3de MC Speedy Avondrit Boezinge 8 juli 2011

18.20u : ik arriveer aan het inschrijvingslokaal cafe Katspel, tevens clubhuis van MC Speedy in Boezinge (bij Ieper). Toen scheen het zonnetje nog...


De inschrijvingsprocedure was heel simpel : klein formuliertje met het hoogstnodige aan te geven informatie, geen bekers, geen routebeschrijving, geen aandenken... alleen een bonnetje voor een klein pakje friet en een drankje naar keuze. Voor die 5 euro kon je dus niet missen. Het is de club gegund.

Dit waren de pijltjes die we moesten volgen. (zie ook Katjestreffen van 15 mei 2011 - deel I en II)

Vanaf de start meteen al stil protest van de boeren en de buurtbewoners van Boezinge en omstreken...

In de Reningsestraat in Boezinge hield het comité een symbolische actie. Het nefaste plan met een nieuwe bypassweg van 10 k, een drastische verbreding van de N8 tot 42 meter en een overmatig grote ring rond Hoogstade, hangt nog steeds als een zwaard boven de hoofden van heel wat inwoners, aldus Frank De Poortere. Op 11 maart heeft de Administratie Wegen en Verkeer een aantal mensen aangeschreven om landmeters toe te laten op hun eigendom langs het traject van de geplande bypassweg (de 10 km lange ring rond Brielen-Elverdinge en Woesten, red.) en de geplande ring rond Hoogstade. Om te tonen dat Geen streep door de Westhoek zich niet neerlegt bij de feiten, werden woensdagavond enkele landmeterspiketten vakkundig verwijderd met zwaar materieel. We hebben de eigenaars die een brief hebben ontvangen duidelijk gemaakt dat er nog geen reden tot wanhoop is. Ze hebben het recht om de landmeters de toegang tot hun eigendom te weigeren en zo de lopende procedures tegen te houden, aldus nog De Poortere.

We rijden richting Woesten... hopelijk doen ze deze wegwijzer nooit weg !

Dit massieve kerkgebouw met de vier kleine torentjes heeft altijd al indruk op mij gemaakt.
Deze vijftiende-eeuwse kerk met een merkwaardige zware toren zonder naald
(1447) werd tijdens de oorlog 1914-1918 volledig verwoest. In 1922-1923 werd de
gotische kerk weer opgebouwd naar de oorspronkelijke plannen.

De zijaltaren zijn van 1700, het hoofdaltaar dateert van dezelfde tijd. Twee
biechtstoelen, de preekstoel, de doopvont, de credenstafel, smeedijzeren en
koperen communiebank zijn 18e eeuws. Het doksaal is afkomstig uit het voormalige
brigittenklooster van Sint-Sixtus. Ook het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van
Smarten en het schilderij van Sint-Rictrudis dateren uit de 18e eeuw.
Verschillende messingen altaarkandelaars zijn 17e-18e eeuws.
Op het kerkhof staat een 18e eeuwse calvariegroep.
Sinte-Rictrude is de patrones van de kerk van Woesten. Men kwam ze eertijds
dienen tegen de vallende ziekte en gelijkaardige kwalen, zowel onder de mensen
als onder het vee. De aanpalende parochie, Reninge, heeft dezelfde
beschermheilige.
Zo pleegt men te zeggen : Reninge is de moeder en Woesten de dochter. Paus
Innocentius XI verleende in 1680 een volle aflaat. Zowel te Reninge als te
Woesten wordt Sinte-Rictrude sedert onheuglijke tijden vereerd door een eigen
officie, dat ontleend is aan het Proprium van de abdij van Marchiennes.
De relikwie van Sinte-Rictrude die te Woesten vereerd wordt bestaat uit een
deeltje van de relikwie van Reninge, die in 1722 en 1746 voor echt erkend werd
door de bisschop van Ieper. Het deeltje werd aan Woesten geschonken in 1804. In
de kerk van Woesten bestaat er verering van Sinte-Brigida, de H. Apollonia en
O.L.Vrouw van de zeven Weeën.
Tegenover de kerk dit prachtige monument ter ere van de gesneuvelden (burgers en militairen) van de oorlog 14-18. "Voor God en Vaderland" (maar dan wel met Vlaams Leeuwke erbij)

