Druk op onderstaande knop om een positief berichtje achter te laten in mijn gastenboek (let wel : obsceniteiten worden eruitgeflikkerd !)
Motortoerisme...mijn hobby
Motortoerisme... mijn passie Enkele korte flashes uit mijn motorrijderscarrière die begon in 1972.
Regelmatig een korte impressie van de nieuwste modellen.
Ook komen de meest gekke motoren aan bod alsmede bijzondere verkeerssituaties.
Treffens en andere activiteiten.
En niet te vergeten mijn collectie 'Politie-bikes'en badges.
08-07-2011
3de MC Speedy Avondrit Boezinge 8 juli 2011
3de MC Speedy Avondrit Boezinge 8 juli 2011
18.20u : ik arriveer aan het inschrijvingslokaal cafe Katspel, tevens clubhuis van MC Speedy in Boezinge (bij Ieper). Toen scheen het zonnetje nog...
Vanaf de start meteen al stil protest van de boeren en de buurtbewoners van Boezinge en omstreken...
In de Reningsestraat in Boezinge hield het comité een symbolische actie. Het nefaste plan met een nieuwe bypassweg van 10 k, een drastische verbreding van de N8 tot 42 meter en een overmatig grote ring rond Hoogstade, hangt nog steeds als een zwaard boven de hoofden van heel wat inwoners, aldus Frank De Poortere. Op 11 maart heeft de Administratie Wegen en Verkeer een aantal mensen aangeschreven om landmeters toe te laten op hun eigendom langs het traject van de geplande bypassweg (de 10 km lange ring rond Brielen-Elverdinge en Woesten, red.) en de geplande ring rond Hoogstade. Om te tonen dat Geen streep door de Westhoek zich niet neerlegt bij de feiten, werden woensdagavond enkele landmeterspiketten vakkundig verwijderd met zwaar materieel. We hebben de eigenaars die een brief hebben ontvangen duidelijk gemaakt dat er nog geen reden tot wanhoop is. Ze hebben het recht om de landmeters de toegang tot hun eigendom te weigeren en zo de lopende procedures tegen te houden, aldus nog De Poortere.
Tegenover de kerk dit prachtige monument ter ere van de gesneuvelden (burgers en militairen) van de oorlog 14-18. "Voor God en Vaderland" (maar dan wel met Vlaams Leeuwke erbij)
De Mallejan, een éénassige kar om stamhout uit het
kapgebied te vervoeren. Het verhoogde asblok en de dissel vormen samen een
hefboom waarmee de stam van de grond getild kan worden.
De zon komt er weer door als we de Franse grens oversteken in Houtkerque (daar zeggen ze Outkerque). We rijden een eindje op de Frontieren Fiets Route en in de doodlopende Molenstraat sta ik oog in oog met de Hoflands Meulen.
Deze molen staat op de binnenplaats van een grote hoeve. Hij is in private handen en bezoeken kan men niet. Maar je kan hem wel bewonderen vanaf de D947 of als je tot aan de ingang van de boerderij rijdt. Niet te verwonderen dat, als je het landschap bekijkt met zijn talloze graanvelden, hier verschillende windmolens/graanmolens werden neergezet. Zo hebben we hier in de nabije omgeving ook nog de Moulin des Pauvres, de Doodman Meulen, le Moulin de Maerle, le Moulin du Chemin Vert en le Petit Moulin.
De buren hebben een ferme imitatie gebracht...
Even verder het nieuwe OLV van Troost-kapelleke .
Je hebt sluikstorten en sluikstorten, maar een hele container daar ergens in no-mans-land achterlaten, daar moet je toch helemaal betoeterd voor zijn !
Op het kruispunt van La Petite Route de Watou en de Chemin de la Chapelle de Fer, staat er inderdaad een 'ijzeren kapelletje' op een stalen paal. Wie naar wie genaamd is, blijft een raadsel...
Even verder deze nieuwbouw kapel opgedragen aan 'Notre Dame des Captifs'
Mooi interieur, maar er mag wel eens stof afgedaan worden...
Met de D168 zetten we onze avondrit verder richting Steenvoorde. Met de D18 gaat het naar Godewaersvelde en verder met de D69 naar Boeschepe. Die toren van de StPierre-StPaul kerk in Godewaersvelde heeft toch iets speciaals, niet ? Ze dateert uit 1904 en is in een neogotische stijl. Het werd gebouwd om een voormalige Vlaams prachtige kerk, die afbrande in 1902, te vervangen.
