Na
tweede kerstdag van 2015 hadden we liefst onze kalender met een
druk op de knop en grote snelheid vooruitgespoeld, om aan de ellenlange donkere,
oldtimerloze Januari en Februari te ontsnappen.Behalve een verre beurs in Parijs, viel er niets te beleven in het pre
war klassement.
Twee
maanden lang op de tanden bijten om dan uiteindelijk de kop er af te slaan, net
zoals men traditioneel een champagne fles met een zwaard ontkurkt. Het ei is
gelegd, het feest kan weer beginnen bruisen.
De
Royal veteran car Club presenteerde het voor de 56ste keer, de
organisatie van de ‘Fagnez Hivernales’. Alstublieft!
Een
dubbel dozijn liefhebbers van het oeuvre ‘open prewar cars,’ vertrokken met
modeste noot op zaterdag te Verviers. Dat kan tellen. Men kan dit met bravoure alweer
eensucces noemen, een nieuwe voetnoot
in de analen van de geschiedenis van de club, welke dit jaar tevens hun 60 jarig bestaan viert.
Zelf
waren we erbij op zondag, om deze teksten en
beelden als een olievlek over uw scherm te laten vloeien. De zon stond nog vrij
laag , toen de machinisten hun voertuigen van ochtenddauw- en ijs bevrijden. Zo ging het er ook aan toe, zeventig a honderd jaar geleden.Na het sluimeren in een zoete slaap, en de gulheid van een uitgebreid ontbijt,
vooruitzicht op een zonnige winterdag. Het
was slechts enkele graadjes fris, en er stond een flink erin beukende noordooster... Tijdens deze ‘spatziergang’ worden de ‘echten’
van de anderen geschift.Puur Cool die
gasten!
Onder
de levende fossielen, tal van automerken, hoewel we niet echt iets nieuws onder
de pet kregen. Maar het gezelschap onder gelijkgezinden maakt dat allemaal
goed. Wat mij vooral als nieuwkomer was opgevallen, een heel mooie nog in
eerste lak zittende Citroën, met tatoeages die een vergeten avontuur in het leger verklapten. Een
heel kleine opsomming van het deelnemersveld;Daraque, FN, Citroën, Packard, Loraine de Dietrich, MG, Bugatti, Talbot,
Ford, Calcott, Fiat, Hotchkiss, Buick, Oldsmobile Â…Â…Â…Â….
Aan
eenflink tempo trekt het ontspannen
gezelschap aan je voorbij, terug richting Verviers. Een winterrally zonder
sneeuw, is er geen, en daarom ging het weer over de hoogste punten van ‘La Belgique’,
alwaar het landschap nog wit geschilderd leek.
Wij
schoten dit jaar geen grof Ardens wild zoals bij een vorige editie,maarandere breinplakkers, zoals eenchauffeur die voorovergebogen in zijn stoel zit te genieten, om
vervolgens met een brede glimlach de derde gang er in te rammen. Een voordeel
van een ritje in deze periode van het jaar is, dat als je geen voorruit hebt,
je geen schrik moet hebben om achteraf insecten vantussen je tanden te moeten
peuteren. Enkel de ijspegels afkloppen volstaat! Veel pechgevallen hebben we
niet gezien, op een vast zittende koppeling na. Gelukkig kon dat euvel ter
plaatse en met een truck van de foor,
losgesleuteld worden. De depaneur bleef werkloos.
2
volle dagen dikke winterpret zonder gebroken benen zitten er weer op ,en we
gaan schuimbekkend en in volle vaart af op de volgende rit, in het gezelschap de
messingmensen. 19 aprilpre 1919 rally.
Tot
dan.
foto's JJJ en BDL
Voor de 56 ste keer; Fagnez Hivernales, je moet het maar doen !
Ochtenddauw en ijs wegkrabben and of they go.
Met de nodige liefde en 'Muskles ' je schatje tot leven wekken na zoet sluimerende slaap.
Je kan ook proberen aan de gang te kietelen, maar of dat lukt ?
Blijkbaar wel ..;
Gepakt en gezakt, klaar voor een rit naar het hoogste punt van België.
Even nog het zitkussen opschudden en roadbook bestuderen....... and of you go.
Kussen opschudden, goed idee, dat had ik ook moeten doen
Weerom zeer goed vertegenwoordigd Ford model A.
overzichtje over het roege startersveld. Ford en Citroen nemen het voortouw, hoewel ook FN met 2 exemplaren present was.