Bovenop een rots, in de vorm van een bijenkorf, staat het beeld van een soldaat. De rots is opgebouwd uit brokstukken, waarschijnlijk van betonnen bunkers. Hierin is een nis aangebracht, waarvan de ingang is afgesloten met een ijzeren hek. Tegen de achterwand hangt een witmarmeren plaat. Boven de ingang tegen de buitenkant van de rots zijn 3 gedenkplaten en een tekst aangebracht. Het beeld uit witte natuursteen op de top stelt een soldaat op wacht voor, staande op brokstukken, met het vaandel in de ene hand en een bladerkrans in de andere. Aan zijn voeten ligt een kruis. De rots is volledig overgroeid met klimranken. Op de rots: bovenaan ingewerkt in de betonnen brokstukken, '1914-1918', 'Tot Aandenken onzer Gesneuvelde Oud Stryders en Burgers', daaronder in het midden 'Voor God en Vaderland' (beide in het zwart geschilderd, met de eerste letter rood) en het ingekleurde Belgische wapenschild, links de namen van de 'Oud Strijders' en de namen van de 'Burgers' (in rood geschilderd, met de eerste letter zwart), rechts de namen van de 'Burgers' en de namen van de 'Oud Strijders' (in geel geschilderd, met de eerste letter zwart), alfabetisch gerangschikt. Onderaan '1940-1945' en de namen (in rood geschilderd). In de nis: op de witmarmeren plaat 'Vanwege het A.C.V., Woesten 30 mei 1954' (in zwart geschilderd). H. 650 cm x Br. 820 cm x D. 890 cm
De zone tussen het Ieperleekanaal van Ieper naar de Ijzer en de weg Veurne-Ieper, met Oostvleteren en Woesten, werd tijdens WOI nog tot de frontsector gerekend. Achter deze weg lagen de reserve- en piketzones, waartoe de kampementen bij De Wippe gerekend worden, evenals de zones van rust en halve rust zoals Westvleteren. In deze regio lagen verschillende spoorwegen voor de aan- en afvoer van militairen en materiaal. De eigenlijke frontlijn lag enkele kilometers meer naar het O, ter hoogte van het kanaal. Gedurende de oorlog vestigden zich in Woesten diverse militaire staven. Woesten behoorde tot de sector Boezinge, dat tot maart 1915 in Franse handen was. Nadien behoorde Woesten tot de sector Steenstrate, dat tot eind 1915 in Belgische handen viel. Toen de Duitsers massaal gas losten op 22 april 1915, het begin van de Tweede Slag bij Ieper, zouden vooral veel slachtoffers vallen onder de 87ste 'Division d'Infanterie Territoriale' (D.I.T.). De gewonden van deze divisie, waarvan de divisie-arts zich in Woesten gevestigd had, stroomden na de gasaanval in grote getale in dit dorp toe. Van hieruit werden ze verder geëvacueerd naar veldhospitalen in Duinkerken. In het voorjaar van 1915 werd het dorp Woesten zwaar gebombardeerd, waarbij vooral de kerk met kerkhof getroffen werden. In de eerste helft van 1916 verbleven hier Fransen, tijdens de winter van 1916-1917 werden de Fransen vervangen door Belgen. Eind juni 1917, ter voorbereiding van de Derde Slag bij Ieper, namen de Britse 'Guards' de sector Boezinge over. Zij verbleven in kampementen aan De Wippe, het kruispunt van de belangrijke Burgweg en Poperingestraat, en lagen in reserve in Woesten. Er heerste een grote bedrijvigheid om de aanval voor te bereiden. Ook een Brits spoorwegkanon stond er opgesteld. Vandaar dat het dorp af te rekenen had met vijandelijk artillerievuur, gasaanvallen en bombardementen. In oktober en november lagen er opnieuw Fransen in Woesten, daarna was de sector Boezinge in Britse handen. Vanaf maart 1918 tot het Eindoffensief was de sector in Belgische handen. Na WOI was de bosrijke streek van weleer niet meer. De 15de-eeuwse, gotische St.-Rictrudiskerk werd tijdens de oorlog volledig verwoest. In 1922-1923 werd de kerk weer opgebouwd, naar de oorspronkelijke plannen. Vermoedelijk vervangt dit monument het voormalige monument voor de burgerlijke en militaire doden van Woesten, dat opgericht werd op initiatief van de V.O.S. (Vlaamse Oud-Strijders) en onthuld werd op 2 september 1923. Het huidige monument werd geschonken door het A.C.V. en werd onthuld op 30 mei 1954.
In de Tempelstraat sla ik een babbel met de eigenaar van deze Mariakapel uit 1892

