ça va ; (verboden teksten en foto's over te nemen en op sociale media of elders te plaatsen)
ZalÂ’t
gaan ja, dat moet ongeveer de reactie van de beheerders van Société Anversoise Voitures automobiles of te wel S.A.V.A geweest
zijn, toen ze deze in
het leven riepen in 1910. Deze afkorting werd onder stimulatie van
concurent Minerva, in de volksmond al vlug vertaald als « Slechtste
auto van Antwerpen » .
Tja, het was nu eenmaal nog de periode dat
alles wat met techniek te maken had in het Frans moest. Om een of andere, maar
waarschijnlijk vooral snobistische reden, kon onderwijs enkel in deze
landstaal. Hierdoor zitten we nu o.a. nog altijd opgescheept met onze
embrayage, vitessen en ander gelijkaardige noodzakelijkheden.
Ze waren nog wel allemaal
te samen begonnen aan het technische avontuur al in 1893.
Dus zowel de
Hollanders De jong, die later Minerva oprichtte, als Dodelinger, een
Luxemburgs zakenman die aan het auto/moto avontuur begon in 1902. Dodelinger
was de initiatiefnemer om in Berchem Sylvain de Jong concurrentie aan te
doen die een jaar eerder begon. In eerste instantie gebeurde dat onder de
naam Royal Star, die net zoals Minerva met gemotoriseerde fietsen begonnen te
experimenteren. Ondernemingen zoals de rederijen Red en White star line waren inspiratiebronnen voor de naamgeving..
Zoals ook de andere merken,
Pipe, Vivinus en alle anderen probeerden ze ook op sportief vlak reclame te
beuren, en ook hier weer duikt Mr Hautvast op. Hij won met een Sava op de
Meeting van Oostende de Beker van de Koning, reed met SAVA de Coupe
Williame en de rally Brussel - San Sebastian. In 1913 Vestigde SAVA
een nieuw snelheidsrecord op de weg met 123,6 km/h tijdens een Antwerpse
meeting. De domper werd op de successen gezet toen tijdens het criterium
van de Maas Baron de Woelmont verongelukte met zijn SAVA. Hij wilde de
Springuel van Klinkhaemers inhalen, maar vloog in de berm en overleefde
het dus niet. De Woelmont was in 1911 nog succesvol in de Coupe de
Boulogne met een Excelcior. Er werden nog enkele andere kleine successen
geboekt met de coureurs Berger en Sauvenière waardoor en waarvoor er in 1914
een nieuwe racewagen ontwikkeld was, met kop/zijkleppen en dubbele
ontsteking. Helaas, het lot werd beschoren door de Duitsers.
Twee aandeelhouders
trachten na de oorlog terug op te starten, maar helaas kon dit avontuur niet
waargemaakt worden en werd de firma opgeslorpt door de concurrent Minerva.
Dit alles maakt dat er
vandaag nog zeer weinig sporen van deze fabrikant overgebleven zijn. Geen
enkele Royal Star overleefde, hoewel we weet hebben van een Chassis met
motor. Van Sava bestaan er 2 exemplaren, mede dankzij hun export naar Engeland.
Beide wagens zijn in handen van Belgische verzamelaars, en wij hadden de eer en
het genoegen ze allebei in levende lijve te ontmoeten. Ook op
fotografische gebied extreem zelden te vinden, maar ook niet altijd makkelijk
de determineren. Sava verving een niet erg opvallende radiator pas in
1913 door een beter te herkennen afgerond exemplaar. Iemand nog meer
fotoÂ’s en/of verslagen in de lade liggenÂ…Â…. Laat maar komen om het verhaal nog
completer te maken.