Bellum ita suscipiatur, ut nihil aliud nisi pax quaesita videatur - De oorlog moet zo opgenomen worden, dat niets anders tenzij de vrede schijnt gezocht te worden. Hugo Peregrinus
21-10-2023
Zomer of niet?
Beste Lezers,
Eergisteren een mooie tocht gemaakt in het zonnetje, gisteren was het binnen blijven vanwege de regen. Het kan verkeren. Nochtans blijft de temperatuur vrij zacht voor dentitvantjaar. En dat is dan weer goed nieuws voor de stook kosten.
Het dwerg (chouffe) weekend is goed bevallen, het mooie weer zat hier ook voor veel tussen. Natuurlijk is het gezelschap waarin je vertoefd de hoofd oorzaak van die goede bevalling.
Met de stapmaten (Ronny en Jan, de anderen hadden bezigheden) een tocht gemaakt in twee delen. Een eerste deeltje was vrij makkelijk, met de trein tot in Vilvoorde en dan vlugvlug naar de Steenkaai, iets voor de Europabrug. Daar konden we met Rivertours meevaren naar Brussel, meer bepaald naar de Sainctelettebruggen. Tijdens dit rustige tochtje genoten we van een koffie en een ontbijtkoek.
De boot vertrekt dus aan de Steenkaai, vlak bij het Tuchthuis.
Hertog Wenceslas gaf in 1375 aan architect Adam Gheerijs de opdracht om naast de kerk een hertogelijke burcht te bouwen naar voorbeeld van de Parijse Bastille. Eeuwenlang domineerde de grote burcht met zeven torens het Vilvoordse stadsbeeld. Het kasteel was volledig geïntegreerd in de stedelijke omwalling. Het hertogelijk kasteel was niet enkel van strategisch belang als verdediging tegen de machtige steden Brussel en Leuven, vanaf 1408 werd het ook gebruikt als staatsgevangenis.
De bekendste gevangene was zonder twijfel de Engelse theoloog William Tyndale die ijverde voor de vertaling van de Bijbel. Hij werd veroordeeld als ketter en stierf op de brandstapel.
In 1774 werd het vervallen kasteel afgebroken. De afbraakstenen werden gebruikt voor de funderingen van het Tuchthuis. Het Tuchthuis van Vilvoorde - 'de correctie in de volksmond - was na dat van Gent de tweede moderne gevangenis van het land. Op 30 december 1773 kondigde de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia de oprichting ervan aan. Als locatie werd de site van de hertogelijke burcht van Vilvoorde gekozen, die al als gevangenis fungeerde. Het Tuchthuis bleef tot 1871 in gebruik als gevangenis.
De linkerzijde van het complex was voor de mannelijke gevangenen, de rechterzijde was voor de vrouwen. Het middelste gebouw was vroeger in de vorm van een kruisteken. Dit wijst erop dat het complex veel groter was dan de huidige site. Nadien werd het een legerkazerne.
Vandaag is het Tuchthuis de spil van een stadsvernieuwingsproject. In het rechtergedeelte zijn een hotel en verschillende verenigingen ondergebracht. De gerenoveerde gebouwen en de rode nieuwbouw zijn maar de helft zo groot als het originele complex. Het oorspronkelijke Tuchthuis liep tot aan de overkant van het huidige kanaal. De Zenne werd zelfs omgeleid zodat de gevangenis op een kunstmatig eiland kwam te liggen. Op haar hoogtepunt telde het Tuchthuis tot 3 000 gevangenen. De gevangenis had ook een eigen munt waarmee gedetineerden producten konden aanschaffen.
Tuchthuis in cijfers
-
Over het gebouw: 190 meter lang, 90 meter diep. Cel: 3x1,5 meter, hoogte:2,4 meter. Raampjes: 50 x 20 cm.
- Over de gevangenen (cijfers 18e eeuw) : Jongste gedetineerde: 9 jaar. Vrouwen geplaatst op vraag van de familie: 36%. Vrouwen veroordeeld voor ontucht: 60%. Duur gevangenisstraf: van 1 maand tot levenslang. Dagelijks rantsoen: 1,5 pond brood, 0,5 pond gezouten vlees, bouillon of soep en tarwebrood.
In 1805 waren er 2 293 gevangenen voor 1 200 cellen. In 1802 waren er 622 sterfgevallen, bijna 2 doden per dag. Merendeel van de gevangenen was veroordeeld voor 1 tot 6 jaar. Verplichte arbeid per dag: 11 uur 40 minuten.
Volgens de overlevering zou de kelderverdieping ook dienst hebben gedaan om gevangenen op te sluiten. Die cellen kon men dan laten vollopen met water, waardoor de gevangenen het water moesten wegpompen om niet te verdrinken. Hier komt de uitdrukking pompen of verzuipen vandaan. Er is nooit bewijs voor gevonden, maar er wordt wel beweerd dat dit ook gebeurde in gevangenissen in Engeland en Nederland.
