Het was een hele drukke week deze
week en de komende weken zal het er niet op minderen maar op een dag als
vandaag kan ik best mijn rust gebruiken. Wat hangen, tv kijken en een spelleke.
Maar dit weekend had ik andere plannen. Een vriendin was naar Ikea gegaan omdat
ze een huis heeft gekocht en ze had wat inrichting nodig. Ze had me gevraagd of
ik iets nodig had. Ik had een paar dingen in mijn hoofd en maakte ik een
boodschappenlijstje: een magneetbord, een rekje, boekenbakjes en plantjes klein
en groot. Ik ben wild van grote planten en wat meer groen in huis daar ben ik
voor te vinden.
Heldhaftig als ik ben begon ik de
bakken ineen te zetten maar het liep al fout bij de eerste vijs omdat ik niet
genoeg kracht heb om de vijzen erin te draaien de eerste cm is ok maar dan liep
ik gewoon vast. De beperking heeft blijkbaar meer kapot gemaakt dan enkel De
krachtvermindering in mijn armen en handen is enorm en een domme vijs indraaien
gaat gewoon niet meer. Elke keer ik iets moet indraaien verschiet ik ervan van
wat ik niet kan. In het dagelijkse leven heb ik er niet zoveel last van tenzij
ik naar buiten ga ik heb te weinig kracht om lange afstanden al te leggen. Een
elektrische rolstoel zou wonderen doen
maar dat weiger ik. Gelukkig heb ik nog steeds het alternatief de Wheeldrive.
Maar die doet niets als ik een vijs moet indraaien.
Daarom heb ik een vriend gevraagd
me te komen helpen en tegen 11 uur verwacht ik hem met zijn elektrische
schroevendraaier. Ik zal me dat ook eens moeten aanschaffen maar voor die paar
keren! Toch niet.
Maar merken dat ik te weinig
kracht heb om een gewone vijs in te draaien valt echt tegen en is niet goed
voor mijne moraal en werd ik weeral geconfronteerd wat ik niet kan. Ik kan
altijd terug vallen op vrienden of mijn broer, zus, mama maar fijn is het niet.
Achterna heb ik wel mijn ding kunnen doen en de meeste dingen een plaatje
kunnen geven. Mijn boekenrek is meer uitgebreid en mijn plantjes hebben een
leuk plekje gekregen.
En dat geeft me een fantastisch
gevoel dit kan ik nog wel ook al duurt het wat langer om dat plekje in te
richten. Sjouwen met de bakjes, boeken op zijn plaats zetten, denken ga ik mijn
koeien ook een plekje geven? Maar het is gelukt. De onderste drie houten kisten
staan op zn zij op elkaar met boeken in en de bovenste bak die ook op zijn
zijkant ligt met plantjes en koeien. Ik ben trots op mijn resultaat.
Ik kwam op internet een artikel tegen wat je tegenkomt op je weg als je
een beperking hebt. Het lijken onnozelheden maar als een persoon die rolstoel gebonden
is het een feit
·Pinautomaten die
te hoog geplaatst zijn.
·Dat aangepaste
kamers in vakantiehuisjes opeens drie keer zo duur zijn.
Smalle
paden in winkels
Niet
zelf kunnen bedenken wanneer je je aankleedt, dat beslist de thuisverpleging.
Gestaar
in het algemeen. Overal.
Dat ik hulp moet
vragen om een pakje hagelslag uit het hoge schap te pakken.
Ongevraagd
geholpen worden als het helemaal niet nodig is.
Stoepjes die
schuin aflopen.
Autos,
vuilnisbakken, stoepborden. Alles wat mijn weg blokkeert.
Dat mijn moeder
zich schuldig voelt omdat ík een beperking heb.
Dat ik
assistentie moet aanvragen als ik met de trein wil
Mensen die tegen me praten alsof ik een kleuter ben.
·Of wegkijken.
·Of juist heel
indringend lief naar me lachen.
·Mensen die hun
handen boven mijn hoofd houden en voor me gaan bidden.
·Niet overal
binnen kunnen en me daardoor een tweederangsburger voelen.