Kon in Zwitserland genomen zijn.
er werd heel wat afgefotografeerd.
Elkaars brillen controleren...
Strategie bepalen aan de start, Oldsmobile versus Citroën.
Tatoeage uit een vorig leven.
Startnummer bevestigen nu de handjes nog warm zijn.
Toeters en bellen op een Packard.
Lets do this! Geen gevaar voor insecten tussen de tanden, dus het venster mag naar beneden.
Want zo net tukkerde de 40.000ste bezoeker voorbij sedert het oprichten van dit blog eind 2008.
De laatste 2 jaar bezochten 81 nationaliteiten wereldwijd dit virtueel circus. Hopelijk zijn we in staat geweest menige glimlach of gefronste wenkbrauwen op diverse gezichten te toveren van 4309 landgenoten en 1047 taalgenoten.
Zoals u kan zien voor het seizoen 2016 hebben we onze verlangkalender al gedeeltelijk opgesteld, (what's up doc') welke in de loop der tijd nog aangevuld zal worden. We gaan binnenkort gewoontegetrouw van start met de 'Fagnez Hivernales' en hopen op dezelfde enthousiaste weg verder te rijden, zoals we dat in het verleden gedaan hebben.
Onze inspiratie wat betreft schatbewaarders, begint langzaam maar zeker op te drogen.
Dus,
beste lezer, het zal van u afhangen om ook in de toekomst alhier productief te zijn.
Aarzel dus niet u te melden met al uw moois en straffe verhalen om lezers en liefhebbers van mooi geschoten beelden hier verder te laten watertanden.
Bedankt voor uw bezoek!
De 40000ste mag zich melden ! zie gastenboek. We zijn benieuwd.
Update; het was een inwoner uit Indië die met de eer ging lopen,
waarschijnlijk begreep hij geen snars van de Nederlandsche taal.
Het zal je maar overkomen, op een blauwe maandag, terwijl er
een droefgeestig deuntje blueÂ’s op de achtergrond speelt, besluit je als ondernemer je leven in een totaal andere richting te sturen. Het gebeurde
zoÂ’n 25 jaar geleden bij onze volgende schatbewaarder.
Diepe wortels in de tuinbouw werden gerooid, toen een
Kasteel, genaamd ‘Chateau Bleu’, te koop stond, in de nabijheid van de oevers
van de Vesder. Het idee om hier een hotel/restaurant te beginnen werd
werkelijkheid, bewust van kop tot teen dat dit een risicovol project zou
worden. Iedereen weet het, “een kasteel” klinkt aantrekkelijk, en ziet er ook
zo uit, maar achter de schermen huist er gevaarlijk charisma in plaats van puur
amusement. ‘Life is a bumpy road’; de restauratiewerken en aanpassingen om de busines te beginnen hadden heel wat voeten in
de aarde. Uiteindelijk kwam alles goed terecht, en men gaat ondertussen al heel
wat jaartjes mee in dit milieu. Het leven is simpel als je er op terug kan
blikken.
Na de aankoop, en tijdens de restauratie werd er heel wat
onderzoek verricht naar de geschiedenis van het kasteel. Navigerend door het
mystieke, vond de eigenaar op een dag een postkaart. Daarop afgebeeld het
kasteel met daarvoor een oude wagen. Als liefhebber van techniek en specifiek
oldtimers, was hij al vlug in het
verhaal verdwaalt. Hierwilde hij meer
van weten! In de details gedoken, bleek het te gaan om een in België geconstrueerde
wagen, waarvan er bij ons weten, geen enkele meer bestaat. Het merk staat wel
beschreven in de analen van de Belgische automobielgeschiedenis.
Ergensin 1923, in de
‘rue waelhem’ van Schaarbeek besloten ondernemers Baertsoen en Bonarop het onderstel van een T ford sportieve,
maar ook berline wagens te bouwen. Deze
T-ford kloon, , werd op de markt gebracht onder de naam Speedford, later
omgedoopt tot Speedsport.Ze namen er
mee deel aan verschillende rallyÂ’s, met aangepaste motoren, kopkleppers met 16
kleppen. Al even snel als ze op de markt kwamen verdween het merk ook weer in 1927.Daar er tot dus ver geen overlevenden opgedoken zijn, en documentatie schaars is,
geen rijke oogst aan details. Ook Louis Chevrolet dat deed met zijn ‘frontenac’,
en Charles Montier gebruikte ook de T
ford als basis voor zijn vindingen. Het chassis werd verlaagd, en de wagen
kreeg ook al voorwielremmen, toen nog niet evident.
