Druk op onderstaande knop om een positief berichtje achter te laten in mijn gastenboek (let wel : obsceniteiten worden eruitgeflikkerd !)
Motortoerisme...mijn hobby
Motortoerisme... mijn passie Enkele korte flashes uit mijn motorrijderscarrière die begon in 1972.
Regelmatig een korte impressie van de nieuwste modellen.
Ook komen de meest gekke motoren aan bod alsmede bijzondere verkeerssituaties.
Treffens en andere activiteiten.
En niet te vergeten mijn collectie 'Politie-bikes'en badges.
21-07-2011
3de Motorrit De Nieuwe Toren Poperinge 21 juli 2011
3de Motorrit De Nieuwe Toren Poperinge 21 juli 2011
Deze rit is een initiatief van een enthousiaste cafebaas en enkele 'free riders', niet clubgebonden die reeds voor het derde jaar op rij een treffen organiseren. 08.45u : aankomst De Nieuwe Toren.
Ik heb er dus al veel gezien, van die melkkitten als brievenbus, maar eentje met een dakje erop... da's een primeur !
Het gaat dan via de Pezelstraat (waar we een stukje Hoppeland fietsroute volgen) naar Westvleteren en Oostvleteren. Daar staat deze (afgesloten) kapel met opvallende rode deuren.
In Woesten voor alle zekerheid mijn tank nog eens bijvullen voor we Frankrijk binnenrijden.
We komen terecht in een wirwar van boerenwegels (Zwartestraat, Groenestraat,...) als plots een fazantenjong mij een eindje escorteerd.
En dan de onvermijdelijke kapelletjes : een eerste vinden we in Zuidschote, een kapel opgedragen aan OLV van Fatima. De boer achteraan gebruikt ze voor zijn postbus in droog te houden !
Even verder deze gedenknaald : "tot herdenking van de onwrikbare verdediging door het Regiment der Grenadiers bij den eersten Duitschen aanval met de gassen op 2 april 1915". Ingehuldigd door Koning Leopold II op 22 april 1924.
Even verder dit grote kruis ter vervanging van het monument voor de gesneuvelden van het 418de Regiment Franse Infanterie uit 1929 dat in '42 werd vernield.
Met de N369 rijden we richting Diksmuide, slaan rechtsaf over het kanaal Ieper - IJzer en komen in Bikschote langsheen deze mooie Beeuwsaertmolen.
Deze Beeuwsaertmolen, ook Blauwe Molen genoemd, is een staakmolen in Bikschote, een deelgemeente van Langemark-Poelkapelle in West-Vlaanderen.
De oorspronkelijke molen werd in 1635 gebouwd in opdracht van de heren van Bikschote. Deze molen brandde in 1830 af, vermoedelijk als gevolg van blikseminslag. Hetzelfde jaar werd hij herbouwd. Deze tweede Blauwe Molen werd tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1915 vernield. In 1922 werd een derde Blauwe Molen opgebouwd uit de restanten van twee andere molens : de Leenhoudersmolen uit Roesbrugge en de Blanckaertmolen uit Leisele. In de jaren dertig werd een mechanische maalderij opgericht. De aandrijving geschiedde met een stationaire motor op een zware brandstof. In 1966 werd de Blauwe Molen gerestaureerd, maar hij raakte steeds verder in verval en in 1976 werd hij tijdens een storm zwaar beschadigd. Herstel liet tot 2001 op zich wachten.
De Blauwe Molen is na een restauratie van negen jaar op 18 mei 2010 opnieuw van een gevlucht voorzien. De inhuldiging vond plaats op 3 juli 2010.
Motorrijders worden voortdurend geconfronteerd met gevaren op de weg. Zijn het de weersomstandigheden niet, dan zijn het de andere weggebruikers. Maar ook het mooie landschap kunnen je parten spelen : toeristische motorritten gaan niet vaak over brede snelwegen of drukke centra, maar meestal op kleine kronkelende landelijke weggetjes en dan heb je te maken met enerzijds tegenliggers die een wegversperring kunnen betekenen, maar ook de landbouw speelt hierin een grote rol. De landbouwvoertuigen laten voortdurend modder achter op de wegen en in het zomerseizoen, waar de maisvelden in volle bleoi staan, verhinderen deze dan weer het zicht. Eén regel : snelheid aanpassen !
Datzelfde weekend lees ik nog het volgende in de krant...
In de Pottestraat staat een eigenaardig staketsel : het blijkt een onderdeel te zijn van een 'volksverhalen-route'.
"Vertelsels ut den goeien ouden tied... Verhalen over waterduivels en Duitse schaapherders en over de bende van Bakelandt. Verhalen over witte en zwarte kunste... Straffe, zelfs héél straffe verhalen... En ollemaele echt woar gebeurd... hier in Langemark-Poelkapelle"
Met een druk op een knop hoor je (hier in dat geval) het verhaal van heksen.
Het project 'de volksverhalenroute' is een realisatie van de gemeente Langemark-Poelkapelle (Dienst Vrije Tijd, Cultuur) in samenwerking met Erfgoedcel Ieper, Stefaan Top (professor K.U.Leuven en voorzitter Vlaams Centrum voor Volkscultuur) en met medewerking van tal van organisaties en personen. Het project kwam tot stand dankzij de financiële steun van deVlaamse Overheid (Afdeling Erfgoed), Toerisme Vlaanderen, provincie West-Vlaanderen, de Erfgoedcel Ieper en eigen middelen.
De route volgt een rustig fietstraject op het provinciaal fietsnetwerk, passeert door de 5 dorpen (Langemark, Poelkapelle, Bikschote, Sint-Juliaan, Madonna) van de gemeente Langemark-Poelkapelle en vormt twee lussen die samen ongeveer 37 km bedragen. Langs deze weg kom je 15 prachtig geïllustreerde'verhaalpalen' tegen. In buurgemeente Zonnebeke, meer bepaald in het heksendorp Beselare, staat een 16de paal die dan weer het startpunt vormt van een heksenwandeling. Met een simpele druk op de knop krijg je authentieke volksverhalen te horen, vertolkt door ervarenvertellers. Er zijn twee versies: één in het sappig plaatselijk dialect en één in 'Algemeen Nederlands'. Op 15 augustus 2007 werd de Volksverhalenroute officieel geopend.
Het is 09.30u als we aan de kapel van StJan passeren.
We zijn in Madonna-Langemark en vinden hier een Madonna-kapel. "O Madonna Ons Genegen, Zend Ons Uw Zegen" Maar mevrouw was niet thuis !
Jonkershove... Klerken... En bij het binnenrijden treffen we deze meneer aan langs de rijbaan. Een beeltenis van een seizoenarbeider uit 1968 ter ere aan deze mannen. In het dorp is ook een straat naar deze mensen genoemd, de "Seizoenwerkersstraat".
De seizoensarbeiders werden met verschillende namen aangeduid. Daar de meesten naar Frankrijk trokken, sprak men vooral van Fransmans. Men sprak ook van "trimards". De naam "bietenmannen" werd gebruikt aangezien de meesten bieten gingen zetten of rooien. Een Franse bijnaam voor de Vlaamse arbeiders was "Les Godverdommes". De seizoensarbeiders die vanuit het Hageland of de Kempen naar Wallonië trokken werden "Walenmannen" genoemd. De Fransmans waren de Vlaamse seizoensarbeiders die in de tweede helft van de 19de eeuw tot in de tweede helft van de 20ste eeuw jaarlijks naar Frankrijk trokken om er te werken. Ze werkten er op de bietenvelden voor het zetten of rooien van bieten, waren actief in de suikerfabrieken, in de vlasnijverheid of in de cichorei-asten. Vanaf de eerste helft van de 19de eeuw was België het eerste land op het Europese vasteland waar de Industriële revolutie plaats vond. Deze bracht echter vooral werkgelegenheid in Wallonië. Vlaanderen was daarentegen een plattelandsgebied met landbouw en veeleer ambachtelijke nijverheid. Herhaalde mislukte oogsten en de toenemende invoer uit andere werelddelen brachten economische problemen. Steden als Gent en Antwerpen kenden nog welvaart en industrie, maar in veel landelijke gebieden heerste armoede en ziekte halverwege de 19de eeuw. Naast de emigratie naar Amerika trokken dan ook veel Vlamingen naar Noord-Frankrijk om er te werken. Jaarlijks trokken duizenden mensen naar daar voor seizoensarbeid. De meesten kwamen uit West-Vlaanderen, de Scheldestreek in Oost-Vlaanderen, het Hageland en de Zuiderkempen. Ook uit het Waalse Henegouwen trokken jaarlijks duizenden mensen heen- en terug. De West- en Oost-Vlaamse arbeiders trokken vooral naar Frankrijk, deze uit het Hageland en Kempen trokken ook naar Wallonië.
We vervolgen de rit met de N301 richting Diksmuide en volgen een tijdje de IJzerfrontroute.
Een 80km lange toeristische moto-autoroute met vertrekpunt in Diksmuide en die het polderlandschap tussen Nieuwpoort, Koekelare en Diksmuide verkend. Centraal thema vormt het gebeuren tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vier jaar lang vormde de IJzer hier de frontlijn. Tal van relicten, monumenten en begraafplaatsen herinneren hieraan.
Met de N35 komen we aan in Esen, waar we oog in oog staan met deze mastodont : De StPieterskerk.
Dan gaat het verder naar Vladslo waar ik een kort bezoekje breng aan de hertenboerderij Baert.
Maar we zijn reeds aan onze eerste 'stop', cafe De Smisse.
We rijden naar Werken... Koekelare... volgen een stukje Molenroute. Deze Molenroute (30 km) brengt u via de meest rustige en landelijke wegen van het Krekedal langs de 4 prachtige molens van de gemeente. Het waren er ooit 27. Met de Wullepit- en Coucjezmolen (de hoogste stenen molen in België) in Zarren, de Kruisstraatmolen in Werken en de Koutermolen in Kortemark mag de gemeente zich terecht profileren als molendorp. De route loopt over een vlak tot licht hellend parcours en goede wegen. Zo kan elke fietser naast de molens, ook de mooiste stukjes natuur in de gemeente ontdekken.
Een mooie 'open' Maria-kapel nodigt ons uit voor een stop.
Even verder deze kleine OLV van Lourdes-kapel aan de oprit van een hoeve. Een idioot van een boer heeft daar toch wel zijn brievenbus aan gevezen zeker !!!!!!!
In Bovenkerke rijden we nog eens langs een weide met herten. Wat zijn die beesten moeilijk te fotograferen, zeg !
Aan de zijkant van de weg vind ik daar deze reuzen-champignon. Het gaat om een reuzen-bovist, (Calvatia gigantea, synoniem: Langermannia gigantea) een paddenstoel uit de familie Agaricaceae. De saprofyt groeit uitsluitend op de grond, in weilanden, tuinen of bossen. Van de zomer tot de herfst is de soort aan te treffen. Het is een vrij algemeen voorkomende paddenstoel, met name op zandige of verstoorde klei- en veengrond. Het bijna bolvormige witte vruchtlichaam heeft een doorsnede tot 80 cm, soms zelfs nog groter. Vaak is hij leerachtig en soms glanzend. Aan de onderzijde is hij iets gegroefd. Een steriele basis, zoals bij de afgeplatte stuifzwam (Lycoperdon pratense), ontbreekt hier. Het inwendige is eerst wit en vlezig, maar wordt later geelachtig. Als de sporen rijp zijn, verandert de kleur in olijfbruin en het geheel wordt dan vezelig. De bevestiging in de grond met dikke myceliumstrengen is maar losjes. Wanneer de vruchtlichamen gaan rollen, worden de miljarden sporen door de wind verspreid. Als het vlees nog wit is, is de reuzenbovist eetbaar. Bedenk hierbij wel dat ze zware metalen in hun vruchtlichamen kunnen opslaan, en de concentratie hierbij kan oplopen tot waarden die voor voedingsmiddelen in België en Nederland niet zijn toegestaan.Daarbij bevatten de paddenstoelen weinig voedingsstoffen en zit er weinig smaak aan.
Ik heb hem stiekem meegenomen naar huis en daar lekker klaargemaakt.
We kruisen de provinciebaan Torhout-Diksmuide en rijden via de 44 km-lange Kooklarenoene-fietsroute door het Koekelare Bos. Een prachtig initiatief van de Kooklarenoenerijders. Het idee (of was het een droom) om een fietsroute op poten te zetten, leefde destijds al enkele jaren onder bepaalde bestuursleden van die Kooklarenoenerijders. Het doel was vooral de club in een positief daglicht te stellen en het wielertoerisme in Koekelare te promoten. Anno 1989 werd er met veel enthousiasme werk van gemaakt, het ontwerp op tafel gelegd en de naam Kooklarenoeneroute naar voor gebracht, de beschrijving van de route werd onder de deskundigheid van meester Triphon Dereeper op papier gezet. Met de medewerking van het gemeentebestuur en vooral de toenmalige schepen van sport, die er heel veel belang aan hechte om dit het groene hart toeristisch aantrekkelijker te maken, werd de route bewegwijzerd en tenslotte in 1990 ingereden. Dit "Groene hart van het Houtland", zoals de gemeente Koekelare zichtzelf aanprijst, omvat vier leefkernen: Koekelare-centrum, Zande, De Mokker en Bovenkerke.
