Beste Lezers,
Bij de sluiting van Café Rita op de markt wordt alweer een stukje Boelgeschiedenis afgesloten.
Veertig jaar heeft Rita De Rijck het volkscafé, dat haar naam draagt, open gehouden. Met de vele verhalen die ze heeft gehoord kan ze meerdere boeken schrijven. Wellicht (zeker) zullen enkele van deze boeken niet geschikt zijn voor publicatie, kwestie van de privacy hé.
Menig arbeider of bediende vond zijn weg naar deze gezellige kroeg. Vele foto's en atributen verwijzen/verwezen naar den Boel. In de goede (?) jaren namen nogal wat werknemers deze rustpauze te baat om vlug enkele pintjes te gaan drinken. De etablisementen op en in de onmiddelijke nabijheid van de markt deden daar goede zaken aan.
In 1968 kwam Rita's moeder zich in het café vestigen. Zij was cafébazin en zangeres van volkse liedjes. Rita nam het café over van haar moeder, die in de volksmond bekend was als Zwarte Maria. Nu nog altijd noemen velen het volkscafé 'Bij Zwarte Maria'. Ze is bijzonder blij dat de foto van haar moeder, die in het café hing, even te zien is in de serie "Met man en macht".
Ze vindt het leuk dat haar café, dankzij de filmopnamen, vereeuwigd is.
Café Bij Rita op de Markt van Temse zal niet meer opengaan, zelfs niet als de coronaregels het opnieuw toelaten. Rita gaat met pensioen en vindt het haast erger voor haar klanten dan voor zichzelf: dat was hier geen café, maar een living.
Een cafébazin zoals Rita De Ryck maken ze niet meer. Iedereen was hier welkom: dokter of landloper, of je nu één euro uitgaf of honderd. Ik praatte met alleman. Maar in het café was er maar één baas: Rita. Nooit heeft er politie voor de deur gestaan. Als ik een discussie zag, zwierde ik hen buiten. Je moet dat niet laten escaleren. Ik ben 1,53 meter, maar ik had geen schrik om een beer van twee koppen groter de deur te wijzen.
Langzaamaan zag ze, zoals in heel Vlaanderen, het caféleven achteruitgaan. Met kermissen kon je vroeger over de koppen lopen. En dat ze het carnaval hebben verlegd van zaterdag naar zondag heeft ook een verschil gemaakt. Zaterdags deden de mensen een nachtje door, maar zondags ging dat niet, want volgende dag moest er gewerkt worden, althans voor de meesten.
Rita heeft ook veel goede herinneringen. Voetbal-, biljart-, duiven- en andere clubs hadden hier hun uitvalsbasis en Rita had elke dag eten in huis, van pateekes tot eieren. Haar vaste, alleenstaande, klanten kregen zelfs warme maaltijden. Voor de jonkmannen heb ik veel gekookt: vlees met wat groentjes. Ik deed dat graag en anders gingen ze toch maar naar de frituur.
Rita heeft altijd gezegd dat ze op 20 december 2020 zou sluiten, veertig jaar nadat ze de zaak heeft overgenomen. Tuurlijk ga ik het missen, das mijn leven. Maar ik vind het vooral spijtig voor mijn vaste klanten. Die kwamen alle dagen en zaten hier thuis. Dat was hier geen café, maar een living.
Rita gaat nu genieten van haar man en haar grote tuin. ´Mijn vaste klanten zeggen dat ik in een zwart gat ga vallen. Maar ik heb dit voorjaar drie maanden kunnen proefdraaien en ik moet zeggen: ik heb dat gat nog niet gevonden.
Rita en Sven (en Siri), ik zal het missen en het ga jullie goed.
Geschiedenis:
Rond de jaren 1900 was de herberg in handen van Arthur De Rille onder de naam De Gouden Arend. Ik vermoed dat dit zo is gebleven tot de jaren twintig. Daarna, tot 1962, was de uitbating in handen van Van Britsom. Georges volgde zijn vader Achiel op bij zijn huwelijk in 1949. Onder laatst genoemde stond de naam Het Vlaamsch Huis op de gevel. (tussen 1927 en 1931) Later is het Vlaamsch Huis verkast naar de Kamiel Wautersstraat waar later de Nopri kwam. Ook binnen de familie Van Britsom waren velen werkzaam op de werf.
Op zolder trof ik vorige week nog een rieten zetel aan, bang, ineens terug naar de jaren vijftig. De terassen stonden toen vol met rieten stoelen en tafels, zeker met de Sinksenkermis. Het was altijd mooi weer en veel volk op gang. En voor mij speeltijd van na de 11 uren mis tot .... ze me vonden. (voor het einde van de mis mocht de kermis niet openen!)
(Van vele vrijdagse marktkramers stonden hun schraven en planken gestouwd binnen het huis, tistezeggen overal waar er plaats was, tot op zolder. Het uitzetten startte al op donderdag avond, zou je nu eens moeten proberen. Op 25 december 1932 werd de vismijn en de bel toegewezen aan Achiel, die dus vele werkzaamheden had buiten zijn mandenvlechten.)
|