Dit weekend was fijn Lander is
met Simon gaan kijken naar scholen want de inschrijvingen zijn voor de
opendeurdagen. Dus moet je al in het 5de leerjaar gaan rondneuzen in
middelbare scholen. Lander, Simon en Jesse zijn toevallig in een klas verzeild
geraakt waar ze latijn gaven en ze hebben geen kik gegeven heb ik gehoord.
Lander vond het vooral saai maar hij zag het wel zitten. Hij mag eerst nog wat
genieten van het einde van het 5de leerjaar en dan breien we er nog
een 6de leerjaar aan en hij is vertrokken voor een grote stap in
zijn leven. Een nieuwe stap in een nieuwe school.
Het was een aangename weekend.
Volker en ik hebben een spelletje Trivial Persuit van de jaren 2000 gespeeld.
Een spelletje Solo met Lander is altijd een hit. Solo is net als Uno maar met
iets meer mogelijkheden. Ik heb het iets eenvoudiger gemaakt voor Lander. Omdat
zijn handjes iets te klein zijn om al die kaarten vast te houden en als hij
iets teveel kaarten heeft omdat hij teveel heeft moeten rapen dan is het nogal
moeilijk om al die kaarten te hanteren, daarom heb ik een plankje gekocht dat
je kaarten kan vasthouden. Echt handig, ook voor mij.
Maar in de loop van de namiddag
kreeg ik telefoon van Kat een goede vriendin met een zeer spijtige mededeling.
2 Maanden geleden was haar oma overleden en zondagochtend haar mama. Het was
heel lang geleden dat ik ze had gehoord en na vele berichtjes hoorde ik vorige
week het slechte nieuws van haar oma. Ze had nog meer minder nieuws gekregen en
ze heeft zich wat afgesloten en ze was er vooral voor haar familie. Wat meer
dan normaal is.
Maandag hebben we even gebabbeld
aan de telefoon en we hebben leuke herinneringen bovengehaald. Toen ik 12 jaar
was werden Kat en ik de beste maatjes en ik werd als persoon warm onthaald bij
haar ouders. 10 tallen keren ben ik er gaan logeren, we hebben vele films samen
gekeken, we zijn naar Oostenrijk en Italië geweest met school en de laatste jaren
dat we naar school of unief gingen. Gingen we 14 dagen een vakantiejob doen 2
weken Aye als onderhoudsploeg op een kamp van Top Vakantie. Als monitor
verdiende je minder daarom onderhoud. Het was een leuke ploeg en je was vrij in
de namiddag en avond na het avondeten. Op die 14 dagen mochten de ouders 1 keer
komen en Kat haar ouders waren zeker van de partij.
Haar mama stond altijd klaar voor
ons en ze nam ons overal mee. We zijn ooit naar Brussel geweest en ik ben een
paar keer gaan eten met hen. Het moet ook grappig geweest zijn want ik was een
moeilijke eter en denk dat ze moet gedacht hebben hoe kan Inge zich in leven
houden ze lust niets. Ik was er altijd welkom en het was super.
Ik keer per jaar was het filmdag
in de Studios en gingen Kat en ik als filmfanaten en filmmarathon doen om 10
uur waren we van de partij en konden we 5 of 6 films kijken. Rond 18 uur kwam
ze broodjes brengen.
Toen ik fertiliteitsproblemen had
ben ik met de mama en papa gaan praten omdat ze ook lang geprobeerd hebben om
kinderen te krijgen. Kat en haar broer zijn er komen na veel onderzoeken maar
een echte behandeling was er toen nog niet. Het was een warm gesprek en ze gaf
ons hoop en niet zomaar. Het waren warme realistische woorden .
De laatste jaren hadden we minder
contact. Haar gezondheid was niet zo goed waardoor ze weinig buiten kwam maar
omgekeerd ook. Ik zag Kat maar ik ben nooit meer bij Kat thuis geweest sinds de
scheiding. We verloren elkaar uit het oog. En nu denk ik ik had meer moeite
moeten doen om meer contact te hebben met haar. Maar ik ben ik ben hier dan ook
wel in de fout te gaan
Ik heb één goede raad voor Kat,
haar broer en papa. Ze moeten goed zorg dragen voor elkaar. Want het is nu dat
ze elkaar nodig gaan hebben.
