De dagen van herdenken en terugdenken zijn weer achter de rug, maar voor mij raakt de oorlog nooit afgelopen. Al maanden achtereen houdt het spreekverbod van oud-verzetsman Gerrit Jan van de Waal (105 jr oud)-, hem opgelegd enkele jaren na de oorlog door minister Wijers van Justitie, me bezig. Van de Waal verloor destijds 60 kameraden van zijn verzetsgroep die door verraad voor een Duits executie peloton gebracht zijn. Wat me ook zo benauwd heeft en de reden van het schrijven van dit stuk is, dat de Nederlandse Politie in diverse gemeenten, waar veel nazaten van de NSB wonen, een oproep aan de bevolking doet om lid van een aanbrengclub te worden en elk verdacht strafbaar akkefietje kenbaar te maken en in mijn ogen en dat van vele oud-verzetstrijders gezien wordt als voorbereiding op de revolutie of oorlog die binnenkort gaat uitbreken. In andere oorlogen hebben we hier al ervaring genoeg mee ondervonden en ik veroordeel dit systeem dan ook ten zeerste! Om terug te komen op van de Waal kan ik u vertellen dat deze oorlogsheld na de Tweede Wereldoorlog een topambtenaar was bij de Politieke Recherche Afdeling Collaboratie (De PRAC) en na de afzetting van chef van Gool zelfs hoofd van deze in Utrecht gevestigde dienst was geworden.
In de rapporten van opsporingsbeambte van de Waal komen veel Nederlandse industriële concerns aan de orde, zoals Werkspoor, Stork, de RDM en Wilton Fijenoord. Werkspoor was als leidende onderneming in de metaalsector al direct in de eerste maanden van de bezetting begonnen met op grote schaal zaken te doen met de bezetters. Aan de Duitse Wehrmacht werden geleverd een ongekend aantal kolenwagens, zestig mijnenvegers en 12 torpedojagers. Veel kleine industrieën werden ingeschakeld als toeleveringsbedrijf. Het bedrijf werd geleid door de Nederlandse grootindustrieel M.H. Damme sr. en diens zoon M.H.Damme junior. Van Damme jr. werd verdacht Joodse employés en aan hem bekende verzetsstrijders te hebben aangegeven bij de Sicherheitsdienst. Verder zou hij zich schuldig gemaakt hebben door vrijwillige Arbeitseinsatz te promoten door arbeiders voor zijn bedijf te charteren en deze door te sluizen tegen vette premies aan de Duitse bezetters. Van de Waal ging als PRAC-rechercheur over tot verhoren van Damme sr. en hield huiszoekingen bij Damme jr. In de Rijksarchieven moeten nog dozen vol belastend materiaal liggen over al deze aantijgingen en mogelijk ook nog veel bewijslast.
Alles is in de doofpot verdwenen door de machtige vrienden van de familie Damme, waarbij genoemd worden F.H. Fentener van Vlissingen (Steenkolen Handelsmaatschappij), genoemd wordt ook Willem Drees Sr (toen nog geen minister president, maar Minister van Sociale Zaken), G.W. Huysmans (Economische Zaken), Mr. J.M.C. Romeijn (Hoofcoördinator op Justitie) en Prins Bernhard. Door minister Wijers wordt van de Waal een spreekverbod over de hele kwestie 'handelswijze Grootindustrie' opgelegd en zó verdwijnt de hele zaak 'Werkspoor' uit het zicht. De Nederlandse bevolking is figuurlijk voor de oorlog, erin en erna zand in de ogen gestrooid, nadat we letterlijk in de meidagen van 1940 ons aan de Duitsers hebben moeten overgeven, omdat 9 van de 10 munitiekisten ( gevuld door 'edele' landgenoten) geen kogels maar zand bevatte!