En weer zo'n stukje antiek...

Deze OLV van Vrede-kapel is 'Uit Dank' opgericht in 1920

Een boerenknul met verantwoordelijkheidszin veegt een natte strook grint van de baan. Namens de motorrijders...bedankt kerel !

De Mallejan, een éénassige kar om stamhout uit het
kapgebied te vervoeren. Het verhoogde asblok en de dissel vormen samen een
hefboom waarmee de stam van de grond getild kan worden.

Als de boom geveld is en de stam van zijn takken is
ontdaan is hij gereed om het bos te verlaten. Met behulp van een mallejan en een
trekpaard is dit een koud kunstje geworden. De mallejan wordt over de stam
gereden tot op het midden. De dissel wordt opgetild zodat deze bijna rechtop
komt te staan. De ketting wordt onder de stam doorgehaald en de uiteinden
worden vastgehaakt aan de haken op de bovenzijde van het asblok. Als je goed
kijkt zie je over het asblok de twee kettingeinden liggen. De haken liggen door
de gekantelde positie dicht bij de stam. Als de ketting vast zit kan de
houtvester de dissel weer naar beneden trekken. De hefboom die nu ontstaan is
zorgt er voor dat de stam van de grond getild wordt. Als de plek van de ketting
onder de stam goed is uitgekozen dan hangt de stam in balans en kan de kop
worden vastgebonden aan de voorzijde van de dissel. Het trekpaard kan worden
ingespannen en de stam verlaat het bos.

Het begint lichtjes te regenen, bij een temperatuur van 23°C. Gevolg : gevaarlijk wegdek !

Via Krombeke gaat het langsheen Westvleteren waar we de afslag passeren naar De St.Sixtusabdij, die in een slecht daglicht stond gedurende het tijdelijk verblijf van onze pedo-bisschop Vangheluwe...

Een overwoekerde kapel OLV Sta Ons Bij uit 1926...

Tegen de klok van 1915u arriveren we in Watou waar ik eerst nog mijn tank moest bijvullen.

De zon komt er weer door als we de Franse grens oversteken in Houtkerque (daar zeggen ze Outkerque). We rijden een eindje op de Frontieren Fiets Route en in de doodlopende Molenstraat sta ik oog in oog met de Hoflands Meulen.

Deze molen staat op de binnenplaats van een grote hoeve. Hij is in private handen en bezoeken kan men niet. Maar je kan hem wel bewonderen vanaf de D947 of als je tot aan de ingang van de boerderij rijdt. Niet te verwonderen dat, als je het landschap bekijkt met zijn talloze graanvelden, hier verschillende windmolens/graanmolens werden neergezet. Zo hebben we hier in de nabije omgeving ook nog de Moulin des Pauvres, de Doodman Meulen, le Moulin de Maerle, le Moulin du Chemin Vert en le Petit Moulin.
De buren hebben een ferme imitatie gebracht...

Even verder het nieuwe OLV van Troost-kapelleke .


Je hebt sluikstorten en sluikstorten, maar een hele container daar ergens in no-mans-land achterlaten, daar moet je toch helemaal betoeterd voor zijn !

Op het kruispunt van La Petite Route de Watou en de Chemin de la Chapelle de Fer, staat er inderdaad een 'ijzeren kapelletje' op een stalen paal. Wie naar wie genaamd is, blijft een raadsel...

