Gisterenavond beste maaltijd in weken gegeten. Met 14 rond
één tafel, een mix van USA, Australia, India, Canada, Duitsland en nog iets, de
voertaal is Engels in alle smaken. De wijn vloeit rijkelijk en tegen het einde
van de avond zijn alle wereldproblemen opgelost en Brussel-Halle-Vilvoorde
verenigd. Zo eenvoudig is dat. Het was gezellig.
Vandaag gaan we naar het dorp de hippe
artisanale-bio-selfmade Markt bezoeken. De stadsbus rijdt ieder uur en stopt
hier maar twee gravelwegen verderop, daar gaan we op wachten. De bus is tegen
alle verwachtingen in op tijd, of, en dat is waarschijnlijker, had exact één
uur vertraging.
We duiken in het verleden als we de bus bestijgen. Dit soort
plaatjes kennen we enkel van in de film. Alle stoeltjes zijn stuk, twee
vensters ook en de rest rammelt zo hard De raamkozijnen staan niet meer in
verbinding met de rest van de carrosserie, die zweven een beetje in eigen tempo
rond. Ook het dashboard en de schakelbak die de halve middenconsole
inneemt bewegen op een eigen tempo los van de rest van de bus. Met een zwarte
walm achter ons aan richting El Bolson. De markt is bijzonder. Ze is u-vormig
opgesteld rond een groot gemetst bad waar een 5tal waterfietsen op
sportievelingen wachten. Voedingsmiddelen vind je bijna niet maar alle
kraampjes zijn oude ambachten en 100% zelfgemarkt, We zien hout versneden,
gekerft en gebrandmerkt worden, wol gesponnen, breiende moeders, juwelen, trollen,
honderden kraampjes. Af en toe een eetsectie met uiteraard alle lokale hapklare
broodjes en empanadas maar ook, en dat verraste ons In deze cultuurtempel
verkopen ze Brusselse Wafels, al worden die hier schaamteloos geserveerd met
gesmolten kaas en ham.
We gaan terug naar de hostel voor het te warm wordt. In de
schaduw van de bomen blijft het aangenaam maar je hoort hier echt wel uit de
zon te zijn voor 14h. We gaan met dezelfde bus terug, ze is een half uur te
laat.
Stop nu met lezen als je deze blog op je werk leest en een
offday hebt.
In de tuin rond de hostel is het zaaaalig. Er is bijna
niemand en we hebben het ganse domein voor ons. We kiezen ons elk een hangmat
en een goed boek. Dir is echt paradijs. Warm genoeg in de schaduw met een licht
briesje dat door de zilverberken ruist. En het zijn net die bomen die bijzonder
mooi kunnen ruisen, de blaadjes zijn klein, met veel, en net iets harder dan
andere bomen, je hoort de golven in de wind komen aandrijven. Het ruikt hier
naar een mix van lavendel, eucalyptusbomen en hars van een dennenbos in de
zomerzon. Op de achtergrond klatert een riviertje.
Ik neem mij voor de rest van de dag selfies te nemen vanuit
de hangmat en elke 15 minuten mijn profielfoto op Facebook te vernieuwen. Ik
had gegarandeerd geen vriendjes meer gehad.
Ik verloochen mezelf. Waar enkele dagen terug ik de
hangcultuur van de hostels in het hokje van luie jeugd plaatste is het
perspectief vanuit deze hangmat toch gevarieerder. Noteer alvast deze hostel.
Mocht je in de geburen zijn, zeker eens binnenspringen.
Wat een geluk dat er geen plaats meer is om te blijven
anders hadden we hier zeker nog even blijven... euh .. hangen. Pech wel,
want morgen gaan ze de lavendel oogsten en gasten mochten zich vrijwillig
opgeven om te helpen in ruil voor een bord pasta of een empanada. Weer eens
iets anders maar dus niet voor ons.
Vanavond eten we weer samen met de hippebende. Het zal
moeilijk worden de maaltijd van gisteren te overtreffen.
En morgen opnieuw de sjieke bus op, naar Esquel. Dan zitten
we echt in Patagonië.
De laatste keer geklutst worden tot in het centrum van El
Bolson, nog gauw 1/2 lomito achter de kiezen duwen en daar is de blinkie
blinkie cama ejecutivo bus. Klokvast als steeds, een half uur te laat. Bagage
inchecken en we installeren ons op de bovenverdieping in onze lounge-zetels,
klaar voor 2,5 uur live National Geographic Patagonia landschappen. De Ruta 40
is de meest gekende en ook gevreesde baan die Patagonië van Noord naar Zuid
doorkruist. De meeste stukken zijn door de jaren heen geasfalteerd, maar hoe
zuidelijker je gaat, hoe meer stukken gravel er nog zijn. Maar zover zijn we nog
niet. Echter, we merken al gauw dat geasfalteerd ook relatief is, regelmatig
ontbreken er stukken wegdek. Waarschijnlijk door een Belgische aannemer
uitgevoerd. En dat de route niet voor watjes is, zien we ook aan de autos die
op hun dak in de zijberm liggen en waarvan je de verbrande rubber nog ruikt.
Wij zitten veilig in onze grote bus en genieten met volle teugen van de
voorbijkomende vergezichten. Pampas voor en achter ons, langs rechts de Andes
die de grens vormt met Chili en voornamelijk veel niets. Er staat geen paard,
geen koe, niets
Hier is massas plaats.
Tegen half 6 zijn we in Esquel, ok, dit is zowaar de outback
van Argentinië. Het dorpje wordt langs 3 kanten omringd door bergwanden,
netjes.
We wandelen de 1,5 km van de busterminal tot aan ons gehuurde appartement, veel
verder moet dat toch niet zijn met gans het huishouden op uw bult. We krijgen
de sleutel van de poetsdame, de eigenaars zelf zijn nog niet thuis. Het
appartement blijkt meer een studio te zijn en ruikt nog naar de verf. De badkamer
ziet er wel netjes uit. We trekken de kasten open om te zien wat er van
kookgerei aanwezig is. Hm, slechts 1 dubieuze pot met nog etensresten van de
vorige gasten. Geen pan, geen aardappelmesje, geen kurkentrekker. Its
elementary Watson. Voor de rest exact 2 vorken, 2 messen, 2 lepels en 2 borden.
Das net iets minder dan we gehoopt hadden. We lieten nog een ander pareltje
varen omdat het iets duurder was. Dju, tja, een mens kan zich al eens
vergissen.
Op dat moment komt de eigenares aangewandeld. We handelen de
paperassen af, en ik deel mee dat we een pan en minstens nog 1 pot missen en
dat de andere pot niet bruikbaar is. De dame antwoordt dat het ook niet de
bedoeling is om te koken, het appartement is nog maar sinds 2 weken ingericht
en anders stinkt alles te hard naar eten. Er ontstaat een discussie, waarbij ik
haar probeer te overtuigen dat we echt geen frieten gaan bakken maar gewoon
willen koken. Uiteindelijk geeft ze toe, verdwijnt naar haar eigen keuken en
komt terug met een pan, een extra pot en de vieze pot goed schoongeschrobt. Mike
mag weeral content zijn dat ik een potje Spaans spreek of hij kon zijn potje
koken op zijn buik schrijven. Oef, want als ze niet had toegegeven, hadden we
de boel gecancelled en op een ander gegaan.
Hop naar de supermarkt om voorraad in te slaan en dan kunnen
we beginnen koken. Het vlees staat rustig te pruttelen en Mike wil de groenten
op het 2e vuur zetten. Dan blijkt dat dat niet werkt, het lijkt
alsof het niet aangesloten is en we kunnen ook niet aan de aansluitingen om het
na te kijken. Dik gevloek, daar staat hem dan met de zuur verdiende drie potten
en slechts 1 vuur. Een uitdaging. Gezien het feit dat ze er al niet happig op
waren dat er zou gekookt worden, gaan we er vanuit dat dat met opzet is. Maar goed,
moeilijk gaat ook en in onze jonge kampeertijd hebben we dikwijls genoeg zo
gekookt. Het eten geraakt klaar, das het belangrijkste.
Deze ochtend ga ik betalen en begin tegelijkertijd over het
vuur dat niet werkt. De echtgenoot wordt direct opgetrommeld om het fornuis te
komen controlleren. Er was blijkbaar iets mis met de aansluiting, wij vermoeden
dat de poetsdame de boel uit elkaar heeft gehaald om te kuisen maar het niet
fatsoenlijk terug heeft geplaatst, maar dat wil wel zeggen dat we gisteren
hebben zitten koken met 1 vuur waar wel gas uitliep, zij het niet richting
brander. Zeer veilig, niet? Maar goed, wij tevreden dat het opgelost is, zo
voldoet het appartement nu helemaal aan onze verwachtingen.
De standaard eerste uitstap richting tourist info voor wat businformatie en we lopen
langs een grote supermarkt voor extra keukengerei dat we dan kunnen meenemen op
de rest van de trip. De supermarkt is eerder een hypermarket, de eerste
volwaardige die we op onze reis tegenkomen en eigenlijk wel welkom. In de
verschillende lavanderias zijn al wat onderdelen van onze garderobe
achtergebleven, dus we kunnen even aanvullen.
