Zoals het een goede Baron betaamt, voor een Minerva had je een chauffeur in dienst. Maar soms ging de Baron zelf achter het stuurwiel zitten. In de latere jaren werden er meer Minerva's aan 'simpele' mensen verkocht. De modellen werden ook beterkoop, maar nog steeds een status symbool.
Het vertrek aan de Dikke Mee in Antwerpen verliep vlekkeloos, al was het soms moeilijk doorkomen tussen wel zeer veel kijklustigen en fotografen. Zeer mooie originele thermometer, van voor het 'mascotte' tijdperk. (1922) schitterende details, Franse carrosserie. De werkplaats van de chauffeur welke zijn handen letterlijk vol had. De benzine stand moest je wel achter aan de auto gaan aflezen. Ingebouwd in de tank, en uitgedrukt in Gallons en Liters Een foto gemaakt onderweg naar de middagstop. En naar het Stampe/Vertonge (vliegtuigconstructeur) Museum, de fabriek waar de motoren voor Minerva werden vervaardigd.
De Minerva van Henri Ford was uitgerust met speciale Olie/luchtvering, destijds in Amerika toegepast o.a. ook op Caddilac en Packard. Een Minerva van de laatste generatie's uit Museum Bosaert te Ieper. 1933 Rapide 25 pk.
Bij aankomst op de luchthaven werden de deelnemers onderworpen aan een snuffelhond test. Dat de nummerplaat niet reglementair is maakt niet uit. Deze Minerva AG reed helemaal vanuit Limburg naar Antwerpen, deelgenomen aan de rally, en terug naar huis. 310 km er bij op de teller. Proficiat.
In totaal werden 16 Minerva's verwacht op de aankomst.
Het was een drukke dag, 27 augustus, want er was niet enkel de Minerva dag, maar ook de 'Parel der Noorderkempen' . Ook een pre war rit, met alure, welke ook al enkele jaren meegaat. Niet exact geteld, maar toch zeker twee dozijn vooroorlogse auto's aan de startlijn. Voor elk wat wils, van goot tot klein, en in tegenstelling van de Minervadag, profiteerden ze hier wel van een schitterende omgeving temidden van heel veel groen, en dat op slechts een Boogscheut van het Drukke Antwerpen, nml in 's Gravenwezel. Moet volgend jaar zeker op de agenda als potentieel deelnemer.
Het is ondertussen een constante om op 15 augustus, Hemelvaartsdag richting kust te trekken. Enerzijds voor de animatie en het vuurwerk in Mariakerke, en anderzijds om de topmobielen, deelnemend aan de kastelentocht van de Torhoutse oldtimerclub te gaan aanbidden. Het is zoals de geur van vers gezette koffie en chocolade in de oven die je in de ochtend naar de keuken leidt. Dit jaar echter, al heel vroeg in de ochtend, vertrokken met een ware donderslag, en bakken vallend vocht. Wat er te weinig was in het voorjaar was blijkbaar opgespaard voor vandaag. Maar, dat vormt een helder contrast met de vorige jaren. We kwamen daardoor maar net op tijd om de kolonne te zien vertrekken. Mooi ! We aanschouwden met poppetjes in de ogen een 70 tal vehikels, en wie aan salooning deed, die was vandaag het heertje. Regen en miezer hielden het al vlug voor bekeken, maar toch, echt warm was het ook weer niet, maar dat mocht de pret niet drukken. De chauffeurs mochten hun rijtuigen weer met meesterlijke beheersing voorrijden bij een 20 tal kastelen (deze hebben we niet geteld) om begroet te worden door de bewoners. Overdaad aan romantiek ook door de dames en heren in hun gepaste klederdracht. Een verhaal dat verder leeft, bevroren in de tijd.
De organisatie behaalde weer een dikke voldoende op de schaal van goed.
Van een schotse lezer die regelmatig dit blog bezoekt, kregen we dit bijzondere verhaal toegestuurd, in het kader alle Minerva belangstelling.
Het werd opgetekend uit eerste hand door Sir Peter Bistrow, welke op 89 jarige leeftijd overleed in 2002, en werd gepubliceerd in een Brits autotijdschrift in 1985.Sir Bistrow, was RAF piloot in 1935 en rechter aan de balie van zijne Majesteit the Queen.Het verhaal speelt zich af in 1910, en beschrijft nauwkeurig de huwelijksreis van zijn ouders, welke naar Venetië trokken, per Minerva, bijgenaamd de windhond. Het werd geschreven aan de hand van een bijgehouden logboek en foto’s.Lees en geniet, huiver mee, want in 1910 ging het er lichtjes anders aan toe dan vandaag. De reis duurde 41 dagen lang. Wellicht zijn er nog meer foto’s gemaakt, van betere kwaliteit dan degene die we hier kunnen tonen. Hopelijk komt er ooit iemand die ze heeft en wil delen.
Ga er op het gemak bij zitten, want deze tekst neemt al vlug enkele bladzijden in beslag. Tekst moet wel nog verbeterd worden; vlug en vrij vertaald. Neem het ons dus niet kwalijk.