Even verder deze nieuwbouw kapel opgedragen aan 'Notre Dame des Captifs'

Mooi interieur, maar er mag wel eens stof afgedaan worden...

Met de D168 zetten we onze avondrit verder richting Steenvoorde. Met de D18 gaat het naar Godewaersvelde en verder met de D69 naar Boeschepe. Die toren van de StPierre-StPaul kerk in Godewaersvelde heeft toch iets speciaals, niet ? Ze dateert uit 1904 en is in een neogotische stijl. Het werd gebouwd om een voormalige Vlaams prachtige kerk, die afbrande in 1902, te vervangen.

Via de Route de l'Abbey rijden we de Mont des Cats op. Dames en heren : Heuvelland !

Ik rij tot aan de poort van de abdij, maar bezoeken zijn niet toegestaan.

De abdij op de Katsberg (Abbaye du Mont des Cats) is een cisterciënzerabdij van de trappisten. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Abdij_op_de_Katsberg)

Tegen de omringende muur staat deze plakette ter ere van de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog....

Op de Katsberg staat ook deze enorme zendmast.

We verlaten de Katsberg via de Rue de la Montagne en komen zo aan bij de D10 die ons naar Boeschepe brengt.
Die zijn natuurlijke beste maatjes...

Heel attent van de organisatie om nog een extra gevaarteken aan te brengen op crusiale plekken waar nodig...

De Rue du Mont Noir (het woord zegt het zelf...) brengt ons tot op de Zwarte berg waar deze witte kapel staat, opgedragen aan ND de Lourdes.

We rijden verder naar Westouter waar nog enkele bunkers verscholen staan achter groenstroken en in maisvelden...


We rijden onder de telesiège van de Rode Berg door.


In Loker is het inmiddels 18.30u en nog 17°C. Men heeft daar niet kunnen kiezen waar de windhaan plaatsen, dan maar tussen de torentjes in.

Langs de Kemmelbergstraat staat deze OLV van Vlaanderen-kapel, echter zonder beeltenis.




In de Montebergstraat heeft een klussende vader een luxe-boomhut gemaakt voor zijn kids, inclusief wc !

We zitten met de Monteberg nog steeds in Heuvelland en daar rijden we een stukje West-Vlaamse Bergenroute voor fietsers.

Dit is een uitgestippelde route van 45 km doorheen Nieuwkerke, Dranouter, Loker, Westouter, Kemmel en andere pittoreske plekjes in onze Westhoek.

Van de Monteberg naar de Kemmelberg is het maar een boogscheut... en van schieten gesproken : diegene die dat gedrocht heeft aangekocht mogen ze effectief afschieten !

Daar bevindt zich ook een militaire installatie : de Commandobunker van Kemmel !

Of er daar daadwerkelijk 'bewaking' is, betwijfel ik.

Lees er alles over op http://dictionary.sensagent.com/Commandobunker_van_Kemmel/nl-nl/
Over de Kemmelberg loopt de In Flanders Fields Autoroute.

De In Flanders Fields-route is ongeveer 80 km en biedt je de
ideale trip om in een dag kennis te maken met een aantal belangrijke sites uit
Wereldoorlog I en met een aantal andere highlights uit de regio. De route die
start vanuit Ieper verloopt objectgericht over secundaire wegen : belangrijke
haltes zijn Essex Farm in Boezinge met de John McCrae bunker, het Langemark
Studentenfriedhof en de Canadien in Langemark, het streekmuseum van Zonnebeke,
de Franse begraafplaats Saint-Charles de Potyze, Mesen met het museum en de
vredesbeiaard, Kemmel en Poperinge met het Talbot House en het
Hoppemuseum.
We volgen die tot in het centrum van Kemmel waar deze mooie kiosk staat.

Een stevige blok, die kerktoren van Kemmel !

We verlaten Kemmel via de Kriekstraat en botsen op dit verwaarloosde oorlogsmonument, ter ere van de gesneuvelden van de 32ste Franse Divisie tijdens de slag van het kanaal Charleroi-Duinkerke die zich tussen Wijtschate en Kemmel heeft afgespeeld tijden de Eerste Wereldoorlog.

