Waar Abraham de mosterd haalt.
Het prachtige aan de overheid is, dat zij regelmatig plannen maken. In het kader van de openbaarheid van bestuur, kunnen we die als burger ook lezen. Zij het niet altijd met de juiste gegevens en besluiten, maar gegoten in omvangrijke beleidsplannen.
Die plannen hebben allemaal enkele dingen gemeen: ze herhalen elkaar vaak, ze bevatten allen een ronkende inleiding van de bevoegde ambtenaar, Schepen, Burgemeester of Minister, ze zijn dik, met veel prenten, tabellen, tekeningen, statistieken en ze hebben veel geld gekost. Experten, ervaringsdeskundigen, verschillende diensten en onderzoekscentra hebben er aan meegeschreven.
De conclusies van die rapporten worden telkens volmondig beaamt door onze verkozen bewindvoerders als de waarheid, de waarheid en niets als de waarheid.
Naast het decreet van 2001, heeft de Vlaamse Overheid in samenwerking met mensen uit de bibliotheken, universiteiten en de overheid zelf een aantal projectgroepen opgestart die zich specifiek bezig hielden met het bibliotheekwezen. Bib-net (vooral over de digitale omgeving) en Locus (steunpunt voor bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra en lokaal cultuurbeleid in Vlaanderen) zijn hiervan de voornaamste.
De bibliotheekweek, boekbaby's, Vlieg, School en Bibliotheek, de gedichtendag, hieraan werkt Locus mee.
Locus en BIBnet stelden samen een document op getiteld : "Zeven uitdagingen voor de lokale bibliotheek" Zij omschrijven deze nota als een praktische handleiding voor de nabije toekomst.[1]
"Deze tekst biedt een overzicht van de zeven strategische domeinen waar bibliotheken vandaag én de komende jaren best op inzetten. Per strategisch domein wordt de probleemstelling omschreven en geanalyseerd, waarna dieper wordt ingegaan op de richting waarin gewerkt kan worden en de manier waarop dit kan gebeuren.
De eerste twee domeinen staan niet voor niets vooraan. Zij bevatten de essentie en legitimiteit van de bibliotheekwerking: inzetten op wat de bibliotheek uniek maakt en meer aandacht voor de lokale specificiteit en het eigen gemeentelijke beleid.
LOCUS en Bibnet willen met deze tekst een inhoudelijke basis bieden voor de veranderingstrajecten die bibliotheken nu en in de toekomst nog willen afleggen. De bib kan zo haar eigen beleid en werking toetsen aan een of meerdere van deze belangrijke strategische domeinen."
Tevens heb je de Strategische AdviesRaad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media of kortweg de SARC. De SARC is de strategische adviesraad van het Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media. De oprichting ervan kadert in de herstructurering van de Vlaamse administratie en de Vlaamse openbare instellingen, Beter Bestuurlijk Beleid (BBB). Per beleidsdomein is er één strategische adviesraad opgericht. Voor het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media is dit de SARC.
Met het memorandum 2009-2014 van de Strategische AdviesRaad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media wil de SARC zijn prioriteiten formuleren voor de nieuwe beleidsperiode 2009-2014. [2]
En als dat nog niet genoeg is, heb je de Beleidsbrief Cultuur 2010-2011 ingediend door mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur.[3]
Het wordt nog beter.
Ook Antwerpen heeft een nota : "Cultuur in Antwerpen. Een wereld van verschil".
Hierin lees je : "Een netwerk van bibliotheken, cultuurcentra en culturele ontmoetingscentra is gespreid over de districten en brengt zo cultuur dicht bij iedere burger. Een groot aanbod van culturele instellingen, musea, theaters, concertzalen, kunstgalerijen en ateliers scheppen talrijke plekken in de stad waar de creativiteit vrij spel krijgt.
