Beste Lezers,
Gisteren met Catsjoe, Jan en de Ronny op stap geweest. Niet letterlijk ‘op stap’ maar op tocht naar de taalgrens. Afgestapt in Oud-Heverlee verlieten we het dal van de Dijle om na de ‘lunch’ de rivier van nabij te volgen. De naam van deze mooie rivier veranderde nog enkele malen van naam: Dyle in ‘t schoon Frans en met lange IJ in ‘t Nederlands. Ook wij liepen regelmatig over de schreve, niet dat we het gewaar werden hoor.
In het begin was het fris aan de vis maar verder was het aangenaam wandelen langs prachtige wegjes en door bossen. We passeerden het Zoet Water om vandaar uit onmiddellijk het Meerdalwoud in te duikelen. Passeren was wat te voortvarend, eerst was het nodig om te bunkeren “In De Molen”, kwestie voldoende brandstof mee te hebben.
Op de middag konden we in het zonnetje genieten van … de laatste warme zonnestralen. Maar dit verhaaltje heeft zich al enkele malen herhaald en telkens komt dan de opwarming van de aarde ter sprake. Bon, het kan maar deugd doen!
Het bos was met dit heldere weer prachtig.
Op bepaald moment komen we langs enkele gebouwen die ik al heel lang ken: De Kluis. Mijn eerste kennismaking met dit jeugdverblijf, dat nu Hopper wordt genoemd, dateert 55 jaar terug. Dit domein is eigendom van VVKS/M en is me steeds bijgebleven omwille van de stoomtrein. Het was mijn eerste kamp met de St-Paulus groep van Sint-Niklaas. (Hoe ik daar ben terecht gekomen vertel ik wel eens een andere keer) Het vervoermiddel bij uitstek was in die tijd de trein. En ik herinner me nog de houten banken en de stoom die langs de ramen vloog. Ook herinner ik me het ‘zwart putteke’, een ondiepe poel die als zwempool werd gebruikt. Als ik daar enkele jaren later langskwam was het een modderpoel. Nu is het gewoon grasland ondanks het feit dat de nabijgelegen bron nog altijd stroomt.
Rond deze gebouwen, die er nog precies hetzelfde uitzien, heb ik ook mijn Gilwell behaald.
De eerste week van de paasvakantie 1969 heb ik daar met andere kandidaat leiders gekampeerd in ijzige omstandigheden. Bij vriestemperaturen slapen, koken, wassen en exploratie proeven uitvoeren was geen lachertje. Bovendien begon het midweek zo hard te sneeuwen dat we regelmatig onze tentzeilen moesten afkloppen. Ook al was je geen liefhebber van OXO, ik kan je garanderen dat het vasthouden van de kop alleen al deugd deed. Vrijdag namiddag trad de dooi in met als gevolg dat het afbreken en opruimen op zaterdag een glibberige bedoening is geworden. Maar wel leut!
De Gilwellcursus is een training voor kaderleden die door veel scoutingorganisaties overal ter wereld georganiseerd wordt. De oorsprong ligt, zoals bij de hele scoutingbeweging, in Engeland. De allereerste keer was Robert Baden-Powell zelf een van de instructeurs. Daarna verspreidde het concept in verschillende vormen over heel de wereld. Waar in andere landen vaak gefocust wordt op praktische vaardigheden, is in Nederland en België vooral persoonlijke vorming het hoofddoel. Zowat overal blijft de training wel geïnspireerd op het oorspronkelijke idee van learning by doing. Men gaat er daarbij van uit dat ervaringsleren veel diepgaandere kennis oplevert dan schools onderricht. Meer dan het eenvoudige 'hoe' en 'wat' over scouting, wil men op de Gilwellcursus plaats maken voor een aantal waarden zoals tolerantie, tevredenheid, service en dergelijke.