Op goed geluk sla ik in Voormezeele een doodlopende bebossing in en stoot op het Ridge Wood Military Cemetry.

Het bos op de heuvelrug tussen de Kemmelseweg en Dikkebusvijver werd 'Ridge Wood' geheten. De begraafplaats ligt in een vallei, aan de W-kant van de heuvelrug. Ze werd als frontlijnbegraafplaats gebruikt vanaf mei 1915. De eerste graven behoorden tot de '2nd Royal Irish Rifles'. Vervolgens gebeurden er bijzettingen door de '18th, 19th, 20th & 21st Canadian Battalions' en de '9th Durham Light Infantry', in periodes waarin ze deze sector bezetten. Tijdens het Duitse Lente-Offensief verschoof de frontlijn zich tot aan de heuvelrug. In juli 1918 zou het bos uiteindelijk heroverd worden door de '6th & 33rd Divisions'. Enkele graven getuigen nog van deze gevechten. De graven van Franse militairen, die hier aan de zijde van de Britten vochten in april en mei 1918, zijn verplaatst geweest.

Bij mijn terugkeer zie ik een jonge patrijs paniekerig wegrennen. Eigenaardig genoeg blijft het beestje naast mijn motor lopen. Even proberen een kiekje te nemen ' in de vlucht '...

Ja, die kom je ook overal tegen...

In de Kalleputstraat in Voormezeele staat dit kruisbeeld opgedragen aan een biezonder mens :


Het is ondertussen 21.00u en 16°C als we Zillebeke binnenrijden.
NEEN, ik heb dit konijntje NIET doodgereden ! Ik heb het achteraf wel aan de zijkant 'geschoven'... voor de achterkomers...

Ja we zitten nog steeds middenin een 'oorlogsgebied'...

In de Wulvestraat ligt het Maple Copse Cemetry

Maple Copse was de naam die het leger gegeven had aan een kleine aanplanting op
zo'n 900 meter ten oosten van het dorp en juist ten westen van Sanctuary Woord.
De plaats werd gebruikt door Advanced Dressing Stations. Er werden bijzettingen
verricht voor en na de gevechten van de slag om Mount Sorrel (juni 1916).
Tijdens die slag en later werden de sporen van de meeste graven uitgewist. De
begraafplaats ten noorden van het bosje was gekend tijdens de oorlog, maar van
de 256 oorspronkelijke doden konden er na de oorlog slechts 26 gelocaliseerd
worden. Er worden nu 308 doden herdacht. Van dit aantal zijn er ruim 50
niet-geïdentificeerden en 230 doden worden herdacht met 'special memorials'.
De begraafplaats heeft een oppervlakte van 4856 m² en is omgeven door
een muur van natuursteen. Bijzettingen (Commonwealth War Graves
Commission) : Verenigd Koninkrijk : 154 Canada : 154 Totaal
Commonwealth : 308
Niet ver daarvandaan het StCharles de Potyze Cemetry.

Saint-Charles de Potyze is een Franse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Belgische stad Ieper. Er worden zo'n 4.200 doden herdacht, waarvan ruim 1300 niet geïdentificeerd. De begraafplaats heeft een oppervlakte ongeveer 29.900 m² en ligt zo'n drie kilometer ten noordoosten van het stadscentrum, langs de weg naar Zonnebeke (N332), iets voorbij het gehucht Potyze. De toegang van de begraafplaats wordt geflankeerd door twee witstenen zuilen. Links voorbij de ingang staat een beeldengroep die een calvarie voorstelt.