Zon 25 km ten zuiden van onze stad ligt Trevelin, gekend om
zijn Welsh karakter en afternoon tea. Laat dat nu twee zaken zijn waar we
ondertussen in gespecialiseerd zijn, Wales en afternoon tea. Check it out dus. Aan
de oostkust zijn er wel meer van die Wales-toestanden, geen flauw benul waarom
eigenlijk, maar dit is hier de enige. Met de lokale bus zijn we er op een half
uurtje, we wandelen een stukje en gaan dan aan de afternoon tea. Het concept is
een vaste formule waarbij je een bodemloze pot thee krijgt, 5 stukjes cake, een
scone, boter, een gewone boterham zonder iets, 2 soorten confituur en een
boterham met ham en kaas die ons meteen terug naar Schotland katapulteerde, zo
authentiek. Het klonk nogal veel dus we sluiten een deal en vragen voor 1
completo met extra thee. Gelukkig. Zelfs die ene completo met ons 2 is weeral niet
gelukt. De thee daarentegen heeft er wel aan moeten geloven. Nochtans heel
apart, afternoon tea bij 26°, een mens
begint er van te zweten. Eigenlijk vonden we de rit heen en terug met de bus
nog het leukste van al. Eindeloze pampa uitzichten aangevuld met luide Zuid-Amerikaanse
muziek als soundtrack. De hele rit lang, onze chauffeur is duidelijk goed
gemutst.
We zijn hier nog tot de 6e en we willen a) onze
tijd hier zo zinvol mogelijk proberen door te brengen b) plannen wat we na de 6e
gaan doen.
Esquel is dé uitvalsbasis om de Los Alerces te bezoeken, het
volgende nationale park dat bulkt van hoge pieken, oneindig diepe meren en
ongerepte natuur, kortom een toplocatie om een camper te parkeren voor de
nacht. Morgen gaan we op daguitstap met een boot de meren op om zo tot diep in
het park te kunnen doordringen. De dag erna gaan we op eigen houtje hiken en
dan gaan we naar Chili.
Dus, Tante Sidonia vertrekt op reis en ze neemt mee: tickets
voor de daguitstap, busuren voor Chili, een boeking voor een nieuwe verblijfplaats
in Chili, Chileense pesos, Lonely Planet van Chili, wandelkaart voor het park.
Om aan al die dingen te geraken laten we ons informeren bij,
u raadt het al, den Toerist Info. We worden behulpzaam geholpen en voor al onze
vragen worden we doorverwezen naar plaatsen waar ze ons aan de betreffende
artikelen kunnen helpen. Bon, En route.
Als we de Tourist Info willen uitbenen staat er achter mij
een gladde jongen in maatpak een monoloog tegen de camera te reutelen. Daarom
was de toerist-agent heel de tijd van zijn melk, we vonden hem al zo afwezig.
Ik probeer behendig buiten te geraken zonder door het beeld te moeten lopen.
Het ontgaat de gladjanus niet en hij komt af. Met mijn Spaans? bedenk ik, dat
gaat hier een heel boeiend gesprek worden. De man heeft al snel door dat mijn
Spaans nog een beetje roestig is en schakelt snel over naar het Engels. Onze
nationaliteit wordt achterhaald en hij vraagt of ik de peoples of Argentina
even in het Flemish wil begroeten. Ah, dat zal wel lukken. Ik schud iets weinig
creatiefs uit mijn mouw en spreek de natie toe. Ruth wordt gevraagd mijn
gevleugelde woorden te vertalen maar dat gaat maar stuntelig, een knalrood
hoofd is uiteraard het resultaat. We ronden af en stappen de toerist info uit.
Pfft, wat was dat? Dus vanavond allemaal zappen naar de Argentijnse Channel 4,
volgens mij gaan we daar te zien zijn.
Nog een beetje verbouwereerd door de gebeurtenissen proberen
we de verkregen informatie terug op een rijtje te zetten. Help, de gladjanus
komt ook net buiten en onze richting uit. Zonder draaiende camera dit keer. Hij
knoopt opnieuw een gesprek aan en vraagt naar onze plannen. Naar Chili
antwoorden we in koor. Naar Futaleufú om specifiek te zijn. Geen nood, ik heb
de naam al een tiental keren ingetikt en hij blijft nog niet hangen. De
reporter kent het stadje/dorp blijkbaar en glundert dat daar dit weekend de
wereldkampioenschappen rafting worden gehouden. Echt? Boehoehoe, wij gaan daar
noooooit een slaapplaats vinden.
Niets van de toerist informatie lijkt te kloppen. We hebben
al tweemaal de ganse stad doorkruist en hebben niks van de items die we nodig
hebben. Uitgezonderd dagtickets voor onze uitstap morgen. Dat hadden we op
eigen houtje uitgevogeld. Een beetje Internet her en der zou ook al wonderen
doen. We zoeken een internetcafé, vinden dat niet, dan maar een cafetaria
induiken waar op staat dat ze Wifi hebben, we moeten toch lunchen. Warempel het
wonder volstrekt zich, de wifi is inderdaad aanwezig en we kunnen surfen. We
sturen enkele mailtjes de grens over om te informeren of ze nog plek hebben
voor ons. Nu fingers crossed. Op weg naar huis begint het te regenen. Das lang
geleden, sinds onze onweerslanding in Bariloche.
Normaal is er privé-vervoer voorzien door het reisbureau naar
het startpunt van onze excursie, maar nu niet. Geen probleem, met de bus
geraken we er ook. Dat wil wel zeggen vroeg opstaan. Snel lunchpakket gemaakt,
te voet naar de busterminal en om 7u45 staan we aan het loket voor de
bustickets. Als het aan ons is, zegt de verkoper dat de bus volzit en hij geen
tickets meer kan verkopen. Jamaar, wij hebben wel betaald voor een uitstap hé!!
En de bus van 8u is de enige bus die in de voormiddag naar het park rijdt, de eerstvolgende
is pas om 15u. Lastig, onze safaribootje meert af om 11h30. Een aantal
Argentijnen achter ons zitten in hetzelfde schuitje, dus we kunnen de druk wat
opvoeren. Uiteindelijk komt er een compromis uit de bus op zn Zuid-Amerikaans.
We moeten 2 straten verder op de hoek gaan staan wachten en dan neemt hij ons illegaal
mee. t Kan ons niet schelen hoe, als we er maar geraken want anders zijn we
onze uitstap kwijt. Desnoods gaan we met de taxi.
We placeren ons samen met de Argentijnen op de hoek en een
half uur later komt hij aangereden. Elke stoel blijkt inderdaad bezet. Als dit de
enige manier is om in de voormiddag in het park te geraken, wie voorziet er dan
in godsnaam 1 bus met maar 30 zitjes?
Zoals beloofd mogen we mee, al is het rechtstaand in het
gangpad. Ons uitzicht tijdens deze trip beperkt zich dan ook tot het
gestoffeerde dak van de minibus.
Na 1,5 uur rijden stopt de bus aan de ingang van het park.
Gelukkig moeten er hier een paar mensen uit en kunnen wij een zitplaats
bemachtigen. Oef, even de stramme benen rust geven. Het aantal nieuwe mensen
dat opstapt is ongeveer het dubbele en de bus zit ondertussen letterlijk tot aan
de nok vol. Dat weerhoudt onze Argentijnse medemens er totaal niet van om
rustig zijn thermos warm water boven te halen en de maté-verslaving wat te
onderhouden. Memorabele rit, zeker eens de asfalt stopt. Nu nog flink een uur
over gravel.
Het allerlaatste stuk tot aan de boot moeten we te voet
afleggen via een educatief aangelegd wandelpad. Door alle rompslomp met de bus
zijn we al redelijk laat dus we sjezen erdoor. Tickets valideren, schoenen in
de javel dopen (niet helemaal goed begrepen wat het nut daarvan was) en dan de
boot op. We worden ge-entertained door de crew, iemand van de gasten wordt
opgetrommeld om de veiligheidsinstructies uit te beelden en hij doet dat met
veel overgave zoals een echte stewardess, hilariteit alom.
Off we go, een uurtje varen tot onder een gletsjer. De
beelden zijn tja een beetje zoals op de fotos hé. En dan, het hoogtepunt van
de trip zijn de, u raadt het al, alerces (lariksen in het NL). Deze bomen
worden heel hoog en vnl heel oud, er staat een exemplaar dat 2600 kaarsjes moet
uitblazen op zijn verjaardag. Al bij al goed dat ze zo oud worden want ze zijn
langs de trage kant. In een goed jaar neemt hun diameter ongeveer 1mm toe. Een
knaap van 30 jaar oud is dan nog maar een twijg van 3cm doorsnee. Ik ken Bonzaï-exemplaren
die ijveriger zijn. Na 2600 jaar echter .
We worden via borden gewaarschuwd voor pumas hier aanwezig.
Mike leest wat te doen
a)
om een ontmoeting met een puma te vermijden
b)
als je toch een puma tegenkomt
c)
als er eentje agressief uithaalt
Hij onthoudt voornamelijk dat je kleine kinderen eerst op de
arm moet nemen en daarna, als de situatie lijkt te ontaarden, de kinderen moet
wegwerpen. Hopelijk komen we geen Puma tegen, we hebben geen kinderen te gooi,
besluit hij. Misschien moet er nog wat aan het Spaans gesleuteld worden.