The Greyhound.............
Wie herinnert zich nog het merk Minerva welk competitie voerde met Hispano Suiza en de Rolce Silver Ghost, omwille van zijn zijdezacht lopende motor. Mijn grootmoeder van vaders kant, toen 70 jaar oud was de trotse bezitster van een 4 zits open tourer. Hij was bovendien uitgerust met een opvouwbaar dak om het haar droog te houden. Net een wagen om een beetje in haar woonomgeving (Chislehurst) een beetje rond te toeren zou je zeggen, en om bezoekjes te brengen aan haar talrijke familieleden in oost Kent. Maar, dit is eigenlijk wel de minst toepasselijke functie voor zo een schitterend voorbeeld van automobiel en techniek.
Het werpt een interessant licht op de wegen en reisomstandigheden in het Europa van toen. Deze opgeschreven feiten reflecteren, samen met eigen commentaar de prestaties van de Minerva en de chauffeur in chronologische volgorde, met bijvoeging van genomen relevante fotoÂ’s.
Ze brachten de nacht door in Beauvais en maakten een wandeling na het avondmaal. Ze zagen Mc.Donald voor het eerst met een groene Tiroolse hoed.
De derde dag vertrokken ze rond het middaguur naar Villences. Rechte wegen maar zeer hobbelig. Weer een platte band, welke volledig werd vervangen door een Palmer. Het was erg warm en de beide Heren verfristen zich met een glas bier. Ze Lunchten in Forreten bereikten de DementieresÂ’s villa nog tijdig voor de koffietijd. Ze verbleven hier 2 nachten om terug op positieven te komen.
Daarna ging het verder naar st.Germain om nieuwe banden te gaan kopen. Ze kochten 2 Michelins ‘non skid’ met binnenbanden voor 30 pond. Mc.Donald had ondertussen de nacht in Parijs doorgebracht en werd gebeten door een witte hond. Het was de fout van de hond. De zesde dag reden ze via Versailles naar Fontainbleau. Het gespreksonderwerp van die dag was; Waarom slapen in Frankrijk honden overdag altijd midden op de weg?
Weeraleen zeer hobbelige weg. Om een of andere mysterieuze reden werden de schokbrekers verwijderd. Het logboek verklaart niet waarom. Er waren ook problemen met de bedrading, maar geen exacte gegevens. De zevende dag verbleven ze in Fontaine Bleau, het was 90 graden in de schaduw. Ze reden een beetje rond in het bos, en de chauffeur was in zijn element, en droeg weer zijn Tiroler hoed, en kocht een krant ‘The Daily Mail. Zeer attent van hem.
De 8ste dag vertrokken ze vroeg richting Orleans, in gietende regen. De weg was wel perfect, en 10 km voor aankomst stopte het met regenen en kon het dak er weer af. Ze namen een ontbijt in Hotel St. Aignan. Op de rekening stond een koffie met cognac voor de chauffeur, waarover een kleine discutie ontstond. Dan ging het verder naar Blois.Een heel mooie rit langs de Loire, maar ook langs smerige en arme maar ook pittoreske dorpjes, 60 kilometers afgelegd in anderhalf uur.
Terug naar Blois voor thee en een snelle rit naar Tours. De chauffeur was echt in form en onderweg staken we een 50pk Berliet voorbij. De Minerva kreeg voor het eerst de bijnaam ‘Windhond’ greyhound.
We ondernamen een 100 kilometer lange rit naar Milaan voor het plaatsen van een ‘vrije’ uitlaat. Ik veronderstel dat men daarmee bedoelde een By- pas klep waardoor de uitlaat niet via de demper ging, en meer geluid maakte zodat men de windhond beter hoorde aankomen. De bewoners hier waren niet gewoon aan stille auto’s zoals onze windhond.
Bij een Rolls silver ghost was zo een ‘silencer’ standaart aangebracht, te bedienen met de linkervoet. Speciaal voor ritten op het ‘continent’. In Engeland was dit systeem hoogst illegaal. Het geluid was formidabel.
De reis ging daarna verder 70 kilometers naar Lanzo met heerlijke uitzichten op Mont Rosa en het Lugano meer. Maar ondertussen hadden onze windhond en Mc.Donald een welverdiende rust.
Op 11 juli ging het dan richting Verona, 200 km in de richting van Venetië. Vertrek om 8 uur in de morgen, volgetankt in Como, en zo naar Milaan, porto Venezia, Treviglia naar Brescia. Op deze weg passeerden we het Garda meer, afgeboord met bergen die verstopt zaten in de mist. Adembenemend hoe het eruit zag in de achter ons opwellende stofwolk. Het stof steeg ook op tussen de planken van de vloer. Beangstigend. De bewoners waren zeer beleefd en vriendelijk. Paarden in rust waren duidelijk niet gewend aan auto’s.