Het waanidee om zelf
een speedsport te gaan bouwen is met al deze kennis geboren. Een peulschil
lijkt het, als je een project als ‘Chateau bleu’ al achter de kiezen hebt. De
handschoen werd opgenomen. Een in de buurt residerende T ford van het juiste
bouwjaar werd naar huis gesleept, en de plannen werden werkelijkheid, na grondig de fotoÂ’s te bestuderen en aan elkaar
spinnen van andere gegevens.Het meeste
werk is door eigen handen gebeurt, waar de eigenaar zeker fier op mag zijn. Een
aantal kleinere werken zoals het spuiten
werd wel uitgegeven, maar dit verliep niet altijd zoals een klant dat eigenlijk
wenst. Achteraf bekeken wel grappig dat de spuiter de onderdelen in dozen terug
liet afhalen, zij het in stukken geslepen, na onenigheid over de kwaliteit en
prijs. Middeleeuwse wreedheid? Gelukkig werd het extra werk van het slijpen
niet aangerekend.
Momenteel is de motor ook weer gedemonteerd want bij een
eerdere testrit bleek er toch niet voldoende power aan boord te wonen, om de Ardense heuvels het hoofd te
bieden. Bij het gebruik van de remmen, sta je ook stijf van de adrenaline.
Meer relax gaat het er aan toe in de ontvangstruimte van het
blauwe kasteel, waar de fotoalbum naar bovenkomt, met daarin de oude postkaart,
en daaronder een foto van de gereconstrueerde speedsport in exact dezelfde
positie. Leuk , dit vers perspectief op
een oud verhaal!
Een ander wapenfeit is dat de grondvest van de FN fabrieken hier werden
gelegd. De eerste wapens van FN zouden hier ontworpen en getekend zijn. En, de
eigenaar organiseert het hele seizoen door oldtimer arrangementen, maar bijna
ieder weekend voor 2016 is reeds geboekt.
Nog meer ‘shedwork’; ondertussen
is gebleken dat elders in dit kleine landje ook nog een andere gniffelende dappere,
hetzelfde intense idee heeft, en ook een ‘speedsport ‘aan het reconstrueren is.
Dit word dan een sportief model zoals degene waarvan we hier enkele fotoÂ’s
tonen. Naar complimenten hakend, welke de mooiste is, laten we aan uw
beslissing over. Mogelijk krijgen we beide exemplaren te zien op de volgende
uitgave van ‘Circuit des Ardennes’ in 2017…………….. allen daarheen!
In ieder geval is het mooi te weten dat dit semi ‘native’
merk weer nieuw leven ingeblazen word. En daar we nu toch hier in de buurt
waren, aan de oever van de Vesder, hier ligt nog meer Belgische
autogeschiedenis te bestoffen. Een flinke boorscheut verderop liggen de
restanten van de ‘Imperia’ fabrieken. U weet wel, in vorig artikel over Metalurgique,
vernoemden weal dat Imperia de machines
in 1927 opkocht. De cirkel komt rond.
De laatste jaren wordt er wat aandacht besteed aan het merk,
met zelfs ideeën om het nieuw leven in te blazen. Imperia was een vooraanstaand
merk, een moderne fabriek, welke zijn eigen testbaan had, op het dak van de
usines.Een deel daarvan ligt er nog
steeds.Men vervaardigde hier ter
plaatse ook in licentie wagens van het Engelse merk Vanguard. Nog steeds leeft de vervagende geest
van Imperia en Vanguard in het kleine dorpje Nessonvaux, zoals blijkt uit een
recent gerenoveerdemuurschildering, en
de blonde verleiding ; frietkot ‘Imperia’.
Dus aan te raden zomerprogramma voor 2016,gastronomisch verblijf op Chateau Bleu, met
bezoek aan 2 automusea, en een toffe rondrit in dit deel van de Ardennen. Wij
zetten dit alvast op onze agenda.
Met dank aan de ontvangst te Chateau Bleu te Trooz.
Ons kerstverhaal speelt zich af, hier aan de oevers van de Vesder. Op de achtergrond dampt de schouw van voormalige fabriek.