Er is een wandeling voorzien doorheen het woud onder
begeleiding van natuurgidsen. Op de boot wordt beleefd gevraagd Hay alguien
que no habla español?. Hier Si' op antwoorden is even hard gelogen als Ja op
Slaap jij al?. Slim gezien van die
mannen, zo moeten ze nooit in het Engels gidsen. Resultaat is wel dat de 2u
durende natuurwandeling volledig in het Spaans gebeurt, zelfs ik geef het na
een uur op, veel te uitgebreid.
Tegen 16u30 zijn we terug aan ons vertrekpunt en dan rest
ons niets anders dan te wachten tot 18u op de eerste minibus die terug naar
Esquel gaat. Niet dat er nog veel volgen, om 18u45 is de volgende en meteen de
laatste. We zijn de eersten en dat verzekert ons van een zitplaats. Want Argentijnen
zijn zeer hoffelijk, het principe first come first serve wordt hier heel strikt
toegepast als het op aanschuiven aankomt. Aan een bushalte vraag je standaard
wie de laatste is en pas na die persoon stap je zelf op. Het gaat zelfs zo ver
dat als er iemand van de bus stapt, de bestuurder roept dat persoon X die als
eerste geen plaats meer had, die plek mag innemen. Oei en vanmorgen zijn wij
gewoon gaan zitten omdat de plekken vlakbij ons vrijkwamen. Foutje.
Na onze halte zit het busje, tja, vol. Aan de volgende halte
staat een groep van 7. Na veel gediscussieer mogen die mee in het gangpad. Aan
de volgende halte staat een groep van 10 met heel hun hebben en houden, die
mogen niet meer mee en moeten wachten op de volgende bus. We hebben medelijden,
ze zien er doodmoe uit en volledig bestoft. Als je dan al een uur op je busje
wacht wil je graag mee. En zo gaat het bij elke halte weer verder tot in
Esquel.
Nog snel snel onze vuile was thuis ophalen, snel snel
internetten in het enige etablissement waar die effectief werkt (jeuj,
slaapplaats in Futaleufú is bevestigd), snel snel naar de winkel en tegen 22u
kunnen we aan onze kook beginnen. Helemaal op Argentijns schema maar voor ons
voelt het nog altijd aan als eten in het midden van de nacht.
Het was me het dagje wel. Vanmorgen om 7u20 vertrokken en om
20u30 terug in huis. En dat allemaal voor een Spaanse les van 4uur. Niet
normaal. Onze goesting om morgen in het park te gaan hiken (waarbij we heel die
cirque terug moeten doorstaan met hetzelfde vervoer) neemt zienderogen af. Het
is ook te zot voor woorden. Esquel mag dan wel omschreven worden als dé gateway
tot het natuurpark, de voorzieningen ontbreken volledig. Nergens een
wandelkaart te verkrijgen, zonder eigen auto ben je meer dan een halve dag aan
transport kwijt en als je de bus neemt ben je niet zeker of je er geraakt, laat
staan terug weggeraakt Een hop-on
hop-off bus zou hier niet slecht zijn, zodat je van het ene punt naar het
andere kan. En vnl, de frequentie van de bussen drastisch verhogen.
Enne, dat hiken van morgen, dat gaat niet door. Dat laten we
even zo. We zullen wel wat blog schrijven en zo.
Slow day, mag wel eens, gisteren was er twee waard. t Is al
bijna middag als we het pand verlaten. We gaan uit lunchen. Dichterbij dan verwacht
is een eettent waarvan de stoofpotjes de hemel in worden geprezen. Stoofpotjes?
Das nieuw hier, dat komt niet van de grill. Eens daar blijkt dat er alleen
grilldinges verkocht worden en geen stoofpotjes. Den tijd van t jaar zeker.
Demonstratief staan we op en zoeken iets anders. We gaan terug naar dat van eergisteren,
het eten is er niet speciaal maaáar er is internet beschikbaar die druppelsgewijs
tot in België doorsijpelt. We bloggen erop los. Komt ni af dat het onze fout is
als ge er s morgens niet goed uitkunt.
Ondertussen zijn de tactieken om alsnog aan een Chileense
wicked camper te geraken er enkel maar driester op geworden. Ongegeneerd ben ik
van asskissing overgegaan naar stalking tot nu omkoperij. Het laat telkens een
wrange nasmaak en nee, ik ben er niet fier op een Chileens bediende te e-molesteren,
maar het doel heiligt de middelen Ik vraag me af of Jorge kinderen heeft...
We hebben een inventaris gemaakt van onze ijskast en
verzinnen een avondmaal waarin zoveel mogelijk van de aanwezige ingrediënten kunnen
worden ingedraaid. Morgen gaan we naar Chili, is toch alleszins de bedoeling
als we op de bus meekunnen, en aan de grens doen ze vervelend over
voedingswaren, vandaar.
We pikken onze was op. Die wordt vlot teruggevonden, altijd
een opluchting, maar waar zijn onze zakken waarin de was zat gebleven? Even
informeren. Ah die hebben de droogkast niet overleefd. De kadavers worden
tentoongesteld. Inderdaad, hier vervoer je niets meer in. Er zijn zowaar gaten
in gesmolten. De dame geeft ons, verveeld om de situatie, twee nieuwe zakken
mee.
De rest van de namiddag wordt doorgebracht in het gezelschap
van hoofdinspecteur Guido Versavel en commissaris Pieter Van In. Gelukkig loopt
alles goed af.
Rest ons nog de opdracht de ijskast leeg te krijgen en in te
pakken.
Het is al behoorlijk druk als we om 7h20 de busterminal naar
binnen stappen. Grote rugzak vanachter de kleine omgedraaid langs voor. t Is geen
zicht maar als ochtend-workout kan het wel tellen om zo tot hier te joggen. Als
we nu zouden struikelen liggen we vast als een schildpad op haar rug in het
niets te graaien. Tickets kopen moet voor deze verbinding op de bus zelf, t is
altijd anders. We gokken welke bus voor ons zou zijn. Er is geen markering op
de bussen. Maar, geen nood, daar hebben we een uitgekookt truukje voor. We
proberen op alle bussen mee op te stappen en zeggen dat we naar Chili gaan.
Uiteindelijk schiet er maar eentje over die ons mee wil.
Ditmaal zit de bus maar halfvol, maar goed ook, er is immers
geen bagagecompartiment en er zijn nog een handvol muilezels die meereizen. We
verlaten de stad Esquel en wat later ook de pampavlaktes richting bergen, over
gravelwegen. De vegetatie verandert dramatisch van hier groeit alleen uitgedroogde
kurk tot elk zaadje dat je hier laat vallen ontploft onmiddellijk tot vers
groen. Dat heeft alles te maken met de regen die de bergen nauwelijks over kan.
Na een uurtje bereiken we de grenspost. Die staat hier wat verloren in een
groene bergpas. Iedereen de bus uit inclusief bagage. De bus gaat de grens niet
over. Argentijnse emigratiepaperassen doorlopen en dan een minibus in.
200m
Dan iedereen eruit, Chileense immigratiepaperassen
doorlopen. De douanier plechtig beloofd dat je helemaal niets aan te geven hebt
en dan naar de voedingsinspectie. De voedingswaren worden overlopen en mogen
mee. We waren redelijk goed geïnformeerd maar dat is natuurlijk geen garantie
dat net vandaag de regels hier niet anders zijn. Nadat al onze bagage uitvoerig
betast is kunnen we verder. Een klein half uurtje later staan we in Futaleufú aan
onze hostel La Gringa. Een hartelijke welkom door de viervoeters en later ook
door de tweevoeters. De kamer is netjes, het uitzicht machtig. We hebben allang door dat er hier dit weekend
geen WK raften gaat plaatsvinden, alles is hier heel Chill. Me gusta mucho.
Snel de rugzak uitschudden en dan het dorp in. We willen hier vanalles en als
het van Ruth afhangt, nù!
Er worden Chileense pesos gekocht, de toerist burcht wordt
bestormd, stadplannen opgeëisd, busuren ontrafeld, tochten gepland en gelunched,
we hebben de keuze uit kip of zalm. Na ons is er de keuze uit zalm. We zijn ook
al te weten gekomen wat een betrouwbaar event bureau is en daar lopen we ook
even binnen.
Het dorp is legendarisch voor zijn raften, kayak, canyoping,
kortom alle wildwaterriviersporten die je maar kan bedenken. We hebben hier niets te bewijzen en we vragen of
ze ook raftingtrips aanbieden voor gepensioneerden. Dat kan, garandeert de
vriendelijke dame ons. Tof, dan tekenen we volgaarne in voor een trip morgen,
want dat zou voorlopig de laatste mooie dag zijn in dit regengebied. Voldaan
over alles wat we in een uur tijd konden realiseren terug naar onze hostel. Een
online Lonely Planet van Chili aankopen en even nalezen wat dit dorpje ons te
bieden heeft. Blijkt inderdaad dat rafting dit gehucht op de wereldkaart heeft
gezet. Hier zijn de meest spectaculaire versnellingen (tot Class V) te vinden.
Goed, dat zal dan wel niet op onze family uitstap zijn. Wij doen immers de easy
brug tot brug afdaling. Even nakijken wat de heilige planeet over dit stukje
zegt . SHIT . (Class IV+ rapids) we voelen ons bekocht alsof we voor het
eerst skielatten krijgen aangebonden bovenaan een zwarte piste. Als dat maar
goed komt.