We bereikten Hotel d’iatlia’ in Brecia tegen de middag voor het ontbijt. De weg naar Verona was vrij goed, bijna perfect, enkel de toegang was een beetje vreemd. We verlieten Verona dan weer om 10.15, het was heel heet. De weg was recht en breed, maar zeer modderig als gevolg van een hevige donderstorm die nacht, en de dikke Italiaanse stoflagen. We reden via Vincenza naar Padua via de buitenwijken. Padua was ronduit verrukkelijk, maar grimmig en oud. Vanuit Padua namen we een bochtige weg naar Mestre, het vlakke land voor Venetië. Deze weg liep tussen een kanaal en een tramlijn gedurende 30 kilometer, en er lagen charmante villa’s en paleizen. Bij een overweg in Mestre brachten we onze windhond naar een garage. Een voorlopige bedrading, geplaats in Verona had besloten los te laten. Het was eerder een smerige haven. Duizenden kleine jongetjes, allemaal roepend en tierend. Concurrerende garagebedienden verzochten de automobilisten het hen niet kwalijk te nemen. Ze kregen hier de titel ‘vreemdeling’ opgespeld. Kwart na 1 konden we verder naar Venetië.
Het gezelschap verbleef hier 3 nachten.
De terugreis
15 juli vertrokken ze met spoed naar St.Juliano. Mcdonald nam openbaar vervoer naar Mestre. Mc.Donald was in de haast zijn bagage vergeten. Telefonisch regelde hij dat deze naar Como zou gebracht worden. Ze verlieten Mestre om 12h15 en passeerden Padua en Vincenza. Onderweg kochten ze pruimen en rijpe groene vijgen voor 5 lire. Na hun lunch naast de weg, begon het weer te onweren. De kap werd opgezet, en de rit ging verder naar Brescia.Ze besloten zich naar Lecco te begeven. In Ospitatello, 11 kilometer voor Brecia moesten ze wachten op Benzine, en ze ontdekten dat de nieuwe Michelin achterband lek was. Ze trokken naar een binnenplaats van een herberg om de band te verwisselen, omdat ze zagen dat deze begon te scheuren. Zeer hulpvaardige mensen. Om 6h45 was de band gefikst, en ze begaven zich naar Brescia. Het was weer erg warm. De 16e begaven ze zich om 10h30 via Bergamo naar Lecco. Bergamo ligt op een heuvel en is een heel mooi dorp. Het hotel in Lecco was zeer teleurstellend, om niet te zeggen slecht. Na een lunch ging het verder via Erba naar Como. Mooie weg en warm weer. Ze klapten de voorruit omlaag om wat frisse wind te genieten. Vele kleine meren aan de linkerkant. Arriveerden in Blevio om 3h30, op tijd voor de thee, en ze ontvingen post. Het was er heel heet, en ze verbleven hier 4 dagen. Een jonge man, en vriend van de oudere broer van Mr. Bistrow, was hier in functie van de Wolseley Siddely firma. Ze brachten veel tijd door aan en in het meer, maar het bleef heel heet. De laatste nacht woede er een hevig onweer. Op 21 juli vertrokken ze dan om 9h15 richting naar huis. Ze werden tot aan de Zwitserse grens bij Chiasso vergezeld door 2 vrienden. Eerst werd olie en benzine aangevuld in Como. Om 10h30 hadden ze een ontmoeting met de douane, en Mr. Bistrow zette750 pond waarborg op een Zwitserse rekening. In betaalde met goud. Inderdaad, Zwitserland kende toen ook al wegentax.
De weg ging vlot verder naar Lugano, sommige herstellingenaan de banden begonnen los te komen. De weg liep naast de spoorweg aan het meer van Lugano, prachtige wolkenloze dag. De weg vanLugano naar Bellinzola was minder goed. Ze reden ook langs het meer vanMaggiore. Op dit stuk klommen ze 1800 voet naar Mount Generi, maar het leek niet zo steil. 12h30 In Bellinzona verfristen ze zich met bier en koekjes en reden verder naar Faido. 14h20 kwamen ze hier aan, het was warm. Ze lunchten hier in een restaurantje naast de markt. Het eten was goed.De beklimming ging verder tot 3h30 in Airola. Daar stond St.Gothard hen op te wachten. De weg was goed, maar lang niet zo breed als mont Cenis. Maar de uitzichten adembenemend. Er waren nog meer haarspeldbochten, en er lag meer sneeuw. Het water van de windhond kookte. Er werd gestopt voor een foto, en er werd voor het eerst Duits gesproken met een kraanbestuurder. Mr Bistrow nam het stuur over en het ging verder tot aan de top. Het uitzicht was gewoonweg onvergetelijk. Ze lieten de motor afkoelen, dronken bier en bewonderden de berggeiten, koeien paarden en honden.
De afdaling dan was iets minder maar nog steeds goed. De remmen waren niet zo goed. Ze reden tot Andermatt, hotel Bellevue. Ze moesten vertrekken voor 8h omdat dit stuk van de weg op de St.Gothard enkel open is van 6 tot 8 voor gemotoriseerd verkeer. Het alternatief is gedurende 10 km getrokken worden door paarden. Ze moesten hiervoor ook nog een vergunning aanvragen bij de lokale politie. Evenementen hadden schaduw eerder al geworpen door afgesloten wegen. In 1910 lieten de Zwitsers hun dominerend paarden verkeer niet in het gedrang brengen door die verdomde automobielen.