Achteraan bevindt zich een massagraf en staat een obelisk al herdenking aan een aantal infanterieregimenten. De graven zijn aangeduid met rechtopstaande kruisjes, met uitzondering van een aantal islamitische en joodse graven.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bevond de locatie zich dicht bij de frontlijn van de Ieperboog. In de buurt bevond zich een schooltje dat werd beheerd door het Sint-Jozefsinstituut in Ieper. De Fransen gebruikten het als medische hulppost, "Poste de secours de Saint-Charles de Potyze". Soldaten die overleden, werden begraven in een aangrenzende tuin. Tijdens de oorlog werden de school en de begraafplaats echter voor een groot stuk vernield. Aanvankelijk werden gesneuvelden in massagraven begraven, maar al gauw legde men individuele graven aan, zoals ook vastgelegd in een Franse wet van eind december 1915. Vanaf 1919 werd de begraafplaats hersteld en uitgebreid met graven uit de omliggende slagvelden. Vanaf 1920 konden Franse gesneuvelden ook gerepatrieerd worden. Veel onbekende doden kwamen in massagraven terecht; de grootste in België is het Ossuaire bij de Kemmelberg. Veel graven uit 1914 en 1915 raakten ook vernield bij de Derde Slag om Ieper. Wanneer men die graven terugvond en geen identificatie meer kon gebeuren kwamen ook deze resten in een massagraf. De begraafplaats Saint-Charles de Potyze telt nu zo'n 4209 Franse graven, waarvan 762 niet geïdentificeerd. Ook het massagraf telt zo'n 616 onbekende graven. Nog steeds worden Franse gesneuvelden die tot een eeuw later worden teruggevonden in de vroegere slagvelden hier bijgezet.
Deze grote zuil te Wieltje is opgetrokken ter
nagedachtenis van de mannen van de 50th Northumbrian Division die slag leverden
vanaf 24 april tot 25 mei 1915. Deze divisie keerde nogmaals naar de Ieperse
salient terug tussen 26 oktober en 9 november 1917, op het einde van de derde
slag om Ieper.

We rijden langsheen StJuliaan (Langemark-Poelkapelle) waar deze canadees de wacht houdt...

Aan het eind van de oorlog werden acht locaties uitgekozen waar een Canadees
oorlogsmonument kon verrijzen. Deze waren: Bourlon Wood, Courcelette en Dury,
Hill 62, Le Quesnel, Passendale, Sint Juliaan en Vimy. In 1920 besloot de
pas ingestelde Canadian Battlefields Monument Commission een wedstrijd
uit te schrijven om een geschikt monument te kiezen. De eisen waren: een goede
zichtbaarheid, permanent van karakter, figuren bevattend en geschikt voor
plaatsing in een ontworpen landschap. Er werden 162 ontwerpen ingezonden. Het
winnende ontwerp werd in oktober 1921 bekendgemaakt. Het betrof de inzending van
Walter S. Allward. De tweede plaats werd toegekend aan Frederick C.
Clemesha. In de zomer van 1922 koos de commissie Vimy Ridge als de plaats
voor het monument van Allward en het zou daarmee hèt nationale Canadese monument
worden. Het ontwerp van Clemesha zou worden uitgevoerd op de resterende zeven
lokaties.
Op 8 juli 1923 werd The brooding soldier bij Sint
Juliaan onthuld door de hertog van Connaught in aanwezigheid van Maarschalk
Foch. Men vond het zon indrukwekkend gedenkteken dat besloten werd geen afbreuk
te doen aan het unieke karakter ervan door het te kopiëren. Waarschijnlijk
speelden kosten hierbij ook een rol. Op de resterende zes lokaties werden, op
eenzelfde platform, kubussen van Stanstead graniet geplaatst. P.E. Nobbs was
hierbij de architectonische adviseur. Het beeld The Brooding
Soldier, gedenkt het feit dat op 22 april 1915 de Duitsers hun eerste aanval
met strijdgassen inzetten en dat deze aanval is tegengehouden door 18.000
Canadese soldaten waarvan er 2.000 sneuvelden.
Het beeld van The Brooding Soldier - vrij vertaald : de treurende of mijmerende soldaat
- bij Sint Juliaan is van een
verpletterende eenvoud maar niettemin zeer indrukwekkend. Een uniek beeld
waarvan, zo dacht ik, geen tweede bestond. Dat bleek niet helemaal waar te zijn. Er staat er nog eentje in een park in het Canadese Regina, de hoofdstad van de provincie Saskatchewan.

