kentering is overduidelijk en duidt op de nood om dergelijke acties verder te zetten aldus Michel Doomst. De belangrijkste redenen voor de sluitingen waren het onwettig verblijven van de uitbater of tewerkgestelde enerzijds en het niet naleven van de sluitingsdagen of uurregelingen anderzijds.
Vlaanderen krijgt alweer het etiket opgekleefd dat het racistisch en discriminatoir tewerk gaat. Het VN-comité tegen Rassendiscriminatie (CERD) stelt zich openlijk vragen bij onze manier van werken.
Zonder rekening te houden met de situatie, laat staan het consulteren van een beleidsmaker, etiketteren ze ons zonder kennis van zaken. Hun ongerustheid mogen ze uiten, maar laat die dan wel gefundeerd zijn en geef de overheid de kans om ze te weerleggen. Welk belang kan er anders aan de uitspraken worden gegeven, dan louter stemmingmakerij. Aangezien zowel het Grondwettelijk Hof als de Raad van State reeds uitspraak hebben gedaan over de Vlaamse Wooncode, kunnen we besluiten dat de bevindingen van het VN-comité ongegrond en uit de lucht gegrepen zijn.
De Vlaamse wooncode sluit geen mensen uit, maakt geen verschil in kleuren en rassen. Blank of zwart, bruin of geel, het maakt niet uit. Ze is bovenal een sociale maatregel, dewelke getoetst en gewogen is, en gecreëerd om de integratie van anderstaligen, welke kleur dan ook, te bevorderen. De doelstelling is bijgevolg de omgekeerde van diegene dewelke ons verweten wordt. Het is verkeerd te stellen dat er een taalbeperking bestaat, laat staan dat deze tot discriminatie leidt, al zou het onrechtstreeks zijn. De kwestie wordt nu geprojecteerd alsof kandidaten zich moeten inschrijven voor een ingangsexamen, waar men met glans op moet slagen om vervolgens op de definitieve lijst van kandidaten ingeschreven te kunnen worden. Vlaanderen vraagt echter helemaal geen goed rapport, maar daarentegen wel een bepaald engagement van de kandidaten. De bereidheid en wil, daarover gaat het, niet de cijfers. Het principe van voor wat, hoort wat is universeel gekend.
Om een sociaal isolement te vermijden, om de integratie in de nabije omgeving te bevorderen, kortom om het samenleven te optimaliseren, is het aangewezen om notie te hebben van de taal. Omdat het een taak is van de overheid om dit mee te regelen, dient de Vlaamse Wooncode juist gezien te worden als een zeer sociale en constructieve en bevorderende maatregel. De VN slaat de bal bijgevolg volledig mis.
Hieruit blijkt nogmaals dat het schrijven van rapporten niet moeilijk is, maar het neerpennen van waarheidsgetrouwe daarentegen andere koek is. Het laatste zal hier nog niet over gezegd zijn, want ook op vele andere vlakken worden we bestempeld als gewelddadige en discriminerende racisten.
De boodschap voor de VN moet duidelijk zijn. Kom in het vervolg eerst eens langs, dan zal je zien wat voor een prachtig volk de Vlamingen zijn.
Het weekend van de verkiezingen is achter de rug. Frankrijk, Spanje, Hongarije en ja zelf OpenVLD organiseerde op één of ander niveau een stembusgang. Verschillende partijen of personen streefden naar de winst. Ook onze kartelpartner verkoos haar voorzitter. Een Mobutu-score noemde De Wever zijn resultaat, waarmee ook meteen duidelijk werd welke koers de N-VA uitvaart. We hadden weinig anders verwacht.
Bart Somers was ook in zijn nopjes. Bijna één op zeven liberalen stemde op hem, toch van de 24 procent die hun stem uitbrachten. Vele liberalen bevonden de tegenstand te licht en de verkiezing dus als waardeloos. Toch was de nieuwe voorzitter tevreden met de opkomst. Het geeft een duidelijk beeld van het democratische gehalte van de partij. Een eigenschap waar de Mechelse burgemeester ontzettend trots op is. Persoonlijk vind ik zulke opkomst eerder laag en geeft het een beeld van desinteresse. Als voorstander van de afschaffing van de stemplicht, mag hij met dergelijke lage opkomst niet gelukkig zijn. Stel je voor dat zon opkomst de uitslag van de verkiezingen bepaalt, waar zit je dan met het democratische gehalte?
Bij de N-VA was de Stalinistische score van Dewever afhankelijk van een groter percentage leden. Meer dan de helft van de leden bracht daar zijn/haar stem uit en dat kan als een sterk signaal gezien worden. Van de herkozen voorzitters krijgt Dewever dus het sterkste mandaat van zijn achterban.
De ene Bart blijft er nederig bij, de andere bulkt van ambitie. Als leider van een politieke formatie mag je af en toe een beetje meedeinen met de golven, maar je moet ook rekening houden dat je passagiers niet zeeziek worden. Somers predikt zijn partij het middenveld in en hoopt volgend jaar een kwart van de kiezers te strikken. Hij vergeet daarbij wel dat zijn partij om een bepaalde reden slaag heeft gekregen en dat er sindsdien in die partij nog niet veel veranderd is. Een paar dissidenten hebben de kant van Dedecker gekozen, maar voor het overige is het nog steeds dezelfde inhoud. Het wordt tijd dat Somers zijn oogkleppen verliest, anders loopt hij nog ergens tegen aan. We zullen wel zien .
In het kader van het programma om de toegang van de postkantoren aan te passen aan mindervalide personen, investeerde De Post in 2007 voor 140.000 aan aanpassingen van deuren en hellende vlakken. Voor 2008 is een budget voorzien van 300.000 euro. Dit antwoordde minister Vervotte op een parlementaire vraag van kamerlid Michel Doomst.
Het strategische plan van De Post bepaalt dat tot 2011 elk jaar een twintigtal kantoren structureel zullen aangepakt worden. Daarbij zal vooral aandacht worden besteed aan het verminderen of volledig wegwerken van de soms moeilijke toegankelijkheid van de kantoren.
Het vijfjarenplan zal op die manier tegemoet komen aan de verwachtingen en het percentage van toegankelijke plaatsen optrekken van ongeveer 55 procent naar 90 procent in 2011.