Zelfs vandaag nog willen de Zwitsers niet dat hun wegen kapot gereden worden door vrachtwagens, welke hier graag rijden. Hier speelt de soevereiniteit van de Zwitsers in Europa een grote rol.
Vroeg om 6h30 ging het dan richting Goschenen, waar ze hun speciale toelating moesten verifiëren.
De verdere afdaling was erg steil en veel bochten, maar niet zo erg als de afdaling die ze meemaakten naar Italië toe. Het wegoppervlak was nog al losjes, en er was een snelheidsbeperking van 10 km/h, in ieder dorpje, en zelfs op plaatsen waar er slechts enkel huizen stonden, en dit in bijna heel Zwitserland. De boetes bij overtredingen lagen van 2 tot 200 francs. Deze werden evt. afgehouden van de betaalde waarborg aan de grens.
Vanuit Alldorf namen ze de Axenstrasse, een prachtige vlakke weg richting Brunnen, met mooie uitzichten en tunnels die verlucht waren. Dit was de beste weg die ze gedurende de hele reis hadden gehad. Ze hadden steeds zicht op het Lying meer en de besneeuwde bergen aan de linkerkant, en ook aan de rechterkant bergen. De Axelstrasse is in feite een richel tussen 2 bergen. Brunnen was een kwartier rijden, en vandaar naar Lucerne aan het bijhorende meer. Een bord aan de kant van de weg, 6 km voor kussnacht, waarschuwde; Gemotoriseerd verkeer verboden tussen 12 en 24 h. Omdat het nog voormiddag was, kregen we de toelating om door te rijden. Er was een kleine discutie met een man die een hotel bus reed, en blijkbaar een probleem had met broodrovende autoÂ’s.
Op tijd voor de lunch in hotel Palace Lucerne, 12.00h waar het eten goed was, en de prijs ook; althans volgens het oogpunt van het hotel. De bergweg over de Brusug was enkel open tot 6pm, maar het toeval wilde dat net vandaag gesloten wegens een landverschuiving in de omgeving van Interlaken.
Het was een goede weg maar met veel dorpjes waar overal de snelheidsbeperking was. Bereikten Bern om 5h. Hotel Bernshoff, goed maar duur. We verlieten dit hotel 's anderendaags om 11h in gietende regen. We reden verloren in het Jura gebergte en beklommen een steile, lange pas, en reden dik 20 kilometer in de verkeerde richting. We bereikten Neufchatel om 12h45. Lunch okay in hotel belle vue. Daarna direct verder naar de grens in Les Verieres, waar ze geen problemen hadden.
Van de Zwitserse douane kregen ze hun 720 franc waarborg terug. Hier namen ze een passagier mee tot Pontarlier, omdat deze geen trein meer kon nemen. Het was ondertussen getopt met regenen. Van Pontarlier tot Besancon 59 km verliep perfect.
24 juli verlieten ze Besancon 9h30, bewolkt maar geen regen, via Langres naar Chaumont. Hotel les fontaines, excellente lunch. Zeer snelle rit naar Troyes, met een gemiddelde van 60 km/h gedurende 94 kilometer. Mrs. Bistrow aan het stuur. Via Provins voor de koffietijd om 4h30 verder naar Parijs. De weg langs het bos de Vincennes, was hier hobbelig en slecht en soms zelfs onverhard. Ze betaalden 1 franc accijns op 7 liter benzine. Ze verbleven in het Elysee palas hotel. Uitstekend diner. Ze hadden geen problemen met de banden en waren uiterst tevreden van de Pirelli.De wagen deed het fantastisch.
25 juli brachten ze door in Parijs met een ritje van 25 kilometer in het bos tot Longchamps. De volgende dag reden ze via St.Germain en Poissy tot Rouen, waar ze overnachten. De volgende dag verbleven ze in Dieppe, en de dag daarna staken ze het kanaal over, en terug naar Chistlehurst.
De prestatie's samengevat;
De Windhond legde tussen 16 juni Calais-Venetiëen 27 juli Venetië Dieppe een afstand af van 3773 kilometer. Van Chistlehurst tot Folkestone en de overzet niet meegerekend.
Hun enige technische mankementen waren een elektrische draad op de 2de dag, het mysterie met de schokbreker op dag 6, en 5 lekke banden, waarvan slechts 1 veroorzaakt door iets wat op de weg lag, een grote bout. Ze kochten 2 nieuwe banden en binnenbanden. Een platte band was in 1910 geen sinecure. Een band afnemen en terug oppompen was niet evident. Op De laatste vier dagen van de teugweg legden ze 996 kilometer af, waarvan 390 km toen ze naar Parijs reden. Na deze reis keerden de windhond met chauffeur terug naar de grootmoeder om haar in de omgeving van Chislehurst te verplaatsen. Het verdere verhaal van LD 1740 is helaas onbekend.