Er zijn namelijk voor het
ontwerp van The Brooding Soldier ook een aantal modellen gemaakt van hout en
gips. Deze zijn bewaard gebleven en nu te bezichtigen in de hal van het plaatselijke parlementsgebouw, The Legislative Building, aan de oever van Lake Wascana.
 |
 |
|
Het gedenkteken in StJuliaan is uitgevoerd in licht graniet uit de
Vogezen en ongeveer 11 meter hoog. De buste is in Brussel
gebeeldhouwd. De kolom is onderaan gewoon strak en rechthoekig en loopt naar
boven taps toe om vervolgens over te gaan in het gestileerde bovenlichaam van
een soldaat met de karakteristieke Britse helm.

Zijn houding is die van
een militaire erewacht: geweer ondersteboven, handen gevouwen over het
achtereinde van de kolf en het hoofd voorover gebogen. Deze houding zou in
gebruik zijn geraakt sinds de begrafenis van een voorvader van Winston
Churchill, John Churchill, hertog van Marlborough, in 1722. Nog steeds is dit de
houding van militairen die de dodenwake houden bij de vier hoeken van de kist.
Het kruispunt waar het monument staat, werd op Britse stafkaarten
aangeduid als Vancouver Corner. Het beeld staat op een rond platform,
omgeven door een keurig verzorgd parkje met looppaden. In het platform rond het
monument zijn in brons de omliggende plaatsen aangegeven ter oriëntatie.
De
ontwerper heeft in de uitvoering ervan een aantal zaken verwerkt die versterkend
werken: - tapse vorm van de kolom om perspectief benadrukkenwaardoor het beeld hoger lijkt, -
geometrische uitbeelding van het geweer, handen, armen, munitietassen, gezicht
en helm, - horizontale opdeling van bovenlichaam in twee lagen steen, zodat
de torso in verbinding staat met het massieve blok, - diep uitgevoerde
details voor sterkere schaduwen waardoor details van het uniform van grotere
afstand zichtbaar blijven, - van onder naar boven wijder wordende,
afgeschuinde hoeken zodat de tapse vorm versterkt wordt, - geleidelijke
vermindering van de hoogte van de blokken graniet waardoor de aandacht naar
boven wordt gevoerd.
We rijden langsheen Buffs Road Cemetry...

"Buffs Road" was de naam van weg ten noorden van Wieltje tussen 'Boundary Road'
en 'Admiral's Road'. De begraafplaats werd aangelegd en gebruikt door
gevechtseenheden (vooral de 12th, 13th en 14th Royal Sussex en teh Royal
Artillery) vanaf juli 1917 tot maart 1918. Na de oorlog kwam er nog een
uitbreiding met de rij EE en gedeeltelijk rij B met teruggevonden stoffelijke
overschotten op het slagveld vlakbij. De stoffelijke resten van één Belgische
militair werden later ontgraven en naar een andere begraafplaats overgebracht.
Momenteel worden er 289 Commonwealth-doden herdacht waaronder ruim
tachtig niet-geïdentificeerden. Tien graven die door artillerievuur werden
vernield, worden door 'special memorials' herdacht. Het lichaam van één Britse
officier die stierf in 1915 werd van het kerkhof van Brielen naar hier
overgebracht. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 1269 m² en is
door een baksteenmuur omsloten. Bijzettingen (Commonwealth War Graves
Commission) : Verenigd Koninkrijk : 265 Canada : 10 Australië :
13 Zuid-Afrika : 1 Totaal Commonwealth : 289
Een prachtige splinternieuwe kapel met pvc-deur en dubbelglas (waarschijnlijk op de tereinen van de aangrenzende woning) en een prachtig interieur.


De grote boosdoener voor motorrijders : grint !

Terug in Boezinge om 22.10u !


Met ons 'kleine-friet-bonnetje' (de rest moest je bijkopen) en ons 'normale-drank-bonnetje' vlug nog een hapje eten en een lekker pintje verzwelgen en nog een beetje dollen met een piepjonge Harley-fan... en dan naar huis.



|