Het is de missie van het cultuurbeleid om al die zaken te koesteren en voor iedere Antwerpenaar maximaal de mogelijkheid te bieden om deel te kunnen nemen en deel te hebben aan dit gevarieerde culturele aanbod. Immers, cultuur is een verbindende factor die weet te verbeelden en te vatten wat de inwoners in al hun verscheidenheid aan emoties en ervaringen delen. De stad is meer dan een toevallige plek waar culturele activiteiten georganiseerd worden. Het is een kruispunt van mensen en gemeenschappen die in hun onderlinge interactie voortdurend nieuwe betekenis geven aan de wijk, het district en de stad waarin ze wonen."[4]
Tot slot haal ik ook tekst uit CIJFERBOEK LOKAAL CULTUURBELEID 2008 - 2010. Het Cijferboek Lokaal Cultuurbeleid 2008 - 2010 is een uitgave van de Vlaamse Overheid, meer bepaald van het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen, in samenwerking met Wim De Pauw en Rudy Machiels van de vakgroep Agogische Wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel.[5]
En ja, last but not least, het participatieplan Cultuur van de Stad Antwerpen: "Op weg naar een meer diverse cultuurparticipatie in Antwerpen" met de prachtige laatste alinea van de inleiding: "Deze beleidsnota is daar in geslaagd. Hij vertrekt vanuit een grondig onderzoek, want meten is weten. Participatie wordt behandeld in de nuchtere marketingtermen van segmentatie en marketingmix. Zo worden kansengroepen een intern publiek voor de culturele wereld, naar analogie van het begrip ‘interne cliënt' waarmee we ze meteen in het centrum van de aanbodszijde (want intern) én van de afnemerszijde (want publiek) plaatsen. De lijst met goede praktijkvoorbeelden biedt een indrukwekkende eyeopener voor wie nog niet weet wat en wie er in Antwerpen leeft. Het is de taak van ons allemaal om deze rolmodellen mee te communiceren en ze de aandacht te geven die ze verdienen. De aanbevelingen voor het beleid zijn even noodzakelijk als concreet, realistisch en meetbaar. Ze zijn ook ter harte te nemen want de baseline 't Stad is van iedereen mag nooit als een vaststelling klinken. Het is en blijft een ambitie."[6]
Deze teksten, samen met het decreet van 2001 bevat eigenlijk alle argumenten om de sluiting van de filialen tegen te gaan. Ik zal de argumenten laten voorafgaan met 7U (voor de zeven uitdagingen), SARC (voor het memorandum 2009-2014), BC (voor de beleidsbrief cultuur 2010-2011), DECR (voor het decreet), CA (voor Cultuur in Antwerpen), CIJ (voor het cijferboek) en PPC (voor het participatieplan cultuur).
Waarom zou ik iets nieuws bedenken als zo'n slimme mensen het al allemaal voor mij hebben gezegd?
Ik maak mij sterk dat elke wijk zijn wijkfiliaal broodnodig heeft.
Wat niet wil zeggen dat alle filialen onder de huidige omstandigheden kunnen blijven werken.
Door de jaren van (geplande?) nalatigheid in onderhoud én inhoud zijn sommige filialen dringend aan een "revival" toe.
Elk wijkfiliaal dat sluit betekent een afbouw van het sociaal en cultureel weefsel van elk van deze wijken.
Alle bovenstaande documenten ondersteunen dit.
[1] http://www.zevenuitdagingen.be/?page_id=8
[2] http://www.cjsm.vlaanderen.be/raadcjsm/downloads/memorandum_sarc_2009-2014.pdf
[3] http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2010-2011/g758-1.pdf
[4] http://www.antwerpen.be/docs/Stad/Bedrijven/Cultuur_sport_recreatie/CS_Staf/cultuurbeleidsplan_antwerpen_2008_2013.pdf
[5] http://85.255.193.212/cijferboekseam/download/cijferboek%20cultuur.pdf
[6] http://www.antwerpen.be/docs/Stad/Bedrijven/Cultuur_sport_recreatie/CS_Staf/64378_Cultuurparticipatie_web.pdf
|