Opgepast voor koeien, paarden, overstekend wild, zelfs eenden en padden, maar oppassen voor overstekende honden ? Die hebben we tot nu toe nog niet ontmoet. Alles heeft te maken met de gasten van onderstaande hondenschool. Niet dat die honden daar loslopen, maar de baasjes moeten de straat over naar de parking.
Niet alleen aan hoeven en boerderijen zie je ze... de melkkitten als postbus. Ook in de villawijk langs de Brugse Heirweg in Koekelare zie je fraaie modellen...
Langs die Heirweg staat ook deze H.Hart-kapel met een prachtig beeld.
In het centrum van Koekelare staat deze leegstaande woning en aan de overkant, op het plein, ...
... deze Sala Thai tempel. Een constructie uit Thailand, overgebracht door een medewerker van een electriciteitsmaatschappij en daar kunstig is opgebouwd over een electrokabine heen. De aanleiding om dit bouwwerk daar te plaatsen is de Thais-Vlaamse vriendekring aldaar. De vereniging
werd in 1987 gesticht en heeft als doel het bevorderen van de vriendschap tussen
Vlaanderen en Thailand, onder andere via culturele uitwisseling, socio-culturele activiteiten en
wederzijdse contacten. De vereniging verzekert de opvang van Thais en verstrekt
hun eventuele hulp door persoonlijke begeleiding. Ze steunt eveneens ontwikkelingsprojecten in
Thailand en verstrekt informatie over
formaliteiten, handel, taal, cultuur, reizen, enz.
De rit gaat verder over Zande en we komen tegenover deze prachtige stenen Hovaeremolen te staan. Tijd om even de benen te strekken en de constructie te bewonderen.
De Hovaeremolen is een windmolen in de Belgische gemeente Koekelare. De molen is een stenen bergmolen uit 1923.
Reeds in 1711 werd op de plaats een staakmolen gebouwd, voor het malen van graan. In teksten uit 1711 vindt men terug "in den N-O houcke... den meulenwal en d'erve daer den Ovaremeulen staet... den wulfsfaertsdyck aen den noordsijde...". In de parochieregisters van Koekelare uit die tijd komt de naam Hovaere en aanverwante namen veelvuldig voor, maar het is onduidelijk of de molen eigendom was van een Hovaere, of de molen zijn naam kreeg omdat er het gehuchtje waar de molen staat informeel die naam droeg omdat er veel Hovaeres woonden. De molen ging verschillende malen van eigenaar en pachter over. In 1873 gaf de eigenaar de toenmalige pachter de toestemming de molen om te bouwen van graanmolen naar graan- en oliemolen. In 1875 werd daarvoor de teerlingen weggenomen, en in de plaats kwam een stenen gemetseld torenkot. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog bleef de molen overeind, en werd ze een waarnemingspost voor de Duitse bezetter. Het geallieerde vuur beschadigde de toren in 1918. De toren werd als stenen windmolen hersteld in 1923. Het binnenwerk werd overgenomen van de molen van Victor Denijs uit Lichtervelde die in datzelfde jaar werd gesloopt. Molen Denys was de laatste Lichterveldse windmolen.
Het 1800 kg wegende wiekenkruis vloog in december 1936 al draaiende af. In 1939 stak men een nieuwe askop, en kon de molen weer draaien. In 1949 verloor de molen een houten roede; maar doordat in 1932 al een motor was geplaatst, kon de molen blijven draaien. In 1958 stopte men uiteindelijk met malen. In 1963 werd de laatste roede uitgehaald, en de molen dreigde verder te vervallen. De gemeente kocht uiteindelijk in 1968 de molen aan. De molen werd in 1973 beschermd als monument. In 1988 kocht uiteindelijk de vzw Hovaeremolen het gebouw, en liet het in 1996-1998 herstellen.
Op weg naar Zevekote, deze slordige bedrijfsleider. Het tweede gedeelte van zijn wegwijzer ligt gewoon in de beek...
Het begint goed te regenen als we verder rijden naar StPieterskapelle (Middelkerke) en via de N367 (naar Nieuwpoort) in Schore en Pervijze arriveren. Even afstappen aan het Pater Pio-centrum en de opvallende OLV van Lourdes-kapel
In Booitshoeke staat op de hoek van deze slagerij een Maria-kapel en het eerste wat me opviel was DIT RECLAMEPANEEL AAN DE ZIJGEVEL VAN DIT GEBEDSHUISJE !! PROFICIAT SLAGER DIRK !!!!!!!!
Ook opvallend was dit hoopje vogelpoep bij het betreden van dit heiligdom : een menselijke reflex gebood mij om onmiddellijk omhoog te kijken en inderdaad, een boerenzwaluw had er zijn nestje tegen de binnenwand geplakt. De vogels waren dan nog zo proper om niet in hun nest te schijten, maar het over de rand naar beneden te laten vallen. Gezien de omvang van 'het hoopje', is er daar al lang geen kuisvrouw meer gepasseerd !
Binnenin een prachtig beeld van een rustende Maria en een kindje Jezus die precies in de armen van zijn moeder in slaap gevallen is...
Hier geen patattenveld of maisteelt, maar de boer heeft gekozen voor het aan- of inplanten van zonnepanelen op zijn land.
We kruisen de N36 (Veurne-Diksmuide) en rijden via Steenkerke en Avekapelle langsheen de Oude Zeedijkmolen uit 1745.
Verder naar Zoetenaaie en Eggewaartskapelle. Daar stoot ik op een mooi doch verschrikkelijk vuil OLV- kapelletje
Via Zoetenaaie Centrum naar Lampernisse alwaar ik nogmaals de grafsteen van Ridder Zannekin wilde bezoeken. Maar ramp boven ramp : heel de omtrek van de plaatselijke kerk waartegen de tablette staat, staat in de steigers. Hopelijk zijn die arbeiders toch een beetje voorzichtig want hun stelling staat gevaarlijk dicht bij het reliek.
Nicolaas Zannekin (Lampernisse, eind 13e eeuw Kassel, Frans-Vlaanderen, 23 augustus 1328) was een Vlaams opstandelingenleider, vooral bekend door zijn rol in de boerenopstand in de Vlaamse kuststreek tegen graaf Lodewijk II van Nevers. Zannekin was een kleine grondeigenaar uit Lampernisse in de kasselrij Veurne, en werd buitenpoorter van Brugge, waar hij zich zeer populair maakte. De onlusten tegen Lodewijk van Nevers waren vooral gericht tegen de wijze van inning van de grafelijke belastingen. De opstandige boeren (de 'Kerels van Vlaanderen') bestreden de baljuws en belastingontvangers, en plunderden de kastelen van de edelen die trouw bleven aan de graaf. Die edelen reageerden daarop met strafexpedities. Door de graaf ingestelde onderzoekingscommissies leverden weinig resultaat op. Zannekin slaagde erin enige steden te veroveren, zoals Nieuwpoort en Veurne (waar hij als een engel Gods werd ingehaald), Kortrijk (waar de graaf werd gevangengenomen) en Ieper. De opstandelingen kregen de steun van Robrecht van Kassel, die tot ruwaard werd aangesteld. Pogingen om Gent en Oudenaarde in handen te krijgen, mislukten echter (1325). Nu kwam koning Karel de Schone tussenbeide ten gunste van de graaf, waarop deze werd vrijgelaten op 18 februari 1326. De Vrede van Arques (19 april 1326) moest een einde maken aan de onlusten, die evenwel spoedig weer oplaaiden, en erger dan ooit. Zannekin kreeg nu steun van Jacob Peyt en van Willem de Deken, burgemeester van Brugge, die zonder succes hulp ging vragen bij koning Eduard III van Engeland. Een sterk Frans leger versloeg in de Slag bij Kassel (1328) de boeren en ambachtslieden uit de steden en kasselrijen Veurne, Sint-Winoksbergen, Broekburg, Kassel Belle en Poperinge. Zannekin sneuvelde en de opstand werd hard neergeslagen. De Vlaamse weerstand was gebroken en de Fransen namen wraak. Honderden opstandelingen werden terechtgesteld en vele anderen voor eeuwig uit Vlaanderen verbannen. Willem de Deken werd naar Parijs gevoerd en op 24 december 1328 terechtgesteld: zijn handen werden afgehakt waarna hij op een mat door de straten van Parijs tot aan de galg werd gesleept en opgehangen. Zeger Janszone uit Bredene, een andere opstandelingenleider, werd pas in februari 1329 gevat en terechtgesteld toen hij in Oostende en omgeving een nieuwe opstand probeerde te ontketenen. De goederen van al de Vlaamse opstandelingen werden verbeurd verklaard. Vlaanderen had meer dan 3200 doden te betreuren.
Er is ook een biertje naar hem genoemd...
Dus op naar de tweede controle in cafe De Nieuwe Snoek vlak naast de brug over de Lo-vaart in Alveringem. Het was inmiddels 12.00u en gestopt met regenen.
Achter de taverne was er het Mout- en Brouwershuis De Snoek, aan de Bierkaai.
Op weg naar Leisele, met de eigenaardige Oeren-wegwijzer (hoe heten de inwoners van Oeren trouwens...?) zie ik deze kapel, ietwat verscholen tussen de werkzaamheden en de bebossing.
We volgen een stukje Bachten-de-Kupe-route . De bewoner zag me zijn huiskapelletje fotograferen en kwam een praatje maken.
Dan naar StRijkers en Isemberge waar we deze OLV van Troost-kapel tegenkomen. Er was een zitbankje, dus nog even de benen strekken en de voorbijrazende moto's waarnemen.
In Beveren staat deze OLV van Lourdes kapel, maar ze hebben dan wel de verkeerde beeltenis erin geplaatst. Konden ze die wegwijzers echt geen twee meter verder naar rechts plaatsen ????
Een roedel damherten fotograferen met een gewone camera is niet gemakkelijk. De hindes en de jongen zetten het op een loopje, maar de bok bleef me uitdagend aanstaren, wilde hij zeggen "kom hier maar eens over die draad, makker"...
Vlas : vroeger zag je ze nog eens in van die kleine 'kapelletjes', nu hopen ze ze op in grotere oppers.
Om in deze OLV-kapel te geraken kon ik wel een manchette gebruiken. En dat deurtje draaide dan nog naar buiten open !
Bellevue Police debut electric âchariotâ for downtown patrol
Bellevue Police debut electric chariot for downtown patrol
The Bellevue Police Department has added a new, green mode of transportation to its fleet.
Officers for the department's downtown unit debuted the T3 Motion Law Enforcement vehicle. The "chariot-like" vehicle runs on electricity rather than gas, and the $13,166 machine was donated by the Bellevue Police Foundation.
Though the chariot has only been in operation for a week, officers area already seeing the benefit.
"We can weave and turn from roads to sidewalk to get to calls faster than patrol cars," said Officer My Tran of the downtown unit.
Tran said the congestion downtown makes the new vehicle more efficient than patrol cars, which can get stuck in traffic during a call. For officers on foot or bike, they can get to the calls quickly as well, but the exertion of running or pedaling a long distance could limit their effectiveness in certain situations.
The T3 has few limits in terms of terrain. It traverses the roads and sidewalks with ease, and it can go off road to cut through parks or trails, if needed.
Tran enjoys the ability to engage people more in the vehicle. In a patrol car, officers aren't as accessible, and they can't hear what's going around them.
The T3 is a clean energy, no emissions, 100 percent electric transportation system. It was first deployed for service last Thursday and already has 100 miles logged on it.
Weighing in at about 300 pounds, the T3 is a three-wheel, chariot-like vehicle with a carrying capacity of 450 pounds. It boasts a zero degree turning radius, runs 18 mph maximum speed, and is good for a 10-hour shift or longer before re-charging the battery. This T3 Motion is fully loaded with red and blue police lights and siren.
People see us on it and stop us. They are curious and think its cool," said Downtown Squad Corporal Gary Cook.
Wat als een zonnige morgen begon, zou al vlug uitdraaien op een dagje regenen, en nog niet zo'n klein beetje. En om het volledig als een klein drama af te ronden, ben ik met een gedeeltelijke panne onverrichterwijze naar huis moeten vertrekken, zo ongeveer halverwege de rondrit.
De afspraak was gemaakt aan de gemeentelijke basisschool te Bassevelde alwaar we onze motoren op de speelplaats konden stallen.
Signaalgevers zorgden voor de goede gang van zaken. Enfin... enkelen dan : het is algemeen bekend dat die bepaalde soort verkeerscommissarissen altijd een vreselijke dorst hebben.
Aan de inschrijftafel een gelukzak...
Voor de hongerige magen : broodjes waren reeds ter beschikking voor diegenen die er eentje lustten onderweg...
Er heerste een gezellige drukte daar in de cafetaria.
Je kon je voor 10 euro lid maken van die MTC Bass Field Bikers (goed gevonden) en kreeg dan zo'n t-shirt kadoo. Hoe ze aan dat ezelsstatuut komen weet ik van het volgende... De inwoners van Bassevelde worden "ezels" genoemd omdat de Basseveldse boeren vroeger hun graan met ezels naar de molenaar brachten en die zei: "Daar zijn de Basseveldse ezels weer..."
