Volgens een briefje in onze hostel wordt er elke maandag een
gratis wandeling met gidsen georganiseerd van aan de tourist office richting
Piedra del Aguila. Ja, dat willen wij wel meedoen. Om half 10 zijn we aan de
tourist office, geen kat te bespeuren. Binnen weten ze van niets. Echt verbaasd
zijn we niet, we hadden al zon voorgevoel dat die informatie niet 100%
betrouwbaar zou zijn. Maar, niet getreurd, we kunnen die wandeling ook zelf
doen natuurlijk. De tourist office legt ons uit hoe we er geraken, t staat allemaal
goed aangeduid met bordjes. - Yeah right -. We wandelen het dorp uit en zowaar,
bij de eerste splitsing staat inderdaad een pijl. De Chileense wonderen zijn de
wereld nog niet uit. Ondertussen nog een eenzame wandelaar opgepikt die ook
niet zoveel vertrouwen heeft in bordjes en liever met ons meewandelt. Bij de
volgende splitsing staat er weer een aanwijzing. Onze vreugde kan niet op. Onze
eenzame neemt iets minder tijd voor fotos onderweg en gaat uiteindelijk alleen
voort. 1 km verder is er terug een splitsing en daar begint het, tirez votre
plan, geen pijlen meer. Laten we er dan maar van uitgaan dat dat inhoudt dat we
niet moeten afslaan. De richting klopt alvast (een mens moet wel in zijn
achterhoofd houden dat er hier geen zekerheden meer zijn en de zon s middags dus
in het Noorden staat).
We klimmen op ons gemak gedurende 1,5h via een rotsweg naar
boven en dan zien we de Arendsrots hangen. De wolken zijn ondertussen terug opengebroken
en gestegen en de uitzichten op de omliggende toppen zijn verbluffend. Door de neerslag
van gisteren is er op de toppen nog wat extra sneeuw bijgevallen. Volgens het
beperkte kaartje dat we meekregen, moeten we onder de rots door en dan langs
achter de rots benaderen. We blijven het pad bestijgen en komen uiteindelijk op
een soort van plateau met prachtige vegetatie en een oorverdovende stilte. Maar
we zijn wel helemaal uit de richting. De rots ligt nu een heel stuk achter ons.
Hmm, dan toch een afslag gemist? We keren op onze stappen terug en vinden een
klein paadje, of een uitgedroogd beekje of een schapenweggetje, wie zal het
zeggen. We volgen het een stuk en dan zien we de rots van dichterbij, we zien
er zelfs mensen op staan, maar het pad loopt dood.
We keren op onze stappen terug en hopen dat we onderweg toch
nog een zijpad tegenkomen. Opeens horen we een vreemd gebrul, we kijken mekaar
aan, nee, dat klinkt niet als een schaap, zouden hier pumas rondlopen? Hoe
brullen die juist? We weten dan al wel hoe we ons in zon geval moeten gedragen
maar als het even kan, toch liever niet hoor. Enne, waar zijn de Nike-sporen
van onze eenzame wandelaar gebleven? Was dat daarnet geen afgeknabbeld
mensenbot op de grond? Ongetwijfeld. Ons tempo wordt onbewust iets opgedreven
als we verder wandelen. Er verschijnt echter geen bruikbaar zijpad en
uiteindelijk komen we terug uit onder de rots. Geen idee hoe je daarboven moet geraken.
Enfin, genoeg moeite gedaan, waarschijnlijk hadden we toch niet helemaal
bovenaan durven staan. En we hebben dezelfde uitzichten gehad, hoeveel mooier
kan het daar zijn troosten we onszelf.
Heel de trip terug bergaf, naar goede gewoonte de voeten
verfrissen in een koele bergrivier en dan een welgekomen bord pasta en een
douche.
Woensdag gaan we hier weg, richting Coyhaique. De enige bus
vanuit dit dorp rijdt op vrijdag hebben we ondertussen uitgezocht. Op woensdag
is er enkel een bus die passeert in een dorpje zon 80 km hier vandaan. Dat
lijkt ons helemaal niet zo onoverkomelijk, gewoon tot daar gaan en opstappen. Ah
nee, want dan heb je geen ticket. En blijkbaar kan je hier in het dorp geen
ticket kopen voor een bus die hier niet passeert. En de busmaatschappij heeft ook
geen online verkoop
Lastig
Ik ga ten rade bij Adriana. Dit werkt zo: vandaag
geven we het geld voor de volledige rit af in een hostal een paar deuren verder
(er is geen korting voor opstappers halverwege). Dat geld gaat vanavond met een
bus naar god weet waar. Morgen komt een andere bus langs dit dorp met onze
tickets. Klinkt logisch, praktisch, modern en totaal realiseerbaar
Ik heb het akelige gevoel dat we beter een Chileense postduif
hadden ingeschakeld.








|