Via de Route de l'Abbey rijden we de Mont des Cats op. Dames en heren : Heuvelland !
Ik rij tot aan de poort van de abdij, maar bezoeken zijn niet toegestaan.
Tegen de omringende muur staat deze plakette ter ere van de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog....
Op de Katsberg staat ook deze enorme zendmast.
We verlaten de Katsberg via de Rue de la Montagne en komen zo aan bij de D10 die ons naar Boeschepe brengt.
Die zijn natuurlijke beste maatjes...
Heel attent van de organisatie om nog een extra gevaarteken aan te brengen op crusiale plekken waar nodig...
De Rue du Mont Noir (het woord zegt het zelf...) brengt ons tot op de Zwarte berg waar deze witte kapel staat, opgedragen aan ND de Lourdes.
We rijden verder naar Westouter waar nog enkele bunkers verscholen staan achter groenstroken en in maisvelden...
We rijden onder de telesiège van de Rode Berg door.
In Loker is het inmiddels 18.30u en nog 17°C. Men heeft daar niet kunnen kiezen waar de windhaan plaatsen, dan maar tussen de torentjes in.
Langs de Kemmelbergstraat staat deze OLV van Vlaanderen-kapel, echter zonder beeltenis.
In de Montebergstraat heeft een klussende vader een luxe-boomhut gemaakt voor zijn kids, inclusief wc !
We zitten met de Monteberg nog steeds in Heuvelland en daar rijden we een stukje West-Vlaamse Bergenroute voor fietsers.
Dit is een uitgestippelde route van 45 km doorheen Nieuwkerke, Dranouter, Loker, Westouter, Kemmel en andere pittoreske plekjes in onze Westhoek.
Van de Monteberg naar de Kemmelberg is het maar een boogscheut... en van schieten gesproken : diegene die dat gedrocht heeft aangekocht mogen ze effectief afschieten !
Daar bevindt zich ook een militaire installatie : de Commandobunker van Kemmel !
Of er daar daadwerkelijk 'bewaking' is, betwijfel ik.
Over de Kemmelberg loopt de In Flanders Fields Autoroute.
De In Flanders Fields-route is ongeveer 80 km en biedt je de
ideale trip om in een dag kennis te maken met een aantal belangrijke sites uit
Wereldoorlog I en met een aantal andere highlights uit de regio. De route die
start vanuit Ieper verloopt objectgericht over secundaire wegen : belangrijke
haltes zijn Essex Farm in Boezinge met de John McCrae bunker, het Langemark
Studentenfriedhof en de Canadien in Langemark, het streekmuseum van Zonnebeke,
de Franse begraafplaats Saint-Charles de Potyze, Mesen met het museum en de
vredesbeiaard, Kemmel en Poperinge met het Talbot House en het
Hoppemuseum.
We volgen die tot in het centrum van Kemmel waar deze mooie kiosk staat.
Een stevige blok, die kerktoren van Kemmel !
We verlaten Kemmel via de Kriekstraat en botsen op dit verwaarloosde oorlogsmonument, ter ere van de gesneuvelden van de 32ste Franse Divisie tijdens de slag van het kanaal Charleroi-Duinkerke die zich tussen Wijtschate en Kemmel heeft afgespeeld tijden de Eerste Wereldoorlog.
Op goed geluk sla ik in Voormezeele een doodlopende bebossing in en stoot op het Ridge Wood Military Cemetry.
Het bos op de heuvelrug tussen de Kemmelseweg en Dikkebusvijver werd 'Ridge Wood' geheten. De begraafplaats ligt in een vallei, aan de W-kant van de heuvelrug. Ze werd als frontlijnbegraafplaats gebruikt vanaf mei 1915. De eerste graven behoorden tot de '2nd Royal Irish Rifles'. Vervolgens gebeurden er bijzettingen door de '18th, 19th, 20th & 21st Canadian Battalions' en de '9th Durham Light Infantry', in periodes waarin ze deze sector bezetten. Tijdens het Duitse Lente-Offensief verschoof de frontlijn zich tot aan de heuvelrug. In juli 1918 zou het bos uiteindelijk heroverd worden door de '6th & 33rd Divisions'. Enkele graven getuigen nog van deze gevechten. De graven van Franse militairen, die hier aan de zijde van de Britten vochten in april en mei 1918, zijn verplaatst geweest.
Bij mijn terugkeer zie ik een jonge patrijs paniekerig wegrennen. Eigenaardig genoeg blijft het beestje naast mijn motor lopen. Even proberen een kiekje te nemen ' in de vlucht '...