Straks is er nog een dorpsfeest met bijhorende lokale
specialiteitenmarkt en één of ander dansactiviteit, we zullen eens een kijkje
gaan nemen.
Met een klein hartje slenteren we richting slachtbank. We
proberen een beetje te laat te komen maar dat lukt net niet. We gaan bedeesd de
camionette in, onze knalgele doodkist is op het dak gebonden. Een uurtje later zijn
we aan ons startpunt. De raft wordt tot aan het water gedragen. Hmmm, dat lijkt
beter mee te vallen dan gevreesd, de rivier is breed en traagstromend. Jawel, een
paar uurtjes rustig ronddobberen, dat raften dat gaat de bomma en bompa goed afgaan.
Onze uitrusting wordt verdeeld. Iedereen krijg een wet suite, wet schoenen, wet
wind jacket wet helm en een wettingsvest. Alles wordt aangedaan en vastgesjord. We zijn met 8 en
er kunnen maar 6 kandidaten in de raft. Daar hebben ze natuurlijk een oplossing
voor. Een raft met 4 komt in slow motion de rivier afgedreven, das de Engelse
versie en daar moeten wij met mee. 6+6, twee volle rafts nu, elk met hun eigen
gids achteraan. De andere raft krijgt uitgebreide instructies van dos en donts
en welke actie uit voeren met welk bevel. Bij ons is dat veel eenvoudiger, haak
uw voeten goed vast onder de opgeblazen dwarsliggers en doe vooral zoals de
persoon voor u. Zij zouden al ervaren
zijn want ze hebben al een stuk tot hier gedreven. Het allerbelangrijkste commando
is forward wordt er benadrukt. Dan moet er synchroon vooruit gepeddeld
worden. Een beetje zoals er Pai tegen een Laotiaanse olifant wordt geroepen,
bedenk ik. Er wordt ook nog iets onduidelijks uitgelegd over naar de overkant
van de boot springen, maar dat begrijpen we niet goed, zal wel niet belangrijk
zijn.
We zijn weg en dobberen oeverloos rond op de traagloper. Ok,
dus toch the scenic tour. Samen met de twee rafts zijn twee opblaascatamarans
te water gelaten die bediend worden door één roeier die centraal zit. Zij gaan
mee om de drenkelingen op te vissen. Beetje overkill lijkt ons, maar ik moet
toegeven, bij Patagonia Elements zijn ze super georganiseerd.
Achter de eerste bocht toont de slome rivier zijn ware
karakter, slik, no way back. Hoe dichter we bij de rapid komen hoe harder ons
gids Forward gilt en hoe harder wij peddelen. Wij gaan volle vaart de
stroomversnelling in, het water botst tegen en over de boot, iedereen is al
flink gedoopt. Dit was een Class 3. Shit, het gaat hier tot 5. We kijken elkaar
aan met een blik van als dat maar goed komt. Na elke rapid probeert onze gids
ons naar stillere waters te loodsen om de volgende rapid door te nemen en even
tot rust te komen. Voor elke rapid hebben ze een koosnaam. Die zijn nooit lief.
Terminator, Shark, Wild Cat . Bemoedigend. Zoals verwacht gaat het van kwaad
naar erger. Maar bang zijn we niet meer. De adrenaline giert door ons lijf en
we zijn des te strijdvaardiger om het gevecht met het water aan te gaan.
Bovendien is deze rivier erg diep zodat het risico op onderstromen of jezelf
tegen de rotsen slaan beperkter is. We hebben ook vertrouwen in de redders die
nooit veraf zijn. Bring it on, come to papa. We peddelen de armen van ons lijf
als onze gids Forward-Forward-Forward blijft brullen. Je weet dan met
zekerheid dat het peddelen is of verzwolgen worden door de kolkende watermassa.
Niemand valt uit de boot en het ding is niet gekanteld. Onze gids is een pro en
kent de rivier op zijn duimpje. Alleen zouden we dit noooit overleefd hebben.
De tijd vliegt, na twee uur raften zijn we aan ons eindpunt. Wauw, wat een
ervaring. Hier willen we nog van. Achter deze bocht liggen nog een paar class V
rapids te blinken. We hebben al spijt dat we die extensie niet mee geboekt
hadden. Ondertussen zijn we immers ervaren en hadden we wel meegekund. We
ontdoen ons van wetwetwet. Angeleyes heeft een tafel vol snacks voorzien die
als eenvoudige lunch doorgaat.
Mooi want wij hebben trek.
Terug naar het dorp, relaxing in onze tuin, genietend van
een boek, de uitzichten en een pintje. Ik voel mij arm al opstijven, benieuwd
wat dat morgen gaat geven.
Toch is even checken wanneer dat WK hier nu net plaatvindt,
al is dat misschien nog wat overmoedig.
Gezien ik, zelfs bij slecht weer, moeilijk een hele dag kan
binnenblijven, trekken we tegen de middag onze wandel- en regenkledij aan en
gaan op stap. Zoals we eergisteren reeds schreven is het dit weekend feest in
het dorp. We waren vrijdagavond al eens een kijkje gaan nemen maar toen was alles
nog in opbouw. Adriana, onze gastvrouw, vertelt ons bij het ontbijt dat het
vandaag slotdag is en er nog allerlei shows worden opgevoerd.
Eerst even tot aan een uitkijkpunt boven de stad wat ons een
mooi maar druilerig zicht geeft over het dorp en het bijhorende spiegelmeer. We
dalen terug af en gaan dan langs de arena. Er is heel wat lekkers te proeven,
zo staat er ook een kraampje met een lokaal gebrouwen IPA-bier vant vat. Dat
willen we testen. Niet slecht moeten we toegeven, misschien iets te donker naar
onze smaak maar zondermeer het beste zelfgebrouwen bier dat we in Chili al geproefd
hebben. Onvermijdelijk komt daarna snel de vraag vanwaar we afkomstig zijn. Als
we zeggen dat we Belgen zijn, begint de man helemaal te stralen. Belgen die zijn
bier goed vinden, dat vindt hij terecht een hele eer! Hij begint prompt een uiteenzetting
over zijn brouwproces, van zijn collega van het kraampje ernaast krijgen we nog
een stuk gebarbecued vlees en zo zijn we weer helemaal ingeburgerd.
Er wordt vanalles afgeroepen door de microfoon, maar het
lokale dialect maakt dat we er niet veel wijzer van worden. De tribunes lopen
ondertussen aardig vol, we zetten ons erbij want dan zal er wel iets gaan gebeuren
zeker? Er verschijnen mannen met lassos, mannen te paard en dan wordt er een
jonge stier losgelaten. Het concept is
eenvoudig. De mannen te paard jagen de stier op door hem achterna te zitten, en
dat is ook nodig want zon rund staat duidelijk liever stil dan rondjes te draven
door een arena. De binken met de lassos hebben dan als opdracht om hun lasso voor
de stier zijn poten te werpen, op het juiste moment de lus dicht te trekken, en
het dier zo te doen struikelen. Het ziet er gemakkelijker uit dan het is, zon
beest huppelt eigenlijk maar wat rond dus de helft van de tijd schiet de lasso eronderdoor
of terug los. Maar regelmatig lukt het toch en gaat het beest in volle vaart
nietsvermoedend volledig over de kop. De eerste keer had ik medelijden met de
stier, maar ze lijken er niet veel last van te hebben. Meer zon houding van OK,
ge hebt mij kunnen vangen, koe is moe en
ligt hier goe, krijg mij nu nog maar es recht, nà. Hilarisch is het ook als zon
stier ineens beslist dat hij liever wat gras gaat eten en dan kunnen ze met zn
allen proberen om die kolos terug in gang te krijgen. 1 Ding is zeker, zon
rund is ontworpen om wat statisch te grazen en treinen aan te staren, maar
zeker niet om marathons te lopen. Na 3 rondjes mogen ze afgepeigerd terug
achter de coulissen gaan bekomen. Next!
Later doen ze ook nog een rondje rodeo. Leuke namiddag Futaleufu-folklore.
Fotos: nog 2 van onze rijdende doodskist gisteren, tochtje
naar het uitkijkpunt en de rest van de Fufuklore.
Volgens een briefje in onze hostel wordt er elke maandag een
gratis wandeling met gidsen georganiseerd van aan de tourist office richting
Piedra del Aguila. Ja, dat willen wij wel meedoen. Om half 10 zijn we aan de
tourist office, geen kat te bespeuren. Binnen weten ze van niets. Echt verbaasd
zijn we niet, we hadden al zon voorgevoel dat die informatie niet 100%
betrouwbaar zou zijn. Maar, niet getreurd, we kunnen die wandeling ook zelf
doen natuurlijk. De tourist office legt ons uit hoe we er geraken, t staat allemaal
goed aangeduid met bordjes. - Yeah right -. We wandelen het dorp uit en zowaar,
bij de eerste splitsing staat inderdaad een pijl. De Chileense wonderen zijn de
wereld nog niet uit. Ondertussen nog een eenzame wandelaar opgepikt die ook
niet zoveel vertrouwen heeft in bordjes en liever met ons meewandelt. Bij de
volgende splitsing staat er weer een aanwijzing. Onze vreugde kan niet op. Onze
eenzame neemt iets minder tijd voor fotos onderweg en gaat uiteindelijk alleen
voort. 1 km verder is er terug een splitsing en daar begint het, tirez votre
plan, geen pijlen meer. Laten we er dan maar van uitgaan dat dat inhoudt dat we
niet moeten afslaan. De richting klopt alvast (een mens moet wel in zijn
achterhoofd houden dat er hier geen zekerheden meer zijn en de zon s middags dus
in het Noorden staat).
