Interview - Schepen Rob Van de Velde over de grote uitdaging van de bevolkingsgroei
Als N-VA-schepen van Stadsontwikkeling staat hij voor een zware opdracht. Maar gelukkig heeft Rob Van de Velde ook nog tijd voor leuke ideeën. "Waarom bijvoorbeeld geen digitale wanden met alle mogelijke informatie aan de toegangspoorten van de stad?"
Schepen Rob Van de Velde kreeg de voorbije week heel wat kritiek te slikken van wat hij zelf "de Vlaamse elite" noemt. Volgens Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen vergist de schepen zich door andere wegen in te slaan dan die uit het tijdperk van Patrick Janssens.
"Janssens heeft, samen met bekwame mensen zoals stadsbouwmeester Kristiaan Borret, een heel goed beleid gevoerd op het vlak van stadsontwikkeling", zegt Van de Velde. "Maar de tijden zijn veranderd. Onder zijn bewind waren er nog grote stukken beschikbare grond die konden worden aangeboord als nieuw woongebied: het Eilandje, Nieuw-Zuid, Eksterlaar, Regatta, de Slachthuissite... Maar dat reservoir is nu bijna op. En dus moeten we het accent verleggen naar de optimalisering van wat we hebben. Dat kan door inbreiding, renovatie en samenwerking met gemeenten buiten de stad."
Dat vraagt volgens Van de Velde ook een andere organisatie. "De snelle bevolkingsaangroei vereist een snellere planning", zegt hij. "Vandaar dat we onze structuren vereenvoudigen. We brengen de stadsvernieuwing ook samen met mobiliteit, omdat die twee onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn."
"Een voorbeeld van hoe het niét moet, is de Londenstraat. Op het Eilandje staan dankzij de stadsvernieuwing nu prachtige woongebouwen, maar ze zijn niet bereikbaar, omdat die straat door de heraanleg helemaal is dichtgeknepen voor het verkeer. Zulke vergissingen willen we in de toekomst niet meer maken."
Hoe moet het dan wel?
Rob Van de Velde: Je moet eerst efficiënte alternatieven creëren voor dat verkeer. Kijk naar het Velo-project, dat is voor velen een schitterend alternatief voor de auto in de stad. Er komt ook eindelijk een efficiënt parkeergeleidingssysteem om de doorstroming van auto's te verbeteren. Pas na zulke ingrepen kan je werk maken van vergroening, zoals bijvoorbeeld ook Hamburg dat heeft gedaan. In die gedachtegang zouden actiegroepen zoals stRaten-generaal en Ademloos onze objectieve bondgenoten moeten zijn. Want Antwerpen evolueert ook in die richting, alleen staan we nog niet ver.
Waar plant u extra groen?
In totaal willen we deze legislatuur 70 hectare groen uitbreiden en/of vernieuwen. Ik heb het dan over 29 hectare bij de Middenvijver, 10,5 hectare voor Park Spoor Oost, 18 hectare op Nieuw-Zuid en de Konijnenwei, 5 hectare voor de site Groenenborger/ Middelheim en 2 hectare bij de Harmonie. Daarnaast willen we ook de Groene Singel verder uitwerken.
De Konijnenwei? Zou daar geen extra afrit van de Ring komen?
De Konijnenwei wordt op termijn wel degelijk parkzone. De spaghettiknoop wordt zo verlegd dat ze rechtstreeks uitkomt op de Scheldekaaien in plaats van op de Jan van Gentstraat.
U had het daarnet over inbreiding. Wat betekent dat concreet?
Het inplanten van nieuwe woonprojecten op bestaande sites. Het beste voorbeeld is dat van het Militair Hospitaal. Soortgelijke projecten willen we ook opzetten op onder meer de site van het arresthuis in de Begijnenstraat en die van het Stuivenbergziekenhuis.
Volstaan zulke projecten om de bevolkingsaangroei op te vangen?
Nee, daar is meer voor nodig. Zo willen we de huisjesmelkerij aanpakken om, onder meer via cohousing, betaalbare woonvormen te creëren. Op die manier hopen we tegen het einde van de legislatuur vier- à vijfhonderd gezinnen onder te brengen. We denken aan locaties zoals die bij de brug van de IJzerlaan. Daarnaast willen we, samen met private ontwikkelaars, ook het sociaal patrimonium op peil houden en het hele patrimonium energiezuinig maken, om waardeverlies van oudere panden tegen te gaan. Samengevat: geen hoogdravende, elitaire aanpak, maar inspelen op wat de Antwerpenaars bezighoudt. Daar win je misschien geen prijzen mee, maar je lost er wel de problemen van de mensen mee op.
Het tijdperk van de landmarks voor Antwerpen is dus voorbij?
(lacht) Elke schepen van Stadsontwikkeling wil zijn stempel drukken met één internationale blikvanger. Maar dat moet dan ook een echte knaller worden. Daarnaast steunen we topprojecten zoals de vernieuwing van de Handelsbeurs en de renovatie van de Renault-site op de Italiëlei. Ik wil ook leuke ideeen een kans geven, zoals een buitenbrug aan de achterkant van het Centraal Station, om het nu doodse Kievitplein te verbinden met het Astridplein. Mét zicht op de Zoo. Een ander voorbeeld: digitale wanden aan de inkompoorten van de stad met verkeers- en andere informatie, naar het model van Manchester. Die wanden zouden mooie uithangborden zijn voor Antwerpen als digitale stad, waar je bij het binnenrijden via je iPhone alle mogelijke informatie kan opladen.
U noemt samenwerking met andere gemeenten een belangrijk instrument om de bevolkingsgroei op te vangen. Zijn er op dat gebied al vorderingen?
We hebben met de provincie en tien gemeenten uit de zuidrand een project ingediend voor een samenwerkingsverband voor de uitdaging van de bevolkingstoename. Dat heeft van de Vlaamse overheid een zeer goede beoordeling gekregen. We mogen nu subsidies verwachten om dat project concreet uit te werken.
Waarop mogen we u straks afrekenen?
Stadsontwikkeling is een werk van lange adem. Ik plant nu zaadjes waarvan de resultaten hopelijk zichtbaar zijn over tien jaar, als ik misschien al met iets anders bezig ben. Ter vergelijking: op Nieuw- Zuid moet de spade nog in de grond, terwijl dat een project uit de tijd van Leona Detiège stamt. Daarom vind ik het ook flauwekul dat een elitair clubje van Vlaamse stedenbouwkundigen nu al een oordeel wil vellen over mijn werk. Maar ik hoop dit nog lang te kunnen doen.
Gaat u een rol spelen bij de verkiezingen van 25 mei?
Ik zal wel ergens op een N-VA-lijst staan (lacht).
"Waarom geen buitenbrug achter het Centraal Station, met zicht op de Zoo?" Rob Van de Velde N-VA-schepen
© Concentra