Een Goldwing-Trike hebben we al eerder gezien, maar een met ZIJWIELTJES ?
Van bij de start werden we geconfronteerd met honderden wandelaars (hier enkele stappers uit Belsele-Sinaii) : wekelijks zijn er daar van die grote manoeuvers
Watervliet... StLaureins.. Bentile (Kaprijke) ... De ene beton- en asfaltboerewegel na de andere. Het had hier al flink gegoten en die baantjes lagen er gevaarlijk glad bij.
Reeds kregen we een eerste controlepost in Cafe Poggio.
We volgen een tijdje het Hellepad.
Deze wandelroute van iets meer dan 7 kilometer kwam tot stand op initiatief van de Heemkring GHK Soetendaelle. Het pad is bewegwijzerd door middel van een horizontale rode en witte streep maar het is mogelijk dat deze aanduidingen op sommige plaatsen verdwenen zijn. Het grootste deel van de wandeling gaat over veldwegen. De natuur is hier nog prachtig maar niet altijd makkelijk te bereiken. Wandelschoenen of laarzen zijn absoluut nodig, vooral bij vochtig weer. We zitten hier in de vallei van de Puttenbeek ende bezienswaardigheden in de omgeving zijn de "Trappenhoeve" of "Hof van Pede" met Ichelgemmolen of Ukkelgemmolen en de watermolen Mollem.
Het gaat verder naar Kleit en het aan te zien dat daar veel paardenliefhebbers wonen, want de ene weide na de andere is er 'bevolkt' met deze edele viervoeters.
Altijd een plezant plaatje... nu even tussen het lijnzaad.
We rijden met de N499 naar Aalter en passeren (voor de zoveelste keer) aan het vliegveldje van Ursel. Toch nog even goedendag gaan zeggen en een praatje maken met helikopter-instructeur Ludo.
Dat het een toeristische streek is bewijzen de vele kleine restaurantjes die er gevestigd zijn...
Het gaat dan verder naar Knesselare en het begint opnieuw te regenen. Zo erg zelfs dat de meeste motards gingen schuilen. Het is niet alleen on-plezant om met de motor in de plezende buien te rijden, het is ook nog eens gevaarlijk.
Een excuus om even te schuilen bij deze Snatch Supermarkt : het was reeds 12.00 uur, dus even halt houden voor een natje en een droogje.
Verder naar StJoris ten Distel... StMaria-Aalter en een eindje Bulskampveld fietsroute. Deze 43 kilometer lange Bulskampveldroute verkent de ruimere omgeving van
het Bulskampveld, het door bossen en parklandschappen gedomineerde parklandschap
ten zuidoosten van Brugge. Oorspronkelijk werd het hele gebied beheerst door
heide. In de 19de eeuw zette men de heide grotendeels om in bos. Slechts enkele
overblijfselen van de heide bleven bewaard. De uitvalsbasis voor deze tocht is
het provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld. Andere groendomeinen die op de
route worden aangedaan zijn het Hooggoed in Aalter en het Nieuwenhovebos in
Oostkamp. De oevers van het kanaal Brugge-Gent vormen het landschapkader op de
terugweg.
En dan zien we plotseling dit... Er waren nog kapers op de kust... met dezelfde pijlen. Gelukkig was er een snuggere ritmedewerker die er (waarschijnlijk nog de avond ervoor) vlug overal een E-tje aan hun pijlen heeft toegevoegd !
In Wingene rijden we langsheen een uitgebrande zaak...
Door een felle brand zijn in de Kaplotestraat drie rijwoningen onbewoonbaar en liep een vierde woning schade op. De bewoners van het huis waar de brand uitbrak, een gezin met drie kinderen, raakten lichtgewond. De brand ontstond zaterdagmiddag 10 december 2010, iets na 11 uur, in de huurwoning met het huisnummer 22 in de Kaplotestraat. Vermoedelijk is de brand ontstaan nadat de verwarmingsketel is ontploft maar het parket komt ter plaatse om de omstandigheden te onderzoeken en hierover zekerheid te verschaffen', verduidelijkt politiecommissaris Filip Feraux. De woning werd gehuurd door het koppel Thierry Haeck (33) en Kelly De Boever (34) en hun drie kinderen die tussen vijf en negen jaar zijn. Het hele gezin was op het moment dat de brand uitbrak thuis maar kon de woning tijdig verlaten. Ze zijn allen met lichte verwondingen, zoals schrammen en ademhalingsproblemen, overgebracht naar het Sint-Andriesziekenhuis.' Het vuur verspreidde zich razendsnel, niet enkel in de woning zelf maar ook naar de aanpalende woningen. Het betreft oude woningen die met veel hout zijn ingericht. De gewelven tussen de gelijkvloerse verdieping en de eerste verdieping lopen door over de hele rij woningen zodat het vuur zich zo vlug kon verspreiden. Daarnaast is er ook veel rook- en waterschade. Behalve de woning van het gezin Haeck zijn ook de twee aanpalende woningen links en rechts onbewoonbaar en een vierde huis liep schade op. Het is een groot geluk dat er niemand gewond raakte want in alle vier de huizen waren de bewoners thuis. Voor het getroffen gezin wordt in samenspraak met slachtofferhulp en het gemeentebestuur een opvang gezocht. De bewoners van de overige huizen kunnen bij familie terecht', aldus nog Feraux. De brandweer van Wingene had er een stevige klus aan om de brand te blussen Toen wij arriveerden, stond het huis al in lichterlaaie', verduidelijkt korpschef Marnix Deroo van brandweer Wingene. Het is haast ongelooflijk dat het vuur zo snel om zich heen sloeg.' Het Wingense korps kreeg versterking van de korpsen van Meulebeke en Tielt die net hun patroonheilige Sint-Barbara vierden. Het Meulebeekse korps kwam ter plaatse met perslucht en het Tieltse korps met hun tankwagen omdat er aanvankelijk een probleem was om aan water te geraken.' Het gezin Haeck huurde de woning van Dirk en Veronique De Roust. Dit is eigenlijk ons ouderlijk huis dat we verhuren sinds onze moeder gestorven is en onze pa in het rusthuis verblijft', verduidelijken broer en zus terwijl ze aangeslagen de ravage overzien. Onze ouders hebben hier 25 jaar gewoond, sinds 4 jaar werd het huis verhuurd aan het gezin Haeck dat van Wingene afkomstig is.' (Het Nieuwsblad)
We rijden naar Ruiselede waar deze lama onverstoord zijn middagdutje verder deed, ondanks het motorgeronk die voorbijraasde.
Ja, en niet alleen in Roeselare hebben ze hun 'krottegem'...
Even afslaan naar de Molenberg waar deze in onbruik-geraakte molen staat te verkommeren. Een zogenaamde Brusselaar zou eventueel bezig zijn met restauratiewerken, maar de buren verklaarden dat ze diene tiep daar nooit meer zagen !
Het gaat om de "Vlaagtmolen", ook wel "Branders Molen" genoemd, aan de Oude Tieltstraat op een molenberg gelegen. De eerste vermelding van deze molen zou teruggaan tot 1457. Hij behoort als dwangmolen toe aan de heerlijkheid Ter Vlaagt (cf. Abeelstraat nr. 37), eigendom van de Ridders van Malta. De Kortrijkse landmeter P.J. Lemaieur beeldt de molen in 1774 op een kaart af als houten teerlingmolen. Ca. 1868 wordt deze staakmolen vervangen door de huidige bakstenen bergmolen. Het binnenwerk van de houten molen wordt hergebruikt in de bakstenen molen. Bij een storm in 1940 verliest de molen zijn kap. Er wordt met een dieselmotor verder gemaald. In 1941 worden het vangwiel en kamwiel aangekocht voor de Knokmolen (cf. Knokstraat nr. 10). Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt er door de Duitse bezetter een uitkijkpost en soldatenwoonst ingericht. Bij hun terugtrekking vernielen Duitse troepen het interieur van de molen. Bruinbakstenen, conische molenromp van bovenkruier met benedenverdieping, eerste zolder, tweede zolder en kapzolder. Rondboogvormige muuropeningen met omlopende fijne waterlijst. Kleine rondboogvormige beeldnis boven de ingang.
Even verder de kapel van de Heilige Apolonia.
Apollonia van Alexandrië was een heilige uit Egypte over wie vrijwel alles onzeker is. Haar moeder zou haar gekregen hebben na een vurig gebed tot de Heilige Maria. Ze zou geleefd hebben in de 2e eeuw en in het jaar 249 zou ze gevangen zijn genomen door de heidenen ten tijde van de Romeinse soldatenkeizer Decius, omdat ze haar geloof niet wilde afzweren. Ze zou toen omstreeks 50 jaar oud zijn geweest. In dit jaar werd het duizendjarig bestaan van het Romeinse Rijk gevierd, waarvan de Christenen zich afzijdig hielden, wat tot rellen en onrust aanleiding gaf. Ze werd vreselijk gefolterd en bisschop Dionysius beweerde dat men bij haar alle tanden uit de mond heeft getrokken en haar kaakbeen verbrijzeld. Hierna zou ze levend verbrand worden maar, toen haar bewakers niet opletten, sprong ze zelf in het vuur.Haar verering verspreidde zich zeer snel door het Midden-Oosten en sedert de 16e eeuw ook naar West-Europa. De heilige Apollonia wordt vaak afgebeeld met een tang in de ene en een palmtak in de andere hand. In de tang zit vaak een tand of kies. Ze wordt dan ook aangeroepen bij kiespijn en is ook de patrones van de tandartsen. Haar feestdag is op 9 februari.
In Tielt komen we aan de Poelbergmolen.
Toen deze molen in 1980 eigendom van de stad werd, verkeerde hij in vervallen toestand. In 1993 werd hij door het stadsbestuur maalvaardig hersteld en is momenteel op zondagnamiddag meestal in werking. De omgeving van de Poelberg, en het Tieltse gehucht de Poelberg, één van Vlaanderens mooiste molengezichten, is sedert 1993 beschermd als dorpsgezicht. Aan beide zijden genieten we van prachtige panoramas op Groot-Tielt en bij ideale weersomstandigheden reikt het zicht tot aan de Vlaamse Ardennen !
We zitten op een toeristisch stukje weg : Molenlandroute, Beverroute, Fietsen langs Vlaamse Wegen, Landbouw Leerpad, enz...
Dit kruis in de Lijsterstraat staat toch wel een heel klein beetje laag bij de grond, niet ?
Een bijna-blind konijntje zwalpte over de rijbaan. De sukkel zat met gezwollen ogen (ziek) en zal een van die dagen misschien toch wel verongelukken...
En weer die melkkit-postbussen...
Oostrozebeke ... Wielsbeke... Aan de Moerdijkstraat deze kapel OLV van Smarten
Tank meer dan halfleeg... toch maar even bijtanken bij de plaatselijke Power.
Even buiten Oostrozebeke deze mooie en verzorgde OLV-kapel.
We komen aan de sluis van Ooigem.
Dit is één van de grootste sluizen in de Leiestreek en wordt dagelijks gebruikt voor de economische activiteit op het kanaal Roeselare-Leie. Hij werd in dienst genomen in 1973, ter vervanging van de oorspronkelijke drietrapssluis die gebouwd werd bij de aanleg van het kanaal in de 19e eeuw.
Deze historische sluis uit 1872, die ondertussen als monument beschermd is, werd in het kader van het Europees project 'Canal Link' gerestaureerd ten behoeve van de pleziervaart. Op die manier kunnen de plezierbootjes toch het kanaal op en af op tijdstippen dat de grote sluis dicht is.
Een tweede controle vindt plaats in de Klokke aan het rondpunt van Ooigem
Richting Desselgem, vlak over de Leiebrug, staat deze Houwitser. (ik heb nog foto's van de voorganger, de koepel van een andere tank... zie andere ritverslagen)
En dan begon de miserie !!!! de hendel van mijn versnelling krijgt rare kuren en ik besloot niet meer verder te rijden aan de rit, maar vanuit Deerlijk rechtstreeks naar Izegem terug te keren. Het zou maar moeten lukken dat ik bij aankomst in Bassevelde in panne klets !
In Izegem krijg ik dan nog maar eens een echte stortvlaag op mijn dak en kletsnat parkeer ik mijn ijzeren ros om 14u30 op stal.
Jammer dat ik de rit niet heb uit kunnen rijden... het beloofde nochthans een mooie uitstap te worden.
In elk geval : een grote proficiat aan de organiseren motorclub. Plezante route, af en toe een bezienswaardigheid, de moeite om even te stoppen. Zeer goede bepijling (ze hebben dat daar nog gedaan) en de algemene organisatie (vriendelijke ontvangst, controle, bevoorrading,...) zelf zat puik in elkaar.
In de reeks 'hulpverstrekkende' motoren, naast de brandweer-moto's, deze gespot in Engeland, en wel op kazerne Cheltenham, bij de Gloucestershire Fire and Rescue service. Wordt gebruikt voor bloeddonor transport.