De eerste Gilwellcursus in België werd in augustus 1923 gehouden op het kasteel van Jannée in Pessoux bij Ciney onder leiding van Étienne Van Hoof. In Vlaanderen werd de eerste Gilwellcursus in 1930 op domein de Kluis te Sint-Joris-Weert gehouden. Sinds de jaren 1970 wordt de cursus ook op de andere domeinen van Scouts en Gidsen Vlaanderen georganiseerd. Vanaf de jaren 1990 kwam er ook een trektochtvariant, waarbij de deelnemers een hele week zonder vooruit getekend plan op tocht trekken.
In 2010 organiseerden FOS Open Scouting en Scouts en Gidsen Vlaanderen voor het eerst een gezamenlijke cursus. De cursus heeft instructeurs en deelnemers van beide organisaties, en gaat door op domein De Kluis te Sint-Joris-Weert.
Na afronding van de Gilwellcursus ontvangt de deelnemer de Gilwell-kralen, een certificaat en hij mag de Gilwelldas en de Gilwelldasring dragen. De kralen worden meestal aan een leren veter rond de hals gedragen. Daarbij worden de kralen dan door een enkelvoudige knoop bevestigd. Soms worden ze ook rond de traditionele scoutshoed gedragen.
Gilwellians worden ook automatisch lid van 'Gilwell Troop 1'.
De kralen, die voor moed en leiderschap staan, werden voor het eerst uitgereikt op de eerste leiderscursus in september 1919 op Gilwell Park. (100 jaar geleden!)
Verder doorheen het Meerdaalwoud bereikten we Fontenelle. De paden en kleine wegen door het bos waren verboden terrein geworden, Chasse – Passage Interdit – Ministère de la Region Wallonnie, op 8 november en 13 december. We hebben geen schot gehoord nog enige beweging vastgesteld van drijvers of wat dan ook. Er zat niks anders op dan de Rue de Pécrot te bewandelen. In genoemd dorp vervoegden we de vallei van de Dyle ofte Tîle. Niettemin was deze gewijzigde route evenzeer de moeite waard. Over en weer over de taalbarrière was het de bedoeling tot in Waver/Wavre te geraken, de invallende duisternis (niet precies maar rond 17u) noopte ons om aan het eind van de kaarsrechte en lange Drève de Laerensart te trein huiswaarts te nemen.
Volgens de NMBS app vertrok in Gastuche de trein naar Leuven om 39 minuten na vijf.
De trein zou ook weer als titel gekund hebben.
Net zoals vijfenvijftig jaar geleden neem ik nu ook regelmatig de trein naar Leuven. Gisteren dus ook verder naar Oud-Heverlee, een stopplaats vòòr St-Joris Weert. De aangekondigde uren werden gerespecteerd en de treinen bolden perfect mét korte overstap tijden. Prachtig weer, prachtige treinen, prachtige stations, prachtige conductrice’s…. kortom, de trein is plezant reizen.
Op het appje zoals hierboven aangehaald kwam er een rode +5 te staan, vijf minuten vertraging, de aansluiting in Leuven zou nog rustig kunnen gehaald worden. + 5 klopte niet helemaal, het werden + 8 waarna niks (bericht) meer volgde maar de trein bleek dik 13 minuten later toe te komen. De trein naar S/N was ribbedebie. Over Berchem bleek geen winst op te leveren, dus wachten op de volgende, 50 minuten later. Terug in het station, de pint smaakte goed, bleek L2764 afgeschaft. Dus moesten we toch over Berchem en S/N. Dat ritje duurt bijna een uur, 16 stops hebben hun tijd nodig. Afijn, iets voor negen uur was ik thuis. Niet slecht hé voor een afstand van goed 50km. De Ronny liet bericht dat zijn trein van Berchem naar Puurs ook nog vertraging had. De trein is …. altijd een beetje .. afzien.
Grtjs
Hugo
Op de brug over de Dyle kijk je uit over Vlaamse en Waalse wegen. Waarschijnlijk is door de staat van de Vlaamse weg de snelheid beperkt.
Tja, wat Vlaanderen doet doet het beter????
|