Chateau Bleu, Welkom bij oldtimer mindet eigenaar van dit Hotel/restaurant.
In de ontvangstruimte komen de foto albums en herinneringen boven...........
Deze postkaart werd gevonden, en was aanzet tot dit verhaal........... Speedsport uit de jaren 20. Een voor en na foto... zoek de 7 verschillen....
Nu over naar het echte werk........
Speedsport in volle wording, de radiator werd volledig nieuw gemaakt, want met de originele T ford heeft hij niet veel te maken.
Zo staat hij er momenteel bij, motor gedemonteerd voor een noodzakelijke update.
De hele Boddy werd met de hand nagebouwd, aan de hand van de foto op de postkaart.
Mooie oplossing voor het plaatsen van een reservewiel.
Hier een affiche voor de promotie van de speedsport, welke in verschillende modellen leverbaar was.
Fabriek was gelegen aan de Rue Waelhem te Schaarbeek.
Ook een berline was verkrijgbaar.
Een aangepast motorblok voor sportieve evenementen. 16 klepper.
De herboren speedsport tijdens een allereerste debuut. Ook de nummerplaat op de postkaart werd overgenomen. Let ook op de vorm van de spatborden... Mooi......
Met uitvergrootte foto's. Dit was zelfs voer voor tv opname.
Het hele
verhaal komt ter sprake alweer een 5 tal jaar geleden, of is het al langer,
toen op een bekende oldtimer site een Metalurgique in IJsland werd aangeboden. Een
in Spanje residerende Belg kocht hem, en liet hem naar daar overbrengen om
samen met enkele andere Belgische wagens in zijn collectie te laten koelen
zonder blazen.
Uiteindelijk
bleef het bij het vergaren van spinnenkoppen en andere onwenselijke oppervlakte
conservators. Hij kwam opnieuw te koop en verhuisde naar Nederland, net over de
Belgische grens. Kwam in handen van een met een ton enthousiasme beladen boterkijker,
die het vehikel kost wat kost terug op de baan wil krijgen. Echter had hij niet
gerekend op de grote schaarste aan toch veel ontbrekende onderdelen die nodig
zijn om dit ‘project’ te realiseren. Eigenaardig, want gedurende de jaren dat
het merk werd geproduceerd, zijn er toch aardig wat van de band gelopen.
De jaren
werden weeral op fast foreward geprogrammeerd, en het enige wat er van gekomen
is, is dat wel al wat benodigdheden gevonden zijn om er eindelijk aan te kunnen
beginnen, inclusief een geschikte stal/werkplaats. Ook belangrijk. De toekomst,
die ligt nog een beetje te slapen op zijn tong.
Het moest
lukken, dat net op 1 november we een openbarende audiëntie konden vastleggen om
dit extreem zeldzame overblijfsel eens nader te gaan bekijken. Zijn huidige
standplaats, een donkere en vochtig aandoende kelder, met traliewerk deed aan een
grafkelder denken. Erg passend op deze herdenkingsdag. Maar zal deze relikwie ooit
uit den doden opstaan? Waarom niet? Het is zoals met fluwelen handschoenen van citroenen
limonade maken!
De
bovenstaande ontdekking is ergens uit het begin van de jaren 20, en kreeg het
hard te verduren. Ergens in de loop van zijn bestaan besloot een of andere IJslandse
boer hem om te bouwen tot tractor.
Hij sleep de
hele achterkant van het chassis weg, en verankerde er de achterkant en
overbrenging van een tractor aan vast. Dat moet nu allemaal weer hersteld
worden. De nodige onderdelen zijn er al voor gevonden. De ideeën zijn
ondertussen ook tot volle wasdom gekomen. Als het project klaar is moet hij er
uit zien alsof hij zo gevonden is, met een min of meer sportieve toets. Immers
zoals u zult kunnen afleiden uit het vervolg in deze tekst, en foto's, boekte het merk
toch wel wat sportieve prestaties. Authenticiteit moet er met liters lekker
vettig af druipen. Aura tot 'oily rag' restauratie bezegeld!
Het toeval
wil dat elders in België ook nog gewerkt word aan een wagen van dit merk uit
het jaar 1910. Toch wel straf als je weet dat het totaal aantal overblijvende
metalurgiques op je twee handen te tellen zijn, en dat wereldwijd!
Nu, een streepje verdunde geschiedenis.