Nog enkele toepassingen van brandweermotoren in Nederland
Deze motor van brandweer Lelystad (Nl) stond bij het 25jarig jubileum van jeugdbrandweer Ermelo-Putten geshowed, aug 2010
Brandweer Kampen...
Brandweer Maarssen : Een vloeistofgekoelde BMW 125 cc 1-cilinder (11 kW/15 pk bij 9.250
1/min; 12 Nm bij 6.500 1/min), volautomatische versnellingsbak en een geregelde
3-weg katalysator zorgt voor de aandrijving. ABS behoort tot de
standaarduitrusting.
SCHIPHOL - Bij het nieuwe opleidingscentrum van de Amsterdamse brandweer op Schiphol was maandag een nieuw vervoermiddel te zien: de brandweerscooter.
De scooter, compleet met blauw zwaailicht, moet de oplossing worden voor de fileproblemen. Tot nu toe werden Smart-auto's gebruikt voor bijvoorbeeld inspecties en het vervoer tussen kazernes. De scooter is voorzien van twee voorwielen, wat de stabiliteit ten goede komt. (ANP)
Scooters zijn al langer te vinden bij de brandweer, alleen tot dusver niet in deze vorm.
---------------------
Dit is een Ducati Multistrada 1000DS door de importeur uitgevoerd als brandweermotor om Nederlandse korpsen te interesseren een dergelijke motor aan te schaffen. Gewoon een promotiemodel dus. (foto's van MrDuc)
Brandweer in grootsteden test blusmotoren. (Weliswaar 10 jaar na datum van enkele buurlanden...)
Voor alle duidelijkheid : op de foto hierboven staat een afbeelding van een Engelse brandweermotor.
-----------------------------
In Nederland zijn ze dan weeral enkele stapjes voor...
Brandweer Maarssen test nieuw type (blus)motor BMW C1 25 augustus 2000 De Brandweer Maarssen is in samenwerking met BMW Nederland gestart met een innovatief concept om de nieuwe BMW C1, aangepast als blusmotor, te testen op geschiktheid voor brandweerdoeleinden. De motor is in brandweerkleuren uitgevoerd, voorzien van optische en geluidssignalen alsmede blusapparatuur. Gelet op een steeds vaker verstopte infrastructuur in relatie met de activiteiten van deze hulpdienst zal snelheid van handelen gewaarborg dienen te blijven ter voorkoming van verergering van een eventueel incident. Vooruitlopend op eventuele wijziging van de wetgeving in Nederland omtrent de helmplicht, heeft minister Netelenbos als experiment, aan de commandant van de brandweer Maarssen Jack Ruibing, toestemming verleend om Maarssense brandweerlieden zonder helm met de BMW C1 te laten rijden. In vele landen is de plicht tot het dragen van een veiligheidshelm voor dit éénsporig voertuig inmiddels niet meer van toepassing. Door de veiligheidsconstructie en de beschermende maatregelen voor de berijders(sters) van dit ontwikkeld voertuig is het dragen van een helm niet meer nodig. De ontheffing van de helmplicht voor dit motorvoertug is verleend en zal in het najaar ook voor geheel Nederland zijn geformaliseerd.
Om nu reeds ervaring op te doen bij de brandweer met dit unieke mobiliteitsconcept o.a. als vooruitgeschoven verkenningspost met de mogelijkheid aan te vangen met blusactiviteiten, is de BMW C1 motor ingericht als blusmotor. Uiteraard zal te allen tijde de te doen gebruikelijke back-up plaatsvinden door de reguliere brandweervoertuigen. Met name de snelheid van het inwinnen van informatie en handelen "in geval van" wanneer zich files voordoen op de A2, is reden geweest dat de Brandweer Maarssen in samenwerking met BMW Nederland het innovatieconcept van de nieuwe tweewieler voor brandweerdoeleinden wil gaan testen. Brandweer Maarssen richt zich wat dat betreft veel op de toekomst op het gebied van mobiliteit en tracht de bedrijfsvoering alert aan te passen aan bereikbaarheid. Zo is ondermeer de bereikbaarheid van b.v. hoogbouw in ogenschouw genomen, met als resultaat dat onlangs ook het innovatieve proefproject helicopterblussing is gestart.
Ervaringen met de BMW C1, niet alleen voor blussing, maar ook voor controlerende taken t.b.v. de preventie zullen tijdens de pilot worden geëvalueerd. De bijzondere eigenschappen van de C1 maken het dus mogelijk om zonder helm en speciale regenkleding aan het verkeer deel te nemen, waarbij de parkeerproblematiek in de binnensteden zoals thans met de huidige personenauto´s het geval is ook wordt verminderd.
De overhandiging van de blusmotor aan de Brandweer Maarssen heeft ondetussen plaatsgevonden op vrijdag 25 augustus 2000 om 10.00 uur bij de brandweergarage aan de Gaslaan 4 te Maarssen.
-----------
Blusmotor - BMW R 1200 RT
De Firexpress brandweer motor heeft een onafhankelijk systeem met 2 gekoppelde tanks van 25 liter met een premix van water en schuim. Het systeem wordt aangedreven door perslucht wat komt uit een kunststof ademluchtfles met een inhoud van 6.8 liter en een druk van 300 bar. De druk wordt gereduceerd naar 20 bar voordat het naar een van de tanks gaat. Een terugslagklep is gemonteerd tussen drukregelaar en de watertank om drukval te voorkomen als de ademluchtfles wordt losgekoppeld terwijl het systeem onder druk staat. Een veiligheid klep (40 bar) is in de drukregelaar gemonteerd. Wanneer de lucht de bovenkant van de 1e tank bereikt wordt de Premix / water naar beneden, door een slang, naar de 2e tank gedrukt. Van onder uit de 2e tank wordt de premix / water door een slang naar de slangenhaspel gedrukt. Op de tank is een veiligheidsklep (26 bar) gemonteerd. Door deze constructie wordt vanuit de bodem van de 2e tank alleen premix / water in de haspel gedrukt. Er kan geen lucht in de slang worden geblazen zolang er premix / water in de tanks aanwezig is. Vanuit de watertank wordt de premix / water in de 30 meter haspel gedrukt welke is voorzien van de gepatenteerde bluslans. De lans wordt bediend met een pistoolgreep. De maximale capaciteit is voor water 22 liter / minuut en voor premix 110 liter / minuut met een bereik van 11 meter. De brandweer motor is een optimale oplossing als de brandweer te maken heeft met grotere afstand vanaf de brand, kleine nauwe straatjes, inzet in een tunnel. Hij is zeer wendbaar en makkelijk door druk stadsverkeer te loodsen waardoor het brandobject veel eerder wordt bereikt dan met een blusvoertuig. Het Firexpress brandblussysteem is gemonteerd op een Duitse BMW R 1200 RT en is de enige brandweermotor die in samenwerking met de motorfabrikant is ontwikkeld. Als basis dient de BMW politie motor en wordt geleverd met optische en geluidsignalen.
----------------------------------
Ook in Griekeland blussen ze sinds 2002 brandjes met behulp van motorfietsen. De Griekse brandweer is de verkeersellende in de steden zat en zet voortaan motorfietsen in bij het blussen van de branden. Het zijn vooral de files die ervoor zorgen dat de zware brandweerwagens moeilijk ter plaatse komen wanneer het ergens brand. De oplossing lag een beetje voor de hand, dus werden motorfietsen uitgerust om de branden te bestrijden. Met dit doel werden enkele BMW's , RT 1200 motorfietsen, omgebouwd tot brandweermotors.
Het is niet de bedoeling dat de motorrijder op zijn eentje de brand zal bestrijden, maar wel dat hij aan de klus kan beginnen om de steun te krijgen van de grote brandweerwagens, wanneer die een tijdje later ter plaatse komen. Ook voor kleine branden zullen deze motorfietsen ingezet worden. Een brandend voertuig kan dan met behulp van een enkele motorfiets geblust worden.
De uiteraard rode BMW heeft twee tanks aan boord die tussen de 20 en de 25 l blusvloeistof bevatten. Onder een druk van 20 bar kan er per minuut 22 l blusvloeistof gebruikt worden en dat zou voldoende zijn om binnen de minuut een brandende monovolume te blussen.
De artsen hadden hem opgegeven, maar de familie blijft erin geloven. Harun Kuzugudenler (21) ligt in coma, acht maanden na een motorongeval.
Een vegetatieve coma, vertelt zijn zus Gulcan (25). Hij heeft een dag- en nachtritme en soms reageert hij.
Harun Kuzugudenler, toen 20, kreeg een zwaar ongeval toen hij met zijn motor op de weg van Kortessem naar Hasselt reed.
Een SUV met aanhangwagen, die uit de tegenovergestelde richting kwam, wilde links indraaien, vertelt Hasan, de vader van Harun.
Hij had mijn zoon niet gezien. Harun is frontaal op de wagen gebotst en werd door de lucht gekatapulteerd.
Hij had twee open armbreuken, een klaplong, zijn schedel was op verschillende plaatsen gebroken.
Hij had een hersentrauma opgelopen en raakte in coma.
De dokters van het Jessa Ziekenhuis in Hasselt bereidden de familie voor op het ergste.
Ze vonden dat we de machines beter konden uitzetten. Uit ervaring wisten ze dat het niet meer zou goedkomen.
Als ik naar hen geluisterd had, lag mijn zoon nu onder de grond. Maar ik wilde de moed niet opgeven.
In het begin deed Harun ook totaal niets. Hij sliep, werd beademd en er werd bloed toegediend.
Na vijftig dagen mocht Harun intensieve zorgen verlaten. Eind september werd hij overgebracht naar het revalidatiecentrum Sint- Ursula in Herk-de-Stad.
Toen reageerde hij nog altijd op niets. Zijn ogen waren nog steeds gesloten.
Maar anderhalve maand geleden begon hij stilletjes aan een dag- en nachtritme te krijgen.
Dat ging heel langzaam, vertelt zus Gulcan. Intussen slaapt hij s nachts en zijn zijn ogen overdag open.
Ze noemen dit vegetatieve status. Het is net alsof hij gewoon wakker is. Hij reageert ook op prikkels.
Als hij een spuit krijgt, reageert hij op de pijn. Als je aan zijn voeten kriebelt, schrikt hij. Hij heeft zelfs al geweend.
Morgen wordt Harun naar de gespecialiseerde coma-afdeling in Luik overgebracht.
We hebben een artikel over professor Steven Laureys in Humo gelezen, vertelt Hasan.
Hoewel ik vreesde dat hij het toch veel te druk had, heb ik hem een mailtje gestuurd.
Binnen de week kwam er een antwoord. Hij wilde Harun onderzoeken.
Ik verwacht niet dat mijn zoon ooit terug helemaal de oude wordt, zucht Hasan. Maar wie weet kan hij ooit terug praten..."
Motorrijbewijs vanaf 24 jaar: de zoveelste onaanvaardbare poging om motorrijden te ontmoedigen !
Staatssecretaris Etienne Schouppe (CD&V) grijpt een nieuwe Europese wet aan om het grote aantal motorongevallen in te dijken. Hij verhoogt de minimumleeftijd om met zware motoren over onze wegen te mogen rijden tot 24 jaar, staat in de Coreliokranten.
Momenteel kunnen jongeren al op hun 21ste hun motorrijbewijs halen, maar Schouppe wil daar drie jaar aan toevoegen. In januari 2011 zouden de wetteksten daarvoor klaar zijn, maximaal twee jaar later zal de nieuwe regelgeving van kracht worden, aldus de kranten.
"Overlijdensrisico niet negeren"
Het gaat om de uitvoering van een Europese richtlijn, die nu ook in ons land werkelijkheid wordt en de motorsector zwaar treft. "Tussen 2000 en 2007 is het aantal omgekomen motards op onze wegen met 7 procent gestegen", verdedigt Schouppe zijn beslissing. "Het overlijdensrisico is 20 keer groter op de motor dan in de auto. Zoiets kan je niet negeren."
"Motor-onvriendelijk"
Staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) grijpt de nieuwe Europese regelgeving aan om het aantal motorongevallen in te dijken. 'Tussen 2000 en 2007 is het aantal omgekomen motards op onze wegen met zeven procent gestegen', stelt hij. 'Het klopt dat er ook meer motards zijn bijgekomen, maar de motor blijft nog altijd veel gevaarlijker dan de auto. Het risico om te sterven op een motor is twintig keer groter. Dat kan je niet negeren. Daarom zullen jongeren nu langer op een lichter model moeten rijden, vooraleer van het échte werk te mogen proeven', zegt Schouppe. 'Ervaring is nu eenmaal de beste leerschool.'
De Belgische motorbond is niet te spreken over de plannen van Schouppe. 'Op die manier sluit je de motor voor een pak jongeren af', zegt Erwin Steegmans van deMotorcycle Action Group. 'Dit is motoronvriendelijkheid van de ergste soort. Dit past helemaal in de ontmoedigingsstrategie van de motor, waar de overheid al langer mee bezig is. Op hun 24ste hebben jongeren nu eenmaal andere prioriteiten dan wanneer ze 21 zijn.'