We klimmen op ons gemak gedurende 1,5h via een rotsweg naar
boven en dan zien we de Arendsrots hangen. De wolken zijn ondertussen terug opengebroken
en gestegen en de uitzichten op de omliggende toppen zijn verbluffend. Door de neerslag
van gisteren is er op de toppen nog wat extra sneeuw bijgevallen. Volgens het
beperkte kaartje dat we meekregen, moeten we onder de rots door en dan langs
achter de rots benaderen. We blijven het pad bestijgen en komen uiteindelijk op
een soort van plateau met prachtige vegetatie en een oorverdovende stilte. Maar
we zijn wel helemaal uit de richting. De rots ligt nu een heel stuk achter ons.
Hmm, dan toch een afslag gemist? We keren op onze stappen terug en vinden een
klein paadje, of een uitgedroogd beekje of een schapenweggetje, wie zal het
zeggen. We volgen het een stuk en dan zien we de rots van dichterbij, we zien
er zelfs mensen op staan, maar het pad loopt dood.
We keren op onze stappen terug en hopen dat we onderweg toch
nog een zijpad tegenkomen. Opeens horen we een vreemd gebrul, we kijken mekaar
aan, nee, dat klinkt niet als een schaap, zouden hier pumas rondlopen? Hoe
brullen die juist? We weten dan al wel hoe we ons in zon geval moeten gedragen
maar als het even kan, toch liever niet hoor. Enne, waar zijn de Nike-sporen
van onze eenzame wandelaar gebleven? Was dat daarnet geen afgeknabbeld
mensenbot op de grond? Ongetwijfeld. Ons tempo wordt onbewust iets opgedreven
als we verder wandelen. Er verschijnt echter geen bruikbaar zijpad en
uiteindelijk komen we terug uit onder de rots. Geen idee hoe je daarboven moet geraken.
Enfin, genoeg moeite gedaan, waarschijnlijk hadden we toch niet helemaal
bovenaan durven staan. En we hebben dezelfde uitzichten gehad, hoeveel mooier
kan het daar zijn troosten we onszelf.
Heel de trip terug bergaf, naar goede gewoonte de voeten
verfrissen in een koele bergrivier en dan een welgekomen bord pasta en een
douche.
Woensdag gaan we hier weg, richting Coyhaique. De enige bus
vanuit dit dorp rijdt op vrijdag hebben we ondertussen uitgezocht. Op woensdag
is er enkel een bus die passeert in een dorpje zon 80 km hier vandaan. Dat
lijkt ons helemaal niet zo onoverkomelijk, gewoon tot daar gaan en opstappen. Ah
nee, want dan heb je geen ticket. En blijkbaar kan je hier in het dorp geen
ticket kopen voor een bus die hier niet passeert. En de busmaatschappij heeft ook
geen online verkoop Lastig Ik ga ten rade bij Adriana. Dit werkt zo: vandaag
geven we het geld voor de volledige rit af in een hostal een paar deuren verder
(er is geen korting voor opstappers halverwege). Dat geld gaat vanavond met een
bus naar god weet waar. Morgen komt een andere bus langs dit dorp met onze
tickets. Klinkt logisch, praktisch, modern en totaal realiseerbaar
Ik heb het akelige gevoel dat we beter een Chileense postduif
hadden ingeschakeld.
Gisterenavond een nieuw restaurant uitgeprobeerd. Cordero al
horno, ik laat me bijstaan door een Spaans sprekende foodie, lamsstoofpotje dus.
Ja daar hebben we allebei wel zin in. Meer lam dan stoofpotje zo blijkt. Het
lijkt wel of er twee schapenkarkassen de grill zijn opgegaan en alzo geserveerd.
Dit eet ik in een week! Al mijn healthy koken van de voorbije week verbleekt
hierbij.
We merken dat we maar langzaam opschieten in ons afzakken
naar beneden. Das enerzijds niet zo erg, we hebben hier al heel wat gezien en
beleefd, anderzijds als we de highlights willen meepakken gaan we toch een
tandje moeten bijsteken of we zitten hier met Pasen nog. Gemakkelijker gezegd
dan gedaan. Het gebied hier is dun bevolkt. Dat moet je hier anders
interpreteren dan pakweg De Limburg bij ons. Morgen bussen we 80 km naar het eerstvolgende
dorp Villa Santa Lucia, daar wonen 170 mensen. Daar hopen we op een aansluiting
die ons 400 km naar het Zuiden brengt. Onderweg passeren we 6 dorpen van
telkens minder dan 500 inwoners. De bussen rijden sporadisch en de informatie
is moeilijk te achterhalen. Dus als we sneller willen bewegen moeten we beter geïnformeerd
geraken. Bijgevolg spenderen we de volledige voormiddag ergens tussen internet,
reisgidsen en wegenkaarten in. We proberen uit te vissen welke verbindingen er
bestaan en hoe die juist in elkaar zitten. Heel vaak is het frustrerend en we
zien overal een gat in de markt in de zin van: Man toch, als ge nu een
ferryverbinding van hier naar daar uitbaat dan zijt ge toch gewoon binnen?.
Maar het loont. We vinden de informatie die we nodig hebben om tot beneden te
geraken. Ons vervoer kunnen we niet online kopen dus dat kan pas vanuit het
volgende dorp/stadje Coyhaique. We gaan ervan uit dat dat daar wel moet lukken
en leggen ook al slaapplaatsen vast in Los Antiguos en El Chaltén, zij het
flexibel en annuleerbaar mocht het vervoer toch anders uitdraaien.
Tegen de middag zijn we suf gepuzzeld en doen we nog een
toertje door het dorp. Als we s avonds onze betaalde bustickets willen ophalen
blijken die niet toegekomen te zijn. Maar geen nood, die zijn gewoon met de
buschauffeur morgen meegegeven. Jongens dat is toch geen systeem. Kunnen we
morgen naar Santa Lucia en dan 4h wachten op een volgende bus waar onze tickets
al op aanwezig zouden zijn.
Ik blijf erbij, postduif had beter geweest. To be continued misschien
Het is half 6 s ochtends als we de deur dichttrekken bij
Adriana. Gelukkig moeten we deze keer maar 1 straat verder muilezelen, daar vertrekt
de bus naar Villa Santa Lucia. Mike zijn nieuwe beste maatje Inca hoopt op nog
een laatste aaisessie en komt ons helemaal mee uitwuiven. Hoe dichter we bij 6u
komen, hoe meer volk er verschijnt. Hopelijk sturen ze meer dan 1 bus. En
inderdaad, bus 1 wordt geladen en eens die vol is, komt bus 2 eraan. Aangezien
wij maar een stukje van de ganse rit naar Chaitén meedoen, mag onze bagage pas
als laatste worden ingeladen. Een mens wil graag zeker zijn dat zijn huishouden
volgt, dus bijgevolg zijn wij ook de laatsten die opstappen. Ha, er zijn nog 2
plaatsen helemaal op de achterste rij. We wringen ons ertussen, wat nauwelijks
gaat. De knieën in de nek, jullie kennen dat wel. Gelukkig is het maar voor 2,5
uur. De gravelweg is bochtig, hobbelig en stoffig. De raam sluit niet
fatsoenlijk, dat verwachten we ook al lang niet meer, niks abnormaals dus.
In Villa Santa Lucia is er niet echt een busterminal. Ook
niet echt een bushalte. Er is 1 straat, in die straat is er een barak en in die
barak woont Madame Elsa. Haar huis doet dienst als hostel, wachthokje,
restaurant, beenhouwerij, kruidenierszaak, Starbucks Beeld je een volslanke
oudere dame in, met bril en weinig kapsel, ouderwetse schort, slecht te been
(uit respect geen foto van haar genomen). Ze past perfect in haar eigen decor. We
kunnen daar een tas koffie kopen die we zelf samenlepelen uit beschikbare
poeders en iets wat lijkt op een boule de berlin als ontbijt. Alles is nu beter
dan niets. En dan rest ons 5u wachten tot onze aansluiting. Samen met ons is er
een Chileens koppel afgestapt. Er logeert ook nog een Argentijns koppel dat de
Carretera Austral per fiets doet, die treffen we verdwaasd aan bij het begin
van hun ontbijt. De eerste uren praten we wat over de verschillen tussen onze
landen. De Chileense dame is lerares Engels en zo krijgen we te horen dat een
Chileen vanaf 5 jaar 5 uur per week Engels krijgt op school tot zijn 18e.
Hoezo? Faken die dan allemaal geen Engels te verstaan? Gebrek aan praktische
oefening en interesse, zegt de lerares. Gezien ze vnl in eigen land of eigen
continent reizen, hebben ze nooit Engels nodig. Blijft straf, vooral omdat ze
films hier, net als bij ons, ondertitelen en ook de muziek soms internationaal
blijft.