Metalurgique,
het klinkt als een naam van een hoogoven, eerder dan als een automerk. En toch,
dit was ooit een befaamde Belgische autoconstructeur, waarvan de wortels liggen
aan de oevers van de Samber, waar men vooreerst werk maakte van vooral spoorwegmateriaal.
In 1899 al, werd besloten deze bestaande werkzaamheden uit te breiden naar de auto
industrie, waarvoor compleet nieuwe werkplaatsen werden gebouwd in Marchienne-
au- pont.
Op het salon
van Parijs in 1901 werden de eerste vruchten in de schaal van de nieuwe
petrolheads gelegd.
Een kleine 2
cilinder ‘vis a vis’ met achter of voor in liggende motor was het eerste kant
en klare product, maar men was ook toeleverancier aan andere
autobedrijven.
Vanaf 1904
kwam er ook een viercilinder in het gamma, waar men in 1905 helemaal op
overstapte.
Ook in
Frankrijk werden Metalurgiques onder licentie gebouwd.
Hoewel
Metalurgique zich inschreef voor de Gordon Bennet rally in 1904, gebeurde er
niets, maar in 1906 won een Metalurgique de ‘coupe de liedekerke’.
In 1906
voegde men aan de fabieksnaam“l’auto”
toe om zich van de spoorwegfirma te onderscheiden.
In 1907
stond een Metalurgique op de 2de plaats in de Duitse Herkomer
coupe.
Een rally die vandaag nog steeds herdacht wordt als de ‘herkomer konkurrenz’
. www.youtube.com/watch?v=x-_VGP_Pj14 en https://youtu.be/g834dp6dtLg
Vanaf 1908 was de spitse radiator een
kenmerk voor metalurgique wagens, een stijlicoon welke ook Mercedes hanteerde.
Door de Duitse successen kreeg men ook in Duitsland een licentie om onder de
naam ‘Bergmann metalurgique’ wagens te produceren van 1909 tot 1915 en van 1920
tot 22. Tijdens WO I werd de fabriek
nagenoeg geheel door de bezetter leeggeroofd. Een makkelijke prooi vermits een
aantal aandeelhouders Duitsers waren. Ondanks dit feit, en de weigering van
herstelbetalingen door de Duitse regering, was Metalurgique een van de eerste
fabrieken om de productie terug op te starten. Dankzij in een magazijn
opgeslagen onderdelen. Echter liep het niet van een leien dakje. Motoren hadden
de reputatie ‘zwak’ te zijn in vergelijking met de concurrenten.
Imperia kocht
in 1927 het machinepark, en de gebouwen gingen naar Minerva. Hier eindigt ook
ons verhaal, maar u weet het;
heeft u nog meer fotomateriaal of interessante weetjes over dit merk, zeker opsturen, wij delen het gratis en voor niks, ook met u !
Deze foto zag u al eerder, zoals de Metalurgique er al enkele jaren bijstaat, te wachten op een roemrijke metamorfose. Een kijkje onder de motorkap onthult een mooi motorblok met kopkleppen.
Het is vooral de mooie spitse radiator met honingraat profiel waarop de huidige bezitter verliefd raakte.
Het motorisch gedeelte is compleet, met alle wenselijke agregaten. Motor zit niet vast, en heeft zelfs nog ontsteking. Maar alles wat daarachter ligt, daar is nog wat werk aan. inclusief verwijderen van de 2de versnellingsbak. Op de achterwielen zaten houten blokken voorzien van 'Spikes' om door het veld of sneeuw te ploegen. Hier enkele overblijfselen.
In gedachte is dit project reeds tot volle wasdom gekomen........
Nog zo een sportief monster uit de tiener jaren.
Hier nog een andere afbeelding van deze Metalurgique 'Brooklands' 40 HP 1908, begin van het Spitse radiator tijdperk.
Voor mevrouw dan een modelleke met Spatborden.
Sportieve groeten ook uit Rusland. Foto 1e grand prix van Rusland 1913 waar metalurgique medailes wist weg te kapen.
Nog een Metalurgique met Nr 8 tijdens dezelfde race. 1913
Hier Baron de Nothomb, uit Belgische adelijke kringen aan het werk tijdens een Race in Moskou. 1913
Maar ook de Mont Ventoux werd in de Prille jaren beklommen, ook in 1913.
Nog een opname te Frankrijk.
Deze foto dan weer uit Scandinavie.
En ook in de UK werden Metalurgiques in race's gebruikt. Hier een laat model jaren 20.