En het stopt niet voor de motorrijders. Iemand met een rijbewijs B mag vandaag nog altijd met een lichte motor te rijden. Vanaf 2013 zal ook dat gedaan zijn. Zelfs voor het lichtste model zal je dan een motorrijbewijs nodig hebben.
Ook het Vlaams Belang is niet te spreken over deze zoveelste anti-motor demarche van de Staatssecretaris. Reeds jaren wordt in dit land een waar anti-motorbeleid gevoerd, waarbij het rijden met een motor ontmoedigd in plaats van aangemoedigd wordt. In plaats van jongere motorrijders te straffen voor het cowboygedrag van enkelen, zou men beter tijd en energie steken in het sensibiliseren van jongeren en motorverkopers. Vandaag de dag stappen heel wat motorrijders die net hun rijbewijs haalden (jong en oud) de motorwinkel binnen om een 650cc motor te kopen en worden door sommige verkopers overhaald om toch maar direct een 1150 cc motor te kopen. Het probleem ligt dus niet bij de leeftijd van de bestuurders, maar bij de ervaring, of het gebrek er aan.
Vlaams Belang zal bij monde van volksvertegenwoordiger Tanguy Veys in de Kamer dan ook de Staatssecretaris ondervragen over diens nieuwe plannen. Het VB blijft bij het standpunt dat motorrijden niet mag ontmoedigd worden, en dat bekwaamheid weinig met leeftijd maar des te meer met ervaring te maken heeft.
De motorhelm is ongetwijfeld hèt belangrijkste accessoire van de motorrijder. Het is niet alleen belangrijk dat je helm confortabel aanvoelt, hij moet ook veilig zijn. En waarop moet je nu precies letten bij de aankoop van een motorhelm ? Net zoals kledingstukken heeft een helm een maataanduiding, maar die kan verschillen van merk tot merk, land tot land. Een goede motorhelm moet een stevige druk rondom het hele hoofd uitoefenen. Zorg ervoor dat ook de bovenkant van jouw hoofd goed aansluit aan de binnenkant van de helm. De huid van je hoofd moet mee bewegen wanneer je de helm draait of op en neer schuift. Enkel een strakzittende helm biedt immers voldoende veiligheid. Bovendien gaat de binnenvoering van de helm na verloop van tijd wa slinken, waardoor de helm zowiezo wat ruimer om het hoofd komt te zitten. Bedenk tenslotte dat een helm in felle kleuren of reflecterend materiaal ook goed opvalt in het verkeer.
Honda vernieuwt haar vlaggenschip voor modeljaar 2012. Wie hoopte op een volledig nieuwe motor met DCT semiautomatische transmissie mag die hoop nog even opbergen want technisch is de nieuwe GLX 1800 Gold Wing nagenoeg identiek aan de oude.
De nieuwe Gold Wing krijgt een subtiele facelift, meer bagagecapaciteit (150 liter in totaal), een betere beschutting van de rijder, een nieuwe afstelling van de ophanging, een SRS CS Surround geluidssysteem met MP3- en iPod-compatibiliteit en een nieuw state-of-the-art GPS navigatiesysteem waarmee ook routes gedeeld kunnen worden via internet.
Een klein detail maar daarom niet minder belangrijk is de nieuwe doorschijnende laklaag op de velgen, die het reinigen zou moeten vergemakkelijken. Daarnaast is de GLX 1800 Gold Wing wederom leverbaar met airbag. Om niets aan het toeval over te laten wat betreft de lancering van het vernieuwde model, is de productie verplaatst van de Amerikaanse fabriek in Marysville naar een ultramoderne fabriek te Kumamoto (Japan). Wanneer de nieuwe Gold Wing bij ons leverbaar zal zijn is nog niet precies bekend, de Amerikaanse lancering is voor mei 2011 gepland.
Wie in Brussel een taxi wil nemen, zal binnenkort kunnen kiezen voor een motorfietstaxi. Het Brussels gewest start met een proefproject van twee jaar en wil peilen naar het enthousiasme rond deze nieuwe, snellere en wat avontuurlijkere formule.
In het beleidsplan 2011-2014 van Brussels minister Brigitte Grouwels staat dat motortaxis het huidige aanbod van taxidiensten moeten diversifiëren. In Amsterdam en Parijs (met ondermeer 300 motortaxis) is deze vorm van vervoer alvast een succes al heeft het buitenland wel geleerd dat deze taxidienst goed omkaderd moet worden om oneerlijke concurrentie voor de taxis (autos) te voorkomen én de veiligheid van klanten te waarborgen.
Brussels Minister van vervoer Brigitte Grouwels: Het klopt dat er vandaag geen specifieke reglementering bestaat wat betreft de motortaxis, aangezien de taxireglementering enkel van toepassing is op voertuigen met vier wielen. Daarom wordt een proefproject gelanceerd om de haalbaarheid te onderzoeken. De deelnemers aan het proefproject zullen strikte voorwaarden moeten naleven, inzake de kwaliteit van de chauffeurs, inzake veiligheidsvoorschriften, etc. Als de resultaten van het proefproject positief zijn, zal een reglementering ingevoerd worden.
Onder de verschillende aanbiedingen heb ik nog maar eens gekozen voor een Westvlaams onderonsje en met zoon Milan naar Moorsele getrokken.
Er heerste al een gezellige drukte aan het clublokaal van de Wevelgemse Bikers...
In een achterkamertje stonden de trofeeën reeds netjes in het gelid.
Start om 09.30u en meteen viel er iets op : aan het plaatselijke sportcentrum staat een USAF Memorial.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in Moorsele een Amerikaanse jachtpiloot begraven. Met een memoriaal gedenkt men de korte maar eervolle carrière van 1st Lieutenant Pat Williams, bij het 63 Fighter Squadron van het beruchte 56 Fighter Group, Zemkes Wolfpack. De bezetter liet op 2 juni 1943 bij de begrafenis van Lt. Pat Williams te Moorsele, geen kerkdienst opdragen. Precies 59 jaar later, 2 juni 2002, gebeurde dat wel. Op deze zonnige en warme lentedag werd in de Sint-Martinus en Sint- Christoffel kerk om 10 uur een eucharistieviering opgedragen. Na de Kerkdienst trok de stoet, via de zelfde weg als 59 jaar geleden, naar het Sportcentrum waar een met Amerikaanse vlag bedekte monument hen wachtte. Toespraken van initiatiefnemer Lothair Vanoverbeke en Schepen Bart Vanneste werden gevolgd door de onthulling van het memoriaal. Dit gebeurde door de neef en nicht van Pat Williams bijgestaan door Burgemeester Gilbert Seynhaeve. Op dat moment overvloog Majoor (Op Rust) Dirk Desplenter in een gele Boeing Stearman van de Landuyt Collection uit Wevelgem, het pas onthulde monument. Het 1Lt. Pat McCamy Williams Memorial is uitgevoerd in Himalaya Blue graniet en stelt een rechtopstaande P47 Thunderbolt vleugel voor van +/- 1,60 m hoog. Van boven naar onder zijn ingebeiteld, het 56th Fighter Group embleem en een Engelse en Nederlandstalige tekst.
Op 31 mei 2011 was het dag op dag 68 jaar geleden dat Lt. Pat Williams, een 22 jarige Amerikaanse piloot uit Tennessee en behorende tot het 63 Fighter Squadron van het 56 Fighter Group USAF, met zijn P47 Thunderbolt, te pletter sloeg enkele honderden meters ten oosten van de Moorseelse dorpskern, achter de hoeve Persijn, kant van de Heerweg. Twee dagen later, op 2 juni 1943, werd hij door de bezetter met militaire eer begraven op de gemeentelijke begraafplaats. Daar werd hij in 1946 weggehaald en overgebracht naar het US Military Cemetery te Epinal in Frankrijk.
In mei 2002 werd in aanwezigheid van de familie Williams en andere burgerlijke en militaire hoogwaardigheidsbekleders, aan het sportcomplex langs de Secr. Vanmarckelaan, een monument ingehuldigd ter nagedachtenis aan Pat Williams.
In 2010 moest dit monument omwille van de uitbreiding van de sportvelden worden verplaatst. Het is nu teruggeplaatst een tiental meter van de oorspronkelijke site. Op 29 mei laatstleden werd het heringehuldigd in aanwezigheid van de Amerikaanse ambassadeur in België, de heer Howard W. Gutman en andere prominente gasten.
Op een rondpunt van Gullegem deze vlasboer...
Het standbeeld genaamd De Vlasser bevindt zich op de rotonde aan de Bankstraat en Driemasten in Gullegem. De Gullegemnaar Wilfried Gheysen is de schepper van dit beeld dat begin de jaren 2000 geplaatst werd. De Leiestreek kende vanaf de 16e eeuw dankzij de vlasnijverheid een economische bloei. De verwerking van het vlas was van groot economisch belang in Wevelgem en zijn deelgemeentes, o.a. Gullegem. De Vlasser beeld de zware arbeid uit die met de productie en de verwerking van vlas gepaard ging. Vanaf de 19e eeuw werd deze productie geleidelijk aan gemechaniseerd, maar tussen 1850 en 1943 was het roten in de Leie nog steeds één van de belangrijkste activiteiten van de streek. Het standbeeld van De Vlasser herinnert aan deze noeste arbeid in de vlasindustrie die voor de steden langs de Leie van groot belang was.
En deze heeft jammergenoeg zijn laatste dag beleefd. En het zou de enige niet zijn...
Op weg naar 'Sente' / Lendelede een weide met damherten en lama's.
Op StCatharina in de gelijknamige straat deze (naamloze) Mariakapel...
Het is inmiddels 10.00u als we in Lendelede de Rijksweg dwarsen richting Ingelmunster. Aan de Kweekstraat dit overkapte kruisbeeld met gedenkplakette...
Je zal als vrachtwagenchauffeur hier maar een verkeersboete voor krijgen...
In Hulste komen we reeds op de Molenlandroute. (zie eerder verslag)
Deze bewegwijzerde tocht, over een afstand van ongeveer 80 kilometer, start op de kleine maar mooie marktplaats van Tielt, waar de 14de eeuwse Hallentoren meteen in het oog springt. Deze gebouw is te bezoeken op afspraak en werd erkend als Werelderfgoed van de Unesco.
Het thema van deze route zijn de vele windmolens die hier in zuid-West-Vlaanderen nog te vinden zijn, en waarvan er vandaag de dag nog vele in werking zijn. De Molenlandroute brengt je doorheen de mooiste plekjes in deze regio zoals Ruiselede, Kanegem, Poeke (gelegen in Oost-Vlaanderen) en nog vele andere. Wil je een kaartje wil met daarop een bondige uitleg van alle bezienswaardigheden, surf dan naar de website: www.tielt.be.
De Herentmolen is een stenen windmolen gelegen in de wijk Marialoop te Meulebeke. De torenkotmolen is de enige in Vlaanderen die nog met een vliegende gaanderij is uitgerust. De molen is sinds 1946 een beschermd monument. In het verleden stond de molen bekend onder andere namen als Hernemuelene, Heerenmeulen, Loncke's molen, Aardemolen en Allaerts' molen. De eerste vermelding van de Herentmolen (Hernemuelene) stamt uit 1575 wanneer François vander Muelene een octrooi aanvraagt om een rosmolen op te richten om allerlei soorten graan te malen. De naam verwijst naar de oude naam voor haagbeuk. De oude molen was een standerdmolen. Bij onlusten op het eind van de 16e eeuw worden twee van de vier windmolens vernietigd en raakt de Herentmolen beschadigd. In de Eerste Wereldoorlog wordt de molen volledig vernield, de heropbouw gebeurde tussen 1920 en 1922. In 1927 komt de molen in het bezit van de familie Allaert, de huidige eigenaars, die in het torenkot een café uitbaat. In 1953 breekt de standaard van de molen en in 1956 wordt de molen volledig afgebroken en na een versterking van het torenkot wordt de molen heropgebouwd met onderdelen van verschillende andere molens, zoals de stenen Delmerensmolen uit Aarsele. In 1972 werd de molen zelf ingericht als bezoekerscentrum. De laatste restauratie werd met financiële steun van de overheid uitgevoerd in 2005. Hoewel de molen nog maalwaardig is wordt hij momenteel niet meer gebruikt. In 1979-1983 wordt naast de molen een miniatuur staakmolen gebouwd die gekend staat als de Kleine Herentmolen en een kopie is van de Poelbergmolen in Tielt die vanaf die plek in de verte zichtbaar is.
In de Gentsestraat stoten we (figuurlijk) op deze kapotte kapel, zowel binnen als buiten.
Het enige mooie hieraan was die nis in de pui met daarin een gekroonde moeder en zoon. (zie je als beeld ook niet veel...)
Het gaat verder naar Oostrozebeke en Markegem waar de 'open' kapel van OLV van 7 Weeën staat.
Een trio te paard...
Een grappenmaker stelde op zijn oprit twee (waarschijnlijk zelfgemaakte) kanonnen op die zijn entree flakeerden.
We rijden Markegem uit maar aan de Kouterweg staat deze frivole kapel ter ere van OLV van La Salette. (Een unieke plek op 1800 m hoogte... de Notre-Dame de la Salette, 2e bedevaartsoord in Frankrijk na Lourdes. )
In de Mandelweg (Deinze) is deze kapel gesloten...