Even de moeite genomen om deze trip op een kaart uit te tekenen.
Rode lijn heenreis, groene terug.
Het steken van een nieuwe 'Pirelli' op dag 2 van de trip. Chauffeur Mc.Donald kijkt toe hoe Mvr. Bistrow een handje helpt. Ze kreeg er dorst van.
Een stop op de top van Mont Cenis, waar een douanier al stilletjes in zijn handen wrijft.
Een foto genomen aan de voet van Mont Cenis.
Aan de top van Mont Cenis. Douane beambte staat reeds in zijn handjes te wrijven. De windhond op weg naar Venetië Minerva zoekt afkoeling aan de Italiaanse grens 22 juli 1910. Ze bereikten de top van de St. Gothardt. Aan de Italiaan/Zwitserse grens te Chiasso, met een meegenomen passagier.
Dit jaar op weg naar een Zuiderse bestemming hadden we de gelegenheid een bezoekje te brengen aan de Bakermat van ons al jaren trouwe vervoersmiddel.
Wat Minerva betekend voor België, Rolls Royce voor het Verenigd Koninkrijk, is Mercedes voor Duitsland een gelijke.
Het gloednieuwe museum is de moeite om even te stoppen als je in de buurt bent. (Mercedes strasse 10) De geschiedenis begint op de bovenverdieping en men loopt dan zoals door een slakkenhuis naar beneden, zodat men per niveau een decennium automobielhistorie kan bewonderen.
Daarnaast enkel zalen gewijd aan o.a. auto's van beroemdheden, reizen/vrachtwagens en de racerij. Een impressie hier beneden.
Het begint met de eerste vervoermiddelen 1886 - 1900.
Om daarna in onze favoriete periode, de tiener jaren te belanden met enkele sublieme Mercedes tourwagens.
Over naar de 20er en dertiger jaren....
Een apparte zaal voor wagens van beroemde en gekroonde hoofden. Zoals deze van de koning van Marokko, en op de achtergrond die van de wagen van de laatste Duitse keizer, waarmee hij vluchtte naar Nederland.
Dertiger jaren met fantastische luxe wagens. Jaren 50. (veertiger jaren overgeslagen) En op de benedenverdieping sluit men af met de racegeschiedenis van het Merk met de Ster...........
Met dank aan de lezers van dit blog, nog enkele mooie Minerva foto vondsten.
Het mag altijd meer zijn, dus laat maar komen.
Een hele mooie familiefoto samen met Minerva 160774, welke toen nog nieuw was.
Ook deze Minerva werd in de bloemetjes gezet. Oma aan het stuur. Schitterend.............. laat maar komen die foto's, zo hebben we ze graag.
Een schitterende Hibbard en Darrin carosserie bij deelname aan een concours. Wij weten het niet met zekerheid, maar volgens de inzender is dit een Minerva met actrice Melle Elhinger.
Van deze zijn we ook niet zeker, maar het is wel een Belgische wagen. Belgische Militairen en Politie doen een controle.
Circuit des Ardennes ging al van start op donderdag en vrijdag met een prerun rit voor de alleroudste voertuigen.
Zelf waren we er niet bij maar van enkele lezers kregen we toch beelden en toelating om ze hier te tonen. Sommigen waren er op zaterdag niet meer bij. Onze dank hiervoor.
Het waren slechts een 10 tal equipe's, maar daarom niet minder interessant.
Het is
slechts om de 3 jaar dat dit feest gedurende 3 dagen georganiseerd word, en dit
reeds voor de 6 de keer. We zijn er trots op dat we er iedere aflevering bij
mochten zijn, en we verheugen ons op voorhand op het feit dat we ook ieder jaar
weer nieuwe ontdekkingen mogen doen.
Dit jaar
stonden op het stadsplein een hemelse parade van voertuigen tentoongesteld met
royale achtergrond. Namelijk de fantastische FN 6 cilinder staf car van Albert
I uit 1914 en de Bugatti van toen nog
prins Leopold III. Als dat geen toppers zijn.
Wellicht is
het een troebele gedachte, enkel interesse hebben voor de pre war categorie,
maar we waren erbij op Zaterdag om de Pre run te verkennen.
Volgens de
gratis te verkrijgen cataloog, ook op de
website te vinden, waren er 124equipes
ingeschreven met voertuigen van voor 1940. Stuk voor stuk chroniqueurs van hun
tijd.Of we deze allemaal te zien kregen
op Zaterdag, daar mag ik aan twijfelen.
Zo uit het hoofd schat ik er zo een 50 tal gezien te hebben, inbegrepen de categorie
Bugatti, welke om een of andere duistere reden een aparte klasse vormt. In deze tuin van omstuimigheid, woordenloos
schouwspel van vuur en rook, waren de
grote afwezigen de cyclecaristen.Slechts een enkele Amilcar, Rally of andere diens gelijkende stonden aan
de startlijn. Ondanks het feit dat de hele scene van vooroorlogse wagens en
motorenjaar na jaar inkrimpt, toch
enkele spectaculaire nieuwigheden mogen bekijken, wat het geheel dan toch weer
de moeite maakte om er bij te zijn. Zonder geheimzinnigheid is er geen verhaal.
