ANTWERPEN/DEURNE/MERKSEM/EKEREN/WIJNEGEM/WOMMELGEM/LIER/RANST/BOECHOUT/MORTSEL/SCHOTEN - Voor de realisatie van de tweede spoorontsluiting van de Antwerpse haven komen nog maar twee tracés in aanmerking. Eén daarvan is de volledig nieuwe variant van een zestien kilometer lange boortunnel tussen Merksem en Lier.
De twee tracés voor een nieuwe goederenspoorlijn kennen dezelfde aanloop. Vanaf het vormingsstation van Ekeren volgen ze het tracé dat al decennia wordt vrijgehouden voor de Grote Ring rond Antwerpen: door Merksem, Schoten, Deurne, Wijnegem tot de rotonde van Wommelgem.
‘De MER-deskundigen (Milieueffectenrapport) van het bureau Arcadis stellen als één van de varianten voor om de treinen al vanaf Merksem/Schoten in een boortunnel te laten rijden', zegt Infrabel-woordvoerder Frédéric Petit. ‘Ter hoogte vanaf de rotonde in Wommelgem buigt het tracé ondergronds af via Borsbeek, Vremde en Emblem om pas in Lier weer bovengronds te komen via een aankomstschacht. Daar kan de spoorlijn aantakken op de bestaande lijnen 15 en 16.'
‘Nergens is er hinder omdat zowel werken voor aanleg van de tunnel en sporen als het transport nadien diep onder de grond zullen gebeuren. Deze spoortunnel wordt, als hij er komt, de langste boortunnel van ons land. De pas geboorde Liefkenhoekspoortunnel is maar 6 km lang. Het spreekt voor zich dat aan deze techniek een hoog prijskaartje hangt. Hoeveel dat bedraagt, is nog niet bekend.'
Lijn 15
Door de nu ernstig in overweging genomen boortunnelvariant kan het oorspronkelijke E 313-tracé, waarbij de spoorweg vlak naast de autoweg zou lopen, definitief worden afgevoerd. Daardoor lijken het natuurgebied Muizenbos in Ranst en heel wat woningen in Emblem en Broechem gered.
De tweede variant die nog in de running is voor de nieuwe spoorlijn zal vanaf de rotonde in Wommelgem bundelen met de nieuwe ondertunnelde R 11 of Krijgsbaan, langs de luchthaven en Borsbeek. Vanaf Mortsel volgt dit tracé de spoorlijn 15, langs Mortsel en Boechout richting Lier.
‘Hier worden alle sporen op niveau -1 gelegd. Niet via een tunnel maar in een open, dan weer gesloten sleuf', aldus Petit. ‘Deze tweede variant vergt ingrijpende werken in Boechout en Lier. Tegelijk kunnen daar wel de twee stations volledig vernieuwd worden. Ook de gevaarlijke spooroverwegen voor auto's en zwakke weggebruikers kunnen overal gesaneerd worden. De mogelijkheid van medegebruik door het reizigersvervoer is eveneens een troef.'