Ja, die kom je ook overal tegen...
In de Kalleputstraat in Voormezeele staat dit kruisbeeld opgedragen aan een biezonder mens :
Het is ondertussen 21.00u en 16°C als we Zillebeke binnenrijden.
NEEN, ik heb dit konijntje NIET doodgereden ! Ik heb het achteraf wel aan de zijkant 'geschoven'... voor de achterkomers...
Ja we zitten nog steeds middenin een 'oorlogsgebied'...
In de Wulvestraat ligt het Maple Copse Cemetry
Maple Copse was de naam die het leger gegeven had aan een kleine aanplanting op
zo'n 900 meter ten oosten van het dorp en juist ten westen van Sanctuary Woord.
De plaats werd gebruikt door Advanced Dressing Stations. Er werden bijzettingen
verricht voor en na de gevechten van de slag om Mount Sorrel (juni 1916).
Tijdens die slag en later werden de sporen van de meeste graven uitgewist. De
begraafplaats ten noorden van het bosje was gekend tijdens de oorlog, maar van
de 256 oorspronkelijke doden konden er na de oorlog slechts 26 gelocaliseerd
worden. Er worden nu 308 doden herdacht. Van dit aantal zijn er ruim 50
niet-geïdentificeerden en 230 doden worden herdacht met 'special memorials'.
De begraafplaats heeft een oppervlakte van 4856 m² en is omgeven door
een muur van natuursteen. Bijzettingen (Commonwealth War Graves
Commission) : Verenigd Koninkrijk : 154 Canada : 154 Totaal
Commonwealth : 308
Niet ver daarvandaan het StCharles de Potyze Cemetry.
Saint-Charles de Potyze is een Fransemilitaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Belgische stad Ieper. Er worden zo'n 4.200 doden herdacht, waarvan ruim 1300 niet geïdentificeerd. De begraafplaats heeft een oppervlakte ongeveer 29.900 m² en ligt zo'n drie kilometer ten noordoosten van het stadscentrum, langs de weg naar Zonnebeke (N332), iets voorbij het gehucht Potyze. De toegang van de begraafplaats wordt geflankeerd door twee witstenen zuilen. Links voorbij de ingang staat een beeldengroep die een calvarie voorstelt.
Achteraan bevindt zich een massagraf en staat een obelisk al herdenking aan een aantal infanterieregimenten. De graven zijn aangeduid met rechtopstaande kruisjes, met uitzondering van een aantal islamitische en joodse graven.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bevond de locatie zich dicht bij de frontlijn van de Ieperboog. In de buurt bevond zich een schooltje dat werd beheerd door het Sint-Jozefsinstituut in Ieper. De Fransen gebruikten het als medische hulppost, "Poste de secours de Saint-Charles de Potyze". Soldaten die overleden, werden begraven in een aangrenzende tuin. Tijdens de oorlog werden de school en de begraafplaats echter voor een groot stuk vernield. Aanvankelijk werden gesneuvelden in massagraven begraven, maar al gauw legde men individuele graven aan, zoals ook vastgelegd in een Franse wet van eind december 1915. Vanaf 1919 werd de begraafplaats hersteld en uitgebreid met graven uit de omliggende slagvelden. Vanaf 1920 konden Franse gesneuvelden ook gerepatrieerd worden. Veel onbekende doden kwamen in massagraven terecht; de grootste in België is het Ossuaire bij de Kemmelberg. Veel graven uit 1914 en 1915 raakten ook vernield bij de Derde Slag om Ieper. Wanneer men die graven terugvond en geen identificatie meer kon gebeuren kwamen ook deze resten in een massagraf. De begraafplaats Saint-Charles de Potyze telt nu zo'n 4209 Franse graven, waarvan 762 niet geïdentificeerd. Ook het massagraf telt zo'n 616 onbekende graven. Nog steeds worden Franse gesneuvelden die tot een eeuw later worden teruggevonden in de vroegere slagvelden hier bijgezet.
Deze grote zuil te Wieltje is opgetrokken ter
nagedachtenis van de mannen van de 50th Northumbrian Division die slag leverden
vanaf 24 april tot 25 mei 1915. Deze divisie keerde nogmaals naar de Ieperse
salient terug tussen 26 oktober en 9 november 1917, op het einde van de derde
slag om Ieper.
We rijden langsheen StJuliaan (Langemark-Poelkapelle) waar deze canadees de wacht houdt...