Deze opname dan werd gemaakt in Spanje, waar een Metalurgique chassis een heel andere functie kreeg. Brandweerwagen?
Een zelfde model van corros uit jommekes 'kinderen baas'
15 jaar later.... Politie kwam weer net te laat.
Weer zo'n sjieke sjees, waarvan het landaulette gedeelte gedemonteerd kon worden.
Deze foto kregen we toegestuurd uit Nieuw Zeeland. Auto behoorde toe aan de burgemeester. Dit exemplaar lag ergens in de jaren 60 in Finland weg te roesten, maar werd onlangs gered.... zie verder bij metalurgique vandaag. Eenzelfde type, of misschien de zelfde wagen in betere tijden. Nog een schuurvondst.
We gaan verder met foto's en affiche's uit de reclamewereld.
Een van de in Duitse onder licentie gebouwde Bergmann Metalurgiques. Een van de eerste exemplaren uit de fabriek van Marchienne au Pont
Nog eentje met Vandenplas limousine
Een reclame foto zoals het gevonden model uit finland.
Dit is dan weer een fraai Amerikaans ontwerp, afgebeeld op een postkaart. Design wielen.
Metalurgiques vandaag. Anno 2015 blijven er slechts een handvol van deze Wagens over, waarvan hier enkele afbeeldingen.
Inzet foto een metalurgique van het eerste uur. Gefotografeerd ergens in Duitsland.
Metalurgique welke begin jaren 90 uit Australië terug naar Belgiê kwam. Momenteel in restauratie.
Metalurgique met Amerikaanse boddy, ergens in USA
Zeldzaam overgebleven Metalurgique uit de 20er jaren, museum Franrijk
Dit 1913 model is te bewonderen in Spanje Ook dit is een Metalurgique, van voor het Spitse radiator tijdperk, (pre 1907) Boddy waarschijnlijk niet origineel, in USA
Een in België verblijvende Metalurgique welke nog regelmatig aan rally's deelneemt.
Ook deze reed tot enkele jaren geleden nog in België.
Werd kort na de vorige foto te koop aangeboden.
Ook deze stond in een Belgische collectie en werd 2014 geveild te Frankrijk.
Dit is de Beruchte Maybach Metalurgique. In de jaren 50 maakte hij zijn debut in Beaullieu, UK. U kan er een videoclip van terugvinden op You tube. Chassis Metalurgique met Maybach motor.
Het verblijf van deze in ons onbekend.
Deze pheaton verblijft in Australië en onderging vorig jaar (2014) een grondige technische restauratie.
Hier dan het wrak dat 7 jaar geleden in Finland opdook, (foto's hierboven) Nu in restauratie.
Het gaat om eenzelfde model als het 'halloween' project
Onze actieve Oldtimer kalender wordt dit jaar afgesloten met een flinke brok uit de oude tijd, de derde
pre 1919 rit van de RVCCB, opvolger van de Sweet valley rallye.
Een dozijn dapperen met voertuigen van 1903 tot 1914, durfden
het aan op dit 3 daags festijn het
verleden nogmaals te doorwaden.Het ging
van start in de achtertuin van Bobejaan in Lichtaart, op een goede vrijdag in
oktober. Al vroeg in de ochtend werd een rit van in totaal 87 kilometer onder
de wielen genomen. De weerkaarten waren niet echt schitterend ingekleurd door
onzeFrank. Kil en nat. Je moet dus uit
het juiste hout gesneden zijn om je tot deze hard core te rekenen.
De rit ging door de noorderkempen om de streek ten noorden van
het Albertkanaal en de grote Nete onder de loep te nemen. En ook Olen werd
bezocht om de pot met de drie oren uit te
testen in het radiomuseum. Als het voor Karel de Grote goed genoeg was, voor ons ook,
zonder vuile taal te schuwen.
Op zaterdag dan werd frivool de zuiderkempen aangedaan, gelukkig
droog weer voor de grootste brok van 108 kilometer, met een geleid bezoek aan de abdij
van Tongerlo. En wie de nattigheid van vrijdag gemist had, die kon dat na de
rit lichtjes overdoen bij aankomst, in het Zwembad van het Hotel, voor of na
het gastronomisch diner.
En ten slotte op Zondagvoor de wagens die het nog deden, nog eens een kort ritje van een 75 tal
kilometers in de omgeving van Gierle, Beerse, Wortel Merksplas en oud Turnhout.
