Maandag 25 september 1944
In de bierkelder bij Oom Piet geen oog dicht kunnen maken vanwege de zware beschietingen en het gebulder van de kanonnen. In de vroege morgen dacht ik dat er buiten bommen gevallen waren, alles schudde op en neer van die zware klap! In de late namiddag van de Duitse officieren, die bij ons in de keuken met mijn vader aan het praten waren, opgevangen dat er in Elst een munitiemagazijn de lucht was ingevlogen. Bij mijn thuis is bijna geen ruit meer heel!
Dinsdag 26 september 1944
Overal zijn de mensen, voorzover nog niet aanwezig, schuilkelders aan het maken. De meeste "bunkers" hebben meer weg van een bult waaronder de aardappelen voor de winter ingekuild liggen dan van een schuilkelder, één brisantgranaat erop en je staat gelijk bij Petrus voor de Hemelpoort! Een jonge Wehrmacht soldaat, hulp bij de veldkeuken vraagt aan een der oudere soldaten wat voor soort vliegtuigen er in de lucht zitten: ,,Als je een zwart vliegtuig ziet, dan is het er een van de Engelsen, is het een wit glanzende kist met een ster erop heb je met een Amerikaans toestel te doen en als...je helemaal niets voorbij ziet komen, dan is het een onzichtbare van de Luftwaffe"!
Woensdag 27 september 1944
Uit Bemmel is de familie Houterman en Roelofs naar Huissen gekomen, het zijn verwanten van oom Piet. Ressen zit in de frontlinie en de Tommy's rukken nu vanuit het Zuiden op. Bij Arnhem is alles verkeerd gelopen en jammerlijk genoeg zijn de Tommy 's daar door de Duitsers verslagen. Velen zijn gewond of gesneuveld en slechts een kleine groep is met bootjes ontsnapt naar de andere kant van de Rijn en heeft zich gevoegd bij de Poolse para's. Deze troepen zullen wel niet meer de kracht hebben om door te stoten en zijn in afwachting van de andere gedropte eenheden om dan weer slag te leveren. Mijn vriend Nol zit met zijn ouders, broertjes en zusjes in de bomvrije schuilkelder die de Duitsers begin augustus op ons land gebouwd hebben. De kelder is gelambriseerd met onze dansvloer en karrenbodems van onze buurman, transporteur en kolenboer van Aalten doen dienst als afdekplaat. Daaroverheen liggen turfbalen, zand en losse grond, waarop wat groen. Op ons land staan veel pruimenbomen die een natuurlijke beschutting aan het geheel geven. Voor de bunker en de haakse ingang hangen dikke gasgordijnen. Ofschoon ik mij al helemaal niet kan aanpassen aan die bedompte, nu overbevolkte bierkelder bij Piet Wouters en bovendien "deze bunker" niet veilig acht, heb ik me als snotjongen maar te schikken. Moeke vertoeft heel veel in de schuilkelder en moet noodgedwongen, nu al het personeel ook thuis zit, buiten de zaak om kleine Nel van nog geen jaar oud verzorgen. Achterom bij ons thuis komen nog veel klanten brood en kruidenierswaren halen en zolang we nog voorraden hebben is alles leverbaar. Mijn zus Dinie, een jaar jonger dan ik helpt ook met alles mee, onze Ben van zes is daarentegen nog niet in staat én als het mij uitkomt help ik de klanten ook wel. Het is een zenuwslopende tijd en je moet het maar durven om onder zwaar granaatvuur de deur uit te gaan om nog boodschappen te halen en deze uit te reiken. Mijn dagboek uit de oorlog beslaat vele bladzijden en een heleboel zaken heb ik verwoord in aparte stukken die ik uitgebreid voor mijn lezers op mijn blog gebracht heb. U kunt ze inzien door het archief te openen, waarin zeker 60 oorlogsverslagen staan met vele beelden en details. De verschrikkingen waren groot en de hoop van een snelle bevrijding ijdel! Er valt veel over alle oorlogen te lezen en erover uitgepraat en geschreven raak je nooit. In de toekomst zullen bij leven en welzijn er van mijn kant nog vele verhalen volgen. In 1955 heb ik amateur historicus Gerrit Meeuwsen uit Huissen fotomateriaal en oorlogsstukken overhandigd, waarbij ook mijn dagboek en er zullen in Huissen en omgeving ongetwijfeld veel mensen zijn, die nog in het bezit zijn van eigen materiaal of van stukken en foto's uit mijn collectie verkregen. Alles wat er op mijn site staat mag gekopieerd worden. Bij verdere publicatie hiervan verzoek ik u wel beleefd om als bron mijn naam te vermelden. Uit een in 2004 geschreven stuk over de Slag om Arnhem van de Duitse Historicus Stephan Steuben geef ik de letterlijke tekst weer over zijn nabeschouwing die handelt over de behandeling van de Duitsers met betrekking tot de opvang van de gewonde Engelse soldaten: Der englische Historiker Christopher Ailsby schreibt in seiner "Geschichte der Waffen-SS" (London, 1998) zur Schlacht von Arnheim: ,, Entgegen einem vorurteil verhielten sich die Soldaten der Waffen-SS nach dem kampf ritterlich gegenüber ihren britischen Gefangenen."Noch im Verlauf der Kämpfe wurden mehr als 2200 verwundete Engländer von den Sanitäteinheiten der Division "Hohenstaufen" übernommen und versorgt. Darüber hinaus bestückte die Waffen-SS zurückfahrende britische Sanitätsfahrzeuge mit Verbandsmaterial zur Versorgung jener Verwundeten, die sich vor Kampfesende nicht in deutsche Obhut begeben wollten. Davon is heute freilich nur noch wenig zu lesen. De inzetfoto linksboven is van Joseph Dietrich Gruppenführer en de beelden die U hieronder ziet geven de bevrijding van Arnhem weer op 14 april 1945. De stad was verlaten, alleen de bewoners van de "verre en verscholen buitenwijk" de Geitenkamp waren niet geëvacueerd en hebben de Canadese bevrijders mogen begroeten. Wij als Huissenaren hebben ons stadje ook nooit zien bevrijden en er zijn zelfs geen directe beelden van!
 Foto boven bij Oude Kraan in de buurt


 Alles oude schade; op 13 en 14 april 1945 niets bijgekomen!
 Bij het Musis worden enkele Duitsers krijgsgevangen genomen!
 Kennelijk werd de Geitenkamp als 'n aparte plaats beschouwd!
 Het waren de onverschrokken Canadezen die doorstootten!

|