Aan het eind van de oorlog werden acht locaties uitgekozen waar een Canadees
oorlogsmonument kon verrijzen. Deze waren: Bourlon Wood, Courcelette en Dury,
Hill 62, Le Quesnel, Passendale, Sint Juliaan en Vimy. In 1920 besloot de
pas ingestelde Canadian Battlefields Monument Commission een wedstrijd
uit te schrijven om een geschikt monument te kiezen. De eisen waren: een goede
zichtbaarheid, permanent van karakter, figuren bevattend en geschikt voor
plaatsing in een ontworpen landschap. Er werden 162 ontwerpen ingezonden. Het
winnende ontwerp werd in oktober 1921 bekendgemaakt. Het betrof de inzending van
Walter S. Allward. De tweede plaats werd toegekend aan Frederick C.
Clemesha. In de zomer van 1922 koos de commissie Vimy Ridge als de plaats
voor het monument van Allward en het zou daarmee hèt nationale Canadese monument
worden. Het ontwerp van Clemesha zou worden uitgevoerd op de resterende zeven
lokaties.
Op 8 juli 1923 werdThe brooding soldier bij Sint
Juliaan onthuld door de hertog van Connaught in aanwezigheid van Maarschalk
Foch. Men vond het zon indrukwekkend gedenkteken dat besloten werd geen afbreuk
te doen aan het unieke karakter ervan door het te kopiëren. Waarschijnlijk
speelden kosten hierbij ook een rol. Op de resterende zes lokaties werden, op
eenzelfde platform, kubussen van Stanstead graniet geplaatst. P.E. Nobbs was
hierbij de architectonische adviseur. Het beeld The Brooding
Soldier, gedenkt het feit dat op 22 april 1915 de Duitsers hun eerste aanval
met strijdgassen inzetten en dat deze aanval is tegengehouden door 18.000
Canadese soldaten waarvan er 2.000 sneuvelden.
Het beeld van The Brooding Soldier -vrij vertaald : de treurende of mijmerende soldaat
- bijSint Juliaan is van een
verpletterende eenvoud maar niettemin zeer indrukwekkend. Een uniek beeld
waarvan, zo dacht ik, geen tweede bestond. Dat bleek niet helemaal waar te zijn. Er staat er nog eentje in een park in het Canadese Regina, de hoofdstad van de provincie Saskatchewan.
Er zijn namelijk voor het
ontwerp van The Brooding Soldier ook een aantal modellen gemaakt van hout en
gips. Deze zijn bewaard gebleven en nu te bezichtigen in de hal van het plaatselijke parlementsgebouw, The Legislative Building, aan de oever van Lake Wascana.
Het gedenkteken in StJuliaan is uitgevoerd in licht graniet uit de
Vogezen en ongeveer 11meter hoog. De buste is in Brussel
gebeeldhouwd. De kolom is onderaan gewoon strak en rechthoekig en loopt naar
boven taps toe om vervolgens over te gaan in het gestileerde bovenlichaam van
een soldaat met de karakteristieke Britse helm.
Zijn houding is die van
een militaire erewacht: geweer ondersteboven, handen gevouwen over het
achtereinde van de kolf en het hoofd voorover gebogen. Deze houding zou in
gebruik zijn geraakt sinds de begrafenis van een voorvader van Winston
Churchill, John Churchill, hertog van Marlborough, in 1722. Nog steeds is dit de
houding van militairen die de dodenwake houden bij de vier hoeken van de kist.
Het kruispunt waar het monument staat, werd op Britse stafkaarten
aangeduid als Vancouver Corner. Het beeld staat op een rond platform,
omgeven door een keurig verzorgd parkje met looppaden. In het platform rond het
monument zijn in brons de omliggende plaatsen aangegeven ter oriëntatie.
De
ontwerper heeft in de uitvoering ervan een aantal zaken verwerkt die versterkend
werken: - tapse vorm van de kolom om perspectief benadrukkenwaardoor het beeld hoger lijkt, -
geometrische uitbeelding van het geweer, handen, armen, munitietassen, gezicht
en helm, - horizontale opdeling van bovenlichaam in twee lagen steen, zodat
de torso in verbinding staat met het massieve blok, - diep uitgevoerde
details voor sterkere schaduwen waardoor details van het uniform van grotere
afstand zichtbaar blijven, - van onder naar boven wijder wordende,
afgeschuinde hoeken zodat de tapse vorm versterkt wordt, - geleidelijke
vermindering van de hoogte van de blokken graniet waardoor de aandacht naar
boven wordt gevoerd.