Ondanks ochtendmist, was dit de meest aangename dag wat het weertje betreft.
Afsluitend met een licht middagmaal werd uitgebreid afscheid
genomen, maar niet zonder plannen te hebben beraamt, voor volgende en andere
ontmoetingen. Het moet gezegd en geprezen worden, dat degenen die dit in elkaar
staken, zeer mooi werk geleverd hebben. Een heel mooi roadbook, bijna aan kunst
grenzend, en super mooi uitgezochte wegen. Geen klein bier in deze tijd, waar
het op heel veel plaatsen verboden is om nog gemotoriseerd te kuieren. Vluchtheuvels moet
je er nu eenmaal bijnemen. Het leven is nu eenmaal een hobbelig parcours, net zoals deze tekst. Dus
een dikke proficiat, en we spreken de hoop uit dat bijeen volgende gelegenheid zich toch wat meer
gegadigden geroepen voelen. Het is echt de moeite. Dus haal die oude paarden
van stal, ze zijn gemaakt om mee te rijden!
Bij het huiswaarts keren, hadden we er nog niet genoeg van, en brachten
we nog een bezoek aan een schatbewaarder, conservator van verloren dingen, waarvan we
wisten dat hij werkt aan de restauratie van een oude Belg. Niet den dieje van
Tongeren, den Ambiorix, maar een andere Franstalige van ietsje verderop; Herstal.
Een FN 1950cc uit
1913.Chassis en motor staan al redelijk
ver, maar aan de torpedo carrosserie moet letterlijk nog wat getimmerd worden,
met meer hoop dan metaal. De winter staat weer voor de deur, en de gezondheid
vraagt om het wat kalm aan te doen. Maar toch, bezig blijven is een goede
therapie.
Voor dit jaar gaan ook onze oldiÂ’s in de winterstalling, tenzij
er nog eens een warm dagje volgt, zoals 2de kerstdag 2014.
Deelnemende voertuigen aan deze herfst rit waren; De Dion bouton 1903, Darracq 1910, Oakland 1910, Oldsmobile 1910, Ford T 1911, Unic 1912, Overland 1912, Oldsmobile 1912, Stoddart Dayton 1912 (vervangen door pontiac 1927) Ford T 1914, Calcott 1914, Reo 1914.
Nog meer foto's vindt u via de link van Bruno Costers , waarvoor dank.
Onze
schatbewaarder van deze week, residerend ergens in de oksel van de
noorderkempen, heeft een venijnig boontje voor de Belgische Minerva automobielen.
We leerden hem kennen, al enkele jaren geleden, maar het kwam pas tot een echte
ontmoeting op Cars and Coffee te Peer.Zie artikel ‘minerva Bill’
Momenteel wordt er gewerkt aan een Minerva uit
het jaar 1911, welke ei zo na, technisch
bijna op punt staat. De wagen rijdt ondertussen, enkel is er nog het raadsel
van de elektrische starter op te lossen. 1911, elektrische starter?Kan niet ! zult u denken.
In principe
heeft u dan gelijk, want de elektrische starter dateert van iets later, maar
toen zoals ook nu werden destijds wagens gemoderniseerd. Van zodra de elektrische
starter mogelijk werd, besliste een van de vorige bezitters deze nieuwigheid
toe te passen op deze wagen. Het hoort gewoon bij zijn geschiedenis . Af en toe
mag je de waarheid eens een dreun geven.
Het is gewoon een fantastisch en behoorlijk zeldzaam gegeven dat deze innovatie
hier gebruikt en nog aanwezig is.
Van deze wagen
is de gehele geschiedenis bekend van in de jarenvijftig. Oorspronkelijk reed deze voiture
ergens in Nieuw Zeeland, waar hij het zeker hard te verduren kreeg.Ergens in de plooien van de tijd, werd de
originele carrosserie clean verwijderd,
meer dan waarschijnlijk om er meer praktische dingen mee te kunnen doen. Tja,
toen was dat heel gewoon.
De motor -en
andere technische, en daarmee de meest belangrijke dingen ,bleven wel bij
elkaar. En erg leuk is het te vernemen dat de huidige eigenaar door veel onderzoek,
ontdekt heeft dat Minerva destijds zijn chassis liet vervaardigen bij een Leuvense
smit. Geen bagatel deze ontdekking!
