Beste Lezers,
In het verleden heb ik de naam al eens laten vallen: Ledwidge Francis.
Het is nu precies honderd jaar geleden dat deze oorlogs vrijwilliger om het leven kwam, op 31 juli 2017.
The Hell of Passchendaele betekende ook voor deze jonge Ierse dichter het abrupte einde.
Francis Ledwidge, geboren op 19 augustus 1887 in Slane (County Meath) was een Iers nationalist en dichter. Hij kwam ter wereld in een arm gezin en werkte als boerenknecht, mijnwerker en stratenmaker.
In oktober 1914 nam hij dienst bij het 5de bataljon van de 'Royal Inniskilling Fusiliers' (voordien behoorde hij bij de 'Irish Volunteers'). Hij vocht in Gallipoli en Salonika, vooraleer hij in december 1916 met het 1ste bataljon terugkeerde naar het Westelijk Front.
In juni 1917 arriveerde hij in de Ieperboog. Hij was met kameraden met 'wegwerkzaamheden' bezig op 31 juli 1917 (begin van de Slag om Pilckem Ridge) toen hij en 5 werkmakkers dodelijk getroffen raakten door een granaat. Hij werd begraven in de omgeving vooraleer hij in 1919 werd overgebracht naar het nabijgelegen 'Artillery Wood Cemetery'.
Het gedenkteken, dat voor Ledwidge werd ontworpen is uitgevoerd door de Stad Ieper. Voor het monumentje werd gebruik gemaakt van Ieperse, gele baksteen, die in zogenaamde 'Vlaams verband', gemetseld zijn. In het Engels heet dit 'Flemish Bond', symbool voor de vreemde band die er tussen Vlaanderen en Engeland bestaat via het verhaal van de oorlog. Speciaal is ook het gebruik van een bleke, kalkachtige mortelspecie voor het volzetten van de voegen tussen de bakstenen. Deze bleke mortelspecie wil refereren naar de snelle kalkachtige specie die gebruikt werd bij zeer veel wederopbouwwoningen.
Bij de onthulling op 31 juli 1998 waren neef Joe Ledwidge en de Ierse schrijver Dermot Bolger aanwezig. Inmiddels staat een exacte replica van dit monumentje in de tuin van Ledwidges geboortehuis in Slane.
Het monument ligt langs het fietspad op de bedding van de oude spoorweg naar Torhout. Sinds enkele jaren heet het stuk van aan het kanaal Ieper-IJzer tot aan de Poezelstraat, passend het Ledwidgepad. Op de plexiplaten op het monument staat bovenaan een foto van de onfortuinlijke dichter en de aanhef van Ledwidges beroemdste vers, Thomas MacDonagh. Onderaan, als epitaaf, het gedicht Soliloquy (1917) vertaald door Benno Barnard (Alleen, 1998).
Vlakbij ligt "Carrefour des Roses", iets meer naar het N ligt "Artillery Wood Cemetery".
Volgend gedicht schreef hij op 22 juli 1917.
To One Who Comes Now And Then
When You come in, it seems a brighter fire
Crackles upon the hearth invitingly,
The household routine which was wont to tire
Grows full of novelty.
You sit upon our home-upholstered chair
And talk of matters wonderful and strange,
Of books, and travel, customs old which dare
The gods of Time and Change.
Till we with inner word our care refute
Laughing that this our bosoms yet assails,
While there are maidens dancing to a flute
In Andalusian vales.
And sometimes from my shelf of poems you take
And secret meanings to our hearts disclose,
As when the winds of June the mid bush shake
We see the hidden rose.
And when the shadows muster, and each tree
A moment flutters, full of shutting wings,
You take the fiddle and mysteriously
Wake wonders on the strings.
And in my garden, grey with misty flowers,
Low echoes fainter than a beetles horn
Fill all the corners with it, like sweet showers
Of bells, in the owls morn.
Come often, friend; with welcome and surprise
Well greet you from the sea or from the town;
Come when you like and from whatever skies
Above you smile or frown.
Opgedragen aan Raoul.
|