Wij
noteerden in ons geheugen de neergedaalde MuzeÂ’s ; Henri de la Fresnaye , inhet kort FL sports uit 1909 , de Brasier
voiture de course uit 1907 en de Midland Model L uit 1911 als onvergetelijk. Hiermee stonden al onze chakraÂ’s weer op
scherp. Een hele mooie Gregoire met
voldoende hoeveelheid charme, stond niet vermeld in de deelnemerslijst, en verraste ons
aangenaam. Aangezien hij er als nieuw uitzag, misschien een recent voltooide restauratie.
Respect.We hopen deze meermaals te
mogen begroeten. Dit jaar redelijk wat
leden van de Rvccb met daardoor bekende voertuigen.
Het oudste
deelnemende voertuig was een Nagant Gobron uit 1900, maar de eer van de oudste
tentoongestelde ging naar een Belgische Germain 1898, welke in 1960 in de
kelders van de fabriek werd teruggevonden en chassis nr 1 draagt.
We waren
zeer aangenaam verrast met de rit zelf waardoor we ons afvroegen waarom de
Belgen in de zomer massaal naar het buitenland trekken. De Ardennen, getooid in
zijn zomerse kleuren, zijn zo mooiÂ…Â…Â….Met een tussenstop in Marche en Famenne scoorde de organisatie echter geen goede
punten door een te kort aan parkeerplaatsen. Jammer, want plaats was er wel
voldoende geweest met een beetje meer inzet.Nu, het plezier was even groot en het was althans voor ons geen reden om
over 3 jaar niet meer aanwezig te zijn. Onder het moto ‘This is where the magic
happendsÂ’ zetten we hem weer op ons
programma en hopen weer verrast te wordenÂ…. Hoewel dat jaar na jaar moeilijker
wordt.Wat zijn we toch verwendÂ…Â…..
niet?
Net op tijd voor de start van de Pre run. Brasier 1907.
Op de oude foto's meestal in zwart wit, maar in werkelijkheid veelal mooie kleuren. Zomerse kleding bij dit weer zeker toegelaten.
Deze Minerva zagen we ook nog vorig weekend bij de rally van Ophain.
Brasier was net iets te snel voor een volledig beeld.
In periodieke kleding, hoewel de zonnebril niet echt past. Het peloton motoren was eerder karig deze aflevering. slechts een 10 tal pre war fans durfden het aan. Dames achter het stuur waren er ook te vinden. Panhard zonder soupappen. Ook de wagens uit de dertiger jaren waren goed vertegenwoordigd.
En langs de wegkant kon je deze Nederlandse bezoeker opmerken. Je ziet ze maar zeldzaam deze nog in originele lak verkerende topmobielen.
Dit ademt echte sfeer............ Onderweg naar Marche en Famenne via echt hele mooie, rustige wegen. De categorie cyclecaristen was deze aflevering niet echt prominent aanwezig, maar ze waren er wel. Het ouds deelnemende voertuig Gobron Nagant 1900, waarvan de witte banden ondertussen al een beetje grijs gedraaid zijn.
Zoals gezegd, dames achter het stuur, waarom niet? Een kleine kolonne Amerikaanse Harley's, altijd goed voor de sfeer.
Vervolg Circuit des Ardennes 6de aflevering Magnifique FN 6 cilinder, voormalige staf auto van Albert I. 1914 Een zicht op de rechterkant (rechts gestuurd) Omdat je deze echt niet alle dagen ziet, ook nog eens de acherkant. Een andere Belg........ Germain 1898 met chassis nr 1. In 1960 gevonden in de kelders van de fabriek.
Ook heel er mooi en nieuw in onze analen........ Midland 1911. En ook deze Humber uit 1912 kwamen we nog nooit eerder tegen. Net zoals deze unieke Unic.1909. niet helemaal origineel maar daarom niet minder leuk. Onder de oudste deelnemers Renault en Daraque 1902 Enkele duitsers vonden de weg naar België. Hier bijna nooit te zien Adler 1913. Duhanot ook super zelden, maar we zagen hem vorig jaar voor het eerst op de Razans rally. Nieuw op Belgische wegen, wegens recent aangekocht.. Bentley. Een van de topstukken dit weekend deze Bugatti. Vorige week nog in Lelystad te bewonderen, nu in Bastogne. Berliet AK 14 van 1913.
Het is een feit dat dit blog zowat overal ter wereld gevolgd wordt, en dat is maar goed ook, want ons stokpaardje 'Minerva' werd ook overal ter wereld aan de man en vrouw gebracht.