Verder naar Grammene waar we even gaan winkelen voor een middagsnack.
Ja, en in Deinze hebben ze een Izegemstraat...
We rijden Vinkt binnen en vinden deze afgesloten kapel met intrigerend pui-symbool en eigenaardige lettertekens aan het slot.
We instaleren ons aan de gotische StBartolomeuskerk van Vinkt voor een lichte snack. Deze kerk kwam er na de ineenstorting van de vorige in 1615. De spits werd zwaar beschadigd in 1918.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, tijdens de 18-daagse veldtocht (mei 1940), vond een moordpartij op de burgerbevolking door het Duitse leger plaats. Vele gedenktekens getuigen van deze periode.
Ik was er met mijn toenmalige Yamaha Venture Touring Club Belgium in juni van 1990
In Zomergem staat aan de Hoetsel dit Hoetselkruis.
Verscholen achter het groen staat in Bellem deze Kapel van het Heilig Hart uit 1687 met benaming 'Familie Meiresonne'
Sun Riders razen voorbij...
Ik heb nog een plezante anecdote teruggevonden...
Als lid van de MV Pacific Coast Nederland kreeg ik op het 4de Nazomertreffen van de Sun Riders in september 2003 ooit de
prijs van 'verstkomende deelnemer' : een heuse motoband met een klok
erin. Gelukkig had ik toen al een rekje achterop en wat snelbinders mee
anders zou ik niet geweten hebben hoe ik met dit wondere geschenk was
thuisgeraakt ! Het zal waarschijnlijk een raar gezicht geweest zijn op de
autosnelweg : een moto met reservewiel achterop
!!!
We rijden naar Lotenhulle en door de mooie bebossing langs de Kraenepoel.
In de 13de eeuw strekte het Bulskampveld zich uit over duizenden hectaren heideveld, van Torhout, over Wingene en Beernem, tot Aalter en Bellem. Tot het einde van de 18de eeuw zou dit landschap weinig veranderen. Verspreid over het heideveld lagen tientallen grote en kleine vijvers. Ze waren wellicht ontstaan door het uitgraven van veldsteen en het steken van turf en werden gebruikt als viskweekputten. Krane betekent turf. In de archieven voor het eerst vermeld in 1529, werd de Kraenepoel eeuwenlang als visvijver geëxploiteerd. Nadat de zoetwatervis weggeconcurreerd werd door de makkelijker aangevoerde verse zeevis, verloren talrijke visteeltvijvers hun economische betekenis en verdwenen. De Kraenepoel was eind 18de eeuw verworden tot een moerassige depressie.
Textielbaron Jacob Lieven van Caeneghem kocht in 1808 het bouwvallige kasteel van Bellem en het domein eromheen, waar ook de Kraenepoel deel van uitmaakte. Hijredde de Kraenepoel van verlanding door hem te laten uitdiepen en van een lage dijk te voorzien. Daardoor steeg het waterniveau en kon de vijver weer voor visteelt worden gebruikt. Men liet de vijver met een tussentijd van enkele jaren telkens leeglopen. Het oogsten van de vis was nadien een peulschil. Tot de Tweede Wereldoorlog werd deze oorspronkelijk middeleeuwse en originele vistechniek geregeld gebruikt. Dat had een heilzame werking op de fauna en flora in en rond de vijver: de combinatie van herhaaldelijk droogleggen en de voedselarme bodem zorgde voor een erg aparte begroeiing.
In de jaren vijftig werd een groot deel van de omliggende gronden verkaveld en werd een deel van de vijver verkocht. In 1956 werd als scheiding tussen de eigendommen een dam gebouwd. In 1957 werd de vijver beschermd landschap. In 1997 kocht het gemeentebestuur er een gedeelte van aan. Sinds 2002 zijn de gemeente Aalter en de Vlaamse Gemeenschap gelijkwaardige eigenaars van het zuidelijke deel van de vijver. Voor de realisatie van het herstel van de Kraenepoel als een voedselarm, structuurrijk ecosysteem is het ontslibben van de vijverbodem essentieel. Door het Life-Project Kraenepoel vond in 2000 de ontslibbing van het noordelijke deel plaats en in 2002 die van het zuidelijke deel. Het is een opmerkelijke leefgemeenschap, waar we nog zeldzame planten en dieren kunnen bewonderen. Vooral talrijke eendensoorten gebruiken de Kraenepoel als pleisterplaats.
En in Aalter/Poeke krijgen we dan onvermijdelijk weer het mooie kasteel in het vizier...
In het centrum van Poeke hebben ze een mooie serie grondfonteinen...
We rijden een stukje 6-Dorpen Fietsroute en via de Molenlandroute komen we in Kanegem terecht waar we de restanten van de Mevrouw Molen (ook Vrouwenmolen genoemd) tegenkomen.
Deze stellingmolen met 5 verdiepingen (beschermd sinds 1974) werd gebouwd halfweg de 17de eeuw. De Mevrouwmolen werd door de heren van Hames op gronden van hun heerlijkheid gebouwd. Na het overlijden van de heer had mevrouw de douairière van Hames een tijdlang de goederen van haar overleden man in beheer, waardoor de molen Mevrouwmolen genoemd werd. Het is een korenwindmolen met drie koppels stenen. De molen telt 5 verdiepingen: de benedenverdieping, waar vroeger de olieslagerij was; de meelzolder, waar het gemalen graan opgevangen wordt; de steenzolder of maalzolder, waar de maalstenen staan; de luizolder, tot waar de zakken graan via de lui worden opgetild en ten slotte de kapzolder.
Kanegem Centrum
Het agrarische en verstilde dorp KANEGEM staat vooral bekend om de faam die het dorp geniet omwille van zijn bloemenpracht. Jaarlijks bloeien er tienduizend rozenstruiken in 75 variëteiten en evenveel geraniums sieren de huisgevels. Hier bloemen aan het Flandrienhuis , de hedendaagse bib.
Vier eigen bloemvariëteiten werden gecreëerd : de Roos Kanegem (1982), de zalmkleurige dahlia Kanegem Star(1990), de Pink (1998) en de Fuchsia Caninga (1999). Kanegem telt enkele historische hoeves, onder andere het Groot Goet ten Broucken en Den Ouden Wal, een van de mooist bebloemde hoeves van België, nu aangevuld met een serrebedrijf voor de kweek en verkoop van bloemen.
Het dorp is voorts ook bekend om zijn twee beroemde Kanegemnaren : Kardinaal Godfried Danneels (koperen plaat op geboortehuis, Dorp nr. 199), die hier in 1933 geboren werd en tweevoudig wereldkampioen wielrennen Briek Schotte.
Het Flandrien-symbool werd naar zijn beeld en gelijkenis door Jef Claerhout vereeuwigd en siert het in 1997 heraangelegde dorpsplein.
Vrolijke amazones op de weg naar Tielt. Het is altijd voorzichtigheid aanbevolen als je met een motorvoertuig paarden of een gespan dwarst of voorbijrijdt...
We nemen de richting van Tielt (dwars door de industriezone Noord) en Pittem, maar slaan af naar Wingene. Hier een mooie kapel met binnenin een pieta.
Vanaf de start meteen al stil protest van de boeren en de buurtbewoners van Boezinge en omstreken...
In de Reningsestraat in Boezinge hield het comité een symbolische actie. Het nefaste plan met een nieuwe bypassweg van 10 k, een drastische verbreding van de N8 tot 42 meter en een overmatig grote ring rond Hoogstade, hangt nog steeds als een zwaard boven de hoofden van heel wat inwoners, aldus Frank De Poortere. Op 11 maart heeft de Administratie Wegen en Verkeer een aantal mensen aangeschreven om landmeters toe te laten op hun eigendom langs het traject van de geplande bypassweg (de 10 km lange ring rond Brielen-Elverdinge en Woesten, red.) en de geplande ring rond Hoogstade. Om te tonen dat Geen streep door de Westhoek zich niet neerlegt bij de feiten, werden woensdagavond enkele landmeterspiketten vakkundig verwijderd met zwaar materieel. We hebben de eigenaars die een brief hebben ontvangen duidelijk gemaakt dat er nog geen reden tot wanhoop is. Ze hebben het recht om de landmeters de toegang tot hun eigendom te weigeren en zo de lopende procedures tegen te houden, aldus nog De Poortere.
Tegenover de kerk dit prachtige monument ter ere van de gesneuvelden (burgers en militairen) van de oorlog 14-18. "Voor God en Vaderland" (maar dan wel met Vlaams Leeuwke erbij)
De Mallejan, een éénassige kar om stamhout uit het
kapgebied te vervoeren. Het verhoogde asblok en de dissel vormen samen een
hefboom waarmee de stam van de grond getild kan worden.
De zon komt er weer door als we de Franse grens oversteken in Houtkerque (daar zeggen ze Outkerque). We rijden een eindje op de Frontieren Fiets Route en in de doodlopende Molenstraat sta ik oog in oog met de Hoflands Meulen.
Deze molen staat op de binnenplaats van een grote hoeve. Hij is in private handen en bezoeken kan men niet. Maar je kan hem wel bewonderen vanaf de D947 of als je tot aan de ingang van de boerderij rijdt. Niet te verwonderen dat, als je het landschap bekijkt met zijn talloze graanvelden, hier verschillende windmolens/graanmolens werden neergezet. Zo hebben we hier in de nabije omgeving ook nog de Moulin des Pauvres, de Doodman Meulen, le Moulin de Maerle, le Moulin du Chemin Vert en le Petit Moulin.
De buren hebben een ferme imitatie gebracht...
Even verder het nieuwe OLV van Troost-kapelleke .
Je hebt sluikstorten en sluikstorten, maar een hele container daar ergens in no-mans-land achterlaten, daar moet je toch helemaal betoeterd voor zijn !
Op het kruispunt van La Petite Route de Watou en de Chemin de la Chapelle de Fer, staat er inderdaad een 'ijzeren kapelletje' op een stalen paal. Wie naar wie genaamd is, blijft een raadsel...
Even verder deze nieuwbouw kapel opgedragen aan 'Notre Dame des Captifs'
Mooi interieur, maar er mag wel eens stof afgedaan worden...
Met de D168 zetten we onze avondrit verder richting Steenvoorde. Met de D18 gaat het naar Godewaersvelde en verder met de D69 naar Boeschepe. Die toren van de StPierre-StPaul kerk in Godewaersvelde heeft toch iets speciaals, niet ? Ze dateert uit 1904 en is in een neogotische stijl. Het werd gebouwd om een voormalige Vlaams prachtige kerk, die afbrande in 1902, te vervangen.
Via de Route de l'Abbey rijden we de Mont des Cats op. Dames en heren : Heuvelland !
Ik rij tot aan de poort van de abdij, maar bezoeken zijn niet toegestaan.
Tegen de omringende muur staat deze plakette ter ere van de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog....
Op de Katsberg staat ook deze enorme zendmast.
We verlaten de Katsberg via de Rue de la Montagne en komen zo aan bij de D10 die ons naar Boeschepe brengt.
Die zijn natuurlijke beste maatjes...
Heel attent van de organisatie om nog een extra gevaarteken aan te brengen op crusiale plekken waar nodig...
De Rue du Mont Noir (het woord zegt het zelf...) brengt ons tot op de Zwarte berg waar deze witte kapel staat, opgedragen aan ND de Lourdes.
We rijden verder naar Westouter waar nog enkele bunkers verscholen staan achter groenstroken en in maisvelden...
We rijden onder de telesiège van de Rode Berg door.
In Loker is het inmiddels 18.30u en nog 17°C. Men heeft daar niet kunnen kiezen waar de windhaan plaatsen, dan maar tussen de torentjes in.
Langs de Kemmelbergstraat staat deze OLV van Vlaanderen-kapel, echter zonder beeltenis.
In de Montebergstraat heeft een klussende vader een luxe-boomhut gemaakt voor zijn kids, inclusief wc !
We zitten met de Monteberg nog steeds in Heuvelland en daar rijden we een stukje West-Vlaamse Bergenroute voor fietsers.
Dit is een uitgestippelde route van 45 km doorheen Nieuwkerke, Dranouter, Loker, Westouter, Kemmel en andere pittoreske plekjes in onze Westhoek.
Van de Monteberg naar de Kemmelberg is het maar een boogscheut... en van schieten gesproken : diegene die dat gedrocht heeft aangekocht mogen ze effectief afschieten !
Daar bevindt zich ook een militaire installatie : de Commandobunker van Kemmel !
Of er daar daadwerkelijk 'bewaking' is, betwijfel ik.
Over de Kemmelberg loopt de In Flanders Fields Autoroute.
De In Flanders Fields-route is ongeveer 80 km en biedt je de
ideale trip om in een dag kennis te maken met een aantal belangrijke sites uit
Wereldoorlog I en met een aantal andere highlights uit de regio. De route die
start vanuit Ieper verloopt objectgericht over secundaire wegen : belangrijke
haltes zijn Essex Farm in Boezinge met de John McCrae bunker, het Langemark
Studentenfriedhof en de Canadien in Langemark, het streekmuseum van Zonnebeke,
de Franse begraafplaats Saint-Charles de Potyze, Mesen met het museum en de
vredesbeiaard, Kemmel en Poperinge met het Talbot House en het
Hoppemuseum.