Als afwisseling maken we een wandeling door het gehucht. Op
een kwartiertje slenteren we rond het volledige dorp. Het regent en er staat een
ijselijke wind. Misschien toch eens beginnen nadenken over de aankoop van muts
en handschoenen. Terug bij Madame Elsa staat er vanalles op haar houtvuur te
pruttelen en zijn ondertussen de empanadas binnengekomen. En die zijn lekker,
heel wat beter dan die deegballen die we in Argentinië mochten ervaren.
Ondertussen hebben we al in de mot dat er nog mensen
meewillen met onze bus. Er staat al zeker 10 man in de regen te wachten. Amai,
en nog 2u te gaan, wat gaat dat straks zijn? Op de middag worden we verzocht
plaats te maken voor de mensen die willen lunchen. We bedanken Elsa voor haar
gastvrijheid en verlaten haar life museum. Ok, menigte verdubbeld. Tegen 13u,
menigte verdriedubbeld. Dat komt hier helemaal goed. Het Chileens koppel
blijkt, zoals alle anderen die staan te wachten, geen tickets te hebben en
hoopt mee te kunnen. Ik snap hun bezorgdheid, de eerstvolgende bus komt pas
binnen 3 dagen. Dat verklaart ook waarom de camping aan de overkant van de
straat ineens verlaten is. Niet meegemogen met de vorige bus? Ik word al
zenuwachtig, niet veel ambitie om hier een paar dagen te vertoeven, we hebben
geen tentje bij en ook al was Elsa zo vriendelijk... We moeten toch op één of
andere manier voorrang kunnen krijgen gezien wij gereserveerd én betaald hebben
via prijsduif. Maar of ze dat hier ook zo zien, who knows. We smeden snode plannen
om de stormloop op lege plaatsen voor te zijn. Mike blijft bij de bagage en ik
loop snel naar de deur van de bus en probeer de chauffeur te overtuigen dat hij
onze tickets heeft. Moet lukken, waterdicht plan.
Om half 2 is de bus eindelijk daar. Zoals voorspeld zet heel
de massa zich onmiddellijk in beweging, maar zonder bagage huppel ik frivool
iedereen voorbij en sta pal voor de deur. Als de chauffeur zijn deur opendoet,
begint de menigte te roepen om een plaats. Ik roep dat wij Mike en Ruth zijn en
hij tickets voor ons heeft. En ja hoor, ons tactisch uitgedokterd en diep
doordacht plan werkt perfect, ik krijg de tickets en mag opstappen. Mike staat
een eind verder met de bagage maar geen nood, ik heb zitplaatsen kunnen
bemachtigen. Mike zal wel volgen zeker? De buschauffeur wordt voor de rest
ongeveer gelyncht door de wachtenden voor een plaats en dan hoor ik hem zeggen
dat er voorlopig niemand zonder tickets mag opstappen want hij wacht nog op de
bus van Futaleufu waar nog mensen met tickets opzitten. Wat?? Dus deze bus
wacht gewoon op de bus die om 11u in Futaleufu vertrok en waarvan ze zeiden dat
we die niet mochten nemen want dat we alle kans hadden de aansluiting te
missen? Grmbl, we hadden tot 10u in onze nest kunnen blijven liggen. Maar goed,
dan hadden we de Madame-Elsa ervaring met haar legendarische empanadas wel misgelopen.
Iedereen kan mee, minstens 20 mensen moeten rechtstaan in
het gangpad. De toilet wordt omgebouwd tot storage. Volledig overladen de
Carretera Austral op. Het paradepaardje van Pinochet die de aanleg beval. Dat is één van de slechts twee wegen die in
Patagonië Noord met Zuid verbindt. Vergelijk het zo, één van de twee wegen die
Noorwegen met Spanje verbindt. Dit is de Chileense tegenhanger van de Ruta 40
en veel mooier want je gaat dwars door de Andes. Ook veel avontuurlijker,
hoewel de overheid al jaren tracht de boel te asfalteren. Urenlang rijden we
verder. Volgens de info die we kregen zouden we tussen 19 en 21u in Coyhaique
moeten zijn. Er zijn echter geen verkeersborden dus we hebben ook geen idee hoe
ver we al gevorderd zijn. De route wordt zo smal dat de autos nauwelijks kunnen
kruisen. Door de regen is het een modderpoel van jewelste en ondertussen zijn
er ook nog wegenwerken met wisselend verkeer. Bij momenten is het
angstaanjagend, maar zo mooi, onbeschrijfelijk. We kunnen met zekerheid zeggen
dat dit de meest spectaculaire rit is die we ooit deden. Hier zijn wij
indringer in de ongerepte natuur. Stap twintig meter uit de bus en weet met
zekerheid dat hier nog nooit iemand is geweest. Vele bergen en meren zijn hier
niet eens benoemd. Spijtig dat we geen fotos hebben, maar dat is gewoon niet
mogelijk gezien de toestand van de weg. Soms wiebelt de bus zo hard in de
putten dat we vrezen dat ze zal omslaan. De onderkant knalt met vaste regelmaat
tegen de weg aan. Soms stapt de chauffeur uit en duikt hij onder de bus voor inspectie, of om te kotsen. Als het
begint te schemeren en er zijn alleen maar bergen en bos rondom ons, beseffen
we dat we er nooit op het beloofde uur zullen geraken.
Om 22u zijn we eindelijk het ongeasfalteerde stuk door en
zien we een bord. Nog 166 km. Even snel tellen op de kaart. Oei, dat wil zeggen
dat we er al 137 gedaan hebben. Dat wordt nog even doorrijden. We hebben een
appartement gehuurd, vraag is of die mensen zo lang voor ons gaan opblijven.
Als we uiteindelijk in een dorpje komen waar er GSM ontvangst is, stuur ik een
SMS naar de eigenares om haar te informeren. Er komt geen antwoord. Ook de
chauffeur begint het wat beu te geraken en rijdt flink door, iets te fel in
sommige bochten lijkt mij. Ik doe dan ook geen oog dicht. En ondertussen regent
het en giert de wind langs de bus.
Eindelijk, om 00u45 komen we aan in Coyhaique. Geen taxi te
bespeuren maar we weten ongeveer waar we moeten zijn, zon 2 km buiten het dorp.
Nog even zoeken want eens het dorp buiten stopt de huisnummering en begint een
nieuwe nummering overeenkomstig de afstand van het dorp, maar we vinden het
uiteindelijk toch. Vol goeie moed loop ik naar de receptie, waar nog een TV
staat te spelen en klop op de deur. Geen reactie. Verdorie, als dit niet
goedkomt is het terug naar het centrum, proberen iets anders te vinden in het
holst van de nacht. Ik klop wat harder en zowaar verschijnt er een slaapkop
vanuit de zetel. De eigenares had mijn SMS gekregen en geantwoord dat ze wakker
zou blijven. Ik heb niks ontvangen zeg ik, en op dat moment komt de SMS binnen.
Maar goed, we zijn zo opgelucht, je kan het je wel voorstellen. Appartement
ziet er leuk uit, we gooien onze rommel neer waar hij wil vallen en ploffen totaal
uitgeput nog even in de zetel. Wat een dag. Maar eind goed al goed en t was er
weer één om nooit te vergeten.
En dan denk ik nog even na over de buschauffeur. Die man is s
ochtends om 11u30 vertrokken en heeft bijgevolg ongeveer 14u achter zijn stuur
gezeten, met 4 haltes onderweg om mensen in- en uit te laden en nog 1
verplichte stop van een uur omdat de wegenwerken nog bezig waren. Dat zou bij
ons gene waar zijn. Volgens mij gaat die man goed slapen. Ik wil deze bus niet
op de dag nadat deze man jarig is.
Fotos: Keuken van Elsa, fotos van Santa Lucia
en gedrum voor een plaats op de bus
Na een deugddoende nachtrust bestaat ons ontbijt uit een tas
thee. De ijskast is nog leeg natuurlijk.
Dan volgt de standaard route van dag 1 op een nieuwe locatie.
Tourist info voor een planneke en wat informatie, vuile was droppen,
verderzetting van de reis vastleggen. Heel de trip van hier tot in El Chaltén
zit uitgedokterd in ons hoofd, de overnachtingen zijn geboekt, het is enkel nog
een kwestie van tickets voor het transport in handen te krijgen. Eerst naar de
busmaatschappij. 2 Tickets voor zondag tot aan de ferry. We vragen nog even na
hoe het de reis daarna verder verloopt om over de grens te geraken. En dan komt
de aap uit de mouw. De overzet van zondag komt pas om 21u15 aan in Chile Chico
(laatste dorpje voor de grens) en de grens met Argentinië sluit om 22u. Niet
haalbaar zegt de verkoopster, jullie moeten een overnachting in Chile Chico voorzien
of op zaterdag de namiddagferry nemen. Zaterdag is geen optie voor ons. Zondag
moeten we eigenlijk over de grens in Los Antiguos zijn, want die overnachting
is geboekt. Gelukkig is die gratis wijzig-annuleerbaar, dus we blijven bij ons
oorspronkelijk plan. Dan naar de andere kant van de stad voor tickets voor de
ferry. Tegen dat we terug in het centrum zijn, is het al danig lunchtijd en de
maag knort, eindelijk eten, dat is geleden van de empanadas van Elsa, de zak
chips op de bus niet meegeteld. Fieuw, een mens kikkert er van op.