Langs dit kanaal ben ik meermaals en vele jaren lang voor mijn werk langs geweest. De Steen- en Vaartkaai in Vilvoorde is niet meer te herkennen. Bijna alle magazijnen en fabrieken zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor appartementsgebouwen met zicht op het water. Uitzondering tot nu toe: de firma voor bouwmaterialen Koekoekx is al generaties lang aan de kaai gevestigd en is dus een gevestigde waarde. Hun kraan is stilaan ook erfgoed.
Verderop op het Kanaal varen we onder de ring door. Zoals geweten zijn de werken aan die brug gestart en zullen deze acht jaar duren. De kokers van dit viaduct zijn gebouwd op de Boelwerf. Ook hier enkele cijfers:
Lengte: 1700 m, Breedte:40 m, Hoogte: 35 m
Langste overspanning:163 m
Bouwjaar:1974
Opening:1977 (buitenring), 1978 (binnenring), Ingebruikname: 1978
De Franse autoconstructeur Renault had reeds in de jaren 1950 kunnen bedingen dat haar fabriek niet moest wijken voor de Ring en toen reeds werden de nodige pijlers in de fabriek ingebouwd. Deze bleken bij de aanleg van het viaduct niet bruikbaar te zijn.
In de verte doemt al een ander kunstwerk op: de Budabrug. De brug is eigendom van de Haven van Brussel en het is ook belangrijk erfgoed. In december 2022 botste een schip tegen de brug en de herstelling duurt langer dan verwacht. Er zijn meerdere redenen voor de vertraging.
- De herstelling is een restauratie geworden. Dat gebeurt met een oude techniek waarbij klinknagels gebruikt worden. -In de goeie ouwe tijd toen de mensen 's morgens nog spek en eieren aten, ging dat blijkbaar makkelijker om die klinknagels met dikke hamers erin te kloppen. Nu moet dat gebeuren met een soort pers, en dat duurt langer.- Dixit de ingenieur van de Stad Brussel.
- Het plan om het beschadigde brugdek louter te herstellen, kon ook niet doorgaan. Er zijn kleine scheurtjes ontdekt waardoor het brugdek volledig vervangen moet worden.
- Sommige stalen onderdelen vertonen zwakke plekken waardoor die vervangen moeten worden.
- Ten slotte is er een probleem met de oude verflaag die vol zit met lood, een schadelijke stof.
De hefbrug heeft een doorvaarthoogte van 33 meter, die onder normale omstandigheden 24 uur per dag en 365 dagen per jaar toegang geeft tot de voorhaven. Volgens de aannemer kan de brug ten vroegste in april 2024 opnieuw in gebruik genomen worden.
Gelukkig is er al een nieuwe brug gebouwd voor fietsers en voetgangers: de Salangaan.
De Zenne loopt vanaf Brussel tot Vilvoorde parallel met het kanaal, waarvan grote delen ondergronds. Dankzij het waterzuiverings station op deze rivier, operationeel sinds 2007, is het water na jaren alweer proper genoeg om er terug leven in aan te treffen. Wie herinnerd zich nog de stank die je tegemoet kwam als je over de Heffenbrug fietste langs de N16.
Verder langs het kanaal is het nog al industrie wat de klok slaat, schrap terminals tot in hartje Brussel zorgen voor heel wat stof.
Er is ook aan toerisme gedacht, (we zitten wel op een riviercruise hé). De 140 FOS zeescouts duiden op meer rustige water activiteiten. De Jachthaven van Brussel sluit hierop aan. Hier staan die activiteiten eerder op een laag pitje. Het ooit zo schitterende clubhuis is een beetje in verval, net zo als al wat errond hoort. Jammer. Aan Van Praet brug doemt de Stad op met rechts het imposante Koninklijk Domein van Laken.
De waterbus legt aan langs de Havenlaan met het mooi gerenoveerde Tour&Taxis en zijn enorme KBC kantoor. Rechtover is de Akenkaai. Ook hier weer een enorme verandering. De gebouwen van de voormalige Citroën garage zijn volledig gestript en het Kaaitheater bureel is afgebroken. Maar de Sainctelettesquare is er nog. Meer nog, die was deze week nog volop in het nieuws.
Onze tocht ging echter niet over deze square maar ging noordwestwaarts langs en bovenop de Annie Cordy tunnel. En zo paste het om eindelijk eens een kijkje te nemen in de vijfde grootste basiliek ter wereld (qua oppervlakte).
