Inktvissen behoren tot de orde van de weekdieren en houden zich voornamelijk op in rotsspleten of in steenhopen die ze zelf verzameld hebben en nabij riffen en niet al te ver van de kust van zeeën hebben ze hun verblijf. Ze zijn erg op privacy gesteld en zijn ze thuis, dan kun je erop rekenen dat de ingang van hun hol ook met stenen of een groot rotsblok is afgesloten. Inktvissen zijn koppotige dieren; dat wil zeggen: hun armen zitten rechtstreeks aan hun kop vast. Maar wat we voor de kop van het dier aanzien, bestaat voor het grootste gedeelte uit het eigenlijke lichaam, waarin de voornaamste organen liggen, zoals de kieuwen en het darmkanaal. In het einde van de darm komt de zogenaamde inktzak uit. Voelt het dier zich in het nauw gedreven, dan spuit het een donkere vloeistof uit, sepia geheten, die in de industrie als verfstof wordt gebruikt. Tegen de tijd dat het rookgordijn is opgetrokken, is de inktvis nergens meer te zien. Hij is een van de weinige zeedieren, die zich niet door zwemmende of vliegende bewegingen verplaatst, maar als een raket. Ook dat principe heeft de natuur uitgevonden. De inktvis laat namelijk zijn om het lichaam liggende mantel vol water lopen, en trekt zijn mantelspieren dan krachtig samen, waardoor het water met grote snelheid door een trechter naar buiten wordt gedreven; hij schiet dan met grote snelheid in achterwaartse richting weg. Natuurlijk kan hij zich ook met zijn poten over de bodem voortbewegen. Er zijn trouwens inktvissen die nog wel een zekere zwembeweging kennen; vele soorten hebben zelfs een soort staart, die doet denken aan die van de walvis, maar die hoofdzakelijk als evenwichtsorgaan wordt gebruikt. Maar dat zijn altijd kleinere exemplaren. Of een octopus nu klein is of groot, naar verhouding is hij altijd enorm sterk. De grotere soorten worden bovendien als de meest intelligente weekdieren beschouwd, omdat men er in geslaagd is hen af te richten op eenvoudige reacties, zoals het halen van voedsel uit bepaalde bakjes. Uiterlijk bestaan er nogal wat verschillen tussen de soorten. Sommige inktvissen hebben acht armen, andere tien; de twee extra armen zijn dan veel sterker ontwikkeld dan de overige. Met die armen, voorzien van zuignappen, grijpen ze hun voedsel; de mond ligt midden in de armenkrans en is voor het kraken van harde schalen uitgerust met een soort papegaaienbek. Bij bepaalde soorten gebruikt het mannetje één van zijn armen om het vrouwtje te bevruchten. De arm groeit daartoe eerst uit tot een lange draad, die soms afbreekt en in het vrouwtje achterblijft. Vaak toont dat vrouwtje zich een hele goede moeder. Ze waakt bij haar eieren en blaast uit haar trechter voortdurend vers water over haar eieren. Soms zijn dat er bijna een half miljoen. De meeste inktvissen hebben geen pantser. Een van de uitzonderingen is de zeekat of sepia, die zijn rugschild vaak aan onze stranden achterlaat: het 'zeeschuim', dat we in onze parkietenkooien hangen. Met Voetbalkampioenschappen in 2010 was het octopus Paul uit het zeeaquarium van Oberhausen die de voetbaluitslagen wist te voorspellen. Hierin Burgers zeeaquarium zit mijn gedresseerde Octopus Frits die vanmorgen als ontbijt 7 Nederlandse en één Duitse mossel opgegeten heeft; dat dus wil zeggen dat het Nederlandse voetbal elftal vanavond met 7-1 Bayern-München gaat verslaan. Cruijff heeft me vanuit Barcelona laten weten dat dit een mooie genoegdoening voor hem zou wezen voor de zware 8-0 nederlaag bij zijn afscheidswedstrijd op 7 november 1978 met zijn Ajax tegen deze Mannschaft! Mogelijk winnen de Duitsers dit duel met 3-2 en zit ik ernaast, maar dat komt omdat 7-1 voor Nederland de wens van mijn gedachtegang in deze richting is, en ik dit telepathisch aan Frits heb doorgeseind. Beste lezers: ,,Ik wens u veel leesplezier met dit stukje over de inktvis en vanavond, met een lekker fris helder glaasje bier op tafel, een hele fijne voetbalavond, die door SBS-6 verzorgd wordt!"
|