Vroeger hielden de meeste bewoners van Huissen-Zand voor eigen gebruik er enkele varkens op na. Tegen de kermistijd zag je overal geslachte varkens aan de ladder hangen om te besterven. In die tijd kenden we nog geen diepvries en werd het vlees geweckt, worsten en de zijden spek gerookt in een vliegenkast gelegd of in een sloop op zolder gehangen. Bij het slachten en nadien bij het afwerken werd er altijd een flinke "slok" genomen. Mijnheer pastoor of de dominee kregen in de slachtmand het haasje en andere lekkere hapjes aangereikt en soms werd voor het verkrijgen van gunsten ook wel eens een of andere notabele in de gemeente verrast met een lekker stukje varkensvlees. Heel anders ging het er aan toe bij onze buurman-de oude oom Fried Reijmers-die vroeger schipper geweest was en twee varkens in het hok had liggen, die hij Jan en Klaas noemde. Op zekere morgen nodigde hij ons uit om eens naar zijn getemde varkens te komen kijken. Met een man of vijf uit onze buurt togen we naar Friedome om de capriolen van zijn varkens te bewonderen. Nadat we enkele circusnummers gezien hadden, deelde oom Fried ons mede dat hij ons nu ging verrassen met een van zijn topnummers. Terwijl hij op varken Jan ging zitten, had een van de buurtgenoten de buitendeur van het varkenshok geopend. Na een rondje door het hok gemaakt te hebben vloog Jan plotseling naar buiten, gevolgd door Klaas, "Hoge Schoolrijder" Fried achterlatend in het smeuïge stro van het varkenshok. Urenlang zijn we op de aangrenzende stukken land aan het vangen geweest om Jan en Klaas weer in hun hok te krijgen. Enkele jaren na deze gebeurtenis, toen dit verhaal bij ons in het café weer ter sprake kwam, kreeg ik van zijn zoon-Harrie de Fietsenmaker-te horen dat zijn vader de stoute varkens Jan & Klaas met de kermis van 1950 toch had laten slachten.
|