We volgen die tot in het centrum van Kemmel waar deze mooie kiosk staat.
Een stevige blok, die kerktoren van Kemmel !
We verlaten Kemmel via de Kriekstraat en botsen op dit verwaarloosde oorlogsmonument, ter ere van de gesneuvelden van de 32ste Franse Divisie tijdens de slag van het kanaal Charleroi-Duinkerke die zich tussen Wijtschate en Kemmel heeft afgespeeld tijden de Eerste Wereldoorlog.
Op goed geluk sla ik in Voormezeele een doodlopende bebossing in en stoot op het Ridge Wood Military Cemetry.
Het bos op de heuvelrug tussen de Kemmelseweg en Dikkebusvijver werd 'Ridge Wood' geheten. De begraafplaats ligt in een vallei, aan de W-kant van de heuvelrug. Ze werd als frontlijnbegraafplaats gebruikt vanaf mei 1915. De eerste graven behoorden tot de '2nd Royal Irish Rifles'. Vervolgens gebeurden er bijzettingen door de '18th, 19th, 20th & 21st Canadian Battalions' en de '9th Durham Light Infantry', in periodes waarin ze deze sector bezetten. Tijdens het Duitse Lente-Offensief verschoof de frontlijn zich tot aan de heuvelrug. In juli 1918 zou het bos uiteindelijk heroverd worden door de '6th & 33rd Divisions'. Enkele graven getuigen nog van deze gevechten. De graven van Franse militairen, die hier aan de zijde van de Britten vochten in april en mei 1918, zijn verplaatst geweest.
Bij mijn terugkeer zie ik een jonge patrijs paniekerig wegrennen. Eigenaardig genoeg blijft het beestje naast mijn motor lopen. Even proberen een kiekje te nemen ' in de vlucht '...
Ja, die kom je ook overal tegen...
In de Kalleputstraat in Voormezeele staat dit kruisbeeld opgedragen aan een biezonder mens :
Het is ondertussen 21.00u en 16°C als we Zillebeke binnenrijden.
NEEN, ik heb dit konijntje NIET doodgereden ! Ik heb het achteraf wel aan de zijkant 'geschoven'... voor de achterkomers...
Ja we zitten nog steeds middenin een 'oorlogsgebied'...
In de Wulvestraat ligt het Maple Copse Cemetry
Maple Copse was de naam die het leger gegeven had aan een kleine aanplanting op
zo'n 900 meter ten oosten van het dorp en juist ten westen van Sanctuary Woord.
De plaats werd gebruikt door Advanced Dressing Stations. Er werden bijzettingen
verricht voor en na de gevechten van de slag om Mount Sorrel (juni 1916).
Tijdens die slag en later werden de sporen van de meeste graven uitgewist. De
begraafplaats ten noorden van het bosje was gekend tijdens de oorlog, maar van
de 256 oorspronkelijke doden konden er na de oorlog slechts 26 gelocaliseerd
worden. Er worden nu 308 doden herdacht. Van dit aantal zijn er ruim 50
niet-geïdentificeerden en 230 doden worden herdacht met 'special memorials'.
De begraafplaats heeft een oppervlakte van 4856 m² en is omgeven door
een muur van natuursteen. Bijzettingen (Commonwealth War Graves
Commission) : Verenigd Koninkrijk : 154 Canada : 154 Totaal
Commonwealth : 308
Niet ver daarvandaan het StCharles de Potyze Cemetry.
Saint-Charles de Potyze is een Fransemilitaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Belgische stad Ieper. Er worden zo'n 4.200 doden herdacht, waarvan ruim 1300 niet geïdentificeerd. De begraafplaats heeft een oppervlakte ongeveer 29.900 m² en ligt zo'n drie kilometer ten noordoosten van het stadscentrum, langs de weg naar Zonnebeke (N332), iets voorbij het gehucht Potyze. De toegang van de begraafplaats wordt geflankeerd door twee witstenen zuilen. Links voorbij de ingang staat een beeldengroep die een calvarie voorstelt.
Achteraan bevindt zich een massagraf en staat een obelisk al herdenking aan een aantal infanterieregimenten. De graven zijn aangeduid met rechtopstaande kruisjes, met uitzondering van een aantal islamitische en joodse graven.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bevond de locatie zich dicht bij de frontlijn van de Ieperboog. In de buurt bevond zich een schooltje dat werd beheerd door het Sint-Jozefsinstituut in Ieper. De Fransen gebruikten het als medische hulppost, "Poste de secours de Saint-Charles de Potyze". Soldaten die overleden, werden begraven in een aangrenzende tuin. Tijdens de oorlog werden de school en de begraafplaats echter voor een groot stuk vernield. Aanvankelijk werden gesneuvelden in massagraven begraven, maar al gauw legde men individuele graven aan, zoals ook vastgelegd in een Franse wet van eind december 1915. Vanaf 1919 werd de begraafplaats hersteld en uitgebreid met graven uit de omliggende slagvelden. Vanaf 1920 konden Franse gesneuvelden ook gerepatrieerd worden. Veel onbekende doden kwamen in massagraven terecht; de grootste in België is het Ossuaire bij de Kemmelberg. Veel graven uit 1914 en 1915 raakten ook vernield bij de Derde Slag om Ieper. Wanneer men die graven terugvond en geen identificatie meer kon gebeuren kwamen ook deze resten in een massagraf. De begraafplaats Saint-Charles de Potyze telt nu zo'n 4209 Franse graven, waarvan 762 niet geïdentificeerd. Ook het massagraf telt zo'n 616 onbekende graven. Nog steeds worden Franse gesneuvelden die tot een eeuw later worden teruggevonden in de vroegere slagvelden hier bijgezet.
Deze grote zuil te Wieltje is opgetrokken ter
nagedachtenis van de mannen van de 50th Northumbrian Division die slag leverden
vanaf 24 april tot 25 mei 1915. Deze divisie keerde nogmaals naar de Ieperse
salient terug tussen 26 oktober en 9 november 1917, op het einde van de derde
slag om Ieper.
We rijden langsheen StJuliaan (Langemark-Poelkapelle) waar deze canadees de wacht houdt...
Aan het eind van de oorlog werden acht locaties uitgekozen waar een Canadees
oorlogsmonument kon verrijzen. Deze waren: Bourlon Wood, Courcelette en Dury,
Hill 62, Le Quesnel, Passendale, Sint Juliaan en Vimy. In 1920 besloot de
pas ingestelde Canadian Battlefields Monument Commission een wedstrijd
uit te schrijven om een geschikt monument te kiezen. De eisen waren: een goede
zichtbaarheid, permanent van karakter, figuren bevattend en geschikt voor
plaatsing in een ontworpen landschap. Er werden 162 ontwerpen ingezonden. Het
winnende ontwerp werd in oktober 1921 bekendgemaakt. Het betrof de inzending van
Walter S. Allward. De tweede plaats werd toegekend aan Frederick C.
Clemesha. In de zomer van 1922 koos de commissie Vimy Ridge als de plaats
voor het monument van Allward en het zou daarmee hèt nationale Canadese monument
worden. Het ontwerp van Clemesha zou worden uitgevoerd op de resterende zeven
lokaties.
Op 8 juli 1923 werdThe brooding soldier bij Sint
Juliaan onthuld door de hertog van Connaught in aanwezigheid van Maarschalk
Foch. Men vond het zon indrukwekkend gedenkteken dat besloten werd geen afbreuk
te doen aan het unieke karakter ervan door het te kopiëren. Waarschijnlijk
speelden kosten hierbij ook een rol. Op de resterende zes lokaties werden, op
eenzelfde platform, kubussen van Stanstead graniet geplaatst. P.E. Nobbs was
hierbij de architectonische adviseur. Het beeld The Brooding
Soldier, gedenkt het feit dat op 22 april 1915 de Duitsers hun eerste aanval
met strijdgassen inzetten en dat deze aanval is tegengehouden door 18.000
Canadese soldaten waarvan er 2.000 sneuvelden.
Het beeld van The Brooding Soldier -vrij vertaald : de treurende of mijmerende soldaat
- bijSint Juliaan is van een
verpletterende eenvoud maar niettemin zeer indrukwekkend. Een uniek beeld
waarvan, zo dacht ik, geen tweede bestond. Dat bleek niet helemaal waar te zijn. Er staat er nog eentje in een park in het Canadese Regina, de hoofdstad van de provincie Saskatchewan.
Er zijn namelijk voor het
ontwerp van The Brooding Soldier ook een aantal modellen gemaakt van hout en
gips. Deze zijn bewaard gebleven en nu te bezichtigen in de hal van het plaatselijke parlementsgebouw, The Legislative Building, aan de oever van Lake Wascana.
Het gedenkteken in StJuliaan is uitgevoerd in licht graniet uit de
Vogezen en ongeveer 11meter hoog. De buste is in Brussel
gebeeldhouwd. De kolom is onderaan gewoon strak en rechthoekig en loopt naar
boven taps toe om vervolgens over te gaan in het gestileerde bovenlichaam van
een soldaat met de karakteristieke Britse helm.
Zijn houding is die van
een militaire erewacht: geweer ondersteboven, handen gevouwen over het
achtereinde van de kolf en het hoofd voorover gebogen. Deze houding zou in
gebruik zijn geraakt sinds de begrafenis van een voorvader van Winston
Churchill, John Churchill, hertog van Marlborough, in 1722. Nog steeds is dit de
houding van militairen die de dodenwake houden bij de vier hoeken van de kist.
Het kruispunt waar het monument staat, werd op Britse stafkaarten
aangeduid als Vancouver Corner. Het beeld staat op een rond platform,
omgeven door een keurig verzorgd parkje met looppaden. In het platform rond het
monument zijn in brons de omliggende plaatsen aangegeven ter oriëntatie.
De
ontwerper heeft in de uitvoering ervan een aantal zaken verwerkt die versterkend
werken: - tapse vorm van de kolom om perspectief benadrukkenwaardoor het beeld hoger lijkt, -
geometrische uitbeelding van het geweer, handen, armen, munitietassen, gezicht
en helm, - horizontale opdeling van bovenlichaam in twee lagen steen, zodat
de torso in verbinding staat met het massieve blok, - diep uitgevoerde
details voor sterkere schaduwen waardoor details van het uniform van grotere
afstand zichtbaar blijven, - van onder naar boven wijder wordende,
afgeschuinde hoeken zodat de tapse vorm versterkt wordt, - geleidelijke
vermindering van de hoogte van de blokken graniet waardoor de aandacht naar
boven wordt gevoerd.
We rijden langsheen Buffs Road Cemetry...
"Buffs Road" was de naam van weg ten noorden van Wieltje tussen 'Boundary Road'
en 'Admiral's Road'. De begraafplaats werd aangelegd en gebruikt door
gevechtseenheden (vooral de 12th, 13th en 14th Royal Sussex en teh Royal
Artillery) vanaf juli 1917 tot maart 1918. Na de oorlog kwam er nog een
uitbreiding met de rij EE en gedeeltelijk rij B met teruggevonden stoffelijke
overschotten op het slagveld vlakbij. De stoffelijke resten van één Belgische
militair werden later ontgraven en naar een andere begraafplaats overgebracht.
Momenteel worden er 289 Commonwealth-doden herdacht waaronder ruim
tachtig niet-geïdentificeerden. Tien graven die door artillerievuur werden
vernield, worden door 'special memorials' herdacht. Het lichaam van één Britse
officier die stierf in 1915 werd van het kerkhof van Brielen naar hier
overgebracht. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 1269 m² en is
door een baksteenmuur omsloten. Bijzettingen (Commonwealth War Graves
Commission) : Verenigd Koninkrijk : 265 Canada : 10 Australië :
13 Zuid-Afrika : 1 Totaal Commonwealth : 289
Een prachtige splinternieuwe kapel met pvc-deur en dubbelglas (waarschijnlijk op de tereinen van de aangrenzende woning) en een prachtig interieur.
De grote boosdoener voor motorrijders : grint !
Terug in Boezinge om 22.10u !
Met ons 'kleine-friet-bonnetje' (de rest moest je bijkopen) en ons 'normale-drank-bonnetje' vlug nog een hapje eten en een lekker pintje verzwelgen en nog een beetje dollen met een piepjonge Harley-fan... en dan naar huis.
Het was een zonnige morgen en na mijn bike een poetsbeurt te hebben gegeven ging het richting Ronse. Inschrijving aan het cafe Vigorelli en om 10.00u start. Bleek iets te laat te zijn, want ik heb, ook al vanwege de vele 'stops' die ik inlastte, daar door de laatste twee controles gemist. Soit, ik rij toch voor mijn plezier en niet 'voor de punten'. Daarbij komt nog de fotoreportage en het oponthoud bij de plaatselijke bevolking...
Maar het zou opnieuw een ware 'kapellekes-slag' worden, want "waar je ook rijdt langs Vlaamse (Waalse) wegen, kom je een kapelleke tegen"...