Deze week kregen we weer enkele mooie oude foto's vanuit Spanje, waar een zeer mooie Minerva gebruikt werd door de eigenaar en fotograaf van een kunstmagazine. Hij reed er persoonlijk mee rond om overal foto's te gaan nemen en reportages voor zijn magazine te creëren. Verder Beelden van een Minerva die als brandweerwagen in Spanje dienst deed.
Een tweede zeer mooi verhaal is dat van een Minerva welke in de jaren 70 nog stond in de garageafdeling van het technisch instituut sint Michiel in Bree. Toen nog versleet ik persoonlijk enkele broeken op de schoolbanken aldaar, en het oldtimer virus had reeds toegeslagen. Het gezeur bij Pa om dat ding te gaan kopen liep op niets uit. Een andere had wel de moed daartoe, en werd eigenaar van dit mooie ding. Hij voorzag hem van een sportcarosserie en verkocht hem daarna aan een kleermaker. Deze verhuisde naar Zuid-Frankrijk en verkocht de wagen aan een Rus........... Daarna is het spoor bijster.
Maar we hebben wel beelden gevonden van Mensen die bij deze kleermaker een kostuum lieten maken, en zich lieten fotograferen bij deze wagen. Ook de eigenaar welke de wagen van de koets voorzag, kennen we ondertussen en deze is op zoek naar oude foto's, welke we weldra hopen te pakken te krijgen.
Ook uit Nederland weer enkele mooie foto's, en nog meer........o.a... Het koningshuis, .; vandaar de titel van deze rubriek XXL extra extra Large. Kijk en geniet van de oude tijd.
Is dit geen schitterende Minerva ? In Spanje reed eigenaar/redacteur en fotograaf van een bekend kunstmagazine er mee rond. Met reclame voor het blad ' Mundo Grafico '.
Ook uit Spanje, deze inzending van een tot Brandweerwagen omgebouwde Minerva..... Met aanhanger. Opname uit 1927 . Dan deze Beelden uit het verhaal van de Minerva van TISM Bree............. Allen die daar gezeten hebben en zich dit herinneren, welkom met verhalen. In de garage van de kleermaker. Wie we hier hebben, Leopold Himselve aan het stuur. De chauffeur mocht op de achterbank. Ook Belgisch koningshuis.......;; Nummerplaat A 2 Om het dan toch Royaal te houden, een opname van de Bekende Nederlandse Minerva, een bezoek van Prins Hendrik. Deze hele mooie foto kregen we dan uit Lisse in Nederland. En ook uit Nederland deze foto uit Heerenveen. Nog even de Ed- War-dian toer op met deze pracht van een Minerva van Belgisch leger. In de eerdere rubriek Edwardian Minerva's toonden we een zeer zeldzame opname van een Radio (zend) wagen. Nu eentje Radiologie. En een beeld van een ontwerp voor een Edwardian Ambulance.
Nog een mooie van een vroege vrachtwagen. Knipperlichten waren er nog niet.
Met deze zijn we ook heel blij. De onderstaande foto toonden we al eerder, maar we waren niet zeker of het wel echt om een Minerva ging. Met deze foto is dat bevestigd. Meeting bij Hotel Scholtenhof.
Deze kregen we uit Blankeberge, de wagen zou een Minerva zijn, maar 100% zeker is dat niet. Toch een mooie foto. Bij deze foto hebben we helaas geen uitleg. We laten het over aan de lezers.
De 100 kilometers van Ophain is een organisatie van de Royal
Veteran Car club België, welke dit jaar voor de 3de keer plaats
vond. Omwille van familiale verplichtingen waren we niet in de mogelijkheid
deel te nemen, maar omdat het in de buurt was, konden we wel eens polshoogte
gaan nemen bij de aankomst te Ophain.
Het
deelnemersveld toonde een grote verscheidenheid aan mannenjuwelen uit de tijd
van toen, en blijkbaar ook nu nog. Van 1899 tot 1940 stelde men 39 voertuigen
levendig ten toon. Voor ieder wat wils van sportief tot limousine, van flaneermobiel tot elementair vervoer.
Automobielen uit de oertijd verstrooien nu eenmaal een zekere aantrekkingskracht, en enkel al het
opstarten is altijd weeral een avontuur.
Vooral dan bij deze van nog voor 1920, toen automatische vooronsteking, choke
en startmotoren e.a. nog op het verlanglijstje van uitvinders en profesoren
stonden.
Een wondermooi opgeblonken Minerva en een Imperia, waren Belgische
schonen op dit treffen, Ford ging lopen met de prijs voor de meest in aantal
aanwezigen. Het was niet de T ford, maar het model A dat met deze eer kon prijken, aangevuld met een nog niet eerder gezien Model B.
In de klasse sportwagens ontmoetten we een letterlijk schitterende
Engelse zonnestraal, (sunbeam 1912) en enkele BuggattiÂ’s, Amilcar. Daarnaast een hele reeks andere zeldzame bromdingen.
Rosengard, Peugeot, Citroën, Renault, Ballot, Mercedes, BMW, Fiat, Buick,
Chevrolet, Chrysler, Stoddart Dayton, MGÂ… Voor de liefhebbers stuk voor stuk pareltjes; en niet voor de zwijnen.