Dan nog langs de supermarkt om de ijskast te vullen en terug
naar ons huisje.
Volgende stap, de bustickets van Los Antiguos naar El
Chaltén online boeken want dat kan ik vanuit Chili niet in een reisbureau
regelen. Ik krijg allerlei foutmeldingen en geraak er niet door. Na wat zoeken
blijkt dat de bus op dinsdag niet rijdt, hoewel de website het wel aangeeft.
Pas als je die rit effectief wil boeken, loopt hij vast omdat er geen bus is. Tot
zover onze geweldige voorbereiding. Rest ons niets anders dan de overnachtingen
met een dag te verschuiven. In Los Antiguos lukt dit zonder veel problemen,
vooral omdat de persoon aan de andere kant Karin Dielemans heet en gewoon NL
praat. Handig. De overnachting in El Chaltén loopt moeilijker. Online wijzigen
lukt niet en als we online annuleren kost ons dat véél geld. Dan maar wat op
het gemoed van de uitbaters werken en proberen rond de online reservatie rond te
gaan. Hopelijk lukt dat. t Is niet gemakkelijk, maar moeilijk gaat ook. Alleen
zonde van de tijd die we er 2 dagen geleden hebben ingestoken om alles uit te
pluizen.
De flatscreen slikt usb en speelt onze films af. We kijken
film vanuit ons bed, maar eigenlijk zien we meer naast de TV door de grote
ramen heen naar de bergen.
5 km verder ligt de Reserva Nacional Coyhaique. Die gaat niet kunnen ontsnappen aan onze
wandellust. We stoppen een Taxi en laten ons tot aan de ingang voeren. Geen
slechte beslissing, want buiten dat het maar 5km verder was is het ook stevig
naar boven. We betalen toegang aan de parkwachter en krijgen een A4 mee waarop
de wandelpaden staan aangegeven. Maakt dat mee. We kiezen voor een cirkel van
een 12km daar zouden we 3,5h over moeten doen. No problemo.
Tja, als bussen en nationale parken niet uw ding zijn kunt
ge best pas binnen een week of 3 terug inloggen op deze blog. Want daar bestaat
ons leven hier ongeveer uit.
Het weer is aangenaam, we wandelen in T-shirt in de schaduw
en we passeren wat meertjes en mooie vergezichten van Coyhaique, helemaal Zen. Halverwege
worden we dieper in het woud gestuurd. Even opletten dat we het pad hier niet
kwijtgeraken. Hier is iets vreemd aan de hand. Alle grote bomen liggen neer en
alle bomen die rechtstaan zijn maximaal 20-30j oud aan hun diameter te schatten.
Wat is hier gebeurd? Lawine? Brand? Welk geweld kan al die kollossen geveld hebben?
Dit is een heel vreemd bos. We wanen ons op een bomenkerkhof. Heel speciaal.
Ook hier zitten we nog in de habitat van de poema. We zien er geen. We vragen
ons af hoeveel poemas ons gezien hebben.
We zijn al 3h verder en terug aan ons startpunt. Hier staat
geen taxi meer, er is geen bus. We wandelen nog een extra 5km tot aan ons
huisje. Siësta verdiend en dan de stad in, naar de winkel en propere kleren
ophalen.
Een paar dagen geleden in de supermarkt. Het voorverpakte
gehakt wordt enkel per 500 gr of meer verkocht. We vragen aan de toog of het
mogelijk is om 200 gr te krijgen. De man moet het gaan navragen. We horen een
hele discussie in de beenhouwerij. De man komt terug. U bedoelt 2000 gr
mevrouw? Nee, 200. Wenkbrauwen zwiepen omhoog. De man verdwijnt weer. We horen
gelach. De man komt terug. Bent u zeker mevrouw? Jep, 200 gr. De man weegt het
braaf af en vraagt: waarvoor gaat u dit beetje eigenlijk gebruiken als ik zo
nieuwsgierig mag zijn?? Ok, de gemiddelde bestelling van een local bestaat uit
10 worsten, 5 kg biefstuk en 5 kg kippenbouten, ik geef toe, het ligt aan ons.
Als ik gisterenavond 2 koteletten vraag aan dezelfde verkoper, volgt er een
vette knipoog maar worden er geen verdere vragen gesteld.
Om half 4 komen ze ons pas ophalen richting Chile Chico. Een parcours dat deels uit bus en deels uit
ferryoverzet bestaat. We mogen tot 3u op het appartement blijven. Dat geeft ons
rustig de tijd om in te pakken en aan de eisen van een paar trouwe bloglezers te
voldoen. We regelen ook nog een voorschot voor de overnachtingen in El Calafate
via Western Union. Gelukkig kan dit gewoon via internet. De vraag overtreft het
aanbod voor het aantal beschikbare slaapplaatsen in El Calafate. We hadden een
pareltje gevonden via Air B&B waar we 3 minuten over getwijfeld hebben en
in die 3 minuten is er iemand anders mee gaan lopen. Balen. We hebben dus niet
echt de luxe om moeilijk te gaan doen over Western Union transfers. Daarenboven
scheelt het ons ook in cashvoorziening.
Om 15u staan we gepakt en gezakt voor de deur. Op het moment
dat ik de toelating krijg om te beginnen stressen (zijnde 30 min na de beloofde
pick-up tijd) komt ons buske eraan gereden. We moeten er geen tekening
bijmaken, kijk naar de foto. En de chauffeur had haast. Tegen een illegale
snelheid flitsen we naar Puerto Ibañez. Die chauffeur lijkt een persoonlijk
record te willen verbeteren, elke nieuwe bocht, een nieuwe uitdaging. Ik
probeer wat fotos te trekken met de GSM, met wisselend resultaat. Als we
afdalen ruiken we de oververhitte remmen. Maar, op deze trip passeren we in de
verte de Cerro Castillo, een bergtop die er uitziet als een kasteel, zij het
dan eerder één van het Lord of the Rings-type. Knap om te zien.
Levend en wel komen we aan in Puerto Ibañez en dan is het
nog even wachten op de ferry. Er staat een hoop volk en een massa rommel. Om
nog eens te beginnen van ik ga op reis en ik neem mee zien we een hele
familie staan, inclusief oeroud TV-toestel, wasmachine, 2 tot op de draad
versleten luchtmatrassen die gaan verhuizen. Ook een vrachtwagen vol
houtblokken gaat mee. Als we aanschuiven om aan boord te gaan, zegt er een
familie vriendelijk Bonjour. !? We bekijken hen en vragen ons af vanwaar we
die moeten kennen. Frans hebben we hier nog niet gesproken. Uiteindelijk vraag
ik van waar ze komen, blijkt dat het Belgen zijn en ze hadden ons gespot aan de
hand van onze bagagelabels. Tussen al het volk dat aan boord gaat spelen we ze
echter snel terug kwijt.
De overtocht is sprookjesachtig. We váren nu door de Andes,
door de fjorden. De zon zakt en kleurt
de hemel. Er staat een strakke wind. Vlak boven het wateroppervlak blaast de
wind het water los van het meer. We krijgen de film The Impossible te
zien, over de tsunami in Thailand.
Opmerkelijke keuze voor op een boottochtje in vulkaangebied dat bulkt van de tsunami-warnings.
Het is al flink donker tegen dat we in Chile Chico aankomen.
We beginnen naar onze hostel te wandelen, die lijkt wel een stukje verder van
het centrum dan beloofd. Na 2,5 km zijn we er eindelijk geraakt, we zwieren de
bagage neer en keren terug om nog iets te eten. Op een zondag na 22u is dat
altijd een uitdaging. Maar we hebben geluk, we lopen toevallig langs het enige
restaurant dat open is en krijgen er nog een stuk kip. Achteraf gezien
misschien beter eerst gaan eten ipv heen en weer te wandelen maar kom, ge kunt
ook moeilijk een restaurant binnen wandelen met 4,5 rugzak. Laat staan rustig
van een maaltijd kan genieten als je niet weet of je je slaapplaats gaat
vinden.
We zijn der weer geraakt.
Foto: Volle bus, de rit naar Puerto Ibañez, veel volk op de
kade, aan boord
Nadat een aantal mensen vroegen naar een overzicht van de route die we tot hiertoe hebben gevolgd, leek dit ons inderdaad wel een nuttig gegeven. Sinds vandaag staat er links bovenaan een kaartje. Als jullie op de rechthoek klikken, wordt de kaart vergroot. Per locatie kunnen jullie ook op het bolletje klikken en zo te weten komen wanneer we daar waren en waar we gelogeerd hebben.
In principe kunnen jullie niets verkeerd doen door wat rond te klikken.
Hoe onze verplaatsing van vandaag verloopt horen jullie later wel.
Vrij vertaald betekent dat Silly Chicken. Onze Hosteria heet
de la Patagonia, zo heten ze allemaal, of toch in één of andere variant. Ja, de
beschikbare namen zijn hier beperkt. Ze hebben hier maar een handvol helden om
hun parken, dorpen, pleintjes en wegen te benoemen dus komen die heel
regelmatig terug. Zo ben ik ervan overtuigd dat de helft van de Patagoniërs in
de Bernardo OHiggins-straat woont. Das de hoofdstraat van elk dorp en ligt
ongetwijfeld op een steenworp van de Rio Blanco of Laguna Verde. Eens het dorp
meer straten bevat dan er helden voorhanden zijn geven ze de straten gewoon
namen van historische data. Zo zijn de 21 de Mayo en 9 de Julio hier ook
gangmakers. Ik vraag maar niet naar de namen van hun kinderen, ik ga nooit op
voorhand kunnen beloven een uitgestreken
gezicht te bewaren.