De Nationale Basiliek van het Heilig Hart werd gebouwd tussen 1905 en 1970. De kerk heeft de vorm van een Latijns kruis met een middenbeuk van 141 meter lang en een dwarsbeuk van 107,80 meter breed. De koepel heeft een diameter van 33 meter en een hoogte van 89 meter. De totale buitenlengte is 164,5 meter. Het is dan ook de op vijf na langste kerk ter wereld, na de Basilique Notre-Dame de la Paix te Yamoussoukro, Ivoorkust (195 m), de Sint-Pietersbasiliek in Rome (187 m), de Kathedraal Saint John the Divine in New York (183 m), de Liverpool Cathedral in Liverpool (188 m), de Sint-Paulskathedraal in Londen (175 m). Het is het grootste kerkgebouw in art-decostijl ter wereld. Er kunnen 3500 mensen in het gebouw.
Het initiatief voor de basiliek kwam van koning Leopold II van België. Hij was sterk onder de indruk van de Sacré-Cur, de basiliek op de heuvel Montmartre in Parijs. Hij besloot om ook in Brussel een dergelijk godshuis te laten bouwen naar aanleiding van de 75e verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid. De gekozen locatie was het plateau van Koekelberg. Op 12 oktober 1905 legde koning Leopold II de eerste steen van de nieuwe kerk. In 1909 startten de funderingswerken. Maar door het overlijden van koning Leopold II op 17 december 1909 liep het project vertraging op. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleven de werken jaren stilliggen.
Na de oorlog kwam er weer beweging in door kardinaal Mercier en werden er massaal geldinzamelingen georganiseerd.
Inmiddels werd het eerste ontwerp qua stijl te ouderwets bevonden. De Gentse architect Albert Van Huffel maakt een nieuw ontwerp in art-decostijl. Hij gebruikte een skelet van gewapend beton, waardoor de kosten lager werden. Hij werd voor de praktische uitwerking bijgestaan door ingenieur-architect Paul Rome, die na het overlijden van Van Huffel zorgde voor de verdere afwerking.
Op 13 en 14 oktober 1951 werd de kerk plechtig ingewijd door kardinaal Van Roey en op 28 januari 1952 verleende Paus Pius XII de kerk haar titel van Basilica Minor. De afwerking met de koepel werd vanaf november 1967 uitgevoerd door de Ondernemingen Hambresin, die sinds 1930 op de werf actief waren, in meerdere fasen afhankelijk van de financiële mogelijkheden.
Na hier een kaarsje te hebben ontstoken voor de vrede trokken we verder langs Ganshoren en belanden we in het moeras. Doorheen het moeras van Jette/Ganshoren loopt de Molenbeek, die over grote delen de grens vormt tussen het Brusselse en Vlaams gewest. Die beek, en dus die grens volgend, kwamen we terecht in het Kerremansbos en later in het Kerremanspark. (dit park ligt juist aan een industrieterrein, is makkelijk te bereiken met de wagen en ligt er na een zonnig weekend minder fraai bij)
Eens voorbij het verkeersknooppunt van Groot-Bijgaarden belanden we opnieuw langs de Molenbeek in rustiger gebied. Hoewel, rustiger is het in deze contreien nooit. De aanwezigheid van het razende verkeer op de ring en de E40 maken je hoorndol, ondanks het mooie parcours.
Via Bekkerzeel en Tenberg werd onder een stralende zon Asse bereikt. Wel moesten we voorbij Bekkerzeel rechtsomkeer maken omdat het pad ergens was weggemoffeld. Als het jaren niet wordt bewandeld gebeurd het meer dan eens dat de ploeg er doorheen gaat of dat afsluitingen worden opgeschoven. In ieder geval zijn we zo boven onze twintig paaltjes uitgekomen.
Een tweede hulp om aan voldoende kilometers te komen is het ontbreken van staminees. Aan het station van Asse is het zoeken en niks vinden. 765,24 meter verder, aan het gemeenteplein, troffen we een restaurant dat nog twee tafeltjes vrij hield om een pint te drinken. En dan moesten we tegen zessen buiten zijn want de boel was volzet met eters.
Gelukkig reden de treinen wel stipt, tenminste voor wat betreft Asse Brussel Noord en Brussel Noord Mechelen. Hier was het alweer pech (of is het moedwil en pesterij van de NMBS tegen lijn 54) want de trein te Mechelen stopte precies om 18u42 terwijl die van lijn 54 vertrok om 18u41. En dus, naar gewoonte, naar de overkant van het busplein om ne frisse te gaan drinken.
Eind goed al goed want het was weeral een mooie wandeling.
Donderdag was de Dag van de Kanker, om de strijd tegen de ziekte in het daglicht te stellen en werden er gele lintjes opgespeld. En vandaag is het ook een beetje mijn feestdag. Maar dat hoor je niet altijd.
En Quickie die het afbolt, das maar om te lachen.
Grtjs en goed weekend.
Hugo Peregrinus
Dit jaar is er op 4 november een korte plechtigheid voor de overleden scheepsbouwers. Deze zal doorgaan aan de tripod tegenover AC De Zaat.