We rijden langsheen Buffs Road Cemetry...
"Buffs Road" was de naam van weg ten noorden van Wieltje tussen 'Boundary Road'
en 'Admiral's Road'. De begraafplaats werd aangelegd en gebruikt door
gevechtseenheden (vooral de 12th, 13th en 14th Royal Sussex en teh Royal
Artillery) vanaf juli 1917 tot maart 1918. Na de oorlog kwam er nog een
uitbreiding met de rij EE en gedeeltelijk rij B met teruggevonden stoffelijke
overschotten op het slagveld vlakbij. De stoffelijke resten van één Belgische
militair werden later ontgraven en naar een andere begraafplaats overgebracht.
Momenteel worden er 289 Commonwealth-doden herdacht waaronder ruim
tachtig niet-geïdentificeerden. Tien graven die door artillerievuur werden
vernield, worden door 'special memorials' herdacht. Het lichaam van één Britse
officier die stierf in 1915 werd van het kerkhof van Brielen naar hier
overgebracht. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 1269 m² en is
door een baksteenmuur omsloten. Bijzettingen (Commonwealth War Graves
Commission) : Verenigd Koninkrijk : 265 Canada : 10 Australië :
13 Zuid-Afrika : 1 Totaal Commonwealth : 289
Een prachtige splinternieuwe kapel met pvc-deur en dubbelglas (waarschijnlijk op de tereinen van de aangrenzende woning) en een prachtig interieur.
De grote boosdoener voor motorrijders : grint !
Terug in Boezinge om 22.10u !
Met ons 'kleine-friet-bonnetje' (de rest moest je bijkopen) en ons 'normale-drank-bonnetje' vlug nog een hapje eten en een lekker pintje verzwelgen en nog een beetje dollen met een piepjonge Harley-fan... en dan naar huis.
Onder de verschillende aanbiedingen heb ik nog maar eens gekozen voor een Westvlaams onderonsje en met zoon Milan naar Moorsele getrokken.
Er heerste al een gezellige drukte aan het clublokaal van de Wevelgemse Bikers...
In een achterkamertje stonden de trofeeën reeds netjes in het gelid.
Start om 09.30u en meteen viel er iets op : aan het plaatselijke sportcentrum staat een USAF Memorial.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in Moorsele een Amerikaanse jachtpiloot begraven. Met een memoriaal gedenkt men de korte maar eervolle carrière van 1st Lieutenant Pat Williams, bij het 63 Fighter Squadron van het beruchte 56 Fighter Group, Zemkes Wolfpack. De bezetter liet op 2 juni 1943 bij de begrafenis van Lt. Pat Williams te Moorsele, geen kerkdienst opdragen. Precies 59 jaar later, 2 juni 2002, gebeurde dat wel. Op deze zonnige en warme lentedag werd in de Sint-Martinus en Sint- Christoffel kerk om 10 uur een eucharistieviering opgedragen. Na de Kerkdienst trok de stoet, via de zelfde weg als 59 jaar geleden, naar het Sportcentrum waar een met Amerikaanse vlag bedekte monument hen wachtte. Toespraken van initiatiefnemer Lothair Vanoverbeke en Schepen Bart Vanneste werden gevolgd door de onthulling van het memoriaal. Dit gebeurde door de neef en nicht van Pat Williams bijgestaan door Burgemeester Gilbert Seynhaeve. Op dat moment overvloog Majoor (Op Rust) Dirk Desplenter in een gele Boeing Stearman van de Landuyt Collection uit Wevelgem, het pas onthulde monument. Het 1Lt. Pat McCamy Williams Memorial is uitgevoerd in Himalaya Blue graniet en stelt een rechtopstaande P47 Thunderbolt vleugel voor van +/- 1,60 m hoog. Van boven naar onder zijn ingebeiteld, het 56th Fighter Group embleem en een Engelse en Nederlandstalige tekst.
Op 31 mei 2011 was het dag op dag 68 jaar geleden dat Lt. Pat Williams, een 22 jarige Amerikaanse piloot uit Tennessee en behorende tot het 63 Fighter Squadron van het 56 Fighter Group USAF, met zijn P47 Thunderbolt, te pletter sloeg enkele honderden meters ten oosten van de Moorseelse dorpskern, achter de hoeve Persijn, kant van de Heerweg. Twee dagen later, op 2 juni 1943, werd hij door de bezetter met militaire eer begraven op de gemeentelijke begraafplaats. Daar werd hij in 1946 weggehaald en overgebracht naar het US Military Cemetery te Epinal in Frankrijk.
