Beste Lezers,
Beste Lezers,
Vorige week sprak ik over sneeuwpret. Wel, vandaag was het eerder ijspret. Niet dat ik er last van had, maar de temperatuur viel we dik tegen deze namiddag bij een kort tochtje. Dat was deze week nog enigszins anders. Bij passage door Hoboken waren de temperaturen flink positief.
Eens de overzet genomen sta je onmiddellijk in de stad. Alhoewel Hoboken honderd jaar terug nog een dorp was is het nu deel van een groter geheel: sinds 1983 is het een district binnen Antwerpen. De naam Hoboken is samengesteld uit twee bestandsdelen: Ho en boken. Ho is een afkorting van Hoog, boken komt van boeken, het Middelnederlands voor wat tegenwoordig beuken heet. Hoboken betekent dus Hoge Beuken, bomen die de gemeente al eeuwenlang sieren.
Schertsend wordt Hoboken ook wel "het dorp waar de boeren stront koken" genoemd, oftewel het "strontdorp" van de "strontboeren" of "strontkokers". Dit komt tot uiting in het plaatselijke liedje: Wie pakt er den bak en wie rijdt er om kak? Strontboeren!.
De bevolking groeide op het einde van de 19e eeuw flink aan. In 1890 woonden er 6987 mensen, in 1900 10202, in 1910 16882 en in 1920 al 21060. Om al deze mensen, door de stadsuitbreiding of voor diegenen die werk vonden in de nieuwe industriën, te kunnen huisvesten bouwde de Antwerpse Maatschappij tijdens het tweede kwart van de 20e eeuw
op de wijk Kiel heel wat sociale woningen in de vorm van woonblokken. Als eerste dat aan de Julius De Geyterstraat 81-131 uit 1923 van Edward Craeye. De belangrijkste concentratie aan dergelijke sociale appartementsgebouwen bevindt zich echter in de noordelijke hoek van de Sint-Bernardsesteenweg en de Hendriklei waar tussen 1924 en 1949 de complexen Hennig, Thiebaud en Eric Sasse werden opgetrokken.
Toen ik vele jaren geleden hier de eerste keer kwam tijdens een bezoek aan de groottante van Agnes was ik behoorlijk onder de indruk van deze imposante gebouwen. Later kwam ik er voor de job en viel het me echt op hoe groot deze gebouwen wel zijn.
Het grootste complex genaamd Hennig werd in verschillende fasen gerealiseerd naar ontwerp van de Antwerpse architect Edward Craeye.
Hennig I bestaat uit 23 gebouwen met 235 appartementen aan de Hendriklei, Jan Davidlei, Max Roosesstraat en Sint-Bernardsesteenweg, die tussen 1922 en 1924 opgetrokken werden door aannemer H.C. Van Tienen.
Voor Hennig II, ten noorden hiervan, waren twee aannemers verantwoordelijk: Kempische Betonwerken N.V. Calmpthout realiseerde in 1923 het zuidelijke deel bestaande uit 9 appartementsgebouwen met 90 woningen aan de Max Roosesstraat, de Sint-Bernardsesteenweg en de Jan Davidlei. Voor het noordelijke deel van dit complex, bestaande uit 14 gebouwen met 141 woningen en één winkelhuis uit 1925 aan de Jan Davidlei, en de Sint-Bernardsesteenweg, trad Felix De Raedt uit Gent op als aannemer.
Hennig III ten slotte, bestaande uit 237 appartementen, werd in 1937-1939 gerealiseerd op een onregelmatig perceel tussen de Jan Davidlei, de Max Roosesstraat, Van Peenestraat, Maurits Sabbelaan en Hendriklei door Algemeene Bouwondernemingen Van Riel en Van Den Bergh, één van de belangrijkste bouwbedrijven in Antwerpen.
In 1944 werd een gedeelte van het Hennig-complex aan de Sint-Bernardsesteenweg vernield door een V-bom en in 1950 heropgebouwd.
Hennig, Thiebaud en Eric Sasse zijn (middel)hoogbouw appartementencomplexen die een volledig bouwblok omvatten en beschikken over één of meerdere gemeenschappelijk binnenpleinen. Deze typologie is waarschijnlijk geïnspireerd op de vroeg 20ste-eeuwse Weense Hoven, hoewel ook Parijse complexen als voorbeeld kunnen hebben gediend.
Tijdens het interbellum kozen de ontwerpers er voor om per complex drie of vier kleinere binnenpleinen te voorzien in plaats van één groot binnengebied. Deze pleinen zijn rechtstreeks toegankelijk vanaf de straat en zijn ook onderling met elkaar verbonden door middel van doorgangen. Er is wel een onderscheid tussen openbaar toegankelijke pleinen en meer private pleinen die afgesloten worden met poorten. De inrichting van deze pleinen verschilt ook: sommige werden ingericht als speelpleinen met zandbakken en plonsbaden of fonteinen, andere als tuinen.
De gebouwen uit het interbellum tellen meestal vijf bouwlagen, waarvan soms afgeweken wordt boven de toegangen naar de binnen gebieden. Daar wordt gekozen voor een meer menselijke schaal (twee bouwlagen) of juist een meer monumentale hoogte. Monumentaliteit wordt ook betracht door de uitgesproken symmetrie van deze complexen. Anderzijds vertoont het gevelbeeld veel variatie door de afwisseling in bouwhoogte, de vele in- en uitsprongen en de schuine inplanting van bepaalde volumes die inspelen op de onregelmatige perceelvormen.
De straatgevels kenmerken zich door monumentaliteit en rijkelijke decoratie, een bewuste keuze van de ontwerpers en de opdrachtgever om het kazerneachtige verleden van de sociale appartementsbouw van zich af te schudden en resoluut te gaan voor een meer genereus, burgerlijk, zelfs paleisachtig imago. Ook de toepassing van pergolaÿs en fonteinen sluit hierbij aan. Voor de straatgevels werd gekozen voor de toen modieuze, op de Franse Beaux-Arts geïnspireerde art deco. Gevels aan de binnenpleinen daarentegen waren veel eenvoudiger en worden vooral gekenmerkt door het geometrische volumespel van de horizontale balkons en verticale, geprononceerde trapkokers.
Wat de planindeling betreft, valt het grote aantal trappen op waardoor de traphallen slechts twee of drie appartementen per verdieping ontsluiten en dus de nodige privacy verlenen. Appartementen tellen woonkamer, keuken en één, twee, (vooral) drie of vier slaapkamers. Elke appartement beschikt ook over een private buitenruimte (balkon) en de dagvertrekken zijn steevast naar het binnenplein gericht. Bij het Eric Sasse-complex bevinden zich op de vier hoeken winkels.
Grtjs
Hugo Peregrinus
Noot: Op de voormalige Cockerill site verdwijnen er steeds meer gebouwen en andere kenmerken van de werf. De kraan vooraan is ook gedoemd.
En diegene die de nieuwe verkeerslichten regeling heeft uitgedokterd is naar alle waarschijnlijkheid iemand die nooit te voet of per fiets de stad doorkruist!
|