Wij kijken alvast uit naar het volgende avontuur op onze
agenda; Circuit des ardennes.
Aankomst van de Minerva Type G 1913 22HP. 4 cilinder schuivenmotor. Opgeblonken als een spiegeltje.
Nog een Belg.... Imperia
Beste vertegenwoordigd merk; Ford met 4 model A's en 1 zeer mooi model B.
Model A phaeton 2 deurs. Een zeer zeldzame Model B Het oudste Vehikel automoto Een zeer mooi pallet aan vooroorlogse sprotieve machines. Sunbeam, Bugatti, Amilcar.
Amilcar Bugatti Sunbeam en Bugatti Ook deze Mercedes Limousine met schuifdak, een niet alledaagse verschijning. Chevrolet coupe Enkele voertuigen stonden reeds op de Trailer. Ballot, Renault.
Ook erg mooi, Citroën Normandië en Citroën Treffle waren erbij.
In een speciale uitgave 'Oldtimerdagblad' staat dit evenement als 33ste editie in rij geadverteerd. Al jaren stond ze op onze 'Bucketlijst' die we met deze eindelijk kunnen afstrepen. Deze Editie stond ook in het teken van 115 jaar Cadillac, waarvan dan ook een hele reeks modellen bewonderd konden worden.
Zoals het meestal ook bij onze Duitstalige buren het geval is, was de organisatie met een mooie 'schitterend' te beoordelen. Hoe het komt dat we nog niet eerder van de partij waren........ onbegrijpelijk. Het is niet echt bij de deur, maar ook niet onoverkomelijk ver, te vergelijken met een uitstapje naar de kust. Vele landgenoten vonden de weg hier naar toe. Zelfs, voertuigen met Belgische eigenaars die we in eigen land nog nooit zagen, komen hier op de proppen.
Er was een aparte locatie voorzien voor Franse wagens met in de hoofdzaak Citroën. En de blauwe loper was breed uitgerold voor de Amerikaanse schepen uit de jaren 40-50-60. Kortom iedereen kwam hier ferm aan zijn trekken met in totaal meer dan 300 inschrijvingen.
Het was bakken in de zomerzon, weinig schaduw van de 15de eeuwse Batavus te bespeuren. Omdat vlakbij winkelcentum Batavusdorp tot laat in de avond open was, hadden ook de vrouwen niks te kort............ Een ideale combinatie.
Het was een succesje, en we zetten hem weer op onze kalender voor een volgende aflevering.
We beginnen onze fotoreportage met de klasse Pioniers.
Belgische inzending, een Clement Talbot 1904
Buick Mclaughling 1906
Vauxhall 3 cilinder 1905
De bezitter stond belangstellenden graag te woord. White Steamer, fantastisch stoomaangedreven wagen 1904
Clement Talbot London 1904 Caddilac, eveneens een Belgische inschrijving.
De Dion Bouton 1909 open tourer
Een Highwheeler International
Clement Bayard 1909
Mooie Rambler 1904, uit België en nog nooit eerder gezien.
Een Ford T met aparte radiator. Op de achtergrond nog een T fordje.
Stanley steamer Mountan Wagon.
Deze Hall met 8 cilinder Boxermotor is een wereldwijd uniek exemplaar.
De motor zit onder de bestuurdersstoel en is daarmee de voorloper van de 'Biefstukwarmer' van DKW.
Een bloedmooie Staker Squire uit 1910, gekocht in België, maar oorspronkelijk afkomstig uit Australië, gebouwd in Londen.
Alle wagens werden aan het publiek voorgesteld. Wolsely Siddely uit 1908, ook geen alledaagse verschijning Peugeot 1905 double phaeton. Zeer mooi, Renault Coupe chauffeur Ook al uit België deze zeer mooie Cartercar 1912, daarnaast een Maxwell 1912, ook uit België Jackson Wie zin had in banaan, die kon zich verlekkeren op deze La Licorne.1918 Maxwell 1912 en Cartercar 1912 EMF, nog zo een merknaam die je zeer zelden tegenkomt, eveneens 1912 De T ford mocht zeker niet ontbreken in deze verzameling. Berliet 1913, ook uit België En een zeldzame luchtgekoelde Franklin 1917.
Een merk waarvan we nog nooit gehoord hadden, Whitgift. Cyclecar
Een De Dion Bouton 1904 uit België EMF 1912 In de categorie brandweerwagens (waarvan er ook een heel aantal waren) was dit de oudste uit 1901 Daarnaast was er nog een peloton Vrachtwagens. Day elder........ nou die had gelijk.......... 1916..... een dagje ouder.
En van hieruit gaan we naadloos verder naar de jaren 20. Opvallend veel Amerikaanse merken. Waar zaten de Nederlands Spijkers en de Belgische vertegenwoordigers................. Die bleven met z'n allen thuis;
Pracht van een Cadilac.
Een voor mij nog onbekend merk; Liberty.
Een T ford mag nooit ontbreken. Durant, ook niet alledaags.