We wijken af, onze Hosteria de la Patagonia wordt beheerd
door Belgen, t is te zeggen door hun afstammelingen. In de jaren 40 is er een
Waals koppel met een grote droom afgezakt naar dit oneindige niets. Dat
oneindig hadden ze net verkeerd ingeschat en hun handeltje oprichten ging niet
van een leien dakje. Daar is een film over gemaakt Le rêve de Gabriel, de
bompa dus van de huidige uitbaters. Die moet ik beslist eens zien als we terug
thuis zijn
In onze Hosteria de la Patagonia spreken ze dus Frans. Bij
het ontbijt komen we het Waalse gezin dat ons gisteren op de ferry aansprak
opnieuw tegen. Natuurlijk, de moeder is ook afstammeling. Ze houden een familie-bijeenkomst.
De tuin is bijzonder, er staat achterin een grote houten tob die dienst doet
als jacuzzi. Die wordt warm gestookt met hout, er is zowaar een waterdichte
onderwaterhoutkachel in gebouwd. Voor de bubbels moet je zelf zorgen. Verder in
de tuin staat een boot op het droge die een nieuw leven krijgt als gastenkamer.
Tegen de middag wandelen we Silly Chico in op zoek naar
lunch. Het zit niet mee deze keer, resto 1 heeft een uitgebreide kaart met
huisgemaakte pastas maar serveert vandaag enkel pizza, resto 2 heeft als
dagschotel potjesvlees met puree. Dat ziet er heeerlijk uit. De laatste twee
dampende borden worden op de tafel naast ons geplaatst. Resto 3, en meteen
ongeveer de laatste in deze chico stad, heeft een menú del día waar we niets
van begrijpen en volmondig si op antwoorden. Menu suprise Eerst een
carbonada, zijnde een soep met pompoen, courgette, aardappel, pasta, gehakt.
Stevig, hier hebben ze vast geen compostvat nodig. Hoofdschotel humita,
slaatje met dichtgevouwen maïsblad met een gemixte maïs-ei pap in verstopt,
speciaal. We hebben geluncht.
Nog even door het dorp kuieren, wat rek- en strekoefeningen
aan de kade, en tot aan het uitzichtpunt. Nu terug naar onze hostel de la
Patagonië. Om 17h komen ze ons hier halen om ons de grens over te loodsen naar
het eerstvolgende Argentijnse dorp Los Antiguos. Klopt ongeveer, om 17u30
worden we als laatste opgepikt door een minibus die al vol zit. Whats new. 10 Minuten
later zijn we aan de Chileense grenspost. Daar moeten we een uurtje schuifelen
voor twee stempels. We hebben geluk, terwijl we aanschuiven zien we op tv
beelden van grensposten met een wachttijd van 9h. Stel u voor . Terug de bus op
naar de Argentijnse tegenpool, daar staat weinig volk, en dan nog even verder
tot aan het stadje. We worden gedropt aan de busterminus voorbij de stad.
Verdorie, onze nieuwe hostal lag vóór de stad. Te ver om de stappen. Locals
zijn zo behulpzaam een remise voor ons te bellen die ons voor een habbekrats
tot daar brengt.
De nieuwe hostal wordt gerund door Karin, een Nederlandse
zonder zittend gat, die ongeveer alles in dit continent al bereisd heeft.
Beetje vreemd gevoel, van België naar Holland, maar ja, we zijn dan ook de
grens overgegaan.
Deze hostal ligt in de pampas, flink een half uur stappen
van Bernard. De uitbater is ook een Nederlander, heeft daarenboven een restaurant
in het dorp, en wil ons wel meenemen. Super. Dat scheelt weer een wandeling. Een
bijzonder iemand, hij spreekt gebrekkig en traag Nederlands met een blik alsof
hij al jaren op een maté dieet leeft. Hij rijdt voor ons langs enkele
uitzichtpunten, de boulevard, het bos, via wegen waarvan hij zelf niet zeker is
of deze ergens naar leiden (ha, dit weggetje ken ik nog niet, even proberen,
steil naar beneden hots bots door het zand en over rotsen), door de Rio Blanca (omdat
ik weet dat ik erdoor kan) tot aan zijn resto. Totaal geflipt die man. Mooi
dorpje, maar je moet wel weten waar je moet zijn, blijkt. Ik onderneem een
poging de standaard homp vlees binnen te spelen maar geraak maar halverwege.
Taxi terug, lets call it a day.
1 Ding hebben we op deze reis al goed geleerd wachten .
Fotos: Humita, Mike doet ski-oefeningen, uitzichtpunt, foto
van den Bernardo, hot tub en bootkamer, Argentijnse grenspost
Onze Nederlander komt vanmorgen dag zeggen. Hij moet met de
auto naar Buenos Aires. 24u rijden. Dat herinnert ons aan één van zijn
uitspraken gisteren tijdens zijn scenic tour. Stel je een Nederlands accent voor
op het Zuid-Amerikaanse slome tempo : Nou Je gaat hier rechts, en dan daar .
daar links, momentje, ik weet niet meer wat rechts en links is. Dit is toch
rechts hé? Flapperend met zijn rechterhand. Ja beaamt Mike. Met de nieuw
verworven inzichten begint de man zijn wegbeschrijving van voorafaan. Gelukkig
moeten wij morgen naar het Zuiden, kunnen we die wegpiraat al niet tegenkomen.
Tenminste, als hij het onderscheid kan maken tussen Noord en Zuid.
Los Antiguos is het centre national van de cereza, en dat is
jammer genoeg geen tikfout. Cereza dus, niks cerveza. Hier wordt dit jaar zelfs
het eerste cereza rockfestival georganiseerd. Ik verwacht dat het niet spectaculairder
zal zijn dan de Miss Aardbei-verkiezing van Melsele.
We mogen de 2 mountainbikes van de hosteria gebruiken om de
omgeving te verkennen. Leuk, dan kunnen we wat verder gaan. Dos, cereza por
favor wordt ingezet en we zijn weg. Een uitdaging, want de beruchte
Patagonische winden zijn hier al danig vertegenwoordigd. De mountainbikes
hebben hun beste tijd gehad maar kom, de basisonderdelen om vooruit te geraken zijn
aanwezig. We rijden langs verschillende chacras (fruitboerderijen waarvoor Los
Antiguos bekend is) tot aan de Lago Buenos Aires, 4e grootste meer
van Argentinië. De wind zorgt voor zulke golven dat het lijkt alsof je aan zee
bent. Op de achtergrond zie je normaal de Cerro Castillo (jullie weten wel, dat
kasteel van LOTR), met de toppen in de wolken.
We overwinnen hobbelige gravelwegen, trappen ons dwars door
een woeste bergrivier, trotseren orkaanwinden, we wanen ons helemaal op een WK
veldrijden. Zij het met iets minder slijk en des te meer stof. Ik weet niet hoe
wanhopig we er net uitzagen maar onderweg stopt een auto die ons net inhaalde.
Een dame met grote kersenzak stapt naar ons toe. We moeten proeven van de
kersen, hmmmm lekker, en we moeten een zakje gratis kersen van haar aannemen.
We vlijen ons prompt meer op de malse rivierstenen en eten de zoete kersen als
lunch.
Na 4u olympische prestaties komen we in het centrum van Los Antiguos.
Gezien we terug op Argentijnse bodem zijn, dient het cash flow probleem zich
weer aan. We hadden een reserve voorzien, maar gezien onze ervaringen kan je
geen gelegenheid laten voorbijgaan om die bij aan te vullen. Dus steken we al
onze flexible friends in de enige aanwezige jackpot van het dorp, spelen alle
mogelijke combinaties uit met verschillende inzet maar, zonder enig resultaat. En
een casino ontbreekt hier ook. Hopelijk in de flappentapper van het volgende
dorp meer geluk.
Met een pijnlijk zitvlak en een gebroken rug (de fietsen waren
niet echt afgesteld op onze lengte) arriveren we terug bij onze hostel. Met
Karin kunnen we het weer op een akkoordje gooien dat we morgen langer op de
kamer mogen blijven. Onze bus vertrekt nl pas om 20u. We bussen dan heel de
nacht door en zouden tegen 10u de 19e in El Chalten moeten zijn. Dat
wordt een boeiende nacht.
Vanmorgen hebben we de troubles met onze overnachting in El
Chalten finaal kunnen oplossen. We moesten die met een dag opschuiven,
remember? De bookingwebsite liet dit niet toe, tenzij tegen een belachelijk
dure wijzigingskost, hoewel de uitbaatster akkoord was. Er volgden een paar
duidelijke mails naar Booking.com, de uitbaatster veranderde dan nog eens van
gedachte en ging alleen nog maar akkoord met een kostenloze wijziging als ze
voor die verloren nacht iemand anders kon vinden . Maar de volhouder wint en het
lijkt nu allemaal in kannen en kruiken. t
Zal wel zijn zeker. Als die schrijven Beste klant dan kan je dat ongeveer
letterlijk nemen.