We gaan weer terug naar de jaren vijftig na de oorlog, waarbij prins Bernhard als goodwill ambassadeur voor ons land weliswaar grote orders binnen wist te halen maar tóch niet geheel onbesmeurd. Zo kwam Prins Bernhard in aanraking met de presidentele familie Peron in Argentinië. Een paarlen collier van in die tijd 30.000 gulden voor Juan Peron's vrouw Evita lag ten grondslag aan belangrijke orders, die vanuit Argentinië voor Werkspoor binnengehaald werden. De Nederlandse regering gaf het Argentijns bewind als 'toetje' 30 miljoen gulden en mijnheer de Waal werd voor zijn eerlijke onderzoeken en bemoeienissen bedankt en overgeplaatst naar de Gemeentepolitie van Den Haag.
Ook geen groot voorstander van het stringente onderzoek van rechercheur de Waal, was de naoorlogse president van de Hoge raad Jan Donner toegedaan en we kunnen hierbij in één adem ook noemen Mr. A.D. Belinfante, die als beleidsambtenaar van de Bijzondere Rechtspleging in zijn vele betogen en boeken zonder scrupules zijn visie op het oorlogsgebeuren geeft, máár niets vermeldt over de vele Nederlandse industriëlen die gedurende de hele oorlogstijd met de vijand gecollaboreerd hebben.
Heel vreemd komt het bij mij over dat de in Joodse kringen invloedrijke Mr. Belinfante genoemd wordt als de persoon die minister Wijers adviseerde de Waal een spreekverbod op te leggen.
Alles op een rijtje gezet heeft 70 procent van onze industriële concerns in de bezettingsjaren van 40-'45 voor de Duitsers gewerkt. Daarbij gingen, en daar heb ik enigszins begrip voor, 180.000 Nederlanders die het voor de oorlog slecht hadden of werkloos waren vrijwillig in Duitsland werken. Waar ik geen begrip voor heb waren de 240.000 NSB-gezinnen en ook niet voor de 150.000 Nederlandse mannen die zich vrijwillig gemeld hadden bij de Landwacht, Kriegsmarine of waffen SS!
Direct na de oorlog werden 32.232 dossiers van verdachte personen aangelegd. In feite slechts een klein percentage van verdachten! In behandeling genomen zijn slechts 5.957 zaken, 600 zaken hiervan zijn voor de rechter gebracht en in een later stadium van heropening van zaken 4500 gevallen, waarvan er 900 bestraft zijn en dat waren heel duidelijk de mensen met weinig goede beschermende vrienden en ook vaak van minder grote misdaden of overtredingen.
Is alles nú beter geworden? Mijn antwoord is nee, eerder slechter! Bij herdenkingen maakt me dit stil en moedeloos en voel ik me diep onthand als ik de nazaten van deze personen geridderd zie worden met onderscheidingen die hen niet toekomen en als geboren en getogen Hollander die de oorlog in alle facetten heeft meegemaakt en óók alles hierover van a tot z heeft bijgehouden word ik en vele andere nog in leven zijnde oud-strijders behept met een soort gebeeldhouwd vaderlands gevoel hier ook erg verdrietig van en vraag me af of het nog zinvol is me ergens voor in te zetten om een betere wereld op te bouwen.
Naschrift van de schrijver:
De stringente oproep helemaal onderaan de fotoreeks is opgemaakt door de verzetsgroep de Waal uit die tijd en kwam uit het hart van mensen die voor de goede zaak gevochten hebben en ik kan me voorstellen dat mensen die de oorlog 40-'45 niet meegemaakt hebben daarop een hele andere visie hebben als de ouderen die in die tijd ook allemaal jonge kerels waren en de jongste nog levende verzetstrijders uit die tijd zijn allemaal in de 80 of ouder.
Zo waarheidsgetrouw mogelijk heb ik dit artikel na raadpleging van veel documentatiemateriaal kunnen samenstellen en geenszins de bedoeling gehad om bepaalde mensen hiermee te beledigen of in een verkeerd daglicht te plaatsen.




|