De sensatie van
het onbekende is het, wat het voor deze
schatbewaarder interessant maakt deze hobby te beoefenen. Hoe men destijds van
stukken koud staal en gevelde bomen, kunstwerken maakte. Welke kwaliteit men
kon leveren met beperkte middelen. De ontwerptekeningen, zijn waarlijk
kunstwerken,strevend naar perfectie.Met
het uiteindelijke resultaat, kan je stevig uitpakken in het openbaar.
De
overblijfselen van dit relikwie verhuisden van Nieuw Zeeland naar de UK, naar Amerika
en weer terug naar Londen om ten slotte via Nederland weer naar homeland België te geraken. Met
deze aankoop werd er comfortabel in de roos geschoten. Belgisch erfgoed is nergens zo goed thuis.
Ergens op deze reis,
kreeg hij zijnhuidige carrosserie Type ‘Roi
des BelgesÂ’ . De wielen werden compleet nieuw vervaardigd en een set stoere nieuwe rubbers waren ook nodig.
De bedoeling momenteel is de wagen technisch rijvaardig te
maken, zodat alle problemen zich kunnen manifesteren. Daarna kan er aan verdere
afwerking gedacht worden. Vermits de huidige eigenaar er het hele jaar door mee
wil rijden, in tuxedo, is er, zoals het vroeger ook gebeurde, een winter carrosserie
aangeschaft. Deze is van het type landaulette. Je weet wel,de chauffeur zit dan open, en daarachter een
half gesloten koets, die bij mooi weer langs achter ook open en dicht kan.
Het is straf dat de wagen net op de dag van
ons bezoek de documenten voor inschrijving ontving.
Nummerplaat zal
dus snel volgen, en wanneer de startmotor op punt staat kunnen de testritten
beginnen.
Rijden kan toch, want er staan nog enkele T fordÂ’s in de garage. Eentje voor mooi weer,
eentje voor in den drup. Als het moet staat er nog een andere Minerva ter
beschikking, een grote limousinetype AC 1924 , zie vorig artikel. Maar ook een kleine MG staat paraat voor de
meer sportieve evenementen.
We hopen alvast
dat de 1911 Minerva binnenkort van de krukken kan, eventueel knutselen we
weerom eens een teenager pick nick in elkaar.
Waarom dit
artikel de betiteling ‘a case appart’ gedoopt werd, moet ook nog uit de doeken
gedaan worden.De oldtimer hobby, zeker
in het segment ‘pre-war’, moet u toegeven is een pure mannelijke
aangelegenheid.In dit geval niet. De
echtgenote geniet eveneens van de oude voertuigen, en bezit er ook een, waar ze
regelmatig mee op pad gaat. De genoemde T ford die staat te blinken van
plezier. Onlangs werd het koper nog eens met een ton enthousiasme, flink opgeblonken. En, er is ook nog een andere link
tussen Minerva en Ford. Jawel, meneer
Henri Ford heeft ooit gezegdÂ….
‘A Ford wil bring you anywhere, exept in high society’.
Moet dit nog
vertaald worden? Dacht het niet.
En derhalve reed
hij zelf met een Minerva !
Minerva type XX uit 1911, binnenkort terug op Belgische wegen. Zeldzaam diertje.
Wanneer alle technische euvels opgelost zijn, is het carrosserie gedeelte aan de beurt om heel flink onder handen genomen te worden.
Dit is de betreffende startmotor die voor op de wagen gemonteerd zal worden, die momenteel nog voor strubbelingen zorgt.
Een 4 cilinder schuivenmotor woont onder de motorkap.
Dashboard, sober maar voldoende.
Dit is de landaulette 'winter carrosserie, een fenomeen welk ook vroeger toegepast werd. Zie in onderstaande artikelen foto's van Minerva met nummerplaat A2 van een koningshuis, met 2 verschillende carrosseriën.
Dan is er het schitterende T fordje van echtgenote, netjes opgeblonken.
Bij slecht weer kan dan deze dichte versie aangezwengeld worden..
Model met slechts 1 deur in het midden.......... genoemd centerdoor.oO
Opklapbare zetel doet me denken aan een Buschauffeur stoel.
Voor het sportievere werk is er dan deze kleine MG, een plezier om mee op stap te gaan.
En als er dan passagiers mee moeten, is er de Minerva AC.
Stijlvol voertuig waarmee zelfs Henri Ford zich zou laten verplaatsen, naar de hoger klasse...........