In mei 2002 werd in aanwezigheid van de familie Williams en andere burgerlijke en militaire hoogwaardigheidsbekleders, aan het sportcomplex langs de Secr. Vanmarckelaan, een monument ingehuldigd ter nagedachtenis aan Pat Williams.
In 2010 moest dit monument omwille van de uitbreiding van de sportvelden worden verplaatst. Het is nu teruggeplaatst een tiental meter van de oorspronkelijke site. Op 29 mei laatstleden werd het heringehuldigd in aanwezigheid van de Amerikaanse ambassadeur in België, de heer Howard W. Gutman en andere prominente gasten.
Op een rondpunt van Gullegem deze vlasboer...
Het standbeeld genaamd De Vlasser bevindt zich op de rotonde aan de Bankstraat en Driemasten in Gullegem. De Gullegemnaar Wilfried Gheysen is de schepper van dit beeld dat begin de jaren 2000 geplaatst werd. De Leiestreek kende vanaf de 16e eeuw dankzij de vlasnijverheid een economische bloei. De verwerking van het vlas was van groot economisch belang in Wevelgem en zijn deelgemeentes, o.a. Gullegem. De Vlasser beeld de zware arbeid uit die met de productie en de verwerking van vlas gepaard ging. Vanaf de 19e eeuw werd deze productie geleidelijk aan gemechaniseerd, maar tussen 1850 en 1943 was het roten in de Leie nog steeds één van de belangrijkste activiteiten van de streek. Het standbeeld van De Vlasser herinnert aan deze noeste arbeid in de vlasindustrie die voor de steden langs de Leie van groot belang was.
En deze heeft jammergenoeg zijn laatste dag beleefd. En het zou de enige niet zijn...
Op weg naar 'Sente' / Lendelede een weide met damherten en lama's.
Op StCatharina in de gelijknamige straat deze (naamloze) Mariakapel...
Het is inmiddels 10.00u als we in Lendelede de Rijksweg dwarsen richting Ingelmunster. Aan de Kweekstraat dit overkapte kruisbeeld met gedenkplakette...
Je zal als vrachtwagenchauffeur hier maar een verkeersboete voor krijgen...
In Hulste komen we reeds op de Molenlandroute. (zie eerder verslag)
Deze bewegwijzerde tocht, over een afstand van ongeveer 80 kilometer, start op de kleine maar mooie marktplaats van Tielt, waar de 14de eeuwse Hallentoren meteen in het oog springt. Deze gebouw is te bezoeken op afspraak en werd erkend als Werelderfgoed van de Unesco.
Het thema van deze route zijn de vele windmolens die hier in zuid-West-Vlaanderen nog te vinden zijn, en waarvan er vandaag de dag nog vele in werking zijn. De Molenlandroute brengt je doorheen de mooiste plekjes in deze regio zoals Ruiselede, Kanegem, Poeke (gelegen in Oost-Vlaanderen) en nog vele andere. Wil je een kaartje wil met daarop een bondige uitleg van alle bezienswaardigheden, surf dan naar de website: www.tielt.be.
De Herentmolen is een stenen windmolen gelegen in de wijk Marialoop te Meulebeke. De torenkotmolen is de enige in Vlaanderen die nog met een vliegende gaanderij is uitgerust. De molen is sinds 1946 een beschermd monument. In het verleden stond de molen bekend onder andere namen als Hernemuelene, Heerenmeulen, Loncke's molen, Aardemolen en Allaerts' molen. De eerste vermelding van de Herentmolen (Hernemuelene) stamt uit 1575 wanneer François vander Muelene een octrooi aanvraagt om een rosmolen op te richten om allerlei soorten graan te malen. De naam verwijst naar de oude naam voor haagbeuk. De oude molen was een standerdmolen. Bij onlusten op het eind van de 16e eeuw worden twee van de vier windmolens vernietigd en raakt de Herentmolen beschadigd. In de Eerste Wereldoorlog wordt de molen volledig vernield, de heropbouw gebeurde tussen 1920 en 1922. In 1927 komt de molen in het bezit van de familie Allaert, de huidige eigenaars, die in het torenkot een café uitbaat. In 1953 breekt de standaard van de molen en in 1956 wordt de molen volledig afgebroken en na een versterking van het torenkot wordt de molen heropgebouwd met onderdelen van verschillende andere molens, zoals de stenen Delmerensmolen uit Aarsele. In 1972 werd de molen zelf ingericht als bezoekerscentrum. De laatste restauratie werd met financiële steun van de overheid uitgevoerd in 2005. Hoewel de molen nog maalwaardig is wordt hij momenteel niet meer gebruikt. In 1979-1983 wordt naast de molen een miniatuur staakmolen gebouwd die gekend staat als de Kleine Herentmolen en een kopie is van de Poelbergmolen in Tielt die vanaf die plek in de verte zichtbaar is.