En ja, het zou een dagje Vlaamse Ardennen worden... een streek die ik misschien al honderd keer heb doorkruist, maar toch steeds weer nieuwe kantjes ontdek. Zo ook vandaag.
Tussen Kluisbergen en de Kwaremont kwam ik deze oldtimers tegen : ze volgden toevallig onze motorroute, dus ik mee.
Mee tot aan de hoeve waar een tractor-meeting plaatsvond.
Op de Kwaremont had er een pestkop niets beters op gevonden dan zijn VAN (en dan nog in de verboden parkeerrichting) vlak voor een pijl naar rechts te stationeren ! Natuurlijk reed iedereen hier een stukje door...
Die zie je ook niet veel meer : die 'boomkapelletjes'.
Maar we komen aan in Otegem : 12.00u... het was te warm voor frieten, dus dan maar een koffiekoek en een lekkere koude chocomelk als middagmaal. Ik installeerde mij op een bankje bij de kerk.
Plots kwam er een motorbende opgereden : het zijn de Motorkloppers uit Vichte op zoek naar een nieuw lokaal. Misschien dat ze hier een deal kunnen sluiten met de bazin van cafe StAmand...
De Avelgemse Scheldemeerssen aan het Karekietenhof (specialiteit Paling in 't groen) Een paradijs voor de visser op stilstaand water. Je moet echter wel lid zijn van 'Chalet 'tZakske'
Het stationsgebouw, naar plannen van architect P. Ongenae, bleef bewaard en werd later gerestaureerd. Het stationsplein is thans een belangrijk knooppunt voor het busverkeer van De Lijn.
Niet ver daar vandaan, het vliegveld van Amougies. Ik weet nog de dag van de opening in 1968 : mijn vader had daar indertijd het boeltje verzekerd en we waren met de ganse familie uitgenodigt op het openingsfeest. Mijn pa stond zelfs achter de BBQ ! Ik moet nog ergens enkele vliegtiketten liggen hebben uit die periode voor een vlucht...
Even buiten het centrum van Celles rijden we voorbij het plaatselijke kerkhof dit rondpunt op. Een aan de armen verbrijzelde Christus kijkt neer op een hoopje zwerfvuil aan de sokkel van deze calvarie.
Via Pottes gaat het naar Helchin waar we over de Scheldebrug weer Vlaanderen binnenrijden en mogen spreken van Helkijn.
In deze nieuwbouw sociale wijk aan de Mezenstraat in centrum Helkijn staat deze prachtige oude maar gerenoveerde pomp die vroeger op de dorpspleinen stond.
De in de zomerperiode telkens weer mooi bebloemde brug over het kanaal in Moen. Een brugje die ik als klein kind wel duizenden keren heb overgestoken om van thuis naar school te gaan...
Het is 14.00u : we rijden van Moen naar StDenijs waar in de heraangelegde Vinkestraat deze OLV Ter Ruste-kapel te bewonderen is : een recent bedehuisje met een fraai interieur uit 1991.
Een steeds wederkerend tafereel : de autobanden van de boer !
Die Vinkestraat is nog maar pas heraangelegd en het was nog gevaarlijk rijden op de losliggende kiezel. Ze leidt ons tot aan Beerboskapel waar een signaalgever de komst van de jaarlijkse Kortrijkse Triatlon op zijn gemakske zat af te wachten.
Hogerop Molen Ter Claere. Deze molen is de enige van de vijf windmolens van Sint-Denijs die
de tijd getrotseerd heeft. Het is een stenen grondzeiler en hij staat op het
hoogste punt van de streek namelijk 76 m. Het is één van de enige West-Vlaamse
molens die regelmatig werkt. De molenaar- eigenaar is Rudy Taelman.
Oorspronkelijk was het een houten molen waarvan de naam voor het eerst opduikt
in 1415. Een oude streekkaart vermeldt hem in 1691. Na vernieling of zware
beschadiging herrees hij in 1764. De mote
waarop hij stond was eigendom van de bisschop van Doornik, tevens dorpsheer van
Sint-Denijs. In 1834 behoorde de houten molen nog toe aan Jan De Camp. Na
vernieling in 1848 werd een stenen molen gebouwd. Daarna kwam deze molen in het
bezit van verschillende molenaarsfamilies : Devroe, Decant, Catteloin en
Taelman. De molen was in 1918 een te gevaarlijke uitkijkpost voor de
terugtrekkende Duitse troepen en net als de kerktorens van Sint-Denijs en
Kooigem werd ook de molen Ter Claere opgeblazen. Norbert Catteloin herbouwd hem
in 1922 en werd in de nacht van 30 januari 1942 door een inbreker vermoord in de
molen. Op 4 april 1944 werd de molen beschermd als monument. In 1950
vernielde een brand het binnenwerk van de molen. Sindsdien werd de molenromp
verhoogd en werden onderdelen vernieuwd en aangepast. De laatste restauratie
gebeurde in 1986-87. De huidige molen heeft een vlucht van 26 m. Ter Claere is
een korenwindmolen met benedenverdieping die tegelijk maalzolder is, een
steenzolder met 3 maalgangen, een luizolder waar een graanreiniger zich bevindt
en een kapzolder met Engels kruiwerk.
We rijden niet het centrum van Zwevegem binnen, maar gaan via de StPaulus Site, de Industriezone Breemeers en de Blokkellestraat naar de Otegemstraat waar we de brug oversteken en langs het kanaal richting Deerlijk rijden.
Aan het rondpunt met de motorzaak Motocity, slaan we richting Statiewijk Deerlijk.
Een voormalig spoorwegstation langs de Belgische spoorlijn 89 (Denderleeuw-Kortrijk) in de Vlaamse gemeente Deerlijk. Ik wist niet dat stationsgebouwen een huisnummer hadden ?
Het is 14.30u en via StLodewijk-Deerlijk rijden we naar Vichte waar deze OLV van Smarten-kapel een nieuwe dakbedekking krijgt.
De arbeiders hebben het gebedshuisje wel afgesloten wanwege hun alaam die erin ligt...
Op Vichte 'plaotse' is er kermis en de bijhorende kermiskoers. De deelnemers waren al vol verwachting naar de start rondjes aan het rijden...
Op het plein staat deze griezelige figuur met scroll die vol staat met namen : een beeld ter herinnering aan de geschiedenis van de textielgemeente Vichte, opgericht op 26 december 1976.
Even verder slaan we aan motorzaak Schiettecatte de weg op naar Molecule.
Het is 15.00u en we rijden via de Vossestraat weer de landerijen in.
Jaja, het is niet alleen in Brussel dat ze een 'Welriekende Dreef' hebben !
Die zouden ze eens op heterdaad moeten kunnen pakken !
Via de Gapersroute komen we langs Ingooigem (hier zeggen ze Ijvegem).
Wie de beheerders van dit museum ook mogen zijn, het mist toch aan respect voor Stijn Streuvels en geef toe, naar de toeristen toe is het geen gezicht ! Een schande !
Maar niets dan blije gezichten op deze huifkarrenrit. Bij gebrek aan trekpaarden, dan maar de tractor ervoor spannen.
We rijden richting Tiegem en aan het kerkhof sturen ze ons de Neerstraat in en weer hebben we een mooi zicht op die centrale van Ruien.
Via de Anzegemse Pontstraat gaat het richting Kerkhove en opnieuw richting Kluisbergen. We zitten opnieuw in Oostvlaanderen.
Een tweede controlepunt was gevestigd in cafe-feestzaal Royal in Berchem. Ik had dan wel wat frisdrank mee in mijn kofferbak, maar er was daar een consumptie voorzien en ik besloot er om een pintje te drinken.
Van daaruit met de Eddy-Merckx-Route weer de boerenbuiten op.
Deze fietsroute met vertrekpunt op het Ruienplein in Kluisbergen start op de plaats waar Eddy Merckx zijn laatste wedstrijd won. Niet verwonderlijk dus dat ze op zoek gaan naar de hellingen uit de Ronde van Vlaanderen : de Oude Kwaremont, de Paterberg, de Kluisberg en de Hotond. Een uitdagende route, maar als men het rustig aandoet een haalbare kaart voor iedereen die wel eens op de fiets springt.
Daar loopt ook de Scheldemeerssen-men-route voor paard en gespan.
We komen onderaan de Koppenberg met het Koppenbergbos en de Mariagrot met bron
Daar zouden ze nu eens cultureel erfgoed moeten van maken. Een tijdje een doorn in het oog van Landschappenbeheer die liever die badkuipen niet meer in de weilanden zag staan. We gaan er nog tegenkomen...
15.50u : aangekomen in Oudenaarde stoten we op Havenfeesten
Tussentijdse stop aan een Power pompstation voor een tankbeurt.
We rijden verder naar Volkegem en Mater waar we de kasseien van de Ruiterstraat moeten trotseren. Vlug even poseren tussen de opschietende mais...
In Maria-Horebeke rijden we via de Watermolen-fietsroute voorbij deze naamloze Chistus-kapel.
Verder naar StDenijs-Boekel (we zitten in de Zwalmstreek) en in Elst staat deze verzorgde veldkapel uit 1615.
Heel wat minder fraai is even verderop deze leegstaande kapel waarvan het opschrift onleesbaar is.
Michelbeke... Brakel en daar staat deze verzorgde OLV kapel met opschrift Nood zoekt Troost Elverenberg - Heiveld 1965
Aan het kruispunt van Heiveld met de Brusselse Baan staat verborgen in het struikgewas dit kruisje...
In Maria-Oudenhove is er in deze gevel een speciaal plekje voorzien van deze nis met kruisbeeld.
Het gaat richting StMartens-Lierde... Deftinge... Goeferdinge. Het is 16.35u wanneer we de centrumbrug in Geraardsbergen oprijden.
We volgen nu een stukje Dender Route Zuid en komen uit in Twee Aken, vertaald uit het Deux Acrens een streek waar we een tijdje zullen in- en rondtoeren.
Aan de grens met Lessen (Lessines) vond ik dit plaatje best geschikt om te fotograferen.
Jongeren op stap met de pony... ik kan er van meepraten. Ja, maar als je vroeg of laat dat beest wil 'inspannen' moet het aan het verkeer wennen.
We rijden verder langs Bever en Bois de Lessinnes en zie plots de wegwijzer Chateau de Lestriverie, een 17de eeuwse burcht dat later een omwald kasteel werd.
Even aankloppen en Mevrouw de Markiezin stond me vriendelijk te woord.
Théodore d'Yve behoorde tot een familie waarvan de stamboom en de adelbrieven opklommen tot de vijftiende eeuw. Hij was de zoon van Ferdinand de Bavay (1749-1825) en van gravin Marie-Anne von Wildenstein (1762-1820). Ferdinand d'Yve behoorde tot de Henegouwse adelstand en verkreeg adelsbevestiging in 1816 met de titel van graaf, gewijzigd in 1822 in markies voor hem en overdraagbaar op de oudste erfgenaam, met de titel van graaf of gravin voor alle anderen. Hij was kamerheer van Willem I.
De loopbaan van Théodore d'Yve begon door zijn benoeming tot kamerheer van kroonprins Willem. In 1824 trouwde hij met gravin Thérèse-Pauline Cornet de Grez (1799-1845) en ze kregen zes kinderen.
Op 5 november 1830 werd hij als plaatsvervangend lid verkozen voor het Nationaal Congres in het arrondissement Zinnik. Door de weigering van een effectief verkozen lid, zetelde hij vanaf 12 november. Op 10 april 1831 nam hij ontslag met als reden dat hij zich buiten Brussel moest begeven en zijn arrondissement niet van één van zijn vertegenwoordigers wilde beroven. Hij werd gecatalogeerd als behorende tot de gematigde liberalen. Hij nam evenwel geen enkele keer het woord in de openbare zittingen. Zijn stemgedrag was dat van de meerderheid van de congresleden: voor de onafhankelijkheidsverklaring, voor de eeuwigdurende uitsluiting van de Nassaus, voor de hertog van Nemours als staatshoofd, voor Surlet de Chokier als regent.
Théodore d'Yve was, vanaf 1823, vele jaren burgemeester van de gemeente Lessenbos (Henegouwen). Hij werd tot in 1921 door een paar van zijn nakomelingen hierin opgevolgd. De familie D'Yve de Bavay bewoont nog steeds het indrukwekkende zeventiende-eeuwse familieslot, genaamd Château de Lestriverie. De jongste zoon van Théodore zorgde voor nakomelingen, tot op heden.
Théodore d'Yve had een jongere broer, graaf Ferdinand d'Yve de Bavay (1798-1866) die trouwde met zijn nicht Hyacinthe de Bousies (1798-1875) die een belangrijk aandeelhouder en bestuurder was van de Société Générale, alsook van vennootschappen voor ontginning van koolmijnen en aanleggen van spoorwegen. Dit echtpaar bleef kinderloos.
Ik ben Guy Vandendriessche
Ik ben een man en woon in Izegem (België) en mijn beroep is gewezen rijkswachter en veiligheidsagent.
Ik ben geboren op 04/06/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: motortoerisme, terrariumdieren, plastic modelbouw, snorrenclub,....