Gisteren was het 70 jaar geleden dat het Russische Rode Leger kamp Auschwitz-Birkenau bevrijdde. Achtergebleven waren zieken, oude mensen en enkele kampmedewerkers met een lage rang. De commandant en veel leidinggevenden hadden om de dans te ontspringen de benen genomen. Vooraf waren veel gevangenen al afgevoerd naar elders en bij deze dodenmars zijn ook velen bezweken. Om alle sporen uit te wissen hadden de Duitse bezetters, van Nazi's mogen we op gezag van onze autoriteiten uiteindelijk alleen maar spreken, alle belastende paperassen verbrand en ook de crematoria's waren opgeblazen. Toch stonden de geharde Russische commando's te huilen toen ze de barakken van de gevangenen betraden. Korte geschiedenis vooraf: Het concentratiekamp Auschwitz was met nadien Birkenau erbij een heel complex van gebouwen en barakken. Het was de grootste moordfabriek die de mensheid ooit gekend heeft. In Auschwitz had de dood vele gezichten. Er werd gedood door executiepelotons, soms werden mensen maar zo door een of andere bewaker met een nekschot gedood, er werden mensen opgehangen, doodgeslagen, verscheurd door honden, verdronken en uitgehongerd, Velen kwamen om door verblijf in de zogenaamde staan-cel. Berucht is Auschwitz ook door de rijdende gaswagens en vergassingsruimtes en de crematoria die dag en nacht in actie waren om alle doden te verbranden. Konden deze door overbezetting het werk niet meer aan, dan werden de mensen verbrand in kuilen of op brandstapels. 70-jarige herdenking: Buiten overlevende gevangenen, oude Russische veteranen (bevrijders) en veel andere betrokkenen waren ook veel staatshoofden en ook enkele koningshuizen aanwezig. Van het begin tot het einde heb ik de plechtigheden via de TV bijgewoond en de speech die me aansprak was die van de voormalige gevangene Roman Kent, die ons vermaande tot het gebruik van meer mededogen met de verdrukte en onschuldige mens die louter omdat zij of hij jood, zigeuner, of andersdenkende was op brute wijze in een van de Duitse vernietigingskampen om het leven gebracht werd. In de oorlogsjaren waren er veel omstanders, je zou om een modern woord van deze tijd te gebruiken, kunnen spreken van gedogers die niet alleen toen, maar ook nu alles wel goedvinden wat er aan kwaad geschiedt en alles op hun beloop laten. Het vliesje van goed naar kwaad is uiterst dun en ook wij met ons allen moeten oppassen dat we in bepaalde omstandigheden niet in een beestmens veranderen. Wat me persoonlijk ook zo verwondert is dat sommige elitaire personen en bestuurders die gisteren aanwezig waren bij de herdenking van Auschwitz daags ervoor ook acte de préséance gaven bij het rouwbeklag van een koning die zijn volk onderdrukte en barbaarse methodes erop nahield. De oorlogstijd (40-45) heb ik persoonlijk in al haar facetten meegemaakt en ik heb er ontzettend veel verslagen (zie archief) over gemaakt. Ik wist dat er in Nederland veel collaborateurs waren en gisteren hoorde ik voor het eerst dat we daartoe ook de Nederlandse Spoorwegen kunnen rekenen, die miljoenen verdiend hebben aan onze verdrukte medeburgers door ze samen met de Duitsers af te voeren naar Auschwitz of een ander Duits vernietigingskamp. De Duitsers heeft dit geen stuiver gekost, want door de Joodse mensen en andere gevangenen van hun hele bezit te beroven waren het de slachtoffers die uiteindelijk hun enkele reis naar de helse Duitse kampen zelf betaald hebben.
|