In de Gentsestraat stoten we (figuurlijk) op deze kapotte kapel, zowel binnen als buiten.
Het enige mooie hieraan was die nis in de pui met daarin een gekroonde moeder en zoon. (zie je als beeld ook niet veel...)
Het gaat verder naar Oostrozebeke en Markegem waar de 'open' kapel van OLV van 7 Weeën staat.
Een trio te paard...
Een grappenmaker stelde op zijn oprit twee (waarschijnlijk zelfgemaakte) kanonnen op die zijn entree flakeerden.
We rijden Markegem uit maar aan de Kouterweg staat deze frivole kapel ter ere van OLV van La Salette. (Een unieke plek op 1800 m hoogte... de Notre-Dame de la Salette, 2e bedevaartsoord in Frankrijk na Lourdes. )
In de Mandelweg (Deinze) is deze kapel gesloten...
Verder naar Grammene waar we even gaan winkelen voor een middagsnack.
Ja, en in Deinze hebben ze een Izegemstraat...
We rijden Vinkt binnen en vinden deze afgesloten kapel met intrigerend pui-symbool en eigenaardige lettertekens aan het slot.
We instaleren ons aan de gotische StBartolomeuskerk van Vinkt voor een lichte snack. Deze kerk kwam er na de ineenstorting van de vorige in 1615. De spits werd zwaar beschadigd in 1918.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, tijdens de 18-daagse veldtocht (mei 1940), vond een moordpartij op de burgerbevolking door het Duitse leger plaats. Vele gedenktekens getuigen van deze periode.
Ik was er met mijn toenmalige Yamaha Venture Touring Club Belgium in juni van 1990
In Zomergem staat aan de Hoetsel dit Hoetselkruis.
Verscholen achter het groen staat in Bellem deze Kapel van het Heilig Hart uit 1687 met benaming 'Familie Meiresonne'
Sun Riders razen voorbij...
Ik heb nog een plezante anecdote teruggevonden...
Als lid van de MV Pacific Coast Nederland kreeg ik op het 4de Nazomertreffen van de Sun Riders in september 2003 ooit de
prijs van 'verstkomende deelnemer' : een heuse motoband met een klok
erin. Gelukkig had ik toen al een rekje achterop en wat snelbinders mee
anders zou ik niet geweten hebben hoe ik met dit wondere geschenk was
thuisgeraakt ! Het zal waarschijnlijk een raar gezicht geweest zijn op de
autosnelweg : een moto met reservewiel achterop
!!!
We rijden naar Lotenhulle en door de mooie bebossing langs de Kraenepoel.
In de 13de eeuw strekte het Bulskampveld zich uit over duizenden hectaren heideveld, van Torhout, over Wingene en Beernem, tot Aalter en Bellem. Tot het einde van de 18de eeuw zou dit landschap weinig veranderen. Verspreid over het heideveld lagen tientallen grote en kleine vijvers. Ze waren wellicht ontstaan door het uitgraven van veldsteen en het steken van turf en werden gebruikt als viskweekputten. Krane betekent turf. In de archieven voor het eerst vermeld in 1529, werd de Kraenepoel eeuwenlang als visvijver geëxploiteerd. Nadat de zoetwatervis weggeconcurreerd werd door de makkelijker aangevoerde verse zeevis, verloren talrijke visteeltvijvers hun economische betekenis en verdwenen. De Kraenepoel was eind 18de eeuw verworden tot een moerassige depressie.
Textielbaron Jacob Lieven van Caeneghem kocht in 1808 het bouwvallige kasteel van Bellem en het domein eromheen, waar ook de Kraenepoel deel van uitmaakte. Hijredde de Kraenepoel van verlanding door hem te laten uitdiepen en van een lage dijk te voorzien. Daardoor steeg het waterniveau en kon de vijver weer voor visteelt worden gebruikt. Men liet de vijver met een tussentijd van enkele jaren telkens leeglopen. Het oogsten van de vis was nadien een peulschil. Tot de Tweede Wereldoorlog werd deze oorspronkelijk middeleeuwse en originele vistechniek geregeld gebruikt. Dat had een heilzame werking op de fauna en flora in en rond de vijver: de combinatie van herhaaldelijk droogleggen en de voedselarme bodem zorgde voor een erg aparte begroeiing.