Herinneringen die af en toe in mijn richting komen
6 jaar geleden had ik ronde tafel
in Pellenberg en kreeg ik te horen dat ik op 28 juni naar huis mocht. Een ronde
tafel is een gesprek met alle disciplines: kinesist, dokters, ergotherapeuten,
psychologe, verpleging en natuurlijk mezelf erbij. Om de 3 maanden kreeg je een
evaluatie hoe het stond en wat ze nog wilden bereiken. Ik had al enkele ronde
tafels gehad en het waren keer op keer wake-up calls maar op 9 mei kreeg ik
te horen dat ik naar huis mocht. Het was een zalig moment en ik was echt blij.
Maar op 28 juni was het de laatste schooldag van de jongens en ik wou dit voor
geen geld van de wereld en dat zei ik tegen Roel mijn revalidatiearts. Het is
dan de laatste schooldag en ik wil erbij zijn ik heb dit vorig jaar al gemist
geen 2de keer. Roel bekeek de agenda en zei ok dan mag je voorgoed
naar huis op 22 juni 2012. Want tja ze ontslaan alleen maar mensen op een
vrijdag.
Een maand later wou ik al terug
naar Pellenberg want het was toch wel zwaar. Ook al had ik me goed laten
omringen. Ik was toch blij dat ik mijn jongens had. Maar ik was gewoon bang om
dingen te doen. Buiten komen, mensen ontmoeten, onvoorziene obstakels het waren
dingen waarvoor ik echt wegliep.
Zelf als de jongens gingen buiten
spelen wou ik bijna niet gaan kijken want het deed me echt pijn om de jongens
zo te zien spelen en ik zat zoals die periode gewoon aan de kant. Ik kon niet
de trapjes af om mee in het gras te gaan ravotten, ik kon niet mee gaan
fietsen, ik kon Lander niet leren fietsen het waren dingen die ik zo graag zou
willen doen hebben maar het was de zoveelste neen die ik te incasseren kreeg.
Het was een harde periode al was
ik van mezelf een optimistisch persoon. Ik had gewoon tijd nodig om alles een
plaats te geven want in het ziekenhuis Pellenberg word je geleefd en zit je in
een heel beschermde omgeving en pas als je thuis komt begint het
verwerkingsproces. Ik had het gevoel dat ik die tijd niet kreeg en blij moest
zijn met de dingen die ik nog wel kon. Maar dat was het nu net hoe kan ik me nu
goed voelen in een lichaam dat ik nog moest leren kennen en die positieve vibes
overbrengen naar mijn gezin. Ik kroop dieper in mijn schulp en ik kreeg soms
toch wel farse dingen naar mijn hoofd geslingerd en die kwamen niet uit mijn
gezins- en familieleden.
Ik heb zo eens te horen gekregen Inge
is levensmoe. Excuseer weet je wel wat dat is neen ik wou niet dood ik wou
gewoon mezelf terug vinden en verder gaan met mijn leven. 18 maanden leefde ik
in een andere wereld waar alles veel rustiger is en dan ga je naar huis waar
alles ineens heel snel gaat. Ik kon die snelheid totaal niet volgen. Opstaan,
de jongens, mijn partner, eten, opruimen, winkelen, gezinshulp, buren,
speelstraat, medicatie, verpleging, papieren, zorgen veel zorgen en blijf maar
gaan ik werd er gewoon knetter van. Als je me had gezegd je mag terug gaan naar
Pellenberg was ik zeker gegaan.
In die periode ben ik een
psychologe beginnen zien en die is begonnen bij het begin het alles een plaats
beginnen geven en we zijn nu 6 jaar verder en ze komt nog steeds maandelijks
een babbelke doen. Ik ben blij dat ik ze heb en af en toe kom ik nog eens terug
naar hoe het was en vanwaar ik gekomen ben en zegt ze mag wel trots zijn op jezelf
want je staat al een heel eind. En dat is ook maar het is die omkadering van
familie, vrienden, hulpverleners die maken dat ik al zover ben. Ik ben ze dan
ook heel dankbaar want zonder hen had ik het nooit alleen gekund alleen wonen.