In de jaren vijftig werd een groot deel van de omliggende gronden verkaveld en werd een deel van de vijver verkocht. In 1956 werd als scheiding tussen de eigendommen een dam gebouwd. In 1957 werd de vijver beschermd landschap. In 1997 kocht het gemeentebestuur er een gedeelte van aan. Sinds 2002 zijn de gemeente Aalter en de Vlaamse Gemeenschap gelijkwaardige eigenaars van het zuidelijke deel van de vijver. Voor de realisatie van het herstel van de Kraenepoel als een voedselarm, structuurrijk ecosysteem is het ontslibben van de vijverbodem essentieel. Door het Life-Project Kraenepoel vond in 2000 de ontslibbing van het noordelijke deel plaats en in 2002 die van het zuidelijke deel. Het is een opmerkelijke leefgemeenschap, waar we nog zeldzame planten en dieren kunnen bewonderen. Vooral talrijke eendensoorten gebruiken de Kraenepoel als pleisterplaats.
En in Aalter/Poeke krijgen we dan onvermijdelijk weer het mooie kasteel in het vizier...
In het centrum van Poeke hebben ze een mooie serie grondfonteinen...
We rijden een stukje 6-Dorpen Fietsroute en via de Molenlandroute komen we in Kanegem terecht waar we de restanten van de Mevrouw Molen (ook Vrouwenmolen genoemd) tegenkomen.
Deze stellingmolen met 5 verdiepingen (beschermd sinds 1974) werd gebouwd halfweg de 17de eeuw. De Mevrouwmolen werd door de heren van Hames op gronden van hun heerlijkheid gebouwd. Na het overlijden van de heer had mevrouw de douairière van Hames een tijdlang de goederen van haar overleden man in beheer, waardoor de molen Mevrouwmolen genoemd werd. Het is een korenwindmolen met drie koppels stenen. De molen telt 5 verdiepingen: de benedenverdieping, waar vroeger de olieslagerij was; de meelzolder, waar het gemalen graan opgevangen wordt; de steenzolder of maalzolder, waar de maalstenen staan; de luizolder, tot waar de zakken graan via de lui worden opgetild en ten slotte de kapzolder.
Kanegem Centrum
Het agrarische en verstilde dorp KANEGEM staat vooral bekend om de faam die het dorp geniet omwille van zijn bloemenpracht. Jaarlijks bloeien er tienduizend rozenstruiken in 75 variëteiten en evenveel geraniums sieren de huisgevels. Hier bloemen aan het Flandrienhuis , de hedendaagse bib.
Vier eigen bloemvariëteiten werden gecreëerd : de Roos Kanegem (1982), de zalmkleurige dahlia Kanegem Star(1990), de Pink (1998) en de Fuchsia Caninga (1999). Kanegem telt enkele historische hoeves, onder andere het Groot Goet ten Broucken en Den Ouden Wal, een van de mooist bebloemde hoeves van België, nu aangevuld met een serrebedrijf voor de kweek en verkoop van bloemen.
Het dorp is voorts ook bekend om zijn twee beroemde Kanegemnaren : Kardinaal Godfried Danneels (koperen plaat op geboortehuis, Dorp nr. 199), die hier in 1933 geboren werd en tweevoudig wereldkampioen wielrennen Briek Schotte.
Het Flandrien-symbool werd naar zijn beeld en gelijkenis door Jef Claerhout vereeuwigd en siert het in 1997 heraangelegde dorpsplein.
Vrolijke amazones op de weg naar Tielt. Het is altijd voorzichtigheid aanbevolen als je met een motorvoertuig paarden of een gespan dwarst of voorbijrijdt...
We nemen de richting van Tielt (dwars door de industriezone Noord) en Pittem, maar slaan af naar Wingene. Hier een mooie kapel met binnenin een pieta.
Ik ben Guy Vandendriessche
Ik ben een man en woon in Izegem (België) en mijn beroep is gewezen rijkswachter en veiligheidsagent.
Ik ben geboren op 04/06/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: motortoerisme, terrariumdieren, plastic modelbouw, snorrenclub,....